Bij laag water was het ploeteren
De zee, daor
moe'j alt bang
voor zijn
Aardig zijn voor het milieu heeft ook nadelen
Of Foze*
dinsdag 28 januari 2003
Sinds mensenheugenis is de zuidwestelijke Delta een
land van overkanten. Als mensen zich verplaatsen ko
men ze altijd water tegen. Brede en smalle stromen vor
men barrières, die alleen per boot geslecht kunnen wor
den. Dat gebeurt ook eeuwenlang. Op tal van plaatsen
in Zeeland zijn de veren heel lang de enige verbinding
tussen de eilanden. Het is ongetwijfeld de oudste vorm.
van openbaar vervoer. Na 137 jaar verdwijnen de laatste
geregelde veerdiensten op de Westerschelde, door de op
heffing van de Provinciale Stoombootdiensten in Zee
land (PSD). In de serie over (verdwenen) veerdiensten
op de Deltawateren vandaag: Hansweert-Walsoorden.
Als op 14 maart het veer
Kruiningen-Perkpol-
der de laatste tochten maakt,
bestaat het net geen zestig
jaar. Op 1 mei 1943 kwam de
veerhaven bij Kruiningen in
gebruik, nadat op 6 augustus
1940 al een nieuwe aanleg
plaats bij de zogenaamde
Magere Merrie, de naam van
de dijkshoek bij Perkpolder,
geopend werd. Een nog jong
veer, maar de voorgeschie
denis gaat veel verder terug.
Tussen Walsoorden en Zuid-
Beveland - eerst Waarde en
later Hansweert - zijn eeu
wenlang diensten onderhou
den. In acten uit het eind van
de vijftiende eeuw is er al
sprake van een veerdienst
tussen oostelijk Zuid-Beve
land en het huidige Zeeuws-
Vlaanderen.
Jan Griep uit Katwijk aan Zee
vindt dat zijn familie bij de
opening van de Westerschelde-
tunnel een ereplaats toekomt.
Sterker: de Griepen zijn bereid
het lint door te knippen. Ze zien
het als een kleine genoegdoe
ning. De provincie heeft volgens
Jan Griep namelijk een ere
schuld in te lossen. Zijn familie
werd in de tweede helft van de
19e eeuw als pachters van het
eeuwenoude veer Hansweert-
Walsoorden het brood uit de
mond gestoten doordat de pro
vincie met stoomboten op het
traject ging varen.
Dat was in strijd met het gelden
de veerrecht, stelt Griep. Hij
wijt het aan het weinig daad
krachtige verweer van de am-
bachtsvrouwe van Kruiningen
dat er destijds voor de pachten
de familie Griep geen regeling
werd getroffen.De omstandig
heid dat door de ingebruikname
van de tunnel het veerrecht na
vijf eeuwen definitief teloor
gaat, is op zich een mooi mo
ment om alsnog maar eens met
een schadeclaim te komen. Zo
haatdragend zijn wij Griepen
echter niet." Griep vindt een
prominente plaats bij de ope
ningsplechtigheid van de tunnel
voldoende.
In 1807 krijgt Jacob Griep het
veer in pacht. Er zijn geen vaste
afvaartijden, er wordt gevaren
bij aanbod van passagiers, liefst
bij hoogwater, omdat dan over
de zandbanken gevaren kan
worden. Bij laagwater kan de
veerboot niet aan wal komen en
moeten de reizigers door de slik
ken naar de wal baggeren. In
1855 neemt zoon Johannes de
pacht over en na zijn dood in
1880 komen zijn zoons Cornelis
en Jan aan de bak. Ze moeten al
gauw door de opkomst van de
stoomboot naar een andere
broodwinning uitzien. Ze blij
ven nog wel incidenteel mensen
en vee overzetten en leggen zich
toe op een beurtvaartdienst
naar Rotterdam.
Jan Griep uit Katwijk, nazaat
van Cornelis, vertelt dat zijn
opa nog als schipper heeft geva
ren en op het sluiscomplex
Hansweert een expeditiekan
toor runde. Er kwam de klad in
door Benelux en Europese Ge
meenschap. Zijn vader vertrok,
met de jonge Jan, naar Amster
dam om daar expediteurswerk
te verrichten. Uit de overleve
ring weet Griep dat het moeten
loslaten van het veer diep zat.
,,Toen een lid van Gedeputeerde
Staten werd overgezet zei mijn
voorvader: u bent dan wel Ge
deputeerde Staten, maar wij
zijn gedupeerde snaken."
Het recht van het veer is volgens
acten uit 1474 en 1479 verbon
den aan het ambacht Kruinin
gen. Aan de Zeeuws-Vlaamse
kant komt het toe aan het Huis
van Oranje. In 1521 wordt mel
ding gemaakt van een overzet
veer vanuit Hansweert naar
Vlaanderen en een beurtveer
van dezelfde plaats naar Ant
werpen. Het veer legt aan in
Welsoorde (Walsoorden) in het
Hulsterambacht. De ambachts
heer van Kruiningen bewaakt
zijn veerrecht goed. Zo wordt
nog in een acte van verpachting
in 1807 vastgelegd dat het de
veerman van Walsoorden na het
overbrengen van reizigers naar
Hansweert verboden is te wach
ten om passagiers mee terug te
nemen, tenzij hij de vracht aan
de pachter van het veer van
Hansweert betaalt, 'of daarvoor
met hem minnelijk een regeling
treft'.
In 1830 is het veer verpacht aan
Jacob Griep voor 48 gulden per
jaar. Na de oprichting van de
Provinciale Stoombootdiensten
in 1866 met de lijn Vlissingen-
Breskens, wordt ruim één jaar
later ook een dienst op de Bene-
den-Schelde opgezet. De
dienstregeling vermeldt: Bres-
kens, Vlissingen, Borssele, Ter-
neuzen, Hoedekenskerke, Wals
oorden, Hansweert. Door het
ontbreken van voldoende mate
riaal, kan er niet erg regelmatig
gevaren worden. Tussen Wals
oorden en Hansweert wordt
vanaf 1874 maar twee keer in
de week gevaren. Het regent
klachten uit Oost-Zeeuws-
Vlaanderen (het Vijfde District
genoemd).
In 1879 verlenen Gedeputeerde
Staten concessie aan de heren
Smit, Diepeveen en Van der
Bent voor een stoombootdienst
tussen Vlake, Hansweert en
Walsoorden. Het veerrecht van
het ambacht Kruiningen wordt
gemakshalve gewoon gene
geerd. Het is het begin van het
einde voor het aloude veer van
de familie Griep. Als de conces
sie met Smit cs verlengd moet
worden, ontstaan er problemen;
de provincie besluit 'na ernstige
overweging' vanaf 1905 de
dienst weer zelf te gaan exploi
teren.
Omnibus
Omdat het passeren van de slui
zen bij Hansweert teveel tijd
kost, wordt naar het spoor bij
Vlake een paardentram inge
legd: een omnibus voor twaalf
personen, in twee afdelingen
voor le en 2e klasse verdeeld en
getrokken door twee paarden
(tussen Hulst en Walsoorden
rijdt dan al een stoomtram). In
1913 worden de paarden ver
vangen door een stoomtram, die
vooral in het begin van de Eerste
Wereldoorlog, wanneer duizen
den vluchtelingen uit België in
Hansweert aan wal worden ge
zet, goede diensten bewijst. Niet
iedereen is even enthousiast
over het vervangen van de paar
den door stoomtractie: sommi
gen vrezen dat de tram bij hevi
ge wind van de dijk zal waaien.
Dat gebeurt niet.
De oorspronkelijke aanleg
plaats Kalfsteert bij Walsoor
den wordt in 1862 verplaatst
naar een punt tegenover de pro
vinciale weg naar Hulst. Daar
wordt in 1873 een nieuwe aan
legsteiger gebouwd, die in 1917
en 1920 aanpassingen onder
gaat. Door groei van het reizi
gersaanbod komt in 1928 verbe
tering van de lijn Hansweert-
Walsoorden aan de orde. Nieu
we aanlegplaatsen bij Kruinin
gen en Perkpolder krijgen de
voorkeur, ook omdat de vaaraf-
stand wordt bekort van 7 tot 4
kilometer. Actiecomité's in zo
wel Hansweert als Hontenisse
strijden tevergeefs voor behoud
van de oude aanlegplaatsen.
Rinus Antonisse
Provinciale stoombootdienst Hansweert-Walsoorden, omstreeks 1925.
Tussen alle activiteiten die
bedoeld zijn om de waters
noodramp van 1953 te herden
ken, zijn er ook heel wat waarbij
het dialect de voertaal zal zijn.
Het zijn vooral de niet-officiële
bijeenkomsten her en der in de
provincie en er is, naast diverse
Nederlandse uitgaven in boek
vorm, ook een cd verschenen
met liedjes over de watersnood
in dialect. Genoeg om er bij stil
te staan.
Op vrij dagavond 31 j anuari is er
in 't Kerkje van Ellesdiek te El-
lewoutsdijk een herdenkings
avond met een optreden van het
Zeeuws Mannenkoor dat hier
voor een speciaal repertoire
heeft samengesteld. Het koor
treedt twee keer op en tussen
door vertellen Kees de Meestel
en Jopie Minnaarcl verhalen.
Beiden komen oorspronkelijk
uit Ellewoutsdijk en hebben in
middels een reputatie opge
bouwd met hun verhalen in dia
lect die deze avond het water en
de Ramp tot onderwerp hebben
Jan Gunter zingt tenslotte een
aantal liedjes met hetzelfde the
ma. Er zijn ook foto's te zien van
Baarland, Oudelande en Elle
woutsdijk tijdens de Ramp, zo
als die eerder te zien waren bij
de presentatie van het boek van
Frank Jansens over de Ramp in
dat deel van Zuid-Beveland. De
avond begint om 20.00 uur.
Zaterdagmiddag 1 februari is er
een vertelmiddag in het Dorps
huis in Biervliet over de waters
nood. Aan het woord komen
Geert Haak-Van der Sluis uit
Biervliet die vertelt over haar
ervaringen op Schouwen-Dui-
veland, Marie Louise Goossens-
Verstraete, die vertelt over haar
belevenissen in Hoofdplaat en
Pau Constandse uit Biervliet die
over zijn ervaringen in Zierik-
zee praat. Jaap Boekhout uit
Breskens geeft achtergrondin
formatie over de dijkenbouw
toen en nu. De middag begint
om 14.00 uur.
Op zondagmiddag 2 februari is
er vanaf 14 30 uur in 't Kerkje
van Ellesdiek te Ellewoutsdijk
een toneelstuk te zien. Nu eens
geen ellende en rampspoed. In
het stuk 't Onderste uut de kan-
ne gaat het over evacués ten tij
de van de Ramp en is het vooral
de humor die de boventoon
voert. Het is een stuk van Jopie
Minnaard en het wordt op de
planken gebracht door de to
neelgroep Ad Hoe uit Heinkens-
zand. Alles in onvervalst dialect
uit de Zak van Zuid-Beveland.
Anja Kopmels zingt in het voor
programma haar mooiste lied
jes en doet dat in het Noord-Be-
velands dialect.
Ook in Zeeuws-Vlaanderen
hebben de dialectbevorderaars
met stil gezeten. De Stichting
School en dialect, in samenwer
king met Ambras en de gemeen
te Hulst organiseren maar liefst
vier avonden in kleine café's on
deraan de zeedijk en situeren
daarmee, zo schrijven ze, de
ramp op de enige juiste plaats.
Er is een gevarieerd programma
met informatie, verhalen en
muziek samengesteld. George
Sponselee verzorgt een histo
risch verslag aan de hand van
dia's. Ed Steijns, Sankie Koster
en Julien Blommaert zullen ver
halen vertellen. Piet Scheerders
en Jos Neve sluiten daarbij aan
met ballades over de zee in al
zijn aspecten.
't Schipperskwartier speelt zich
af op 4,6,11 en 13 februari in
respectievelijk café In 't zicht
der Schelde te Paal, in De Snis te
Ossenisse, in 't Verdronken land
in Emmahaven en in paviljoen
De Perk te Perkpolder. Alle
avonden beginnen om 19.30 uur.
De entree bedraagt 6,- en dat
is inclusief een liedboek.
Piet Scheerders over dit project
„In 't Schipperskwartier daor
kommen de schippers bij ma-
kaor, nao 'n zwaore zeereis.
Maor óók om zöömaor wa te
praoten mee makaor. Over de
meiskes, 't óóg waoter, ulderen
bóót, de vangst. Ze drinken dan
een pint jen en ze zingen saomen
een lieken, een zeemanslieken.
Meen'n trekzak vanneigen. En
aan ze wa treurig öören, en voor
al addet ard waoit, komt de
Ramp naor boven. Weet 't nog?
Op Usnis, of bij Duvels'oek,
daor zijn d'r acht verdronken.
En dan dóren ze ammel een beet-
jen weemoedig. De zee moe'j
nooit onderschatten, daor moe'j
alt bang voor zijn.
Jan Gunter heeft de ramp zelf
niet meegemaakt, maar dat be-
let hem niet zich in te leven in
het natuurgeweld en de gevol
gen ervan. Hij schreef er een
drietal liedjes over, zette ze op
een cd en presenteert ze een de
zer dagen. Omroep Zeeland liet
er al verschillende keren wat
van horen.
Geroep, geschreeuw, het waeter
komt
Een machteloaze kreet
Menigeen die huivert
Terug dienkend an dat leed
Van zwarlgerande ogen
In een bleek gezicht
Verscheurde gezinnen op de
daeken
In 't scheem'rend ochtendlicht.
Een nooit vergete nacht
1 februari, 50 jaer gelee
De herinnering, de beelden
Veraol de beelden, je neem ze
aoltied mee.
In een ander lied schenkt Gun
ter aandacht aan het verdron
ken dorp Valckenisse.
Het is zó nie gebleve, 't is aol ver-
bie 'egae
De zee ei 't terug'enome en 't
durpje is vergae.
Zanger Jan van de Velde bezong
al veel eerder d ramp. Op zijn
cd I iets staat een prachtig lied
met als titel 'Voor de overleven
den' en het is opgedragen aan de
overlevenden van de waters
noodramp in Nieuw-Vossemeer.
Van de Velde komt oorspronke
lijk van Sint Philipsland en min
of meer is dat nog te horen
De wrange pijn van het verlie
zen
Verkilt de ziel en elk gevoel.
Een kind, een moeder hier dood
gebleven
Had God nog enig ander doel?
Twintig kruzen op een rij.
De wolken laag over de polder.
Ze vliegen in hun eigen taal.
Voor de overlevenden de stilte,
Wat eeuwig bluuft is hun ver
haal.
Fuuftig kruzen op een rij.
Engel Reinhoudt
Meer informatie over de activi
teiten: 't Kerkje van Ellesdiek
0113-351317, 't Schippers
kwartier 0114-315289 en over
de cd van Jan Gunter: 0113-
228564.
De Bierkreek tussen IJ-
zendijke en Schoondijke
is de eerste biologische ro
zenkwekerij van Neder
land. Wat begon als een
hobby van vier vrienden,
is drie jaar later een pro
fessionele kwekerijwaar
idealisme en dadendrang
gelijk op gaan met zake
lijk inzicht en behoefte
aan perfectie. Wat blijft is
het deeltijd-ondernemer-
schap. Want Geertje van
der Krogt, Eric de Millia-
no, Marianne Lundahl en
Hans van Hage hebben er
allevier een baan bij.
Regels, regels en nog eens re
gels. Biologisch kweken is
een aaneenschakeling van ver
plichtingen en voortdurende
oplettendheid, omdat alle
strenge voorschriften tot in de
precisie moeten worden nage
leefd. Skal - een onafhankelijk,
internationaal opererende or
ganisatie die de biologische
teelt controleert en certificeert -
houdt daarop toezicht en wap
pert met een veroordelend vin
gertje als het fout gaat of dreigt
te gaan. Wil je biologisch kwe
ken. dan moet dat tot in detail
worden doorgevoerd. Neem nou
potgrond. „Dat moet volgens de
voorschriften 'biologische pot
grond' zijn, voorzien van een
certificaat. Alleen, het punt is:
dat is er niet. Skal geeft daarom
een ontheffing als je kan aanto
nen dat je met zo biologisch mo
gelijke potgrond werkt. Voor de
duidelijkheid, er kleeft dan
geen keurmerk aan de gebruikte
grond", vertelt Hans.
Normale potgrond is samenge
steld uit compost, (kunst)mest
en allerhande veensoorten.
Hans: „Daar zitten normaal ge
sproken ook chemicaliën in, om
zo schimmels tegen te gaan.
Volgens Skal mogen er geen
kunstmeststoffen en bestrij
dingsmiddelen in zitten, het
moet honderd procent biolo
gisch zijn. De potgrond moet
louter uit biologische natuur-
resten bestaan."
Het naleven van dit soort stren
ge regels is een lastig karwei. AI
moeilijk genoeg, zo lijkt het,
maar de Bierkrekers maken het
zichzelf nog iets lastiger. Want
er kan op een verpakking wel
staan dat een product milieu
vriendelijk is, maar is dat ook
daadwerkelijk zo? Die vraag
stelt Hans zichzelf voortdurend.
„De grond die wij gebruiken
komt van een fabrikant uit Lim
burg. Daar hebben wij hele goe
de ervaringen mee. Ook particu
lieren vragen heel vaak naar
deze biologische potgrond. Dus
denk je in eerste instantie: geen
probleem. We hebben een ge
zonde. ecologische en door Skal
goedgekeurde potgrond. Wat
wil je nog meer? Fantastisch al
lemaal, maar vervolgens vraag
ik mij dan af of het allemaal wel
zo milieuvriendelijk is als het
lijkt", zegt Hans.
Een dubbel gevoel maakt zich
dan van Hans meester. Aan de
ene kant is hij goed bezig, maar
toch knaagt er iets. „Veel van die
grond komt uit landen als Li
touwen, Rusland en Estland. Ze
graven daar veen op in natuur
gebieden. Dat groeit minder
snel aan dat het wordt wegge
haald. Dus je kweekt biolo
gisch, maar ondertussen graaf
je half Oost-Europa naar de klo
te. Ze halen dat veen wel bewust
uit gebieden waarvan ze verze
kerd zijn dat het veen zich daar
kan herstellen, maar als natuur
beheerder weet ik dat dit veel te
traag gaat. We praten echt over
hectares per dag. Ik zou graag
iets vinden wat onuitputtelijk
is. Bijvoorbeeld met behulp van
kokosvezel of boomschors. Het
is gelukkig in ontwikkeling",
weet Hans. Een milieuvriende
lijker alternatief moet er dus
snel komen, al was het alleen
maar om Hans van zijn dubbele
gevoel af te helpen...
Raymond de Frel
Volgende week: Waarom ge
bruiken de Bierkrekers geen
biologische potten?
Een medewerkster van De Bierkreek vult een kruiwagen met pot
grond. foto Peter Nieolai
Veer Hansweert-Walsoorden aan de steiger in Hansweert, 1939.
foto's uit collectie Hans Lindenbergh