?ussiïïrn
Hier aan de kust, de zwarte kust
21
v ATTENTIE:'
STRANDEN DOOR
OLIE VERVUILD
Olievervuiling
J
zaterdag 1 februari 2003
VLISSlNGEN
INFORM ATI E
fotografie Lex de Meester
Vlissingen, onderaan de Boulevard, afgelopen donderdag.
De geschiedenis herhaalt zich,
luidt de zegswijze. Nu heet de
boosdoener die de stranden be-
zoeldelt en zoveel vogels om zeep
helpt 'Tricolor'. Zeventien jaar
eerder had de dader een andere
naam: Borcea. In beide gevallen
richten olielozingen een ware
slachting aan omdat ze dicht bij
de kust plaatsvinden waar, juist in
de wintermaanden, grote aantal
len vogels domicilie kiezen. Hier
aan de kust, de zwarte kust...
KeesCamphuysenhoudtzichbezig
met landelijk onderzoek naar
stookolieslachtoffers onder vogels.
„Ik ben verbijsterd over het aantal in
cidenten op dit moment", zegt hij. „Er
is een tanker gezonken bij Gibraltar.
Dat weet niemand, geloof ik. We heb
ben, ook in Spanje, de 'Prestige', er is
een incident geweest met een boot op
de scheepvaartroute boven Terschel
ling en dan is er de 'Tricolor' die in het
Kanaal ligt, waar er nog eens drie bo
venop zijn gevaren. Al die boten lig
gen maar te lekken. En er gebeurt naar
mijn idee niet bijzonder veel om dat te
stoppen." Volgens Camphuysen zijn
er door de olieramp met de 'Prestige'
inmiddels al zo'n 14.000 vogels ge
sneuveld. „Dat type tanker had al
lang verboden moeten worden."
Olieslachtoffers zijn een jaarliijks te
rugkerend fenomeen. Buiten de inci
denten zoals destijds met de 'Borcea'
en nu met de 'Tricolor' worden er wel
minder aangetroffen. Tien jaar terug
waren het er alleen al op de Schouwse
stranden tussen de duizend en twee
duizend. Nu zijn het er op jaarbasis
zo'n vijfhonderd. Waar dat aan ligt?
Simon Hart van de Vogelwerkgroep
Schouwen-Duiveland denkt dat het
een gevolg is van de controle en regel
geving. De schepen worden beter, net
als de faciliteiten in de havens. „Te
genwoordig moeten de schepen ook
een olielogboek bijhouden. Je kunt nu
niet meer zomaar een paar ton afge
werkte olie verdonkeremanen. Dat
heeft er allemaal wel mee te maken."
Het jaar 1986 is nog maar enkele da
gen oud als de Zeeuwse stranden wor
den besmeurd door olie. De smurrie
bereikt ook de kust van België en
Zuid-Holland. Vooral zeekoeten, al
ken en fuuten leggen het loodje. In
geen jaren is een verontreiniging op
die schaal voorgekomen. Kustwacht
en rijkspolitie te water gaan naarstig
op zoek naar de dader van het hevige
ongerief. De met maritieme zaken be
laste officier van justitie in Rotterdam
begint een onderzoek waarbij alle Ne
derlandse zeehavens en die van Ant
werpen en Zeebrugge zijn betrokken.
Een opsporingsteam spit een lijst van
571 schepen uit. Aan de hand van de
bepaling van de oliesoort zal worden
geprobeerd het schip waaruit illegaal
geloosd is, te traceren.
De Nederlandse Vereniging tot Be
scherming van Dieren schermt al me
teen met een strafklacht wegens die
renmishandeling tegen de dader van
de olievervuiling. De vereniging vree
st dat die alleen 'gepakt' zal worden
voor de illegale lozing en de daardoor
aangerichte schade aan het milieu.
Minister van verkeer en waterstaat N.
Smit-Kroes haast zich te verklaren
dat er internationaal afspraken moe
ten komen over de vervolging van ver
vuilers.
Honden
Verzamelaars van hulpeloos op de
stranden rondfladderende vogels
doen een hartekreet richting honden
bezitters. Zij ondervinden bij hun
werk veel hinder van loslopende hon
den die de toch al verzwakte vogels
opjagen en moeilijker bereikbaar ma
ken. Onder het motto 'help de vogels
in nood' start de PZC een actie onder
de lezers om gelden in te zamelen voor
de twee regionale opvangcentra in
Zeeland. De opbrengst zal later de 23
mille bereiken.
Medewerkers van het Middelburgse
vogelasiel 'De Mikke' zijn verbijsterd
over de uitspraken van de Schouwse
dierenarts M.K. Buth. Die heeft ver
kondigd negen van de tien door de olie
belaagde vogels uit hun lijden te moe
ten verlossen. De ten dode opgeschre
ven exemplaren zijn volgens hem be
ter af met een spuitje. „Had hij ze
maar naar ons gebracht", reageren de
ijveraars van 'De Mikke' verontwaar
digd. „Wij slepen er tweederde door."
Kinderen van de openbare basis
school De Schalm in Stavenisse doen
de minister van verkeer en waterstaat
een oplossing aan de hand om nieuwe
gevallen van olielozing te voorkomen.
'Je schiet er niks mee op door de kapi
tein die dat gedaan heeft zelf door de
olie te halen'. De kinderen denken te
weten waarom een kapitein soms be
sluit om olie op open zee weg te laten
lopen. Zij stellen daarom de minister
voor de kosten voor het schoonmaken
van de olietanks te verlagen.
Elf dagen nadat de ernstige oliever
vuiling is geconstateerd, wordt de
Roemeense ertscarrier 'Borcea' ge
brandmerkt als veroorzaker van de
ernstige olievervuiling op de Neder
landse en Belgische kust. Het 66.000
ton metende schip heeft tijdens de
tocht van Zelzate naar het Noorse
Narvik een scheur van zeven bij twee
meter opgelopen waardoor olie is
weggestroomd. Het schip is vermoe
delijk lekgestoten op een onder water
liggend scheepswrak, 25 kilometer
ten noordwesten van Oostende.
Justitie gaat er vooralsnog vanuit dat
de olielozing een ongeluk is geweest.
Deskundigen van Rijkswaterstaat
denken dat het heel goed mogelijk is
dat de gezagvoerder op de brug van de
'Borcea' niets van het ontstaan van de
scheur in de huid van het schip heeft
gemerkt. In totaal heeft de ertscarrier
350 ton zware stookolie verloren. Het
betreft hier geen lading maar brand
stofolie die het schip gebruikte voor
de eigen voortstuwing.
Nog in dezelfde maand neemt het Eu
ropees Parlement een motie aan
waarin wordt gevraagd schepen, die
opzettelijk olie lozen op zee, vijf jaar
lang de toegang tot de havens van de
EG-landen te ontzeggen. Het parle
ment vraagt ook om een meldings
plicht voor onopzettelijke lozingen,
betere controles uit de lucht, ruimere
faciliteiten vor het spoelen van
scheepsruimen in de havens en ver
legging van de tankerroutes naar ver
der van de kust gelegen wateren. Een
maand na de olieramp ontvangt de
Nederlandse Staat een bankgarantie
van twee miljoen gulden van de Roe
meense verzekeraar van de Borcea.
Dat houdt geen erkenning van schuld
in maar voorkomt dat er beslag wordt
gelegd op Roemeense schepen die Ne
derlandse havens aandoen. Eind
maart 1986 geven medewerkers van
het vogelasiel 'De Mikke' de laatste
opgeknapte olieslachtoffers hun vrij
heid terug. Groepsgewijs zwemmen
de zeekoeten en alken uit beeld. Ze
maken een levenslustige indruk.
In 1990 spreekt het gerecht zich uit
over de ramp met de 'Borcea'. De ka
pitein is niet aanwezig als hem drie
maanden gevangenisstraf wordt op
gelegd. De rechtbank acht onvol
doende bewezen dat de kapitein op
zettelijk heeft geloosd en daarmee
willens en wetens vogels heeft mis
handeld. Volgens de Vogelbescher
ming heeft de 'Borcea'-olie aan enkele
tienduizenden vogels op zee en aan de
stranden het leven gekost.
Een nieuwe ramp is daar. Simon Hart
van de Vogelwerkgroep Schouwen-
Duiveland vindt de bestrijding van de
olielekkage rond de 'Tricolor' niet op
timaal. Had men niet eerder kunnen
optreden, vraagt hij zich af. „Wij heb
ben hier in Nederland een oliebestrij-
dingsvaartuig dat uniek is in de we
reld. Als dat er meteen bij was geweest
had de ellende minder groot kunnen
zijn." De situatie rond de 'Tricolor'
blijft Hart zorgen baren. In Vlaamse
regeringskringen werd deze week de
verwachting uitgesproken dat het
schip pas in de zomer kan worden ge
borgen. Hart: „Zolang dat daar ligt is
het een bron van chronische veront
reiniging."
Kosten
Coördinator Kees Camphuysen van
de Nederlandse Zeevogel Groep, een
werkgroep van het Nederlands
Stookolie Slachtoffer Onderzoek, is
het hartgrondig met Hart eens: „Dat
ding kan binnenkort weer een golf olie
loslaten. Dan krijgen we hetzelfde ge
doe." Dat het zo lang moet duren
voordat er iets wezenlijks wordt ge
daan aan de situatie, moet volgens
Camphuysen haast meer met de kos
ten te maken hebben dan met de wil
om het wrak weg te halen.
Storender nog vindt hij de reactie van
de Zeeuwse woordvoerder van Rijks
waterstaat, Bert Backus. „Die ver
klaarde eerder deze week te hopen dat
de olie weer terug in zee zou spoelen.
Dan zakt mijn broek helemaal af.
Daar word ik nou bijna agressief van.
Die olie is schadelijk zolang die in zee
drijft. Als die op het strand ligt is dat
wel een heel lullig gezicht, maar met
een bulldozer ben je daar zo vanaf."
De nu op de Zeeuwse kust aangetrof
fen substantie is zware bunkerolie.
Dat lijkt erg sterk op de olie die de
'Prestige' vex*voerde. „Die voi-mt een
stabiele massa vlak onder de water
oppervlakte. Zolang die op zee blijft is
dat fataal voor vogels." Zowel Camp
huysen als Hail zetten gx~ote vraagte
kens bij de genoemde hoeveelheden
olie die door het lek zouden zijn weg
gestroomd. „Het is beslist meer dan er
gezegd is. Dat kan gewoon niet an
ders."
Steltlopers
De zoektochten naar getroffen vogels
worden gehinderd door het ontbreken
van een geactualiseerd opvangplan
olieslachtoffers. „Iedereen doet wat-
ie kan stelt Koos Minnaar van de vo
gelwerkgroep Walcheren voorop.
„Maar het is slecht gecoördineerd."
Steeds meer soorten vogels woi'den
geteistei'd, heeft Minnaar vastgesteld
„Het gaat veel verder dan de zeekoe
ten, de alken en de eidereenden waar
mee het aanvankelijk begon. Het be
treft nu bijvoorbeeld ook steltlopers,
nu de olie op de glooiingen tussen de
stenen gaat zitten."
Coördinator Camphuysen van de Ne
derlandse Zeevogel Groep kan door
eigen waarneming goed vergelijkin
gen trekken tussen de olieramp met de
'Prestige' voor de kust van Spanje en
de nu in deze contreien ontstane situ
atie. De Spaanse kust werd bezoedeld
door gigantische hoeveelheden olie op
het strand, maar het aantal vogel-
slachtffers bleef redelijk beperkt.
„Dat waren er de eerste tijd dertig tot
veertig per dag. En hier zitten we op
vierhondei-d per dag." Het is volgens
Camphuysen niet zozeer de hoeveel
heid olie die een rol speelt: „Het gaat
'm meer om waar die olie terecht komt
in zee. De Zeeuwse Voordelta is een
heel rijk overwinteringsgebied voor
zeevogels. De olie die nu is gelekt is
precies door die concentratie zeevo
gels heen gedreven."
„Zo'n type tanker als de 'Prestige' had
al lang verboden moeten worden",
meent Camphuysen. Spaanse en
Franse ministers hebben inmiddels
wel gespierde taal laten horen. „Ik
kan kranten van dei-tig jaar geleden
uit de kast halen. Toen riepen ze het
zelfde. Alleen de naam van de minis
ter is anders".
Jacques Cats