\^aak even schrijnend als hilarisch Het beste cabaret van de jaren zeventig Het leven van Lodewijk van Deyssel Marianne en Maurice hebben hun glans nog niet verloren 27 Halsema en Cox in een 3 cd-box vrijdag 31 januari 2003 ij wilde de grootste schrijver van de wereld worden. Dat werd Karei Alberdingk Thijm alias Lodewijk van Deyssel (1864-1952) niet, zo leert et tweede en laatste deel van de biografie die Harry G.M. nek aan hem wijdt. Daarin ontwikkelt de flamboyante en sak geniale schrijver zich van een contactgestoorde luroot in het Bergen op Zoom anno 1890 tot de oogbejaarde lieveling van de Haarlemse kunstwereld. ls jongen van twintig moet IHarry Prick met zijn rug aar Van Deyssel gaan zitten. Ie op dat moment al hoogbe- aarde schrijver neemt zijn 'Ver- amelde Opstellen' in de hand, ifkloeke delen verschenen tus- 1894 en 1912,en leest een rillekeurige alinea uit een van boeken voor. Prick, lachend: En dan moest ik zeggen; dat omt uit de zesde bundel, het laat zo ongeveer in de tweede elft, tamelijk beneden op een nkerbladzijde. Zo heeft hij me it gedurende drie kwartier riskras door alle boeken heen svraagd. Hoe opschepperig het jkklinkt: ik heb geen enkele lek gemist. Dat heeft een ont- iglijke indruk op Van Deyssel smaakt Het was een examen aarvoor ik cum laude was ge laagd. Ik moest, vond hij. maar iter zijn biografie gaan schrij- 51." ijna zestig jaar na die ontmoe- ng heeft de voormalige conser- itor van het Letterkundig (useum, 77 inmiddels, zijn le- rnswerk voltooid. Komende tnsdag wordt in het Haar- mse stadhuis het tweede en latste deel van zijn biografie Lodewijk van Deyssel iseudoniem van Karei Alber- bgk Thijm) gepresenteerd: en vreemdeling op de wegen, lat de periode 1890-1952 be- landelt. hek heeft zichzelf royaal de aimte gegeven om de vaak even :hrijnende als hilarische lotge- allen van 'deze sublieme gekke ent' uit de doeken te doen en iaat ook uitgebreid stil bij iens ongekende literaire ta rnt, waarin hij hem zelfs met toust vergelijkt. Deel twee om- at inclusief noten en registers 132 dikbedrukte bladzijden, ïheel en al door zijn vrouw uit- itvpt omdat de biograaf dat iet kan. Samen met deel één, et in 1997 verschenen 'In de ze- irheid van eigen heerlijkheid', omt dat op ruim 2500 bladzij- Prick, lachend: ,,Ikzou Van leyssel na mijn dood graag te- agzien. Mijn vrouw heeft dat :oel nog veel sterker. Zij heeft hartig woordje met hem te isselen." anuit de Ardennen is Lode wij k an Deyssel in de winter van 889 naar het Brabantse stadje iergen op Zoom verhuisd. Het Titers block dat hem in België oortdurend dwarszit, hoopt hij eindelijk te bezweren. Ander oordeel, de etenswaren zijn er eel goedkoper dan in het Am- terdam van zijn jeugd, waar eel van zijn literaire vrienden ii opdrachtgevers nog steeds onen. Opgetogen schrijft hij at je in Bergen op Zoom voor iet luttele bedrag van dertig ent je groentemand mag vullen :et 'zesendertig' komkommers, oor de notoire veelvraat en rmlastige Van Deyssel is dat een overbodige luxe. 'at is de status van de schrijver odat moment? Nog geen vijf- otwintig is Van Deyssel als hij met vrouw Cato en baby Jopie in Brabant arriveert. Hij heeft twee geruchtmakende boeken geschreven, 'Een liefde' en 'De kleine republiek'. Vooral het eerste boek brengt het land in rep en roer door zij n voor d ie tij d expliciete liefdesscènes. Ook is Van Deyssel vaste medewerker van prestigieuze periodieken als 'De Amsterdammer' en 'De Nieuwe Gids'. Een man in de kracht van zijn leven, helaas vaak onmachtig om daar lite rair gevolg aan te geven. En dat wreekt zich, ook in zijn niet-li- teraire bezigheden. „De buurt hier vindt 't zonde en jammer, dat zoo'n bleeke, stijve, suffe, stille nooit-uit-gaande knul van 'n dominee als ik ben, de oorzaak is, dat zoo'n lief, vroolijk, levenslustig vrouwtje nooit 's met haar man bi] de bu ren een borreltje komt drinken of 's avonds op de stoep wat zit ten praten", schrijft hij aan vriend Arnold Ising. Om meer greep op zijn leven te krijgen, begint hij de dagelijkse dingen heel precies vast te leggen. Zijn gemoedstoestand, zijn dromen, de besteding van zijn schamele geld en - geleidelijk aan de over hand nemend - de te verrichten handelingen die hem dan wél inspiratie tot schrijven moeten opleveren. Omdat Van Deyssel bijna zijn hele leven met constipatie kampt, dwingt hij zich tot be wegen. Eerst binnenshuis, met de winterjas aan over de onver warmde zolder, laverend tussen kasten, koffers en manden. Tot hij zich realiseert dat dat voor de overburen een wel heel vreemd gezicht moet zijn. Dan maar naar buiten, maar dan zo onopvallend mogelijk en op een tijdstip dat de lokale bewoners achter de 'middagbammen' zit ten. Van Deyssel meet zich een speci aal uiterlijk aan met 'een ietwat te korte en zwabberende broek' waaraan je de ware provinciaal herkent en loopt jachtig 'in ge- strekten soldatenpas' zijn wan delroutes. Voor zover iemand met zijn voorkomen ('zo scheel als de sodemieter' en met 'de on betamelijk vlezige nek van een varkensslager' aldus respectie velijk Kees Verwey en Frédéric Bastet) überhaupt ongemerkt door de straten kon gaan, wer ken zijn opzichtige pogingen om dat onopvallend te doen na tuurlijk alleen maar contrapro ductief. Als twee wandelaars 'lacherig verbaasd' stilstaan om die zonderlinge, in zwembadpas voorbij snellende verschijning eens goed te bestuderen, is Van Deyssel geheel van slag. Een ander probleem dat Van Deyssel in zijn Brabantse jaren regelmatig tot wanhoop brengt, is zijn 'onaneerdrift'. In de Ardennen tracht hij die te be teugelen met een kartonnen pe niskoker, waardoorheen naar believen spijkers kunnen wor den geslagen. In Bergen op Zoom wil hij zijn seksuele fan- Biograaf Harry Prick: „Van Deyssel was onbemiddeld en had nooit een vak geleerd Hij moest een beetje worden verzorgd." foto Diana Scheilen/GPD tasieën geen enkele kans meer geven door zichzelf een asceti sche levenswijze op te leggen. De wekker stelt hij elke ochtend op vier uur, waarna meteen het warme bed dient te worden ver ruild voor de bureaustoel. Zo kan hij met reine gedachten de dag beginnen In een zeer gede tailleerd logboek - het Onanie- dossier - houdt hij bij hoeveel dagen hij zich niet aan zichzelf heeft vergrepen. En het wérkt. Prick: „Hij moet een ijzeren wil hebben gehad. Als het 's morgens zo koud is, vind ik het al moeilijk om tegen half negen uit bed te komen." Lachend: „Om mezelf aan te moedigen, denk ik dan aan zo'n onverwarmd vertrekje in Ber gen op Zoom, om vier uur 's morgens." Van Deyssel roept dat ook zelf op. Hij schrijft'Het zal zó koud zijn, zó huivering wekkend maar: meteen sla ik het dek eraf en sta ik met de blo te voeten op het hout.' Hij schreef veel in die tijd, maar een groot deel bestond uit allerlei manieren om zichzelf op te pep pen. In literair opzicht had het veel meer kunnen zijn Het is Frederik van Eeden, be kend van de romans 'De kleine Johannes' en 'Van de koele me ren des doods', die Van Deyssel overhaalt om zomer 1893 lang durig in zijn villa Dennekamp in Bussum te komen logeren. Tus sen de twee schrijvers ontstaat een hechte vriendschap die, als Van Deyssel kort daarna huize Villetta in Baarn betrekt, resul teert in een eindeloze reeks be zoeken over en weer. De lange wandelingen, de vruchtbare ge sprekken, de vrouwen die Van Deyssel in het spoor van Van Ee den (tevens geneesheer-direc teur van de bekende, idealisti sche kolonie Walden) ontmoet - ze halen de geplaagde schrijver op gezette tijden uit zijn isole ment. Vanuit Villetta tekent hij een paar jaar nadien op: ..Zooeven in den tuin kijkend, uit het deur venster geleund, besef tet gij wéér de heerlijkheid van uw le ven. Vroeger zoudt gij u een le ven als uw tegenwoordige als het heerlijkst denkbare hebben voorgesteld." Héél lang duurt zo'n milde bui van Van Deyssel nooit. Dan komen er wel weer zorgen op over zijn literaire sta tus, of het toekomstperspectief „Was het niet ooit zijn doel ge weest om 'de grootste schrijver van de wereld te zullen zijn en als zoodanig ook in het buiten land erkend'? En zelfs nu, vrij wel op het toppunt van zijn roem, heeft hij nog geen cent te makken. Over een paar jaar zal de nieuwsgierigheid voldaan zijn, de vermaardheid en de toe lagen dalenDan is voor goed ól- les uit. Geen kopie, oude of nieu we, meer om uit te geven. Hoe het dan met u gaan zal. mag Ons-Lieve-Heertje weten." Hulp komt van buiten. Septem ber 1899 neemt Herman Gorter het initiatief om de culturele eli te te betrekken bij een cadeau ter gelegenheid van de koperen bruiloft van de Van Deyssels. Het echtpaar zelf zet 'een voe tenkrabber voor bij de achter deur' prominent op de verlang lijst, maar Gorter heeft iets anders op het oog. Op 26 novem ber wordt het echtpaar de bouw van een nieuwe villa in Baarn aangeboden (kosten 9000 gul den), plus een lijfrente ten be drage van het dubbele. In één klap is Van Deyssel van een groot deel van zijn financiële zorgen bevrijd. „Gorter zag het als zijn eerste taak om voor Kareltje te zor gen", licht Prick toe. „Bijna alle schrijvers beschikten over fa miliekapitaal of een lucratief nevenbaantje. Karei was onbe middeld en had nooit een vak geleerd. Hij moest een beetje worden verzorgd. Dat moet met zijn uitstraling te maken heb ben gehad. Ik kan me niet voor stellen dat dit anno 2003 voor Harry Mulisch zou worden ge daan." Toch lopen de schulden weer op en rond 1917 ziet Van Deyssel nog maar één mogelijkheid: het hem geschonken huis verkopen en zich laten scheiden van Cato. In het dressoir dat zijn toegewij de echtgenote nietsvermoedend sopt, ligt al lange tijd de schei- dingsacte klaar. Prick: „Pas vrij laat in zijn leven leerde Van Deyssel vrouwen kennen met wie hij gesprekken op niveau kon voeren. Op het moment dat trouwe vrienden als Frederik van Eeden, Herman Gorter en Frans Erens van hem afdwaalden, werd dat besef sterker. Hij wilde een vrouw die hem ook intellectueel kon be vredigen. Maar de manier waar op hij de scheiding forceerde, zonder enige aankondiging vooraf - dat vind ik ronduit ver schrikkelijk. Maar ik heb wraak genomen. Wijs mij een tweede biografie in de Nederlandse li teratuur aan waarin zoveel aan dacht aan de echtgenote wordt gewijd." Martin Hendriksma Harry G.M. Prick: Een vreemdeling op de wegen, het leven van Lodewijk van Deyssel vanaf 1890 - Uitgeverij Athenaeum - Polak Van Gennep. €42,50. Marianne Boer Toch maar mooi, dat pianiste Marianne Boer en fluitist Maurice Heugen allebei al vroeg verslingerd waren aan muziek en elkaar in Vlissingen tegen het lijf liepen toen ze twaalf waren De muziekliefhebber houdt daar meer dan twintig jaar later nog iets aan over: een cd, hun tweede alweer, met een even on conventioneel als prachtig ge speeld programma. Maurice Heugen is inmiddels alweer tien jaar solo-fluitist van het Operaorkest in Zürich, Ma rianne Boer is bezig aan een solo-carrière en speelt in ver schillende ensembles. Samen vormen zij nog steeds een duo dat muzikaal en programma tisch weet te verrassen Hun jongste, pas verschenen opname heeft als ijkpunt de beroemde Préludea l'après-midid'un fau- ne van Debussy. Ze brachten zes werken samen uit de jaren twin tig van de vorige eeuw, muziek van Franse, Belgische en Neder landse componisten, die door Debussy's muziek werden geïn spireerd. De Fransen André Caplet en Paul Dukas brachten Debussy een eerbetoon, direct geïnspireerd op diens Prélude in hun Improvisations en in La Plainte, au loin, du Faune (Du- kas), in Albert Roussels Joueurs de flüte voor fluit en piano bracht Roussel vier fluitspelen- de figuren uit de mythologie bij een in de klanktaal, die harmo nisch op Debussy is geënt, zoals ook Georges Huë Debussy als voorbeeld nam in zijn Fantasie pour flüte et piano. Verrassend vind ik de keuze van twee niet-Fransen, die in de klankwereld van Debussy al snel de muzikale taal van de toe komst herkenden, de Nederlan der Willem Pijper en de Belg Jo seph Jongen. Daarbij vormen de twee opgenomen stukken merk waardige, boeiende contrasten De 'telegramstijl van Pijpers Sonate voor fluit en piano uit 1925 staat tegenover de breed geborstelde, laat-romantische Sonate voor dezelfde combina tie van instrumenten, die Jon gen een jaar eerder componeer de Dat stuk geeft er blijk van dat hij weliswaar de klankwe reld van Debussy bewonderde, maar zich moeilijk kon losma ken van de prachtige laat-ro- mantiek, die Cesar Franck in zijn vioolsonate etaleerde. De uitvoeringen van Heugen en Boer onderging ik stuk voor stuk als verrukkelijk. Ze weten de lome sfeer van Caplet of Du- kas even raak te treffen als de romantische gloed van Jongen of de zoveel directer, 'zakelij ker' klankwereld van Pijper. Technische problemen lijken voor beide musici niet of nau welijks te bestaan, Boer toont zich een dienstbare begeleider en Heugen etaleert doorlopend een kwikzilveren toon. Kortom: een prima cd. Kees Cijsouw Cd Marianne Boer en Maurice Heu gen - MHMB2002, speeltijd ruim 72 minuten, te bestellen via www.bloomline.net Zondag 23 maart presenteert het duo de cd met een concert in CineCi- ty Vlissingen. 7e vormden in de jaren zeventig een paar Üapart: Frans Halsema en Gerard Cox. lun theaterprogramma's 'Met blijdschap pven wij kennis' en 'Wat je zegt..., dat ben zelf' waren niet alleen toen een groot suc- °s. Nóg is het lachen geblazen om hun pa- idieën op radio- en televisiespelletjes, hun advindersact en hun 'Sentimental jour- ey'. Maar ook los van elkaar ontwikkelden zich tot cabaretiers en zangers van for- iaat. Het was de moeite waard om al het ge- iidsmateriaal dat van hen bestaat te bun- 'len, vonden Kick van der Veer en Otto Inezenberg. Zodat nu een stevige box met de cd's in de winkel ligt. De titel: Frans Wsema, Gerard Cox voor altijd. ft dreigt warempel een serie te worden, er jaar geleden verscheen op het label dckelen Nelis een al even verzorgde uitga- -met de titel 'Wim Sonneveld voor altijd.' - box Halsema/Cox is samengesteld door •"k van der Veer, die hard op weg is de op- ;ger van de legendarische Wim lbo te 'jrden waar het gaat om kennis van het mkunstrepert o re «n der Veer: „Die bundeling van het reper- >re van Sonneveld is enorm aangeslagen, ügaf de impuls om op dat stramien door gaan. En ja, wij vonden dat toen Gerard a en Frans Halsema aan de beurt waren fzijn één van de meest legendarische, bes- wi leukste cabaretduo's die Nederland *ft gekend Dat vindt Gerard Cox zelf ;k, hoor. Hij zegt dan: 'Dat Wat je zegt,. ttben jezelf' is het allerbeste cabaretpro- amma van de jaren zeventig.' Hij zegt dat met die cynische grijns van hem, maar Frans Halsema (links) en Gerard Cox in 1973. ik geef hem een beetje gelijk. In die tijd wa ren er natuurlijk ook de shows van Toon Hermans, Wim Kan en Wim Sonneveld en die programma's hebben zeker klassieke hoogtepunten opgeleverd: de Sinterklaas conference van Toon, de Stalmeester van Sonneveld, de persiflage van Den Uyl van Wim Kan. Maar in zijn totaliteit beklijft dat theaterprogramma van Cox en Halsema het langst." Dan is er de vraag of Gerard Cox het niet vervelend vond dat de twee theaterpro gramma's die hij met Halsema deed nu weer zo uitgebreid in de belangstelling komen. Hij heeft immers nooit onder stoelen of ban ken gestoken dat hij het destijds als verraad beschouwde dat Frans Halsema eind jaren zeventig aankondigde voortaan liever zijn eigen weg te willen gaan. Kick: „Nee, hij vindt het prachtig. Hij isnog steeds trots op die programma's. En die woede van destijds... Kijk, het besluit van Halsema kwam plotseling Het zal je maar even meegedeeld worden, als je samen zo'n succes hebt. Maar die woede is al lang ver werkt. En ach, ze zijn allebei goed terecht gekomen." Frans Halsema heeft niet lang mogen genie ten van het succes dat hij vrij snel boekte met nummers zoals 'Voor Haar', 'Zondag middag Buitenveldert' en 'Kees' en natuur lijk met zijn lollige nummers zoals 'Onder de wollen deken', resultaat van een vrucht bare samenwerking met tekstschrijver Mi chel van der Plas. In 1984 overleed hij, 44 jaar oud. Kick- „In 1971 is al een fonografisch portret van hem verschenen, een lp. De cd in de Voor alti jd-box is een nieuw portret. Er staan ook nummers op die nooit eerder op cd zijn uit gebracht, zoals 'Dagen, nachten', een duet met Carry Tefsen Ik denk dat het werk van Halsema met deze cd erbij, naast wat er al lemaal al van hem is verzameld op andere cd's, nu volledig in kaart is gebracht. Voor Gerard Cox geldt dat natuurlijk niet. Die gaat nog gewoon door. We moeten de cd van Cox in 'Voor altijd' dan ook beschouwen als 'een tussenstandje', zo als Kick van der Veer in het begeleidende boekje bij de box noemt. Het is ook een feest der herkenning. Natuurlijk staan er klassie kers op zoals '1948', "tls weer voorbij die mooie zomer' en 'Die laaielichter (waar je nu meegaat)', maar ook andere facetten van Cox' repertoire komen aan bod, zoals zijn betrokkenheid bij Rotterdam, verwoord in 'Samen op de Charloise Lagedijk', 'Rotter dam Zuid' en het moeilijke (door Jaap van de Merwe geschreven) nummer 'De ballade van het wonderorgel'; een monument van een lied naar aanleiding van het bombarde ment van Rotterdam op 14 mei 1940. Kick van der Veer sluit niet uit dat ook deze cd- box weer goed verkocht gaat worden. „Er is beslist belangstelling voor cabaret. Ik merk dat ook aan de reacties die ik krijg op mijn radioprogramma op de zondagavond 'An dermans Veren' Mensen leven mee, schrij ven me. In iedere uitzending pak ik een bepaald thema bij de kop Dan komen luis teraars spontaan met suggesties. Soms ko men er aanmerkingen, in de trant van; 'Weet je wel dat die en die ook over dat thema heeft gezongen.' Soms kan ik mezelf dan wel voor mijn kop slaan, omdat ik er niet aan heb ge dacht. Soms wist ik het gewoon niet."' Hetgeen iets wil zeggen, want Kick weet heel veel wel. Van kinds af aan is hij geïnte resseerd geweest in cabaret. „Toen ik nog geen geld had om boeken te kopen, ging ik naar de bibliotheek, tekstboeken lenen." Z'n liefde voor het vak ging zelfs zo ver dat hij zelf cabaretier wilde worden. Hij won zelfs in 1981 het Leids Cabaret Festival. „Ik kwam er vrij snel achter dat ik meer kwaliteiten had achter de schermen. Het was best leuk wat we deden en ik schaam me er ook helemaal niet voor. Alleen, ik wilde worden zoals Freek de Jonge, Herman van Veen, kortom ik wilde de beste zijn, maar ik besefte dat dat er voor mij niet in zat." Gelukkig maar eigenlijk, want anders wa ren er niet al die compilatiealbums geko men, zoals van Drs P en Lennart Nijgh, bei de verschenen in de 'Pluche-serie', zo genoemd omdat deze boxen een roodfluwe len rug hebben én een beeld van een dubbel - cd met het werk van Cornelis Vreeswijk Anders zouden we ook die kostelijke boeken niet gehad hebben met cabaretteksten en met titels zoals 'Ik ben mij er eentje' en 'U wordt zo gemolken'. En dan hadden we wel licht ook niet 'Andermans Veren' gehad, dat hij in de televisieversie samen met Jacques Klöters maakt en waar bijvoorbeeld op 7 fe bruari Toon Hermans' 'Duif is dood' weer eens te zien is. Wat hebben we toch een mooie unieke caba retartiesten in Nederland gehad. „Gehad? Ze zijn er nog. Ik ben laatst naar een voorstelling van Sanne Wallis de Vries geweest. Geweldig! Een mens heeft de nei ging om te zeggen 'Vroeger was alles beter', maar het is niet waar. Jan Jaap van de Wal die is niet alleen om te lachen, maar het gaat ook nog ergens over. De Vliegende Panters, idem dito. En dan Maarten van Roozendaal. Mylène d'Anjou, nee, je hoort mij niet zeg gen dat het cabaret geen toekomst heeft." Els Smit Frans Halsema, Gerard Cox voor altijd: 3 cd-box. Universal, €23,99.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 27