Roep om hulp werd
eerst niet gehoord
Kees Pipping waadt door
een Oud-Vossemeerse straat
ZLTO steunt boer
bij veranderingen
Nieuwe Raadkaart
Noodlijnen
tijdens
de Ramp
dinsdag 21 januari 2003
Vernielde telefoonlijnen in Zeeland.
foto Zeeuws Documentatie Centrum
In een wereld tjokvol mo
bieltjes, met sms-berich-
ten, e-mails en satellieten is
het moeilijk voor te stellen
dat een halve eeuw geleden,
ten tijde van de Februa-
riramp 1953, de communica
tiemiddelen veel beperkter
waren. Weliswaar behoor
den rooksignalen en tamtam
al lang tot het verleden, maar
van razendsnelle, wijd ver
breide verbindingen was
geen sprake. Het aantal tele
foonabonnees was klein, het
mobilofoonnet nog maar net
in opbouw en de PTT werkte
volop aan het automatiseren
van de telefooncentrales. De
gebrekkige communicatie is
zeker van invloed geweest op
het aantal slachtoffers van
de watersnood en de snel
heid waarmee de hulpverle
ning werd ingezet.
Het communicatie-beeld
was vrij primitief. Op een
ramp van dergelijke omvang
was duidelijk niet gerekend,
zegt Jacques Caspers, conserva
tor telecommunicatie van het
Museum voor Communicatie in
Den Haag. Hij heeft de indruk
dat er laat en langzaam gerea
geerd is op het onder water lo
pen van grote delen van Zuid
west-Nederland. Met alle
gevolgen van dien. Volgens Cas
pers zijn in de rampnacht om
02.00 uur bij de luisterpost in
Amsterdam van de Radiodienst
PTT al signalen opgevangen dat
er 'iets' aan de hand was. De
chef zag de ernst van de situatie
niet meteen in en er werd dan
ook geen actie ondernomen.
In het Museum voor Communi
catie is tot 14 april de tentoon
stelling Noodlijnen te zien, die
een indruk geeft van de commu
nicatie tijdens en na de Februa-
riramp 1953. Hoe worden de
mensen in het rampgebied ge
waarschuwd? Hoe communice
ren de hulpverleners met el
kaar? Hoe en wanneer wordt de
rest van Nederland bericht over
de ramp die zich aan het vol
trekken is? Op die vragen geeft
de uitgebreide tentoonstelling
antwoord. Bestaande commu
nicatiemiddelen zijn niet meer
te gebruiken. De roep om hulp
wordt vaak niet gehoord. Niet in
het getroffen gebied, maar ook
niet elders.
Over de omvang van de ramp
bestaat aanvankelijk onduide
lijkheid. De eerste dag, zondag,
blijven de reddingsacties dan
ook beperkt Het duurt tot
maandag 2 februari voordat de
hulpverlening op volle kracht in
gang komt en er zoiets als een
noodcommunicatienet ont
staat. Daarbij zijn betrokken de
verbindingsdiensten van leger
en marine, het Amerikaanse le
ger in Duitsland, de politie, het
mobilofoonnet van de PTT (toen
nog maar 125 abonnees), de Ur-
ker vissers met hun scheepsra-
dio's, Scheveningen-radio en
radio-zendamateurs. Ook het
rijkskabelschip Poolster wordt
ingezet.
Radiomonteur Albert Horssfeld
ziet kans in Zierikzee een nood-
zender in elkaar te knutselen,
waarmee de ernst van de situa
tie aan de buitenwereld wordt
gemeld. Op 2 februari gaat om
11.30 uur het volgende bericht
van de burgemeester van Zie
rikzee de lucht in:Schouwen
en Duiveland volkomen geïso
leerd, er zijn vele dijkdoorbra
ken, alles staat onder water. Tal
loze bewoners verdronken en
anderen de verdrinkingsdood
nabij. Zend vliegtuigen of heli-
coptère, opdat de bestuurbare
rubberboten kunnen worden
neergelaten op havenplein. Er
is geen telefoon of telexver
binding. Geïsoleerde slachtof
fers hebben geen eten of drin
ken."
Ongeveer 7 procent van de be
woners in de ondergelopen ge
bieden wordt totaal verrast
door het water Door publieke
middelen wordt 36 procent ge
waarschuwd, 41 procent wordt
door particulieren gealarmeerd
en 16 procent komt er zelf achter
dat de zee toeslaat. In de ramp
gebieden blijft geen enkele tele
foonverbinding intact. De scha
de in guldens uitgedrukt
beloopt voor de PTT: kabels 1,4
miljoen gulden, telefooncentra
les 0,3 miljoen, draadomroep
0,4 miljoen, gebouwen 0,1 mil
joen, diversen 1,1 miljoen. De
huidige marktwaarde bedraagt
tien keer zoveel.
Geïmproviseerd
Conservator Caspers geeft aan
dat er flink is geïmproviseerd
om de communicatie weer op
gang te brengen. ,,Dan sta je er
toch van te kijken dat het her
stel van de verbindingen snel
verliep. Binnen één week waren
er weer telefoonverbindingen."
Hij wijst op de inbreng van de
zendamateurs. Normaal ge
sproken mochten ze geen be
richten met zakelijke inhoud
doorgeven en daar zag de Ra
diodienst PTT streng op toe (via
de luisterposten) Vanwege de
ramp werd dit verbod voor het
eerst in de geschiedenis van het
Nederlandse radioamateurisme
opgeheven.
Het bezorgen van de post in de
rampgebieden lag enige tijd stil.
Caspers heeft de indruk dat de
mensen van de post er alles aan
deden om deze vorm van com
municatie zo snel mogelijk te
hervatten Voor een deel ge
beurde dat met inzet van boot
jes. Op Schouwen-Duiveland
wordt er vanaf 7 februari weer
post bezorgd. Als eind maart '53
de treinverbinding via de Moer-
dijkbruggen is hersteld, verbe
tert dat de uitwisseling van
briefverkeer aanzienlijk. Er
worden door de PTT speciale
watersnoodzegels uitgegeven,
dat wil zeggen - bestaande zegels
worden van een opdruk voor
zien. Landen als Denemarken
en IJsland brengen wel aparte
zegels uit.
Het Museum voor Communica
tie is er in geslaagd van Noodlij
nen een indringende tentoon
stelling te maken, die een
beklemmend beeld schept van
de chaos, gevolgd door improvi
satie en herstel. Door het inrich
ten van een huiskamer en een
berichtencentrum wordt de
sfeer uit de jaren vijftig opge
roepen. Naast foto's en teksten
zijn er ook oorspronkelijke ge
luidsfragmenten te horen
Is het nu allemaal beter geregeld
met de communicatie? Caspers
houdt een slag om de arm. Hij
wijst op de problemen met het
alarmnummer 112 tijdens de re
cente jaarwisseling in Zeeland.
„Je kunt op de techniek nooit
helemaal vertrouwen."
Rinus Antonisse
Noodlijnen, tentoonstelling
over communicatie ten tijde van
de watersnoodramp 1953. Tot
14 april in het Museum voor
Communicatie, Zeestraat 82,
Den Haag. Geopend maandag
tot en met vrijdag van 10.OO
IT.00 uur, zaterdag en zondag
van 12.00-17.00 uur.
In toenemende mate wordt van
de land- en tuinbouw een gro
te verscheidenheid aan produc
ten en diensten verwacht. Voed
sel, grondstoffen en sierproduc-
ten, maar ook rust, ruimte, re
creatie en natuur. Voor veel
agrarische ondernemers is het
kiezen van de goede richting
voor de toekomst aan de orde
Ze kunnen daarbij rekenen op
ondersteuning vanuit de Zuide
lijke Land- en Tuinbouw Orga
nisatie (ZLTO). De sociaal-eco
nomisch voorlichter van weleer,
die overal verstand van moest
hebben, heeft plaats gemaakt
voor een steeds groter wordende
groep adviseurs, die boeren - in
dividueel of in groepsverband -
op maat bedienen
Sinds kort is Danny de Braban
der voor de ZLTO in Zeeland ac
tief als adviseur Gebiedsgerich
te Vernieuwing. Een mondvol,
maar het komt erop neer dat hij
initiatieven van groepen leden
ondersteunt door middel van
een op resultaten gerichte aan
pak. „Je hebt te maken met al
lerlei thema's als het gaat om
veranderingen in de landbouw.
Ik moet ervoor zorgen dat de
ideeën die leven onder de leden
gesignaleerd worden. Het kan
trouwens ook van buiten de le
den komen, zoals van de handel,
markt, productschappen, agri
business of het ministerie van
Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij (LNV)."
Het blijft uiteraard niet bij het
signaleren van ideeën, het is ook
de bedoeling dat er wat mee ge
daan wordt. Dat kan door De
Brabander zelf gebeuren, of
door andere adviseurs binnen
de ZLTO, bij voorbeeld voor wa
ter, landinrichting, natuurbe
heer en windenergie. „In eerste
instantie pak ik een idee op. Ik
weet waar het naar toe moet of
dat ik er zelf mee aan de slag
kan. Van idee naar uitvoering -
daar tussenin zit heel veel. Het is
een lange weg en daardoor blijft
er ook wel eens een idee op de
plank liggen", vertelt De Bra
bander. Zijn rol als adviseur is
juist dat laatste te voorkomen.
Glastuinbouw
Dat heeft ook te maken met De
Brabanders achtergrond: de
glastuinbouw. „Dat is altijd een
heel vernieuwende sector ge
weest en nog trouwens. Dat kun
je overnemen in andere takken
van sport, bijvoorbeeld de ak
kerbouw. Ik denk dan vooral
aan zaken op het gebied van
productvernieuwing, samen
werking, en dergelijke." Hij is
ruim drie maanden geleden aan
de slag gegaan en heeft inmid
dels al ervaren dat door de boe
ren verschillend tegen het be
grip 'vernieuwing' wordt aan
gekeken. „Er zijn er die zeggen:
ik móet innoveren, het gaat om
mijn bestaansrecht, de continu
ïteit van het bedrijf. Anderen
willen innoveren, omdat ze het
leuk vinden om nieuwe dingen
te doen - een nieuw ras zaaien,
andere markten aanboren. Dan
is er de groep die zegtik kan in
noveren als het past binnen de
bedrijfsvoering. Die zien dat
met name als nevenactiviteit."
De ZLTO bevindt zich overigens
niet als enige speler op de markt
van advisering en ondersteu
ning. Ook andere instellingen
houden zich er mee bezig. Boe
ren zelf hebben bijvoorbeeld op
Noord-Beveland en in Oost-
Zeeuws-Vlaanderen initiatie
ven genomen om activiteiten te
bundelen en te begeleiden (de
één loket-gedachte). De Bra
bander heeft daar geen moeite
mee en hij juicht het juist toe dat
boeren zelf initiatieven nemen.
„Het is maar goed dat er lokale
projecten worden aangepakt.
Het is beter dan in het verleden,
toen ideeën niet van de grond
kwamen, omdat niemand wist
hoe dat moest of waar aan te
kloppen voor groepsadvies."
Kruidenteelt
De Brabander wijst erop dat de
ZLTO-afdelingen zelf al in hun
Landbouw Ontwikkelings
plannen (LOP's) hebben aange
geven aan welke vernieuwingen
gedacht wordt. Zo heeft Agra
risch Schouwen-Duiveland het
ontwikkelen van kruidenteelt
en gebruik van zonne-energie
als speerpunten opgenomen.
Als ander voorbeeld, waar hij
zelf ook bij betrokken is, noemt
De Brabander slim waterge
bruik voor teelt van pootaard-
appelen. Vanwege het gevaar
voor bruin- en ringrot is toepas
sing van oppervlaktewater geen
verstandige optie. Door het op
zetten van een project worden
andere mogelijkheden, zoals
opvang van regenwater, in
beeld gebracht
„Iets anders is de inrichting van
spoel- en wasplaatsen voor ma
chines en spuitapparatuur. De
regels voor het lozen van water
dat hiervan afkomstig is worden
strenger en daarmee ook de ei
sen voor de inrichting van een
wasplaats. De kosten komen al
gauw op zo'n 15.000 euro per
wasplaats. Dat is niet gering
Het is dan beter te bekijken of er
gezamenlijke wasplaatsen tot
stand kunnen komen en een ze
kere standaard-inrichting te
ontwikkelen", licht Danny de
Brabander toe.
Vernieuwing- het lijkt wel alsof
de boeren geen andere kant
meer op kunnen. Dat is ook zo,
vindt De Brabander. „Als we
doorgaan met produceren zoals
we nu doen, dan gaat het fout.
De land- en tuinbouw is aan
veranderingen onderhevig, dat
is niets nieuws onder de zonHet
is aan de ondernemende agrari
ër op die veranderingen in te
spelen om succesvol te blijven."
De ZLTO-adviseur heeft de in
druk dat boeren nog wel eens te
lang willen wachten om een ver
nieuwingsslag te maken. „Je
kunt ook een stap vooruit lo
pen." Hij geeft aan dat er ook in
het Zeeuwse een groeiend aan
tal groepen is dat dit doet.
Volgens De Brabander duet elke
boer die met zijn bedrijf door
wil gaan, er goed aan voor zich
zelf op een rijtje te zetten welke
kant hij op wil ..Zo'n inventari
satie hoeft niet veel geld te kos
ten en wij kunnen daarbij be
hulpzaam zijn Hij is ervan
overtuigd dat er voor de boeren
veel mogelijkheden zijn. „Er is
erg veel potentie. Daar geloof ik
in."
Rinus Antonisse
In maart 1906 overstromen in
Zeeland 25 polders en komt
4800 hectare land onder water
te staan. Veel dijken worden aan
de binnenzijde uitgehold - net
als in 1953. Ook de Kerkepolder
met daarin het dorp Oud-Vosse-
meer loopt onder. Daarvan
biedt de raadkaart van vorige
week, met de huidige Raadhuis
straat, een beeld. Aanleiding
was een doorbraak op 12 maart
van de zeedijk langs de Een
dracht, terwijl 13 maart ook de
binnendijk (Zwaandijkje) het
begaf, meldt N. G. Slager-den
Engelsman uit Oud-Vossemeer.
Volgens haar is de man die tot
boven de knieën door het water
waadt Kees Pipping „Op de
achtergrond het Ambachtshe
renhuis en de Nederlands her
vormde pastorie. Het
ambachtsherenhuis is nog in
functie, de pastorie is nu ge
meenschapsruimte De Vossen-
kuil. Links op de voorgrond de
dokterswoning en praktijk, die
thans nog als zodanig in gebruik
zijn", aldus Slager. W. P. Woit-
tiez-Zegwaard uit Breskens
voegt er aan toe dat in het am
bachtsherenhuis zich nog het
wapen bevindt van de Rosen-
velds, die in 1649 naar de Ver
Opnieuw uit de collectie van Hans Linden-
bergh een beeld van een watersnood in Zee
land. De vraag is: welk dorp staat in het water?
Aanvullende informatie over de situatie ter plek
ke is welkom bij de redactie.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag
25 januari worden gezonden naar de PZC ter at
tentie van Buitengebied, postbus 18, 4380 AA
Vlissingen, of per fax 0118-470102 of e-mailen
naarredactie@pzc.nl
Voor goede oplossers zijn weer drie waardebon
nen beschikbaar.
terswoning staat volgens deze
inzender de wagenmakerij van
Joh. Geluk en daarnaast dc win
kel met barbierszaak van Deur-
loo. „In de zaal van het am
bachtsherenhuis bevindt zich
een authentieke schoorsteen
met een schildering van vrouwe
Justitia, omgeven door de wa
penschilden van de vijftien
Zeeuwse regentenfamilies die
de ambachtsheerlijkheid in de
achttiende eeuw bezaten."
J W P. Cornelissen uit Yerseke
herinnert eraan dat de storm
vloed in 1906 ook overstromin
gen veroorzaakte in Yerseke
(Molen-, Pieters- en Olzende-
polders) en in Zeeuws-Vlaande
ren bij Hontenisse. „In het laat
ste geval kwamen genietroepen
te hulp om te helpen de doorge
broken dijk te dichten. In Oud-
Vossemeer kwamen koningin
Wilhelmina en haar man prins
Hendrik op 20 maart 1906 op
bezoek om hun medeleven te to
nen."
De winnaars van de waarde
bonnen zijn: C. M. Vriesma,
Oud-Vossemeer, P. T. de Hond,
Serooskerke (W) en G. Vis, 's-
Heer Hendrikskinderen.
Rinus Antonisse
J. J. Kesteloo uit Goes geeft aan
dat Oud-Vossemeer bij de Fe-
bruariramp 1953 droog bleef.
„Ik was daar toen werkzaam als
onderwijzeres. Het huis rechts
was de pastorie, later omge
bouwd tot woning van de wijk
verpleegster. Ik woonde daar
ook en had de kamer boven het
balkon. De wijkverpleegster
was Corrie van de Berg en later
zuster De Nooijer."
C. P. Fase uit Sint-Annaland
schrijft dat het ambachtsheren
huis in 1776 gebouwd is als
rechtshuis. De pastorie werd in
1896 gebouwd Naast de dok
enigde Staten emigreerden en
waarvan de bekende oorlogs
president Franklin D. Roosevelt
een nazaat is.
M A. Schuit-Voshol uit Goes
wijst op het bestaan van een
boekje over de watersnood van
1906, waarin de foto ook opge
nomen is. Haar ouders zijn in
1939 in het ambachtsherenhuis
- dat tot de herindeling van 1971
fungeerde als gemeentehuis -
getrouwd. „Ik ben er een van
Dies van Cees Sol uit de Meul-
straete. Mijn moeder is een
dochter van Piet den Engelsman
van 't veer."