Het vlottrekken van Afghanistan is begonnen Leven in een absurde waarheid Shampoo Washington Afscheid van Vaclav Havel Wie kent het niet: het gevoel dat je de trend volledig hebt gemist. De wereld is veran derd, maar jij bent stil blijven staan, ergens in de jaren zeven tig of zo. Dat gevoel sloeg bij mij toe op een druilerige januarim- orgen, bij het lezen van een arti kel op de voorpagina van zaken krant de Wall Street Journal. Net naast een gewichtig stuk over tekenen van herstel voor de wankele economie, viel mijn oog op de kop: 'Rebellie Schiet Wortel: Meer Vrouwen Vermij den Dagelijkse Shampoo'. Het gaat te ver om het diepgra vende artikel over de wasge- woonten in de VS in zijn volle digheid te memoreren. Maar ik wil niemand het schoonheids geheim van hoofdpersoon Ka- thy Reilly, de anti-heldin van alle shampoofabrikanten, ont houden: ze wast haar haar slechts één keer in de twee, drie dagen. Na twee decennia lang dagelijks haar lokken te hebben ingesopt, schoongespoeld, inge sopt en schoongespoeld, kreeg ze zeven jaar geleden een open baring. Haar kapsel zag er beter en gezonder uit, als ze het een keertje minder onder de douche hield. Als een stille revolutie heeft het verzet van de goed opgeleide Amerikaanse tegen de dagelijk se wasbeurt zich de afgelopen jaren voortgezet, aldus de Wall Street Journal. En dat tegen de marketingstroom van al die ver zorgende shampoos voor dage lijks gebruik in. Ai, ai, ai, schuimproducenten. De op stand is uitgebroken. De hordes ongewassen kapsels veroveren de wereld. Minder wassen is goed voor haar. Laat ik nou beide trends hebben gemist: zowel de dagelijks ge bruikelijke wasbeurt als de nu ontdekte haarwas-onthaasting. Al sinds mijn tienerjaren was ik mijn haar als het nodig is. Altijd gedacht dat het zo hoorde. Je wast het als het niet meer lekker zit, te vet aanvoelt, je een avond in een rokerig café hebt gestaan of als je ermee in de zee bent ge weest. Gewoon normaal, een paar keer per week. Dacht ik. Niet dus. Of hebben we het hier over een gapend cultuurversch il tussen Nederland en Amerika? Dat zou best eens kunnen. Ame rikanen overwassen alles, in clusief haar, weet een dermato loog uit Manhattan in de ge noemde zakenkrant te melden. Maar voor alle zekerheid heb ik toch maar even een goede vrien din in Nederland gevraagd of zij, actief bij een internationaal reclamebureau in Amsterdam, voor mij licht kon werpen op dit vraagstuk Wat grappig, rea geerde ze, haar kapper had haar toevallig net verteld dat een wasbeurtje minder beter was. Uit een absoluut niet weten schappelijk verantwoorde en quête van mijn vriendin - onder twintig vrouwelijke collega's - blijkt dat de haarkwestie vrou wen zeer bezighoudt. De meeste resultaten waren al binnen tien minuten binnen. Voor mij is het een hele geruststelling te weten dat de meeste van deze Neder landse dames slechts twee, drie keer per week naar de sham- pooflesgrijpen Ik ben normaal! Maar de door de Wall Street Journal gesignaleerde trend was ook hier - licht - zichtbaar. Eenmaal geconfronteerd met de nadelen van veel wasserij blijkt het aantal wasbeurten per week af te nemen. Maar nu Amerika. Een vriendin hier weet te melden dat haar achtjarige dochter elke dag haar blonde haardos wil was sen, want dat doen 'nette meis jes', zo heeft ze op school ge leerd. Aangezien de Wall Street Journal nog geen verplichte lec tuur op de basisschool is, be staat daar nog het beeld van de moderne Amerikaanse vrouw ontstaan sinds de uitvinding van 'zachte' shampoos en crè mespoelingen. Velen zullen zich afvragen waarom? Wat is de aanzet ge weest voor deze omwenteling in de wondere wereld van de haar- verzorging? Het blijkt allemaal de schuld van de kleurspoelin- gen, die door steeds meer vrou wen (60 procent in de VS, aldus l'Oreal) worden gebruikt. Die drogen het haar uit en maken het noodzakelijker de natuurlij ke oliën in het haar te bescher men. Waarmee we uitkomen bij het eeuwenoude marktprincipe: de markt geeft en de markt neemt. Haar kleuren is trendy. Shampoo-onthouding nu ook. Ans Bouwmans A fghanistan na de Taliban is het land van xxJantje lacht, Jantje lacht. De ene dag lijkt het de goede kant uit te gaan, de volgen de is er weer chaos en ellende. Nadat de Boeing 747 van de Afghaanse luchtvaartmaatschappijn Ariana is geland op de luchthaven van Kaboel, is het wachten op je bagage. Ook na een uur komt die na tuurlijk niet. Wat je dan kan doen is schelden en denken: ,,Het wordt ook nooit iets met dit land". Of je kunt zuchten, tot tien tellen en de positieve punten benadrukken. Want als je er namelijk goed over nadenkt, is het al heel wat datje zomaar in Kaboel kunt komen. Im mers. er mag dan nog druk gebombardeerd worden door Amerikaanse en Westerse straaljagers, commerciële vluchten van Ari ana vliegen er dwars doorheen om de hoofd stad met de buitenwereld te verbinden. En dat het landen goed gaat, is ook een klein wonder. Kaboel-vliegveld heeft geen radar; alle piloten vliegen op zicht. Dat de luchtha ven überhaubt nog bestaat is ook een meeval ler. Tijdens de 23 jaar lange burgeroorlog heeft loijna iedereen ter wereld - Russen, moedjaheddien, Taliban, Noordelijke Alli antie, Pakistanen, Amerikanen - weieens ge probeerd het plat te gooien. De tientallen vliegtuigwrakken die naast de landingsbaan liggen, getuigen van al die gevechten. Sommige landen zijn als zinkende schepen - langzaam maar zeker zakken ze weg. Afgha nistan niet: Afghanistan is al gezonken. Maar wat nieuw is: eindelijk wordt er weer eens een poging ondernomen om het schip vlot te krijgen. Die vlottrekkers zijn de Afghanen zelf, de te rugkerende vluchtelingen, de internationale hulpverleners en Westerse soldaten. Het ko mende jaar, vanaf 8 februari, zal Nederland, samen met Duitsland, de leiding voeren over de internationale vredesmissie voor het land. Iedereen moet meedoen om het wrak vlot te trekken meent een Amerikaanse hulpverle ner. „Zoals er hier 23 jaar lang een negatieve spiraal bestond, moeten we proberen om een positieve spiraal te krijgen. Het is moeilijk, maar mogelijk." Aan Ahmad Rashid zal het niet liggen. Al die lange oorlogsjaren is hij in Kaboel gebleven. „Dat er nu niet meer wordt geschoten voelt als opnieuw ademen, als een frisse wind," meent hij. Zijn positivisme laat zich makke lijk raden: hij is tapijtverkoper In een klein winkeltje in het centrum van de hoofdstad verkoopt hij er gemiddeld drie per dag aan Westerse hulpverleners en vredessoldaten. Rashid: „Dit heb ik de afgelopen 23 jaar nog nooit meegemaakt, dit is fantastisch. Einde lijk hoeven we niet meer bang te zijn dat alles weer wordt verwoest.Rashid is niet de enige die een graantje meepikt van de aanwezig heid van buitenlanders in Afghanistan. Taxi chauffeurs maken overuren en vragen 25 eu ro voor een ritje van tien kilometer. Slimme Afghaanse zakenmannen hebben hun huizen omgebouwd tot hotels en incasseren 50 euro per nacht per kamer. Anderen hebben de huiskamer ingericht als restaurant waar di plomaten en hulpverleners dagelijks Af ghaanse of Westerse gerechten eten. Weiz, een net uit Amerika teruggekeerde Afghaan, heeft een deal gemaakt met de nieuwe firma die het mobiele telefoonnetwerk regelt. Vier duizend euro per maand krijgt hij als ze een gigantische antenne op zijn huis mochten zetten. Weiz grijnst. „Dat mocht natuurlijk", zegt hij. Ook de verhuur van panden is een uitstekende mogelijkheid geworden om geld te verdienen. Een tweekamerflatje kost de hulpverlener als snel 1000 euro per maand. De huur van de Nederlandse ambassade be draagt 50 duizend euro per maand. Armoede „Iedereen die met buitenlanders omgaat kan een vermogen verdienen en is dus heel hoop vol over de toekomst", meent Kalam, noot jesverkoper op de markt langs de rivier. „Maar ik ken geen buitenlanders, ik verkoop mn noten nog altij d voor een halve dollar per kilo aan andere armoedzaaiers. Natuurlijk ben ik blij dat ik noten kan verkopen, maar voor ons soort mensen blijft overleven een dagelijks gevecht." En dat is precies het probleem. Uiteraard is iedereen - arm en rijk, jong en oud - blij dat er niet wordt geschoten. Maar het grote geld komt allemaal uit het buitenland. Als je daar geen toegang toe hebt, ben je veroordeeld tot een leven van, in het beste geval, nootjesver kopen. In het slechtste geval moet je bedelen of stelen. Ronduit bizar is het dat er in de hoofdstad Kaboel ruim duizend internatio nale hulporganisaties zijn gevestigd, terwijl er nog duizenden ondervoede kinderen over de straten zwerven die moeten bedelen en tussen het puin van verwoeste huizen moeten slapen. Ook is de hulpverlening, zoals ge bruikelijk, niet op elkaar afgestemd. In de ene wijk krijgen de bewoners nieuwe kozij nen, maar is er geen geld voor glas. Anderen krijgen weer glas, maar hebben geen kozij nen. In beide gevallen blijft iedereen in de kou zitten. Voor Islam, een 17-jarige hout weger, is er weinig veranderd sinds het vertrek van de Taliban. „Ik weeg hout, want mensen moeten toch ergens op koken", zegt hij. Al sinds z'n veertiende gooit hii stukken hout op een ou derwetse weegschaal. Hij verdient ongeveer vier euro per maand..Tijdens de Taliban was het armoedig, ellendig maar veilig op straat", vertelt hij. „Nu hebben sommigen grote au to's en zijn er overal restaurants, maar voor mij is het nog altijd armoedig en ellendig. En buiten Kaboel kan je niet meer reizen want dan word je vermoord. En bij mij thuis doet de electriciteit het gemiddeld twee van de ze ven dagen. Tijdens de Taliban waren dat er zes van de zeven." Keihard werken „Ondanks alle problemen denk ik toch dat het wat kan worden met Afghanistan", be weert Frauke de Weïjer, een Nederlandse ad viseur van de Afghaanse interimregering. „Afghanen werken keihard, er bestaat hier een enorme sfeer van de schouders er onder zetten. Ik weet wel dat het nog lang niet ide aal is, maar geef dit land een paar jaar vrede en het komt er wellicht weer bovenop." Bij vlagen is de sfeer in Kaboel er een van hoop op een betere toekomst. Mensen komen weer tot leven, durven hoop te hebben dat het volgend jaar nog steeds vrede zal zijn. Maar de rest van het land, waar geen hulpverleners en vredestroepen zijn? Ik heb geprobeerd naar het oosten van het land te reizen, maar dat werd me zeer sterk afgeraden. En terecht. Afgelopen maandag werd er nog een konvooi van de Verenigde Naties beschoten door ro vers. Twee bewakers van de VN werden doodgeschoten. Dan maar naar het zuiden, richting Kandahar. Opnieuw dezel fde advie zen. „Je zal wel gek zijn," zegt Farhad. Zijn oom werd onlangs nog klemgereden door bandieten. Ook wemelt het er van de werk loos geraakte Taliban-strijders. „M'n oom is z'n auto kwijtgeraakt en heeft klappen ge kregen", vertelt Farhad, „Dat hij nog leeft is een wonder." Het vlottrekken van Afghanis tan is begonnen - maar het is nog te vroeg om te juichen. Ha raid Doornbos Zijn opvolging is nog steeds niet geregeld, maar morgen treedt Vaclav Havel (66) terug als president van de Tsjechische Re publiek. Havels tweede termijn zit erop en een derde staat de grondwet niet toe. Als enige voormalig dissident wist Havel zich dertien jaar moeiteloos te handhaven in het hoogste ambt. Toch schuilt er achter het Tsje chische sprookje ook tragiek van een man die tot het eind toe wilde 'leven in de waarheid'. TTTeinig krantenfoto's zullen zo VV veel indruk hebben gemaakt als die ene, die op zaterdag 25 no vember 1989 de voorpagina's sierde: een glunderende Alexander Dubcek, die wordt omhelsd door schrijver Va clav Havel. Zojuist heeft secretaris- -generaal Milos Jakes van de Tsje- choslowaakse Communistische Partij, na een week van protesten marsen in Praag, aangekondigd te zullen aftreden. Een maand later wordt Véclav Havel president van Tsjechoslowakije. Niet zozeer de artistieke waarde of de kwaliteit ervan maakt de foto aangrijpend, maar de geschiedenis van beide mannen. Dubcek, de vader van het 'socialisme met een menselijk gezicht' en partijleider ten tijde van de Praagse Lente in 1968, wordt na de Russische inval afgevoerd naar de Sovjet-Unie. Hij komt fysiek en mentaal gebroken terug in eigen land, waar hij wordt gedegradeerd tot boswachter. Havel, auteur van absurdistische toneelstukken als Het tuinfeest, Het rondschrijven, en de Vane/c-trilogie, wordt pas na het neerslaan van de Praagse Lente poli tiek actief. Het zou hem een veelbe wogen leven opleveren en in vijftien jaar tijd bijna vijf jaar gevangenis straf. Charta '77 Op 1 januari 1977 wordt Havel in het centrum van de internationale be langstelling geparachuteerd met de presentatie van Charta '77. In dit door meer dan 250 Tsjechen en Slo- waken ondertekende manifest wordt de regering opgeroepen de mensen rechten te respecteren. Havels leiderschap over Charta '77, de men- senrechtenweging die uit het mani fest voortvloeit, is al net zo toevallig als zijn latere presidentschap: enkele weken na publicatie van het docu ment overlijdt medeopsteller en cul tuurfilosoof Jan Patocka, Havel daarmee de facto tot voorman van de beweging bombarderend. De president zelf zou waarschijnlijk moeten lachen om deze ongerijmd heid, die zijn levensloop zo drastisch veranderde. Ooit antwoordde hij op de vraag hoe hij in vredesnaam de strijd tegen de communisten, on danks alle tegenwerking, zo vastbe raden kon volhouden, dat hij werd gedreven door angst. Geen angst voor de autoriteiten, maar angst voor zijn eigen geweten. Angst om te falen in datgene waarvan hij dacht dat het goed was om te doen. Het tekent Vé clav Havel, die altijd is blijven varen op het kompas van zijn verantwoor- delijkheidsgevoel en integriteit. Zijn verheven moraal uit zich ook als hij een briefje krijgt, dat de namen ver meld van zijn vroegere verklikkers. Naar verluidt heeft hij het nooit be keken en is hij het kwijtgeraakt. De afgelopen jaren had menige kran tenredactie de necrologie van Vaclav Havel al op de plank liggen. Want de Tsjechische president kampt met een slechte gezondheid en balanceert voor en na een aantal ingrijpende operaties een aantal malen op het randje van de dood. Zelf beweert hij dat de jarenlange re pressie tegen zijn persoon meer in vloed heeft gehad op zijn kwakke lende gezondheid, dan de veertig sigaretten die hij per dag wegpafte. Een merkwaardige uitspraak, gezien de schijnbaar relativerende manier waarop Havel de autoriteiten gedu rende de communistische decennia tegemoet trad. Tijdens zijn talloze huisarresten bood hij zijn bewakers geregeld een stoel, een saffie en een glas bier aan. Hij trakteerde hen dan op intellectuele monologen, die de dorpelwachters wanhopig deed be seffen dat ze toch in eerste instantie waren geselecteerd op hun lengte en gehoorzaamheid aan de staat. Nee, Havels huisarrest was voor zijn toe zichthouders minstens zo'n kwelling als voor hemzelf. Zijn langste gevangenschap duurt van 1979 tot 1983. In dat jaar wordt Havel vanwege gezondheidsredenen vrijgelaten. Zijn ongeknakte geest zorgt ervoor dat Charta '77 kan uit groeien tot de belangrijkste oppositiebeweging van Tsjechoslo wakije. Zozeer zelfs dat buitenland se staatshoofden zich eerst tot Havel en zijn medestanders wenden, alvo rens zich met de officiële machtheb bers van het land te onderhouden. Havels geweldloze verzet vindt zijn neerslag in onder meer het opzienba rende essay Macht der machtelozen van eind jaren zeventig. Daarin roept hij zijn landgenoten op te proberen zoveel mogelijk 'in waarheid te le ven', een parallelle maatschappij te creëren naast de door de communis ten beheerste samenleving. Op die manier zal de macht van het regime uiteindelijk al haar betekenis verlie zen en op vreedzame wijze ten val ko men. En zo geschiedt, als eind 1989 in Praag de 'Fluwelen revolutie' zich voltrekt. Zijn muiterij tegen de autoriteiten levert hem onder meer de Geuzen penning, de Erasmusprijs en de Four Freedoms Award op, die zijn inmid dels overleden vrouw Olga in 1990 in Middelburg namens hem in ont vangst neemt. De hoofdprijs is het presidentschap, dat hij liever aan zich voorbij had laten gaan. Maar zijn sterk ontwikkelde verantwoor delijkheidsgevoel dwingt Havel er toe het hoogste ambt van het land toch te aanvaarden, tot drie maal toe zelfs. De eerste keer in 1990 bij acclamatie, door het toen nog volledig door com munisten gedomineerde parlement van Tsjechoslowakije. Havel na hrad('Havel naar de burcht', het re geringskasteel dat hoog boven Praag uittorent), klappen zij voor hun ge wezen erfvijand. Het illustreert de wanhoop van de toenmalige commu nisten, die werkelijk niet meer wis ten hoe ze de door decennia lange sovjetoverheersing piepend en kra kend tot stilstand gekomen Tsjecho- slowaakse planeconomie weer op gang moesten krijgen. Ook Havels nieuwe regering slaagt daar aanvankelijk maar moeizaam zaterdag 1 februari 2003 Vaclav Havel. in. De kersverse president schaart aanvankelijk dan ook een weinig pragmatisch team om zich heen. Een groot deel is afkomstig uit het circuit van schrijvers en kunstenaars, dat veelal economische en bestuurlijke kennis ontbeert. Het is geen toeval dat Havel zijn hele presidentschap overhoop ligt met een man die wel een degelijke econo mische opleiding in het Westen ge noot en van aanpakken weet: de minister van Financiën en latere pre mier Vaclav Klaus. Deze kapitalist pur sang en openlijk bewonderaar van de Britse premier Margaret Thatcher, stelt begin jaren negentig het plan op voor een economische shocktherapie. Tegenpolen Havel en Klaus zijn tegenpolen. Klaus vindt zijn voornaamgenoot te elitair en gelooft niet in diens ethisch hoogstaande uitgangspunten. Havel laat op zijn beurt Klaus het vuile, maar noodzakelijke werk opknap pen, terwijl hij zichzelf door zijn na tuurlijke autoriteit boven de krake lende partijen kan stellen. Wekelijks spreekt de president het volk toe in zijn radio- en televisiepraatjes, vol van begrippen als tolerantie, Euro pese burgerzin en waarschuwingen tegen ongebreideld materialisme. De kwestie Slowakije brengt Havel en Klaus lijnrecht tegenover elkaar. Klaus wil zo snel mogelijk af van de paupers in het zusterland. En ook de Slowaken zelf willen niets liever dan een eigen staat, los van Tsjechië. Ha vel verzuimt in te zien wat de Slo waakse nationalisten drijft en keert zich fel tegen de ontmanteling van de republiek. Maar zijn intellectuele, typisch Tsjechische visie op de zaak werkt averechts: in 1993 gaat Slowa kije alleen verder. Het vormt het dieptepunt in het presidentschap van Havel, die in de zomer van 1992 aftreedt als staatshoofd van Tsjecho slowakije. Na een moeizame stemprocedure, vanwege zijn verzet tegen het opbla zen van de eenheidsstaat, kiest het parlement Havel in 1993 als presi dent van de Tsjechische Republiek. In de jaren daarna streven de partijen steeds meer naar een door Havel zelf zo verfoeide rol van ceremonieel staatshoofd. Openlijk wordt er geen kritiek geuit op hem, want dat betekent in Praag nog altijd politieke zelfmoord. Maar de Tsjechische poli tici raken in toenemende mate zijn zedenprekerij beu. In de zomer van 1998 lijkt de tragiek van Vaclav Havel compleet: zijn te genstanders vinden de geëigende methode om de net herkozen maar ook zwaar ziek geworden president tweezijdig vleugellam te maken. De aartsconservatief Klaus gaat een al liantie aan met de dan net aangetreden sociaal-democratische premier Milos Zeman. Het is een monsterverbond, want beiden haten elkaar hartgrondig. Maar de weder zijdse afkeer van Havel blijkt groot genoeg om het zogeheten oppositie- -akkoord te sluiten. De overeen stemming leidt tot een ordinaire op deling van de macht en zet de andere partijen buitenspel. Het betekent ook dat het gedaan is met de 'make laarspositie' van Havel, die als het geweten van de natie altijd kon be middelen, wanneer de partijen weer eens mattend over straat rolden. Maar ook onder de Tsjechische be volking raakt Havels autoriteit, die in het buitenland tot op heden op ge lijkte hoogte staat met iconen als Nelson Mandela, aangetast. Niet al leen door zijn huwelijk met de bijna twintig jaar jongere actrice Dagmar Veskrnova, met wie hij al binnen een jaar na het overlijden van Olga in 1996 hertrouwt. Zo krijgt Havel dooi de loop der jaren ook steeds heviger kritiek te verduren op de vrijlating van de duizenden gevangenen, een van de weinige volmachten die hij als president nog heeft. Daarnaast heeft Havels onverholen minachting voor de politiek (hij maakte oud-premier Zeman open lijk uit voor 'boerenkinkel') en het onderlinge geruzie van de partijen er volgens sommigen toe geleid dat de parlementaire democratie in Tsje- foto Michal Kamaryt/EPA chië, dertien jaar na de val van de dictatuur, nog steeds niet tot vol! edig wasdom is gekomen: waar de politici elkaar de tent uitvechten, daar heeft Havel wel een informeel maar zeer doeltreffend netwerk van medestan ders opgebouwd in alle lagen van de maatschappij. Gelaten Meer in het algemeen begint Havels intellectuele benadering van maat schappij en politiek de Tsjechen te gen te staan. Opmerkeliijk is dan ook de gelatenheid waarmee zij dezer da gen zijn vertrek accepteren. Er zijn, met de toetreding van Tsjechië tot de Europese Unie in 2004 in het vooruit zicht, belangrijker zaken aan de or de. Zelfs de grootste cultuurdragers in Tsjechië willen meer om te verslin den dan boeken alleen, namelijk vol le schappen. Niettemin heeft Vaclav Havel, mede door zijn internationale aanzien, het hoogst haalbare bereikt voor zijn land (naast de EU toegang tot de Navo). De wereld zal hem mis sen, want met Havel verdwijnt niet alleen een eigenzinnig staatshoofd maar ook het laatste symbool van de rebellie tegen de onderdukking in Oost-Europa. De koning wordt weer schrijver. Waarschijnlijk van het meest absurdistische werk dat hij ooit voortbracht: zijn autobiografie. Joost Bosman Afghaanse kinderen spelen in Kaboel. foto Harald Doornbos/GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 27