Alleen de prijzenkast hadden we nog Het web als een nieuwe plek om te rouwen PZC 25 zaterdag 1 februari 2003 De sfeer in de kleedkamer vóór de aanvang van die gedenkwaardige eer ste wedstrijd na de rampnacht is een beetje onwezenlijk. Remeeus: „Het klinkt misschien een beetje i'aar, maar over de ramp en over de jongens die toen zijn verdronken, werd niet of nauwelijks gesproken. Er is heel veel weggestopt. Door de meeste mensen, Die hebben jaren niet over de Ramp kunnen praten. Sommigen kunnen het nog steeds niet; die horen nóg het gegil van mensen in doodsnood op de daken. Het was té erg wat er is ge beurd; daarover sprak je niet. Ook niet op de voetbal." Ruim vijf jaar na de rampnacht, op za terdag 6 september 1958, wordt te Ouwerkerk een nieuwe sportveld (ge schenk van de stad Amsterdam) ge opend. Voor ongeveer duizend toe schouwers die elk een hele gulden entree hadden betaald spelen Ajax (mét Sjakie Swart) een vriendschap pelijke pot. Uitslag: 6-3. VoorBlauw- -Wit. „Een grote belevenis was het. Het was een wedstrijd om nooit te ver geten. Ajax én Blauw-Wit op Schou- wen-Duiveland; dat was in die tijd een unicum." Op dat veld speelt SVOWK nog steeds. Morgen, zondag, is het tegen F.C. Ber gen. Ze hebben nog even overwogen de voetbalbond om toestemming te vra gen de wedstrijd op een andere dag te spelen. Dat is er niet van gekomen. Waarnemend-voorzitter R C. Dale bout: „Want ach, niemand van de spe lers heeft de Ramp meegemaakt." PS: In verband met de gesteldheid van het veld gaat die wedstrijd tóch niet door. Willem van Dam Het eerste van SVOWK van voor de ramp. Bovenste rij in het midden Piet Remeeus. In het dorp hadden ze het over 'de vlekte'het weiland van boer Bou- deling waarop door de week de koeien graasden en waarop 's zondags de blauw-witten van SVOWK speelden tegen Zonnemaire II, Dreischor II, Zierikzee IVRenesse II en Brouwersha ven I. Veel stelde het allemaal niet voor. Twee doelen en een paar kalklijnen, dat was het zo'n beetje. Vóór de aftrap moesten de koeien van boer Bou- deling naar een belendend weiland worden overgebracht en werden koeienvlaaien geruimd. Een kleedlokaal en kantine hadden ze niet. Verkleden ('Je ging van huis met je sportkleren onder je gewone kleren') deden ze zich aan de rand van het veld, na afloop van de wedstrijd wer den de bemodderde knieën afgespoeld met water uit de drinkbak voor het vee. En vervolgens spoedde iedereen - spelers en supporters - zich naar café Vijverberg, om daar het wedstrijdverloop te bespreken en ge- noeglijk het glas te heffen. Zó ging dat des zondags in Ouwerkerk. De wijsvinger van oud-voorzitter Piet Remeeus (74 jaar inmiddels) glijdt over een oude elftalfoto. „Die is verdronken, die is verdronken, die is verdronkenAcht leden van SVOWK (Sportvereniging Ouwer kerk) lieten in de rampnacht het le ven; drie van hen kwamen uit één gezin: de broers Jan ('kon redelijk kee pen'), Wim ('een veelscorende spits') en Leen Bolijn - alle drie eerste-elftalspelers. Die nacht. Het was een latertje gewor den. Het moet rond half twee zijn ge weest, toen Piet Remeeus, in die tijd automonteur van professie, op zijn motorfiets tegen de stormwind in naar huis reed. Hij had een feestje ge had in Oosterland; daar had de mu ziekvereniging een uitvoering gege ven en er was ook een toneelstuk opgevoerd. Piet Remeeus lag nog niet eens zo lang te bed toen de klokken be gonnen te luiden. „Mijn vader wist onmiddellijk: dit zit niet goed." Zijn herinneringen aan die ram pnacht brengen beelden bij hem bo ven die hij het liefst voorgoed zou wil len wissen. Hij verhaalt van de witte gloed die boven de Duivelandse pol ders hing; van het snel stijgend water; hoe hij met een vlot ('gemaakt van bal ken en weet-ik-wat') samen met en kele dorpsgenoten langs de huizen dobberde om de bewoners ervan in veiligheid te brengen. Vijftig jaar geleden, en nóg kost het Remeeus zichtbaar moeite om er over te praten. Het water week, de doden werden be graven en het puin werd uit de huizen gedragen. Ouwerkerk was een van de zwaarst getroffen dorpen: eenenne gentig van de 5 7 5 inwoners hadden de rug gaan naar de ramp, blijven er toch de plaatsen van acht onzer trouive le den die bij de ramp zo noodlottig om het leven kwamen. Hij vraagt de ver gadering om hen, met 2 minuten, staande te herdenken. Hieraan wordt met alle eerbied voldaan. Piet ('Ik kon aardig voetballen') Re meeus, destijds aanvoerder van het eerste elftal: „We waren werkelijk al les kwijt. Een veld hadden we niet meer, dat was helemaal weggespoeld. De administratie en al het materiaal was verloren gegaan: de doelen, de netten, de ballen, het kalkwagentje. Alleen de prijzenkast, die hadden we nog." Het zal, verzuchtte de voorzitter tij dens die ledenvergadering op 19 fe bruari 1954, niet meevallen om alleen met een kastje medailles opnieuw te beginnen. Maar het lukte. Vrijwel ie dereen die ook maar enigszins tegen een bal kon trappen, werd met open armen als lid verwelkomd, de KNVB schonk een partij shirtjes en voetbal schoenen, er kwam een noodveld aan de Beiersdijk en de eerste wedstrijd die SVOWK speelde was tegen Zon nemaire. Een herdenkings wedstrijd moest het worden. Een pittige pot werd het. „Wij waren er niet zo met onze gedachten bij", zegt Piet Re meeus. Maar die van Zonnemaire rol den de mouwen op en gingen er nogal stevig in. Iets te stevig, waardoor het karakter van een vriendschappelijke wedstrijd al snel teloor ging en van al le fraaie voornemens om er een jaar lijks terugkerende traditie van te ma ken spoedig werd afgezien. De uitslag weet Remeeus niet meer. „Maar we hebben waarschijnlijk gewonnen. Want de beker hebben we nog steeds." Ramp niet overleefd. Iets meer dan een jaar later, op vrijdag 19 februari 1954, houdt SVOWK - natuurlijk in café Vijverberg - voor het eerst weer een ledenvergadering. De stemming in het zaaltje is bedrukt. Citaat uit de notulen: De voorzitter, Dhr. L. Raamsdonk, opent de vergadering met een woord van welkom aan allen die deze eerste vergadering, na de voor ons zo fatale ramp van 1 Febr. 1953, aanwezig zijn. Nu een groot deel van onze leden weer bijeen zijn, en sprekers gedachten te- Piet Remeeus, met op de voorgrond de trofee die werd uitgereikt na de herdenkingswedstrijd tegen Zonemaire. Op de achtergrond de prij zenkast; het enige dat SVOWK na 1 februari '53 nog restte. foto Marijke Folkertsma. Herdenkingssites zullen een steeds prominentere plaats krijgen bij de rouwverwerking. foto Laura Voncken/GPD Langs de digitale snelweg verrijzen steeds meer monumentjes; websites ter nagedachtenis van overledenen - jonge vol wassenen vaak en nog vaker kinderen. Ze geven veel steun, zeggen nabestaanden. Het is inmiddels veertien maanden geleden, maar de leegte wordt steeds groter, de pijn steeds erger. In november 2001 verloren Le on (42) en Alexandra (35) Voncken uit het Limburgse Holtum hun dochtertje Laura. Vlak voor haar derde verjaardag werd er in haar hoofdje een tumor ontdekt, waar geen medicijn meer tegen hielp. Na vijf maanden balanceren tussen hoop en vrees stierf het meisje. Laura was het enige kind van Leon en Alexandra. Een paar weken voor Laura's dood opende het Limburgse paar de website www.laur- avoncken.nl. „We wilden er een condolean ceregister van maken", vertelt Alexandra. „Zoals je ook wel eens ziet bij bekende men sen. Een fotootje er bij, een beetje tekst en verder ruimte om er een berichtje achter te laten." Maar de site werd al gauw meer dan een condoleanceregister. Alexandra zette het hele verhaal van Laura op het net. In dag boekvorm. Woensdag 7 november 2001. Vannacht om 2.30 uur heeft onze Laura eindelijk haar welverdiende rust gevonden. We hebben haar bij ons in bed genomen en rustig af scheid genomen. Ze heeft inmiddels haar lievelingskleren aan. Straks als we er klaar voor zijn, leggen we haar in haar eigen bed je. Alexandra en Leon kozen ook de mooiste foto 's van hun kind uit - dat zijn er meer dan 200 geworden. Een vrolijk, levenslustig meisje met twee staartjes verandert in een paar klikken in een doodziek kind: mager, bijna geen haar, ingevallen wangen. Vanaf oktober 2001 is de site meer dan 17.000 keer bezocht. Dagelijks bladeren tussen de dertig en de vijftig mensen door het levensboek van Laura en niet zelden la ten ze een berichtje achter. Maar wie zijn die mensen? Want vrolijk word je niet van het aangrijpende verhaal en de confronterende foto's. Integendeel. Ze roepen intrieste gevoelens op. Onvermijde lijk wordt de dood van het meisje vertaald naar de eigen situatie. Uit het gastenboek van Laura: Na het lezen van jullie verhaal sta ik weer met beide benen op de grond... Met tranen in de ogen kijk ik naar mijn gezonde kinderen. Natasja, 3 januari 2003. En: Mijn dochter Maxine is van 29 juni 1998 en sinds ik jullie verhaal heb gelezen kan ik niet meer naar haar kijken zonder aan Lau ra te denken.' Mariska, 14 november 2002. Vaak zijn het lotgenoten, weet Alexandra. Of mensen die op zoek naar informatie over kanker of over rouwverwerking per toeval op de site van Laura terecht komen. De Limburgse heeft nog geen negatieve re acties gehad. „Maar er zullen best mensen zijn die het allemaal té privé vinden", ver moedt ze. „Dat is dan hün mening. Voor ons is de site heel belangrijk. We kijken er elke dag naar. Soms sturen we mensen een mail- tje terug. Of we bellen op. Daar zijn al heel fijne contacten uit voortgekomen." „Herdenkingssites zullen een steeds promi nentere plaats krijgen bij de rouwverwer king", stelt dr. Albert Benschop op de Socio- site van de Universiteit van Amsterdam. .Internet is een ideale plaats om de herinne ring aan een overledene levend te houden. Verdriet hoeft niet meer weggestopt te wor den. Ook in de Noord-Europese beschavin gen mag je tegenwoordig uiting geven aan je gevoel van verslagenheid, gemis en treur nis." Virtuele graven hebben als voordeel dat ze heel persoonlijk zijn in te vullen: met tekst, met foto's, maar ook met video-opnamen en favoriete muziek. Daarnaast biedt internet de mogelijkheid om fantasieën uit te beel den. Benschop: „Veel mensen spelen met de fantasie dat de overledene ergens op een wolkje komt te zitten vanwaar hij de nabe staanden in de gaten houdt. Met een eigen herdenkingspagina zweeft de overledene daadwerkelijk door de ruimte, ook al is dat cyberruimte." Om die reden zijn sommige herdenkingssites ook niet gericht aan de na bestaanden, maar aan de overledene zelf. De site van oud-profwielrenner Mare Sie- mons uit Zundert (www.marcsiemons.nl) is daar een voorbeeld van. „Op een gegeven moment is iemand begonnen met het schrij ven van briefjes aan Mare", vertelt twee lingbroer Ruud. „En dat heeft navolging ge kregen." De site geeft minder inkijk dan die van Lau ra Voncken. In het kort wordt het verhaal verteld van Marcs ziekte: hij overleed vorig jaar aan de uitzaaiingen van een melanoom dat vier jaar eerder was verwijderd. Zeven maanden vocht Siemons (35) tevergeefs voor zijn leven. Hij liet een vrouw achter en drie dochtertjes, toen 8, 7 en 5 jaar oud. Verder zijn er enkele foto's te zien, onder an dere uit de tijd dat Mare voor de TVM-wie lerploeg uitkwam. Zijn ouders sponsorden jarenlang een amateurwielerploeg (Sauna Diana) en zijn oudere broer Jan was prof bij PDM en TVM. In het gastenboek staan dan ook veel briefjes van bekenden uit de wie lersport: Eddy Merckx, Leo van Vliet, Gert- Jan Theunisse, Jelle Nijdam en Jeroen Blij- levens. Maar er zitten ook heel persoonlijke berichtjes bijvan dochter Vera (inmiddels 9 bijvoorbeeld: Ik ben gisteren naar jouw lievelings winkel geweest, de Marlo, je kwam er best vaak en koopte dan weer een cd'tje van Tiësto of zo. Ik moest aan jou denken, toen ik daar stond... 28 december 2002. Op de dag dat Mare stierf, ging de site on-li ne. „Ik heb het idee eerst met hem bespro ken", vertelt Ruud Siemons. „Hij zag het wel zitten. De site wordt nog bijna elke dag door zo'n vijftig mensen bezocht. Het doet mij goed om de berichten die zij achterlaten te lezen en steeds maar te herlezen." Dat geldt ook voor Corrie Siemons, de moe der van Mare. Ik ben zestig en internet is voor mij toch nog steeds iets vreemds, schrijft ze op oude jaarsavond aan iedereen die op deze site staat, maar alles wat de mensen schrijven of liever gezegd 'praten met onze Mare' geeft veel warmte. Heel blij ben ik hier mee. Ook van Anja Siemons, de weduwe van Mare, zijn briefjes op de site te vinden. Maar ze is er terughoudend in, bekent ze, omdat ze haar verdriet niet met iedereen wil en kan delen. Dat verdriet is, net zoals bij Alexan dra Voncken, alleen maar groter geworden. „Van de ene kant vind ik al die reacties fijn, maar ik denk ook vaak: wat héb ik er aan? Ik moet het toch alleen doen." Rouwen is de moeilijkste uitdaging van het leven, stelt Albert Benschop. Hoe moeilijk, ervaar je pas, wanneer je ermee te maken krijgt. „Dat is misschien wel de belangrijk ste reden waarom wij met ons verhaal naar buiten zijn getreden", zegt Alexandra Vonc ken, die met heel veel dubbele gevoelens op nieuw zwanger is. „We willen mensen een spiegel voorhouden. Kijk nou eens niet naar het groenere gras van de buren of hun grote re auto. Geniet van het leven, morgen kan alles anders zijn." Susanne Groeneveld

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 25