Bangladesh
houdt
natte voeten
altijd
Wat een vreetwolf!
Logboek van
een stratenmaker
zaterdag 25 januari 2003
Het was weer raak afgelopen
zomer in Bangladesh. De
combinatie van grote hoeveelhe
den smeltwater uit de Himalaya
en zware regenval in de toch al
natte moessontijd zette weer eens
een derde deel van het land onder
water. Het gevolg: enkele honder
den doden, mede als gevolg van
besmettelijke ziekten. Veel indruk
maakten deze overstromingen
niet in de westerse wereld. Ban
gladesh is pas groot nieuws, wan
neer het water ruim de helft van
het land in bezit heeft genomen of
wanneer stormvloeden door tro
pische cyclonen duizenden
slachtoffers eisen.
De vergelijking ligt voor de hand.
Bangladesh is net als Nederland
een mondingsgebied van drie grote ri
vieren, die in perioden van grote af
voeren buiten hun oevers treden.
Stormvloeden bedreigen de kustzone.
Een kenmerk van deltagebieden is dat
ze dichtbevolkt zijn en dat betekent
dat grote aantallen mensen door het
water worden belaagd. Daar houdt de
overeenkomst op. De problemen die
Nederland met het water heeft, doen
zich in de overtreffende trap in Ban
gladesh voor. De natuurrampen zijn
heviger, de bevolking in aantal en
dichtheid groter, het land armer. Een
tropische cycloon - gemiddeld eens
per jaar valt er een te duchten - vergde
in 1970 een half miljoen slachtoffers.
Die cycloon kwam in de periode waar
in de Bengalezen een onafhankelijk
heidsoorlog tegen Pakistan voerden.
Stormvloed en oorlog veroorzaakten
hongersnood. Relieve the people of
Bangladesh, zong ex-Beatle George
Harrison een jaar later op het mede
door hem georganiseerde benefiet
concert voor de bevolking van het
land. Hulp is in Bangladesh niet al
leen geboden om de gevolgen van
rampen te verzachten. In hun ijver om
de Bengalezen een betere bescher
ming tegen het water te bieden kwa
men organisaties als de Verenigde Na
ties en de Wereldbank met ingrijpen
de plannen. Ook Nederlandse water
bouwkundigen togen naar de lage
landen aan de Golf van Bengalen.
Bangladesh was immers net zo nat en
net zo plat als Nederland. Daar zou de
over de hele wereld bewonderde wa
terbouwkundige kennis en ervaring
mooi van pas komen. Veel van die gro
te plannen en ook kleinere projecten
faalden. De Bengalese autoriteiten
werkten op zijn vriendelijkst gezegd
niet enthousiast mee. Een deel van de
waterbouwkundige adviseurs keerde
dan ook lichtelijk ontgoocheld terug.
„Die Bengalezen willen niet geholpen
worden", was hun reactie.
Arrogant
Henk Saeijs, oud-hoogleraar inte
graal waterbeheer en oud-topman
van Rijkswaterstaat, is achteraf blij
met het gebrek aan geestdrift bij de
Bengalezen voor westerse oplossin
gen voor hun waterproblemen. „Inge
nieurs zijn nogal arrogant", weet hij.
„Er zijn problemen waarbij je beter
een hoogwaardige technische
oplossing achterwege kunt laten. De
inwoners van Bangladesh zijn niet ge
holpen met een hightech Deltaplan
achtige aanpak Ja, het is natuurlijk
zinvol om economische centra, zoals
de hoofdstad Dhaka, zo goed mogelijk
tegen overstromingen te beschermen.
Maar grote delen van het land zijn on
danks de ogenschijnlijke overeen
komsten met Nederland nauwelijks
tussen dijken te houden. Dijken ma
ken het gevaar juist groter: mensen
wanen zich veilig erachter en als er
dan iets gebeurt, is de catastrofe al
leen maar groter. Er is daar een con
stant geldgebrek. Een dijk die niet
wordt onderhouden, biedt schijnze
kerheid. "In tegenstelling tot Neder
land ligt Bangladesh niet beneden de
zeespiegel. En dat willen de Bengale
zen graag zo houden ook. Terecht,
oordeelt Saeijs. „Wij beginnen hier in
Nederland nog maar net door te krij
gen waar we mee bezig zijn. Om droge
voeten te houden, pompen wij ons
steeds verder naar beneden en intus
sen rijst de zeespiegel en neemt de
neerslag door de klimaatverandering
toe. Dankzij onze rijkdom en onze
kennis houden we het waarschijnlijk
nog wel even vol, maar dat zou ze in
Bangladesh nooit lukken."
Het schrikbeeld voor Bangladesh is,
dat binnen dijken opgesloten rivieren
het slib dat ze meevoeren niet meer op
het land kunnen afzetten, waardoor
het in de bedding zelf belandt. De ri
vieren komen daardoor steeds hoger
te liggen, terwijl het land inklinkt. De
jaarlijkse overstroming heeft - hoe
vreemd het moge klinken - ook een
economische betekenis. De boeren
hebben het vruchtbare slib nodig,
want ze kunnen zich geen kunstmest
veroorloven. Dankzij dat slib en het
warme klimaat levert de Bengalese
landbouw de hoge productie op die
het land nu kenmerkt. De hoge water
standen vullen ook automatisch vis
vijvers, waarop de bevolking voor een
belangrijk deel van het voedselpakket
is aangewezen.
Geen prioriteit
„Je moet goed nadenken voordat je
begint te morrelen"vindt Jan Luijen-
dijk van het internationaal instituut
Sinds 1960 zijner in Bangladesh bij stormvloeden 700.000 mensen om het leven gekomen.
voor infrastructuur, waterbouw- en
milieukunde (in het Engels afgekort
als IHE) in Delft. „De kunst is duurza
me oplossingen te vinden, die
draagvlak hebben bij bevolking en
autoriteiten en waarbij je vermijdt
dat nieuwe problemen ontstaan. Je
zult in Bangladesh altijd natte voeten
krijgen. Dat hoort nu eenmaal bij le
ven in een delta. Het gaat er alleen om
proberen te voorkomen dat extreme
omstandigheden tot grote catastrofes
leiden. In Bangladesh is het voorko
men van overstromingen echt geen
prioriteit."
Dat bevestigen twee Bengalese stu
denten aan het IHE, Sajia Zaman en
Malik Fida A Khan. Zaman: „Als het
gaat om door de rivieren veroorzaakte
overstromingen, staat het belang van
de economie voorop. Niet de veilig
heid van de inwoners." Khan wijst er
op dat veel energie wordt gestoken in
de ontwikkeling van meet- en voor
spellingssystemen, zodat de
bevolking tijdig kan worden gewaar
schuwd als de rivieren buiten hun oe
vers gaan treden. De bewoners van de
gebieden waar overstroming dreigt,
hebben dan gelegenheid waardevolle
spullen hoog op te bergen en droge
plekken op te zoeken. Zo leiden de in
grote watervlakten veranderde rivie
ren niet tot een al te ernstige ont
wrichting van het maatschappelijk
leven. In de kustzone, waar de cyclo
nen stormvloeden veroorzaken die
soms vijftig kilometer ver landin
waarts reiken, zijn de afgelopen jaren
hoogwatervluchtplaatsen gebouwd.
Oppen-lakte: 144.000 km2
(3,5 keer zo groot als Neder
land);
Inwoners: 133 miljoen (8 keer zo
veel als Nederland);
Bevolkingsdichtheid: 920 inwo
ners per km2 (2,5 keer zo veel als
Nederland);
Bevolkingsgroei: 1,6 procent
per jaar (drie keer zo veel als Ne
derland);
Gemiddelde hoeveelheid neer
slag: 4000 mm per jaar (5 keer zo
veel als Nederland);
Stroomgebied rivieren Ganges,
Brahmaputra en Meghna: 1.6
miljoen km2 (7 keer zo groot als
Rijn, Maas en Schelde);
Gemiddelde afvoer Ganges:
100.000 kubieke meter per se
conde (8 keer zo veel als de Rijn)
Maximale gemeten windkracht
tijdens een tropische cycloon:
270 km per uur in mei 1991 (in
Nederland 162 km per uur tij
dens zeer zware storm in no
vember 1926).
Deze constructies, meestal van beton
maar ook van hout en staal, doen in
droge tijden dienst als school of ge
meenschapscentrum. „Kijk, dat
spreekt me nu aan", zegt Saeijs over
die hoogwatervluchtplaatsen. „Een
soort terpen. Echt een oplossing die in
een deltagebied past." Er zijn nu on
geveer 1500 van die vluchtplaatsen
gebouwd, waarop - en ze zijn dan af
geladen vol - 1,5 miljoen mensen een
veilig heenkomen kunnen vinden. Elf
miljoen bewoners van de kuststreken
moeten het echter nog zonder zo'n
kunstmatige terp in de buurt stellen.
Saeijs: „De bevolking én de natuur
zouden er veel meer bij gebaat zijn
wanneer de mangrovebossen en de
moerassen aan de kust weer zouden
worden hersteld. Die breken de
kracht van het water. Veel van die bos
sen zijn gekapt om nieuwe landbouw
grond beschikbaar te krijgen. In het
overbevolkte Bangladesh is dat ook
wel weer enigszins begrijpelijk, maar
je bent zo wel je bescherming tegen
stormvloeden kwijt."
Tragiek
Het is de tragiek van waterland Ban
gladesh dat er in de droge winter
maanden een tekort aan water ont
staat In de Indiase deelstaat West-
Bengalen is een dam in de Ganges ge
bouwd, waarmee de afvoer van rivier
water kan worden geregeld. In ver
band met hun eigen waterbeheer
houden de Indiërs die dam in de droge
periode zoveel mogelijk dicht. In de
natte periode, wanneer het water
Bangladesh al tot de lippen reikt, gaat
de kraan wijd open. Moeizame onder
handelingen tussen beide landen heb
ben daar tot dusver geen verandering
in kunnen brengen. Bangladesh heeft
nog een ander waterprobleem. Om te
voorkomen dat de bevolking onbe
trouwbaar water uit de rivieren moet
drinken, zijn sinds de jaren 70 enkele
miljoenen waterputten geslagen. De
laatste jaren is aan het licht gekomen
dat een groot deqj van het grondwater
dat eruit wordt opgepompt, besmet is
met kankerverwekkend arseen. „Dat
water vormt een tijdbom voor de Ben
galese bevolking", zegt Frans de Laaf
van ontwikkelingsorganisatie Novib.
Samen met vrijwilligers van het Ne
derlandse chemieconcern DSM pro
beert Novib die onschadelijk te
maken. Er wordt gezocht naar een
voudige maar betrouwbare methoden
om het water op arseen te controleren,
de gevaarlijke stof eruit te halen en
met arseen besmette filters te verwer
ken. De vrijwilligers van DSM denken
ook na over manieren om verontreini-
foto Jewel Samad/EPA
ging van het rivierwater met organi
sche en chemische stoffen te voorko
men en het - eveneens met eenvoudige
middelen - beter geschikt te maken als
drinkwater.
Zeeuwse projecten
Vanwege de overeenkomsten tussen
Nederland en Bangladesh is in Zee
land steeds veel aandacht geweest
voor de waterproblemen in het Azia
tische land en voor mogelijkheden de
bevolking de helpende hand te bie
den. De gemeenten Vlissingen, Rei-
merswaal en Veere hebben een aantal
jaren speciale projecten daarvoor uit
gevoerd. Via de werkgroep Zeeland-
Bangladesh en met steun van het wa
terschap Zeeuwse Eilanden kunnen
Bengalezen bij het IHE in Delft stude
ren en onderzoek in Zeeland verrich
ten. Sinds 2000 bestaat het project
Zeeland Bangladesh, waarin de pro
vincie Zeeland jaarlijks 18.000 euro
steekt. Dit project heeft het doel Ban
gladesh te helpen en de Zeeuwse be
volking te informeren over ontwikke
lingssamenwerking.
In het Zeeland-Bangladesh-project is
een samenwerkingsverband tot stand
gebracht tussen Novib en het Cen
trum voor Ontwikkelingssamenwer
king (COS) in Zeeland. Novibs part
ners Bangladesh Rural Advancement
Committee (Brac) en de vrouwenrech
tenorganisatie Ain-o-Salish Kendra
gebruiken het geld van de provincie
voor programma's op het gebied van
basisonderwijs, scholing voor
vrouwen en straatkinderen en platte
landsontwikkeling. Met tentoonstel
lingen, lespakketten voor het onder
wijs, lezingen en workshops voor
vrouwenorganisaties en de verkoop
van watertonnen wordt de Zeeuwse
bevolking betrokken bij
ontwikkelingshulp in het algemeen en
die aan Bangladesh in het bijzondei-.
Onder het motto 'Een ramp raakt ons
allemaal' grijpt Kerkinactie, de orga
nisatie voor (wereld)diaconaat van de
Samen op Weg-kerken, de herdenking
van de watersnood in Zuidwest-Ne
derland aan om aandacht te vragen
voor de gevolgen van natuurrampen
in ontwikkelingslanden. Kerkinactie
pleit voor een alternatief deltaplan
dat bestaat uit de pijlers rampenpre
ventie, rampenparaatheid, noodhulp
en nazorg. Rond dit thema is een
informatie- en geldinzamelingscam
pagne opgezet.
Ben Jansen
Zeeland Bangladesh: www.zeeba.nl
Een ramp raakt ons allemaal: wiow-
.kerkinactie.nl/campagne2003
'f\ok Amsterdam heefteen aardig steentje
^bijgedragen aan de wederopbouw van
fedoor watersnood getroffen gebieden Het
^ofdstedelijk gemeentebestuur stuurde
®dermeer een ploeg arbeiders uit eigen
rjit De stratenmakers Lammers, Hofstede
aJurgens en hun drie hulpkrachten Tijde-
^ns, Noordhuis en Gietermans gingen
'-iarZierikzee. Lammers hield een logboek
fJPJl maart 1953 reizen ze richting ramp
lied. Met een stationcar van de Reini-
i^gsdienst worden ze naar de boot ge-
'racht. Voorbij Barendrecht zien ze de
doorgebroken dijken, overstroomd
^den ingestorte huizen. Om half tien be-
Wöi ze Numansdorp, waar de boot ver-
•wt. Bagage en gereedschappen worden
boord gebracht en de koffie met boter-
smaakt goed.
*boot vertrekt als de tram is gearriveerd,
^isluitgarantie, toen alOnderweg wor-
ze geconfronteerd met de onbeschrijfe-
chaos die het water veroorzaakte. De
todwestenwind was zo sterk dat een sleep-
«Whulp moet verlenen om de haven te be
suren, Nadat gecontroleerd is of ze wel een
!®blijfsvergunning hebben, gaan ze van
f°rd.
•*meenteopzichter Omee staat al te wach
ten brengt hen naar hun kosthuis bij de
familie Van der Kreeke, Schuithaven 3
Voor etenstijd maken ze nog even een om
metje door de stad en constateren dat er
meer dan voldoende werk is te doen. De vol
gende dag beginnen ze om acht uur hun ar
beid aan de havenkade. Het materiaal dat ze
moeten verwerken, is heel slecht. In Am
sterdam zou het als puin worden be
schouwd, wordt vastgesteld. Toch slagen ze
er in om het wegdek weer in redelijke stgat
te brengen.
De volgende dag herstellen ze het wegdek
van de Sint Jacobsstraat in samenwerking
met de enige Zierikzeese stratenmaker,
Douwe 'Bobbertje'. Elke avond genieten ze
in hun pension van een goed verzorgde
maaltijd. Het kosthuis bevalt erg goed, er is
nooit anders dan lof voor het eten en de sfeer
is er uit de kunst, meldt het logboek. Het
ploegje stratenmakers kan bijzonder goed
met elkaar opschieten. Ze plagen elkaar en
hun hospita liefst zo vaak mogelijk.
De vrije uren brengen ze veelal kaartend
Het wegdek van de Nieuwe Bogerdstraat in Zierikzee was zwaar beschadigd door de ramp
foto gemeentearchief Schouwen-Duiveland
door. Als vier van de twee mannen eens naar
een filmvoorstelling zijn, bestrijken Hofste
de en Jurgens de trapleuning met stroop en
mosterd. Hun list slaagt slechts gedeeltelijk
en de hospita wordt wegens verraad veroor
deeld tot het schenken van een glas advo
caat. Zout in de thee is hun verdiende loon,
een andere avond stond in het teken van
niespoeder en ijswater. 's Zaterdags werken
ze een halve dag en het weekeinde besteden
ze om te vissen en de Dikke Toren te beklim
men. Gietermans gaat niet mee, hij vreest
dat zijn toch al niet overmatig lange benen
dan nog korter zullen worden De overigen
beklimmen de toren en van het uitzicht wor
den ze niet bepaald vrolijk. De ellende die de
overstroming teweegbracht is zo dubbel
goed te zien.
Op 16 maart krijgen ze de opdracht om de
Nieuwe Bogerdstraat te herstellen. Deze
straat is zo beschadigd, dat zelfs voetgan
gers er niet door kunnen gaan. Enkele dagen
later werken ze aan 's Heer Lauwendorp,
waar geen mensen meer wonen, omdat alle
huizen beschadigd zijn. In maart mogen ze
het weekeinde naar huis, dan levert de reis
problemen op omdat het zo mistig is. Pas te
gen elf uur 's avonds zijn ze terug in Amster
dam. Die zaterdag brengen ze verslag uit in
het gemeentehuis aldaar en nemen ze af
scheid van Gietermans, die wordt vervan
gen door Smit. Smit krijgt al snel de bij
naam Tarzan. 's Middags eet hij namelijk
veertien sneden brood, maar om half vier
heeft hij alweer geweldige honger. Deze stilt
hij 'avonds met twee borden aardappelen en
vier borden kruim. „Wat een vreetwolf!"
Schouwen-Duiveland is in die periode we
reldnieuws. Journalisten en fotografen be
zoeken de getroffen gebieden. Ook de plo<
stratenmakers wordt soms geïnterviewd
gefotografeerd. Lammers, het hoofd van
ploeg krijgt opdracht om op 8 april om ha
tien op het stadhuis te zijn. Daar komt de
Wereldomroep om een vraaggesprek met
hem te houden. De verslaggever dieditdo<
moet, haalt echter een nat pak onderweg i
het gesprek wordt een uur uitgesteld.
Na afloop constateert men dat ze nog een:
'wereldberoemd' zullen worden! Zaterda;
25 april krijgen ze een rondleiding door h
museum, het weeshuis en de stad, door ar
chivaris Van Beveren. Daar genieten ze
enorm van. Net als van de antiekverzame
ling van apotheker Gasille (hoek Haven-
plein-Visstraat) bestaande uit porselein
diverse exotische voorwerpen.
Eind april is het duidelijk dat ze niet veel
meer kunnen doen, het is gewoon nog te
vroeg om straten definitief te herstellen.
Daarom vertrekken ze op 30 april. Op he'
stadhuis worden ze toegesproken door de
wethouders Gerritsen en De Boer 'Hartrc
rend' is het afscheid van hun gastheer en
vrouw, collega Douw en vele anderen. On
kwart over twee vertrekt de boot en ze
zwaaien totdat Zieri kzee uit het zicht is v«
dwenen.
Betty Blikman-Ruiterkaii