Door de ogen van een
avontuurlijke schilder
PZC
Hemel en aarde
Reisverhalen Jan Cremer
De bomen
proza
Bas Heijne: Het verloren land.
Een verzameling van de co
lumns die Bas Heijne voor NRC
Handelsblad heeft geschreven
is gebundeld in het boek Het
verloren land. De columns zijn
verdeeld over drie thema's: On
behagen en onvermogen, Een
nationale psychose en Een Hol
landse Messias. Kortom: het
boekje gaat over Nederland en
zijn bewoners. Wie zijn wij? Wat
verbindt ons nog? Waar komt
die manische mondigheid toch
vandaan zijn vragen die Heijne
stelt. En hij beantwoordt ze ook
nog. Uitgeverij Prometheus,
217 pag., €14,50.
Jan Marijnissen: Nieuw Opti
misme. De lijsttrekker van de
Socialistische Partij over de ge
schiedenis van Jan Marijnissen
en zijn partij de SP In Nieuw
Optimisme analyseert Marijnis
sen politieke fenomenen als het
neoliberalisme, Paars en Pim
pelpaars. Ook laat hij zijn licht
schijnen over zaken als solidari
teit, integratie en de Europese
eenwording en gaat hij in op
vooroordelen over hemzelf en
zijn partij. Uitgeverij Aspekt,
140 pag., €12,50.
Peter Delpeut: De grote bocht.
Kleine filosofie van het fietsen.
De cineast en auteur Peter
Delpeut heeft met zijn vriendin
Céline drie maanden door Ame
rika getoerd. Per fiets van de
oostkust naar de westkust van
de VS. Waar hij aan heeft ge
dacht, wat hij heeft gezien en
vertaald
Daniel Mason: De pianostem
mer. Het is oktober 1886 als pia
nostemmer Edgar Drake een
vreemd verzoek van het Britse
ministerie van oorlog bereikt.
Hij krijgt de opdracht om naar
de jungle van Birma af te reizen,
waar een zeldzame vleugel ge
repareerd moet worden. Öp zijn
reis ontmoet Drake behalve
profeten en dieven, soldaten-
vertellers en soldaten ook een
fascinerende vrouw. Bioloog
Daniel Mason (1976) studeert
medicijnen en bracht een jaar
door aan de grens tussen Thai
land en Myanmar, het vroegere
Birma, waar hij een groot deel
van De pianostemmer schreef.
Vertaling: Lilian Schreuder.
Uitgeverij De Bezige Bij, 400
pag., €19,50. Verschijnt 22 ja
nuari 2003.
Nicola Lecca: Portret in zwart.
Anne-Rose is schrijfster. Ze
woont in Parijs en is eenzaam
Haar dagelijkse strijd tegen de
vergankelijkheid, het overbodi
ge. verwoordt ze in een weemoe
dig dagboek. Anne-Rose staat
model voor de crisis van de mo
derne tijd Haar dagboek is de
sublieme monoloog van haar
hartstochtelijke overtuiging
dat het leven tot op de bodem
geleefd moet worden om het te
kunnen overstijgen. Nicola Lec
ca (1976, Cagliari) woont en
werkt in Londen. Óp 22-jarige
leeftijd debuteerde hij met de
verhalenbundel Cancerti senza
orchestra, waarvoor hij ver
wie hij heeft ontmoet heeft Del
peut vastgelegd in anekdotes.
Een enerverend relaas van de
fietstocht bindt de anekdotes
aan elkaar. Ook heeft hij geesti
ge verhalen uit de fietsromans
van onder anderen H.G. Wells
en Alfred Jarry, in feite zijn fiet
sende voorgangers, toegevoegd.
Uitgeverij Augustus, 140 pag.,
€13,50.
Theodor Holman: Nog steeds al
leen. Het jongste boek van Hol
man is een bundel columns die
hij voor Het Parool schreef. Nog
steeds alleen gaat over 'het lot'
van de duizendpoot. Ter intro
ductie alleen het volgende: ooit
vroeg een knappe verslaggeef
ster aan Theodor Holman: 'U
bent aantrekkelijk, u bent rede
lijk bekend, u kunt prachtig
schrijven, u hebt literaire prij
zen gewonnen, u hebt een dage
lijkse column in Het Parool, een
wekelijkse column in De Groene
Amsterdammer, u bent ook nog
eens componist, regisseur, zan
ger, acteur, u hebt een eigen
talkshow en een eigen radio
show...hoe kan het dat u nog
steeds alleen bent7' 'Het is mijn
lot, mevrouw.' 'Maar u kunt uw
lot toch veranderen?' De ver
slaggeefster schreef toen op:
'Het bleef even stil. Er rolde een
traan uit Holmans oog.' Toen
Holman de tekst onder ogen
kreeg, maakte hij van 'een
traan' 'twee tranen'. Een eind
redacteur heeft later die hele
passage geschrapt. Uitgeverij
Mets en Schilt, 160 pag., €17,-.
schillende literaire prijzen ont
ving. Vertaling Marieke van
Laake, Uitgeverij Prometheus,
151 pag., €16,95.
Rashid Novaire: Maïsroest. Dito
Keep hield niet van zijn broer
Gerben. Dat beseft journalist
(Dito) tien jaar na de dood van
zijn broer. Gerben is vermoord
ergens in Midden-Europa.
Daarheen was Gerben gegaan,
op zoek naar avontuur. Begin
twintigste eeuw kijkt Dito terug
op de jaren rond de moord op
Gerben. Hij reconstrueert de ge
schiedenis van zijn broer. De re
constructie gaat echter niet al
leen over Gerben maar ook over
Dito zelf. Maïsroest is de eerste
roman van Novaire. Eerder
werd zijn verhalenbundel Rei
gers in Cairo gepubliceerd. Uit
geverij De Geus, 125 pag., €16,-.
Michael Tolkin: Onder radar
Tom Levy heeft het allemaal
goed voor elkaar: een vrouw en
twee dochters en bakken vol
met geld. Maar aan zijn geluk
komt abrupt een einde. Op va
kantie in Jamaica met het gezin
wordt Toms jongste dochter las
tiggevallen door een man. In
zijn razernij vermoord Tom de
dader, waarop hij wordt vastge
zet in een Jamaicaanse gevan
genis. In de bak hoort hij van een
medegevangene een bijzonder
verhaal, dat zijn hele leven ver
andert Vertaling: Hans van
Cuijlenborg. Uitgeverij Bert
Bakker, 219 pag., €19,95.
Jan Cremer: zijn zucht tot overdrijven neem je graag voor lief.
Theo Bohmers/GPD
n De wilde horizon
bundelde Jan Cremer
een deel van zijn
reisverhalen. Als reizend
correspondent trok hij naar
Lapland, Groenland, Siberië
en Mongolië. Het lijvige
boek geeft een beeld van
Kuifje in de voetsporen van
Dzjingiz Chan.
Eigenlijk is Jan Cremer nog
steeds die schrijver van dat
ene boek. Sinds het verschijnen
van zijn beruchte debuutroman
'Ik Jan Cremer'in 1964 is hij niet
meer weg te denken uit de va
derlandse letteren. Het boek
zorgde voor zoveel opschudding
dat zijn naam was gevestigd. In
Nederland en, als we de schrij
vende beeldend kunstenaar
Cremer moeten geloven, vooral
daarbuiten. Het zal dan ook wel
om die reden zijn geweest dat
drie jaar geleden de teksten in
de overzichtscatalogus 'I paint I
write I paint' in zowel het Ne
derlands als het Engels werden
opgenomen.
En maar al te graag vertelt hij in
'Landingspoging op Groen
land', het laatste verhaal uit De
wilde horizon, over zijn ont
moeting met een Deense blondi
ne, 'type SAS-stewardess'.
Aanvankelijk wordt hij door
haar koeltjes behandeld. 'Maar
toen ze 'journalist' in mijn pas
poort zag staan en vroeg of ik
toevallig ook schrijver was,
bleek mijn boek in Deense ver
taling bij hen op de plank te
staan.'
Welk boek? 'Logboek' uit 1978?
Een deel van zijn trilogie 'De
Hunnen' uit 1983? Zeer zeker
niet zijn vier jaar geleden ver
schenen verhalenbundel 'De
Venus van Montparnasse'. Het
is nauwelijks voor te stellen dat
de lezers in Groenland geïnte
resseerd zijn in Cremers ge-
Cremers bluf, waaraan maar
geen einde lijkt te komen. Jan
Cremer, zelfs in Groenland een
fenomeen. Publiceerde ook in
Mongolië een onverbiddelijke
bestseller... Om over zijn kas
succes bij de Lappen nog maar
te zwijgen...
De zucht tot overdrijven van
Jan Cremer kun je óf zeer waar
deren, óf zorgt al snel voor irri
taties. Een voorbeeld. In zijn
boek schrijft hij dat het even
wennen is aan de heersende
mentaliteit van de eskimovrou
wen. 'Want terwijl de mannen
hier oogcontact vermijden,
hoofdpijn veinzen en meer in
hun drank verdiept zijn, blijken
de vrouwen als verwoede ama-
scheld op zijn collega Armando
of zijn geschimp op de Holland
se keuken.
Nee, 'mijn boek', dat ene boek,
dus. Het citaat staat in De wilde
horizon afgedrukt op pagina
460, als de lezer al een flinke
hoeveelheid beschrijvingen van
ondergaande zonnen, chaoti
sche zoektochten, doorzakpar-
tijen en vrouwelijke lichaams
delen achter de rug heeft. En de
opmerking is typerend voor
zones op jacht naar mannen-
vlees, houden ze een ware
strooptocht en afmattingsslag.'
Is dat niet prachtig, mannelijke
lezers7 Daar kan toch geen wer
vende tekst in een toeristische
reclamefolder over Groenland
tegenop?
Naast alle overdrijvingen bevat
De wilde horizon vooral be
schrijvingen en passages waar
in Cremer op een meer natuur
getrouwe manier oog heeft voor
zijn omgeving. Hij beschouwt
zichzelf als een buitenstaander,
iemand die zich als het ware in
één groot levend kunstwerk be
vindt. Op die momenten laat hij
zijn eigen persoon achterwege.
En hierin schuilt vaak de kracht
van deze vier lange verhalen,
voor een klein deel aan het begin
van de jaren zeventig versche
nen in het tijdschrift Avenue en
nu grondig uitgebreid en be
werkt.
De wilde horizon is geschreven
door een klassieke avonturier,
een romantische geest die voort
durend op zoek is naar de voet
sporen van Dzjingiz Chan ('de
mythische figuur die hem sinds
zijn jongensjaren boeide') en het
gebied dat nog ontdekt moet
worden. En door een schilder.
Als hij vanuit het vliegtuig Fin
land ziet liggen, schrijft hij:
'Duizenden kleuren bruin en
geel. Als het palet van Rem
brandt.' Over de uitgestrekt
heid van Lapland laat hij weten.
'Een wildernis in beschaafd Eu
ropa, verscholen in de westerse
wereld. De grote stilte van de
barre woestenij Op die mo
menten krijg je de indruk dat
zijn notities daadwerkelijk hout
snijden. En dan neem je zijn
zucht tot overdrijven graag voor
lief.
Jacob Moerman
Jan Cremer: De wilde horizon - Uit
geverij De Bezige Bij, Amsterdam,
544 pag., prijs 19,90
Boom, bomer, boomst. Paul
Geerts, advocaat, journalist
en vooral tuinier, stelde de bun
del Een boom is meer dan er
staat samen. Je hebt bloemle
zingen en bloemlezingen, maar
dit is dus een onvervalste boom
lezing met de honderd mooiste
gedichten uit ons taalgebied
over bomen. Een met veel liefde
samengesteld boek over een
weinig voor de hand liggend on
derwerp.
Alhoewel, wat is voor de hand
liggend? Het raam waaruit ik
kijk, biedt uitzicht op zeker
twintig bomen. Toegegeven, het
is een raam in het boomrijke
Wassenaar, maar er bestaat
nauwelijks een Nederlands
raam waaruit geen enkele boom
te onderscheiden valt. Zodoen
de bindt niets ons op zo vanzelf
sprekende wijze met de natuur
lijke omgeving als de boom.
Zelfs de meest verstokte na-
tuurnegeerder kan het niet ont
gaan: de bladeren vallen, de bla
deren verschijnen, de seizoenen
komen, de seizoenen gaan.
De bomen getuigen beslist niet
alleen van de jaargetijden. Wan
neer je de dichters mag geloven,
en ik geloof ze graag, verbinden
ze met hun diepe wortels en hun
hoge toppen ook een beetje he
mel en aarde. Zelfs de nuchter
ste poëten geven dat grif toe.
K. Schippers heeft eens be
weerd: 'In de bomen is de hemel
dichterbij.' Anderen vallen hem
grif bij. Hans Andreus zei het in
zijn 'Boombeschrijving' als al
tijd heel bevlogen: 'Naar een
boom/ ziende zie ik/ hemel en
aarde in elkanders/ armen.'
In zekere zin zijn bomen ook
symbolen van de tijd. Ons leven
is kort, het hunne is lang. Het
volksgezegde wil 'Boompje
groot, plantertje dood', en voor
de meeste soorten gaat die wijs
heid inderdaad op. Natuurlijk
ook weer iets wat tot de verbeel
ding van dichters spreekt, kan
men in deze bundel vaststellen.
'De bomen leven langzaam
De spar, nu bijna zeventig
is door Óom Chris geplant
ik hoop zij worden negentig
net als een olifant
De Japanse kers van Grootmama
is aan zo'n leeftijd nog niet toe
hij is op heden vijftien jaar
en ik weet nu nog hoe
Zij hem eens plantte in de tuin
tuinman Peters was erbij
ze waren over de 70 en ruim
10 jaar nog leefden zij
Zo gaat de ouderdom teloor
en straks zal ik hen volgen
de bomen leven langzaam dooi
de mens wordt snel verzwolgen
door/ de mens wordt snel
zwolgen', schrijft Keesftw
in het hierbij afgedrukte,
dicht. Zelfs het sterven vati!
men gaat traag. Op het erf;
mijn buren staat een oeroa
meidoorn die al een kwarteg
aan het doodgaan is. Gelukb,
de prachtige boom noij,
dekt door de plantengeog
kundige dienst die vanwegel
bacterievuur ten onrechteja^
op de soort maakte 'Nogvoorj
was geboren/ stond hij al in
tuin', zegt Mies Bouhuvso?
een geliefde boom. Een boontj
voorgeslacht, maar tegelijk
komeling. O f zoals C. Buddiri
opmerkte toen een bruine 5
doorn in z'n voortuintje
schoot- 'Een soort onechtnah
mertje.'
De boom als persoon: t
rode draad van deze bloest
zing De boomdichters bij 3
stek blijken Chr. J van Gets
Guido Gezelle, met elk \ïej
dichten. Maar AdriaanMonj
Maarten Doorman, Hannvlfe
chaelis en vele anderen hood
de boom ook in ere. Er is j*
van bekende en van onbekes
dichters, bijvoorbeeld vang)
mand met de toepas
naam Wim van den 1
Jammer genoeg schrijft deg
over berken. Mét kaste:
beuken en appelbomen a
wens het favoriete gewasva
dichters. De bundel is ven
in hoofdstukken met lofz;
seizoenszangen en klaa
gen. In het laatste geval ga
uiteraard over belaagde lx
Paul Geerts zal stellighopescjl
z'n boek geen al te groot su
wordt. Dat zou immers bet
nen dat er veel bomen voorgtj
veld moesten worden. Bi
die 'beeldspraak van den
zijn.'
Mario Moleg
n er staat. Di
1dichten
Een boom is meer dan e
100 mooiste boomgedichten. St
mengesteld en ingeleid door Pal
Geerts. Uitgeverij LannooTielt.li
pag., 12,95.
Kees Winkler
Rudy Kousbroek
dindiki
aast niet te beschrijven, wat
deze foto oproept: het
Pasanggrahan-gevoel. Och
tendkoelte in de tropen; er
zijn nog geen slagschaduwen. Pasanggrahans
waren die specifiek Oost-Indische gouverne-
ments-logiezen waar je voor weinig geld kon
eten en overnachten. Alleen is dit niet Neder-
lands-Indië maar Afrika, dat is te zien aan de
architectuur van de hut - en aan die van de tro
penhelmen: onmiskenbaar Frans. Frans Afri
ka.
Inderdaad, het zijn André Gide en Mare Allé-
gret tijdens hun befaamde reis door equatori
aal Afrika 1925), leidend tot Voyage au Congo,
de film van Allégret en het gelijknamige boek
van Gide, waar veel over te doen is geweest. De
opvouwbare stoeltjes en het onvaste tafeltje
hoorden vermoedelijk bij de reisbagage en roe
pen het beeld van een rij dragers op. Maar nu
ik had die foto - mijn excuses voor de slechte
kwaliteit - al vaak bekeken voor ik zag dat er
een dier op voorkomt, tegen de rugleuning van
Gide's stoel en zijn bovenarm: een aapachtig of
katachtig dier met een wollige vacht, maar te
langwerpig om een kat of een aap te kunnen
zijn. Nasporingen brachten aan het licht dat
het in feite een perodicticum is, een soort lui
aard, naamloos in ons deel van de wereld; Gide
noemde hem Dindiki, naar zijn soortnaam in
Centraal Afrika. Dindiki heeft Gide op een
groot deel van zijn trektocht van 1000 km door
de Congo en Tchad vergezeld.
Je hoeft maar even in Gide te lezen om in te zien
wat een groot schrijver hij is. De manier waar
op hij de wereld zag en probeerde te beschrij
ven is niet verouderd. Voyage au Congo was
een lucide afrekening met het kolonialisme,
zoals tien jaar later Retour de l'URSS met de
Sovjet-Unie. Het opmerkelijke is dat Gide zo
veel intellectueel gezag genoot dat het hem
betrekkelijk onkwetsbaar maakte voor de
pogingen tot karaktermoord die deze boeken
bij hun respectievelijke tegenstanders uitlok
ten.
Dat Gide van dieren hield is alleen al af te lei
den uit de liefdevolle wijze waarop hij in Le
Prométhée mal enchainé (1899) de arend be
schrijft. De arend heeft honger en Prometheus
laat hem van zijn lever eten. Als de arend ge
noeg aangesterkt en Prometheus voldoende
vermagerd is neemt hij hem in zijn klauwen
mee naar onbekende verten. Prometheus ver
kiest de arend die hem verslindt boven de
mens: Jen'aimepas l'homme, zegt hij; j'aimece
qui le dévore'ik houd niet van de mens. ik
houd van wat hem opvreet'. Gide had net als
zijn vriend Mare Allégret een protestantse
achtergrond*).
Nog voor de publicatie van Voyage au Congo
verscheen een korte monografie over Dindiki,
een van Gide's tederste en meest emotionele
teksten, onder de titel Dindiki ou le Pérodicti-
que potto, later herdrukt in het verzameld
werk (1937). Het blijkt dat Gide Dindiki, een
boombewoner uit het tropische oerwoud, had
gekregen van het stamhoofd van Zaoro Yanga,
een dorpje in de Franse Congo, 'Aanvankelijk
aarzelde ik hem te aanvaarden', schrijft Gide,
'omdat ik niet voorzien kon hoe lief hij was.'
Hij was nog klein, niet groter dan een rat. Uit
voorzorg hield Gide hem eerst aan een lijn,
maar al gauw zag hij in dat dat niet nodig was:
'de adoratie bleek wederzijds. Voortaan bleef
hij bij mij, tegen mij aan, op mijn schoot of op
mijn schouder. Ik zou voortaan zijn boom zijn,
een boom die wandelde en naar onvoorzienba
re plekken ging.'
'Zijn snuit is niet langer dan die van een beer.
Van zijn ogen zie je niet meer dan een goud
bruine iris, bijna zonder pupil, het diafragma
is overdag gesloten'. 'De ronde oorschelpen
gaan schuil in zijn vacht. Zijn poten maar het
woord 'poot' is misplaatst: hij heeft armen, be
nen en handen. Vier handenZijn bewegingen
zijn traag en bedachtzaam 'De sprong heeft
geen plaats in zijn ethiek: 'Natura non fecit sal-
tus'. Als je wilt dat hij zich haast wendt hij zich
tot je en protesteert met kleine geluidjes, ge
hinderd alsof je hem stoorde in zijn gedachten-
gang.' Hij is uiterst aanhalig, omhelst, legt zijn
snuit tegen je wang, 'je verwacht dat hij zal
gaan spinnen', maar het blijft bij strelen
Gide had nog gehoopt een vrouwelijk exem
plaar te vinden en de dieren samen mee terug te
nemen naar Frankrijk, maar ergens in Tchad
ging het mis. Als bewoner van de jungle was
Dindiki niet gewend aan temperaturen hoger
dan 35 en de hitte van de open vlakte, 45 in de
schaduw, werd hem fataal. Gide is vol zelfver
wijt. 'Dindiki, mijn onafscheidelijke metgezel
voor de lange duur van deze lange reis, nog
steeds mis ik je en treur ik om je.'
Mare Allégret was een cineast die vaak
wordt verward met zijn broer Yves, die ge
trouwd was met Simone Signoret en ook films
maakte, waaronder het weinig bekende mees
terwerk Une si jolie petite plage (1949), waar
van nu alleen nog een verminkte versie in om
loop is.
vrijdag 17 januari 2003