Het vlottrekken van Afghanistan is begonnen
Leven
in een
absurde waarheid
Shampoo
Washington
Afscheid van
Vaclav Havel
Wie kent het niet: het gevoel
dat je de trend volledig
hebt gemist. De wereld is veran
derd, maar jij bent stil blijven
staan, ergens in de jaren zeven
tig of zo. Dat gevoel sloeg bij mij
toe op een druilerige januarim-
orgen, bij het lezen van een arti
kel op de voorpagina van zaken
krant de Wall Street Journal.
Net naast een gewichtig stuk
over tekenen van herstel voor de
wankele economie, viel mijn
oog op de kop: 'Rebellie Schiet
Wortel: Meer Vrouwen Vermij
den Dagelijkse Shampoo'.
Het gaat te ver om het diepgra
vende artikel over de wasge-
woonten in de VS in zijn volle
digheid te memoreren. Maar ik
wil niemand het schoonheids
geheim van hoofdpersoon Ka-
thy Reilly, de anti-heldin van
alle shampoofabrikanten, ont
houden: ze wast haar haar
slechts één keer in de twee, drie
dagen. Na twee decennia lang
dagelijks haar lokken te hebben
ingesopt, schoongespoeld, inge
sopt en schoongespoeld, kreeg
ze zeven jaar geleden een open
baring. Haar kapsel zag er beter
en gezonder uit, als ze het een
keertje minder onder de douche
hield.
Als een stille revolutie heeft het
verzet van de goed opgeleide
Amerikaanse tegen de dagelijk
se wasbeurt zich de afgelopen
jaren voortgezet, aldus de Wall
Street Journal. En dat tegen de
marketingstroom van al die ver
zorgende shampoos voor dage
lijks gebruik in. Ai, ai, ai,
schuimproducenten. De op
stand is uitgebroken. De hordes
ongewassen kapsels veroveren
de wereld. Minder wassen is
goed voor haar.
Laat ik nou beide trends hebben
gemist: zowel de dagelijks ge
bruikelijke wasbeurt als de nu
ontdekte haarwas-onthaasting.
Al sinds mijn tienerjaren was ik
mijn haar als het nodig is. Altijd
gedacht dat het zo hoorde. Je
wast het als het niet meer lekker
zit, te vet aanvoelt, je een avond
in een rokerig café hebt gestaan
of als je ermee in de zee bent ge
weest. Gewoon normaal, een
paar keer per week. Dacht ik.
Niet dus. Of hebben we het hier
over een gapend cultuurversch il
tussen Nederland en Amerika?
Dat zou best eens kunnen. Ame
rikanen overwassen alles, in
clusief haar, weet een dermato
loog uit Manhattan in de ge
noemde zakenkrant te melden.
Maar voor alle zekerheid heb ik
toch maar even een goede vrien
din in Nederland gevraagd of
zij, actief bij een internationaal
reclamebureau in Amsterdam,
voor mij licht kon werpen op dit
vraagstuk Wat grappig, rea
geerde ze, haar kapper had haar
toevallig net verteld dat een
wasbeurtje minder beter was.
Uit een absoluut niet weten
schappelijk verantwoorde en
quête van mijn vriendin - onder
twintig vrouwelijke collega's -
blijkt dat de haarkwestie vrou
wen zeer bezighoudt. De meeste
resultaten waren al binnen tien
minuten binnen. Voor mij is het
een hele geruststelling te weten
dat de meeste van deze Neder
landse dames slechts twee, drie
keer per week naar de sham-
pooflesgrijpen Ik ben normaal!
Maar de door de Wall Street
Journal gesignaleerde trend
was ook hier - licht - zichtbaar.
Eenmaal geconfronteerd met de
nadelen van veel wasserij blijkt
het aantal wasbeurten per week
af te nemen.
Maar nu Amerika. Een vriendin
hier weet te melden dat haar
achtjarige dochter elke dag
haar blonde haardos wil was
sen, want dat doen 'nette meis
jes', zo heeft ze op school ge
leerd. Aangezien de Wall Street
Journal nog geen verplichte lec
tuur op de basisschool is, be
staat daar nog het beeld van de
moderne Amerikaanse vrouw
ontstaan sinds de uitvinding
van 'zachte' shampoos en crè
mespoelingen.
Velen zullen zich afvragen
waarom? Wat is de aanzet ge
weest voor deze omwenteling in
de wondere wereld van de haar-
verzorging? Het blijkt allemaal
de schuld van de kleurspoelin-
gen, die door steeds meer vrou
wen (60 procent in de VS, aldus
l'Oreal) worden gebruikt. Die
drogen het haar uit en maken
het noodzakelijker de natuurlij
ke oliën in het haar te bescher
men. Waarmee we uitkomen bij
het eeuwenoude marktprincipe:
de markt geeft en de markt
neemt. Haar kleuren is trendy.
Shampoo-onthouding nu ook.
Ans Bouwmans
A fghanistan na de Taliban is het land van
xxJantje lacht, Jantje lacht. De ene dag
lijkt het de goede kant uit te gaan, de volgen
de is er weer chaos en ellende.
Nadat de Boeing 747 van de Afghaanse
luchtvaartmaatschappijn Ariana is geland
op de luchthaven van Kaboel, is het wachten
op je bagage. Ook na een uur komt die na
tuurlijk niet. Wat je dan kan doen is schelden
en denken: ,,Het wordt ook nooit iets met dit
land". Of je kunt zuchten, tot tien tellen en de
positieve punten benadrukken. Want als je er
namelijk goed over nadenkt, is het al heel wat
datje zomaar in Kaboel kunt komen. Im
mers. er mag dan nog druk gebombardeerd
worden door Amerikaanse en Westerse
straaljagers, commerciële vluchten van Ari
ana vliegen er dwars doorheen om de hoofd
stad met de buitenwereld te verbinden. En
dat het landen goed gaat, is ook een klein
wonder. Kaboel-vliegveld heeft geen radar;
alle piloten vliegen op zicht. Dat de luchtha
ven überhaubt nog bestaat is ook een meeval
ler. Tijdens de 23 jaar lange burgeroorlog
heeft loijna iedereen ter wereld - Russen,
moedjaheddien, Taliban, Noordelijke Alli
antie, Pakistanen, Amerikanen - weieens ge
probeerd het plat te gooien. De tientallen
vliegtuigwrakken die naast de landingsbaan
liggen, getuigen van al die gevechten.
Sommige landen zijn als zinkende schepen -
langzaam maar zeker zakken ze weg. Afgha
nistan niet: Afghanistan is al gezonken.
Maar wat nieuw is: eindelijk wordt er weer
eens een poging ondernomen om het schip
vlot te krijgen.
Die vlottrekkers zijn de Afghanen zelf, de te
rugkerende vluchtelingen, de internationale
hulpverleners en Westerse soldaten. Het ko
mende jaar, vanaf 8 februari, zal Nederland,
samen met Duitsland, de leiding voeren over
de internationale vredesmissie voor het land.
Iedereen moet meedoen om het wrak vlot te
trekken meent een Amerikaanse hulpverle
ner. „Zoals er hier 23 jaar lang een negatieve
spiraal bestond, moeten we proberen om een
positieve spiraal te krijgen. Het is moeilijk,
maar mogelijk."
Aan Ahmad Rashid zal het niet liggen. Al die
lange oorlogsjaren is hij in Kaboel gebleven.
„Dat er nu niet meer wordt geschoten voelt
als opnieuw ademen, als een frisse wind,"
meent hij. Zijn positivisme laat zich makke
lijk raden: hij is tapijtverkoper In een klein
winkeltje in het centrum van de hoofdstad
verkoopt hij er gemiddeld drie per dag aan
Westerse hulpverleners en vredessoldaten.
Rashid: „Dit heb ik de afgelopen 23 jaar nog
nooit meegemaakt, dit is fantastisch. Einde
lijk hoeven we niet meer bang te zijn dat alles
weer wordt verwoest.Rashid is niet de enige
die een graantje meepikt van de aanwezig
heid van buitenlanders in Afghanistan. Taxi
chauffeurs maken overuren en vragen 25 eu
ro voor een ritje van tien kilometer. Slimme
Afghaanse zakenmannen hebben hun huizen
omgebouwd tot hotels en incasseren 50 euro
per nacht per kamer. Anderen hebben de
huiskamer ingericht als restaurant waar di
plomaten en hulpverleners dagelijks Af
ghaanse of Westerse gerechten eten. Weiz,
een net uit Amerika teruggekeerde Afghaan,
heeft een deal gemaakt met de nieuwe firma
die het mobiele telefoonnetwerk regelt. Vier
duizend euro per maand krijgt hij als ze een
gigantische antenne op zijn huis mochten
zetten. Weiz grijnst. „Dat mocht natuurlijk",
zegt hij. Ook de verhuur van panden is een
uitstekende mogelijkheid geworden om geld
te verdienen. Een tweekamerflatje kost de
hulpverlener als snel 1000 euro per maand.
De huur van de Nederlandse ambassade be
draagt 50 duizend euro per maand.
Armoede
„Iedereen die met buitenlanders omgaat kan
een vermogen verdienen en is dus heel hoop
vol over de toekomst", meent Kalam, noot
jesverkoper op de markt langs de rivier.
„Maar ik ken geen buitenlanders, ik verkoop
mn noten nog altij d voor een halve dollar per
kilo aan andere armoedzaaiers. Natuurlijk
ben ik blij dat ik noten kan verkopen, maar
voor ons soort mensen blijft overleven een
dagelijks gevecht."
En dat is precies het probleem. Uiteraard is
iedereen - arm en rijk, jong en oud - blij dat er
niet wordt geschoten. Maar het grote geld
komt allemaal uit het buitenland. Als je daar
geen toegang toe hebt, ben je veroordeeld tot
een leven van, in het beste geval, nootjesver
kopen. In het slechtste geval moet je bedelen
of stelen. Ronduit bizar is het dat er in de
hoofdstad Kaboel ruim duizend internatio
nale hulporganisaties zijn gevestigd, terwijl
er nog duizenden ondervoede kinderen over
de straten zwerven die moeten bedelen en
tussen het puin van verwoeste huizen moeten
slapen. Ook is de hulpverlening, zoals ge
bruikelijk, niet op elkaar afgestemd. In de
ene wijk krijgen de bewoners nieuwe kozij
nen, maar is er geen geld voor glas. Anderen
krijgen weer glas, maar hebben geen kozij
nen. In beide gevallen blijft iedereen in de
kou zitten.
Voor Islam, een 17-jarige hout weger, is er
weinig veranderd sinds het vertrek van de
Taliban. „Ik weeg hout, want mensen moeten
toch ergens op koken", zegt hij. Al sinds z'n
veertiende gooit hii stukken hout op een ou
derwetse weegschaal. Hij verdient ongeveer
vier euro per maand..Tijdens de Taliban was
het armoedig, ellendig maar veilig op straat",
vertelt hij. „Nu hebben sommigen grote au
to's en zijn er overal restaurants, maar voor
mij is het nog altijd armoedig en ellendig. En
buiten Kaboel kan je niet meer reizen want
dan word je vermoord. En bij mij thuis doet
de electriciteit het gemiddeld twee van de ze
ven dagen. Tijdens de Taliban waren dat er
zes van de zeven."
Keihard werken
„Ondanks alle problemen denk ik toch dat
het wat kan worden met Afghanistan", be
weert Frauke de Weïjer, een Nederlandse ad
viseur van de Afghaanse interimregering.
„Afghanen werken keihard, er bestaat hier
een enorme sfeer van de schouders er onder
zetten. Ik weet wel dat het nog lang niet ide
aal is, maar geef dit land een paar jaar vrede
en het komt er wellicht weer bovenop."
Bij vlagen is de sfeer in Kaboel er een van
hoop op een betere toekomst. Mensen komen
weer tot leven, durven hoop te hebben dat het
volgend jaar nog steeds vrede zal zijn. Maar
de rest van het land, waar geen hulpverleners
en vredestroepen zijn? Ik heb geprobeerd
naar het oosten van het land te reizen, maar
dat werd me zeer sterk afgeraden. En terecht.
Afgelopen maandag werd er nog een konvooi
van de Verenigde Naties beschoten door ro
vers. Twee bewakers van de VN werden
doodgeschoten. Dan maar naar het zuiden,
richting Kandahar. Opnieuw dezel fde advie
zen. „Je zal wel gek zijn," zegt Farhad. Zijn
oom werd onlangs nog klemgereden door
bandieten. Ook wemelt het er van de werk
loos geraakte Taliban-strijders. „M'n oom is
z'n auto kwijtgeraakt en heeft klappen ge
kregen", vertelt Farhad, „Dat hij nog leeft is
een wonder." Het vlottrekken van Afghanis
tan is begonnen - maar het is nog te vroeg om
te juichen.
Ha raid Doornbos
Zijn opvolging is nog steeds
niet geregeld, maar morgen
treedt Vaclav Havel (66) terug als
president van de Tsjechische Re
publiek. Havels tweede termijn
zit erop en een derde staat de
grondwet niet toe. Als enige
voormalig dissident wist Havel
zich dertien jaar moeiteloos te
handhaven in het hoogste ambt.
Toch schuilt er achter het Tsje
chische sprookje ook tragiek van
een man die tot het eind toe wilde
'leven in de waarheid'.
TTTeinig krantenfoto's zullen zo
VV veel indruk hebben gemaakt
als die ene, die op zaterdag 25 no
vember 1989 de voorpagina's sierde:
een glunderende Alexander Dubcek,
die wordt omhelsd door schrijver Va
clav Havel. Zojuist heeft secretaris-
-generaal Milos Jakes van de Tsje-
choslowaakse Communistische
Partij, na een week van protesten
marsen in Praag, aangekondigd te
zullen aftreden. Een maand later
wordt Véclav Havel president van
Tsjechoslowakije.
Niet zozeer de artistieke waarde of
de kwaliteit ervan maakt de foto
aangrijpend, maar de geschiedenis
van beide mannen. Dubcek, de vader
van het 'socialisme met een menselijk
gezicht' en partijleider ten tijde van
de Praagse Lente in 1968, wordt na
de Russische inval afgevoerd naar de
Sovjet-Unie. Hij komt fysiek en
mentaal gebroken terug in eigen
land, waar hij wordt gedegradeerd
tot boswachter. Havel, auteur van
absurdistische toneelstukken als Het
tuinfeest, Het rondschrijven, en de
Vane/c-trilogie, wordt pas na het
neerslaan van de Praagse Lente poli
tiek actief. Het zou hem een veelbe
wogen leven opleveren en in vijftien
jaar tijd bijna vijf jaar gevangenis
straf.
Charta '77
Op 1 januari 1977 wordt Havel in het
centrum van de internationale be
langstelling geparachuteerd met de
presentatie van Charta '77. In dit
door meer dan 250 Tsjechen en Slo-
waken ondertekende manifest wordt
de regering opgeroepen de mensen
rechten te respecteren. Havels
leiderschap over Charta '77, de men-
senrechtenweging die uit het mani
fest voortvloeit, is al net zo toevallig
als zijn latere presidentschap: enkele
weken na publicatie van het docu
ment overlijdt medeopsteller en cul
tuurfilosoof Jan Patocka, Havel
daarmee de facto tot voorman van de
beweging bombarderend.
De president zelf zou waarschijnlijk
moeten lachen om deze ongerijmd
heid, die zijn levensloop zo drastisch
veranderde. Ooit antwoordde hij op
de vraag hoe hij in vredesnaam de
strijd tegen de communisten, on
danks alle tegenwerking, zo vastbe
raden kon volhouden, dat hij werd
gedreven door angst. Geen angst
voor de autoriteiten, maar angst voor
zijn eigen geweten. Angst om te falen
in datgene waarvan hij dacht dat het
goed was om te doen. Het tekent Vé
clav Havel, die altijd is blijven varen
op het kompas van zijn verantwoor-
delijkheidsgevoel en integriteit. Zijn
verheven moraal uit zich ook als hij
een briefje krijgt, dat de namen ver
meld van zijn vroegere verklikkers.
Naar verluidt heeft hij het nooit be
keken en is hij het kwijtgeraakt.
De afgelopen jaren had menige kran
tenredactie de necrologie van Vaclav
Havel al op de plank liggen. Want de
Tsjechische president kampt met een
slechte gezondheid en balanceert
voor en na een aantal ingrijpende
operaties een aantal malen op het
randje van de dood.
Zelf beweert hij dat de jarenlange re
pressie tegen zijn persoon meer in
vloed heeft gehad op zijn kwakke
lende gezondheid, dan de veertig
sigaretten die hij per dag wegpafte.
Een merkwaardige uitspraak, gezien
de schijnbaar relativerende manier
waarop Havel de autoriteiten gedu
rende de communistische decennia
tegemoet trad. Tijdens zijn talloze
huisarresten bood hij zijn bewakers
geregeld een stoel, een saffie en een
glas bier aan. Hij trakteerde hen dan
op intellectuele monologen, die de
dorpelwachters wanhopig deed be
seffen dat ze toch in eerste instantie
waren geselecteerd op hun lengte en
gehoorzaamheid aan de staat. Nee,
Havels huisarrest was voor zijn toe
zichthouders minstens zo'n kwelling
als voor hemzelf.
Zijn langste gevangenschap duurt
van 1979 tot 1983. In dat jaar wordt
Havel vanwege gezondheidsredenen
vrijgelaten. Zijn ongeknakte geest
zorgt ervoor dat Charta '77 kan uit
groeien tot de belangrijkste
oppositiebeweging van Tsjechoslo
wakije. Zozeer zelfs dat buitenland
se staatshoofden zich eerst tot Havel
en zijn medestanders wenden, alvo
rens zich met de officiële machtheb
bers van het land te onderhouden.
Havels geweldloze verzet vindt zijn
neerslag in onder meer het opzienba
rende essay Macht der machtelozen
van eind jaren zeventig. Daarin roept
hij zijn landgenoten op te proberen
zoveel mogelijk 'in waarheid te le
ven', een parallelle maatschappij te
creëren naast de door de communis
ten beheerste samenleving. Op die
manier zal de macht van het regime
uiteindelijk al haar betekenis verlie
zen en op vreedzame wijze ten val ko
men. En zo geschiedt, als eind 1989 in
Praag de 'Fluwelen revolutie' zich
voltrekt.
Zijn muiterij tegen de autoriteiten
levert hem onder meer de Geuzen
penning, de Erasmusprijs en de Four
Freedoms Award op, die zijn inmid
dels overleden vrouw Olga in 1990 in
Middelburg namens hem in ont
vangst neemt. De hoofdprijs is het
presidentschap, dat hij liever aan
zich voorbij had laten gaan. Maar
zijn sterk ontwikkelde verantwoor
delijkheidsgevoel dwingt Havel er
toe het hoogste ambt van het land
toch te aanvaarden, tot drie maal toe
zelfs.
De eerste keer in 1990 bij acclamatie,
door het toen nog volledig door com
munisten gedomineerde parlement
van Tsjechoslowakije. Havel na
hrad('Havel naar de burcht', het re
geringskasteel dat hoog boven Praag
uittorent), klappen zij voor hun ge
wezen erfvijand. Het illustreert de
wanhoop van de toenmalige commu
nisten, die werkelijk niet meer wis
ten hoe ze de door decennia lange
sovjetoverheersing piepend en kra
kend tot stilstand gekomen Tsjecho-
slowaakse planeconomie weer op
gang moesten krijgen.
Ook Havels nieuwe regering slaagt
daar aanvankelijk maar moeizaam
zaterdag 1 februari 2003
Vaclav Havel.
in. De kersverse president schaart
aanvankelijk dan ook een weinig
pragmatisch team om zich heen. Een
groot deel is afkomstig uit het circuit
van schrijvers en kunstenaars, dat
veelal economische en bestuurlijke
kennis ontbeert.
Het is geen toeval dat Havel zijn hele
presidentschap overhoop ligt met
een man die wel een degelijke econo
mische opleiding in het Westen ge
noot en van aanpakken weet: de
minister van Financiën en latere pre
mier Vaclav Klaus. Deze kapitalist
pur sang en openlijk bewonderaar
van de Britse premier Margaret
Thatcher, stelt begin jaren negentig
het plan op voor een economische
shocktherapie.
Tegenpolen
Havel en Klaus zijn tegenpolen.
Klaus vindt zijn voornaamgenoot te
elitair en gelooft niet in diens ethisch
hoogstaande uitgangspunten. Havel
laat op zijn beurt Klaus het vuile,
maar noodzakelijke werk opknap
pen, terwijl hij zichzelf door zijn na
tuurlijke autoriteit boven de krake
lende partijen kan stellen. Wekelijks
spreekt de president het volk toe in
zijn radio- en televisiepraatjes, vol
van begrippen als tolerantie, Euro
pese burgerzin en waarschuwingen
tegen ongebreideld materialisme.
De kwestie Slowakije brengt Havel
en Klaus lijnrecht tegenover elkaar.
Klaus wil zo snel mogelijk af van de
paupers in het zusterland. En ook de
Slowaken zelf willen niets liever dan
een eigen staat, los van Tsjechië. Ha
vel verzuimt in te zien wat de Slo
waakse nationalisten drijft en keert
zich fel tegen de ontmanteling van de
republiek. Maar zijn intellectuele,
typisch Tsjechische visie op de zaak
werkt averechts: in 1993 gaat Slowa
kije alleen verder. Het vormt het
dieptepunt in het presidentschap
van Havel, die in de zomer van 1992
aftreedt als staatshoofd van Tsjecho
slowakije.
Na een moeizame stemprocedure,
vanwege zijn verzet tegen het opbla
zen van de eenheidsstaat, kiest het
parlement Havel in 1993 als presi
dent van de Tsjechische Republiek.
In de jaren daarna streven de partijen
steeds meer naar een door Havel zelf
zo verfoeide rol van ceremonieel
staatshoofd. Openlijk wordt er geen
kritiek geuit op hem, want dat
betekent in Praag nog altijd politieke
zelfmoord. Maar de Tsjechische poli
tici raken in toenemende mate zijn
zedenprekerij beu.
In de zomer van 1998 lijkt de tragiek
van Vaclav Havel compleet: zijn te
genstanders vinden de geëigende
methode om de net herkozen maar
ook zwaar ziek geworden president
tweezijdig vleugellam te maken. De
aartsconservatief Klaus gaat een al
liantie aan met de dan net
aangetreden sociaal-democratische
premier Milos Zeman. Het is een
monsterverbond, want beiden haten
elkaar hartgrondig. Maar de weder
zijdse afkeer van Havel blijkt groot
genoeg om het zogeheten oppositie-
-akkoord te sluiten. De overeen
stemming leidt tot een ordinaire op
deling van de macht en zet de andere
partijen buitenspel. Het betekent
ook dat het gedaan is met de 'make
laarspositie' van Havel, die als het
geweten van de natie altijd kon be
middelen, wanneer de partijen weer
eens mattend over straat rolden.
Maar ook onder de Tsjechische be
volking raakt Havels autoriteit, die
in het buitenland tot op heden op ge
lijkte hoogte staat met iconen als
Nelson Mandela, aangetast. Niet al
leen door zijn huwelijk met de bijna
twintig jaar jongere actrice Dagmar
Veskrnova, met wie hij al binnen een
jaar na het overlijden van Olga in
1996 hertrouwt. Zo krijgt Havel dooi
de loop der jaren ook steeds heviger
kritiek te verduren op de vrijlating
van de duizenden gevangenen, een
van de weinige volmachten die hij als
president nog heeft.
Daarnaast heeft Havels onverholen
minachting voor de politiek (hij
maakte oud-premier Zeman open
lijk uit voor 'boerenkinkel') en het
onderlinge geruzie van de partijen er
volgens sommigen toe geleid dat de
parlementaire democratie in Tsje-
foto Michal Kamaryt/EPA
chië, dertien jaar na de val van de
dictatuur, nog steeds niet tot vol! edig
wasdom is gekomen: waar de politici
elkaar de tent uitvechten, daar heeft
Havel wel een informeel maar zeer
doeltreffend netwerk van medestan
ders opgebouwd in alle lagen van de
maatschappij.
Gelaten
Meer in het algemeen begint Havels
intellectuele benadering van maat
schappij en politiek de Tsjechen te
gen te staan. Opmerkeliijk is dan ook
de gelatenheid waarmee zij dezer da
gen zijn vertrek accepteren. Er zijn,
met de toetreding van Tsjechië tot de
Europese Unie in 2004 in het vooruit
zicht, belangrijker zaken aan de or
de. Zelfs de grootste cultuurdragers
in Tsjechië willen meer om te verslin
den dan boeken alleen, namelijk vol
le schappen. Niettemin heeft Vaclav
Havel, mede door zijn internationale
aanzien, het hoogst haalbare bereikt
voor zijn land (naast de EU toegang
tot de Navo). De wereld zal hem mis
sen, want met Havel verdwijnt niet
alleen een eigenzinnig staatshoofd
maar ook het laatste symbool van de
rebellie tegen de onderdukking in
Oost-Europa. De koning wordt weer
schrijver. Waarschijnlijk van het
meest absurdistische werk dat hij
ooit voortbracht: zijn autobiografie.
Joost Bosman
Afghaanse kinderen spelen in Kaboel.
foto Harald Doornbos/GPD