Einde aan varen tussen
overkanten in Delta
Kunn'n juddder
dat allemao
goed volgen?
0f> Foze*
Guust zet keuken van de Bierkreek in brand
i
donderdag 16 januari 2003
Sinds mensenheugenis is de zuidwestelijke Delta een
land van overkanten. Als mensen zich verplaatsen ko
men ze altijd water tegen. Brede en smalle stromen vor
men barrières, die alleen per boot geslecht kunnen wor-
Vele eeuwen worden de
verbindingen in Zee
land onderhouden met stei
gerschuiten voor de bredere
wateren en roeiboten voor de
smalle stromen. Naarmate
het vervoersaanbod groeit
en er behalve mensen ook
wagens en vee overgezet
moeten worden, komt een
schuitvlot in zwang De
zeilschepen worden in de
loop van de negentiende
eeuw vervangen door stoom
boten en weer later door mo
torschepen. Het getij en de
wind oefenen lange tijd grote
invloed uit op de regelmaat
en tijd van de overtochten.
Veren zijn ooit een belangrijk
bezit geweest. In de Middel
eeuwen horen ze aan de vorst
toe, onderdeel van zijn soeverei
ne rechten, net als bijvoorbeeld
het visrecht. De koningen en
keizers oefenen niet zelf overal
de controle over hun uitgebrei
de rijk uit. Ze laten gebieden be
sturen door graven en hertogen,
die op hun beurt delen belenen
aan de lagere adel. Deze leen
mannen zijn de machtige plaat
selijke gezagsdragers.
Ze bezitten de 'heerlijke rech
ten' en worden ambachtsheren
genoemd. De ambten gaan over
van vader op zoon en zijn erfe
lijk. De ambachtsheer benoemt
het dorpsbestuur, stelt de
schoolmeester aan, verpacht
vis- en andere rechten. Daaron
der ook het veerrecht. Alleen de
ambachtsheer is bevoegd tot het
doen bedienen van de veren. Hij
heeft zodoende het monopolie
op het openbaar vervoer te wa
ter.
De ambachtsheerlijke rechten
worden pas in de Franse tijd,
vanaf 1795, beknot. De rechten
komen aan de staat toe. Bij het
ontstaan van het Koninkrijk der
Nederlanden in 1813 wordt dat
weer teruggedraaid, maar het
den. Dat gebeurt ook eeuwenlang. Op tal van plaatsen
in Zeeland zijn de veren heel lang de enige verbinding
tussen de eilanden. Het is ongetwijfeld de oudste vorm
van openbaar vervoer. Na 137 jaar verdwijnen de laatste
geregelde veerdiensten op de Westerschelde, door de op
heffing van de Provinciale Stoombootdiensten in Zee
land (PSD). Vanaf nu in Buitengebied een serie over
(verdwenen) veerdiensten op de Deltawateren.
Stoomboot Schelde aan het Havenhoofd in Zienkzee.
foto's kaartencollectie Hans Lindenbergh
Rijk gaat zich wel veel meer be
moeien met de veren. Koning
Willem I zorgt voor de oprich
ting van rijksveren. Ook de pro
vinciale besturen gaan zich ver
antwoordelijk voelen voor de
veerdiensten.
Dat is zeker in Zeeland, waar
ooit meer dan honderd grote en
kleine veerverbindingen op de
kaart staan, geen overbodige
luxe. In mei 1828 komt er voor
het eerst in de geschiedenis van
de provincie een geregelde veer
dienst. Met een stoomschip, dat
minder afhankelijk is van de
elementen dan zeil- en roeibo
ten. Stoomboot De Schelde, een
houten raderboot, gaat varen op
de Beneden-Schelde, tussen
Vlissingen en Breskens. Het
is een initiatief van Middel
burgse kooplieden; de provincie
beperkt zich tot financiële
steun.
In het eerste jaar maken 5757
passagiers gebruik van de nieu
we verbinding. Gedeputeerde
Staten zijn enthousiast ,,Het in
de vaart brengen der stoomboot
heeft dadelijk op de verdere ver
betering der middelen van com
municatie invloed gehad
Vooral in financieel opzicht is
het voortdurend kwakkelen met
de veerdienst. Op 1 maart 1866
besluiten Provinciale Staten tot
oprichting van de PSD. Er zijn
dan in de provincie nog meer
dan vijftig veerdiensten. Door
de opening van de Westerschel-
detunnel op 15 maart is Zeeland
geen land van overkanten meer
en kan de PSD worden opge
doekt.
Noodzaak
Helemaal verdwijnen doen de
overzetveren niet. Tussen Vlis
singen en Breskens blijft een
fiets-voetveer varen, waarvan
de exploitatie door de provincie
wordt uitbesteed. En de laatste
jaren keren op de routes van de
opgeheven veerdiensten weer
boten terug. Nu echter niet uit
economische noodzaak, maar
als toeristische attractie: een
rondje met een pontje. Het va
ren op de Zeeuwse wateren
blijkt vooral de nostalgische ge
voelens aan te spreken
De PSD beperkt zich aanvanke
lijk tot de Westerschelde. Er
wordt niet alleen tussen Vlissin
gen en Breskens gevaren, maar
ook van Vlissingen over Terneu-
zennaarHoedekenskerke. In
1867 wordt de Boven-Schelde
in de dienstregeling opgeno
men, met Walsoorden en Hans-
weert (Vlake) als aanlegplaat
sen. Het traject Walsoorden-
Vlake (nu Perkpolder-Kruinin-
gen) is in het begin een particu
liere aangelegenheid; pas vanaf
1905 neemt de provincie hier de
verantwoordelijkheid op zich.
Op de Oosterschelde worden
lange tijd de veerdiensten door
particulieren onderhouden. On
der meer door de Zeeuwsche
Spoorbootmaatschappij, tus
sen Middelburg, via Wol-
phaartsdijk en Katseveer, naar
Zierikzee. Zelfs met subsidie
van de provincie blijkt het op
den duur niet mogelijk de on
derneming rendabel te houden.
Vanaf 1912 wordt het werkter
rein van de PSD uitgebreid met
de diensten tussen Schouwen-
Duiveland, Noord- en Zuid-Be
veland en Walcheren. In 1913
komt de dienst Kortgene-Wol-
phaartsdijk erbij (tot 1960) en
vanaf mei 1924 is de PSD ex
ploitant van het traject Veere-
Kamperland (tot 1961). De
komst van de Zeelandbrug eind
1965, maakt een eind aan de lijn
van Kats (voorheen Katseveer)
naar Zierikzee (de Val). Opval
lend is dat de provincie zich
nooit zo heeft bemoeid met de
veerverbindingen in het noor
den. Dat werd vooral overgela
ten aan de Rotterdamse Tram
weg Maatschappij.
Rinus Antonissc
Me ziin schóóne op tiid, hoor
ik een man tegen zijn
vrouw zeggen, als ze de bijna
nog lege zaal van het Oostburg-
se Ledeltheater binnenstappen.
D'r is nog plekke zat. Kiek, daor
in 't midden, dao gaon m'ons 'n
kêê zetten. Voorzichtig zij
waarts schuifelend bereiken ze
de aangeduide plekken en laten
ze zich op de klapstoeltjes neer
zakken
Het is zaterdagavond. Het
volkstheater De Scheldegalm
van Kloosterzande speelt een
uitwedstrijd met Kopers en
Duivinnen en wel in het westen,
zoals daar het Land van Cad-
zand wordt genoemd. In Axel en
Hulst waren er al twee voorstel
lingen geweest en nu is dus het
gezelschap naar Oostburg afge
reisd. Het lijkt wel of een grote
groep supporters de toneelclub
volgt. Maar zo is het niet, blijkt
later die avond als ik met een
paar mannen van Clinge in ge
sprek kom.
Nee, het was niet vanwege het
ritje naar het onbekende Oost
burg, maar omdat alle voorstel
lingen in Axel en Hulst al uit
verkocht waren. En van de extra
voorstelling in Den Dullaert op
31 januari hadden ze nog niet
gehoord. Hoe koste wij dat nou
weten?, piept één van de man
nen. Dan wjeunde je op de Cling
en dan hjeurde in Jeusburg, dat
er in Juist op 't end van de mond
nog 's gespild wjeurd. En van co-
lère stampt hij zo hard op de
vloer, dat bier uit zijn glas spet
tert en op de grond kletst. M'èn
nog gêên natigheid genoeg had,
denk ik.
Driekes
Tegen achten wordt het echt
lekker druk. En het lijkt wel of
hele families op pad zijn. Een
clubje van zes personen komt op
de rij voor ons zitten. Gelukkig
zijn ze niet al te lang uitge
groeid, want ik zou toch graag
het hele stuk willen zien. Wel
goed in de breedte uitgedijd,
maar dat is hun probleem. Na
een paar minuten staan er drie
van het gezelschap op en ver
dwijnen richting rookkamer
Driekes vrijhouden, hoor ik de
ene vrouw tegen de andere zeg
gen. Ze knikt. Driekes, waar
zullen ze dat zeggen? Da's wel
uit het Land van Hulst en omge
ving.
Kiek 's, zegt mijn buurman ach
ter mij, ze gaon beginnen en on
dertussen hoor ik hem een hele
beschrijving geven van het de
cor De twee duivenhokken, de
bomen, het achterplaatsje van
de bakkerij, de waslijn en de
waterput.
Hoofdpersoon in het toneelstuk
is Ward, vrijgezel en bakker, die
samen met zijn moeder een win
keltje drijft en duivenmelker is.
Natuurlijk komt er een dame
opdagen, maar na allerlei
amoureuze verwikkelingen
kiest Ward uiteindelijk voor zijn
duiven. Dat doet niet de vrijge
zelle Door de Rijk, duivenmel
ker en kunstenaar. Die gaat er
met zijn Eugenie vandoor
Beide mannen worden prima
neergezet en groeien in de loop
van het stuk uit tot kanjers, elk
wel een andere richting op.
Details
Veel aandacht is besteed aan de
details. Goed gevonden is bij
voorbeeld het water putten uit
een regenbak. Ward neemt de
aker, doet het putdeksel weg en
gooit de aker in de regenbak. Hij
haalt twee keer water op en doet
dat in een grote wasted. Dao
moe je daorom ook nog de slag
van 'èn, hoor ik mijn buurvrouw
zeggen als ze ziet dat Ward wer
kelijk water put. Ward zet de
natte emmer op de keel van de
regenbak en gaat verder met
zijn spel, totdat hij plotseling de
emmer pakt en het water in de
zaal gooit. Maar... de natte em
mer blijkt leeg. De mensen in de
zaal liggen dubbel van het la
chen. Een prima vondst.
Dat geldt ook voor het GSM-tje,
dat Door voor zijn verkochte
duiven van een Japanner
ontving. GSM? Waovoor staot
dat? Niemand weet het, totdat
er iemand roept: Geen snoer
meer.
Het is een avond van lachen,
goed spel en een goede tekst.
Daarin zit het succes. Dat hoort
ook bij een volkstheater. Om de
twee jaar speelt De Schelde
galm een stuk in dialect, ge
schreven door George Spon-
selee en Ed Steijns Deze twee
mannen kennen hun streek met
de folklore, volksaard, de rijk-
dom aan zegswijzen en spreu
ken van hun dialecten.
Kunn'n juddder dat allemao
goed volgen?, vraag ik op het
eind van de voorstelling aan
mijn buurvrouw. Och, zegt ze
bedachtzaam, zo typerend voor
de mensen van het Land van
Cadzand,oc/i, da's voor ons toch
gêên probleem ee. Ik knik en zeg
dat het toch eigenlijk goed te
volgen is. Daarover zijn het we
allebei eens
De schrijvers van het stukzijn
deze avond ook naar Oostburg
afgereisd. Niet alleen om de
sfeer te proeven, want de familie
Sponselee had in een plaatselijk
restaurant ook nog eens van de
producten uit de keuken geno
ten. Nie slecht, zegt Sponselee,
als ik hem naar deze avond
vraag. Wij hebben lekker gege
ven en het toneelstuk was puik.
Al pratend komt zijn diepe wens
naar buiten: zulke avonden
zouden er meer moeten zijn.
Genieten van mekaars produc
ten.
Een discobus stopt op het Le-
delplein. De jeugd staat trappe
lend van ongeduld en kou bij het
bushokje. Een ander publiek
dan in de toneelzaal te zien was.
De bus raakt vol. Vrolijke ge
zichten, gezang en geloop door
het gangpad. De chauffeur toe
tert nog eens en trekt op. La
chend en zwaaiend richting
Cadzand, naar de Joy, waar de
jeugd uit deze omgeving zich
omstreeks de scheiding van
vandaag en morgen treft. De
jonge duiven en duivinnen
Rinus Willemsen
Agenda
In het Kerkje van Ellesdiek
(Ellewoutsdijk) wordt zondag
19 januari een oecumenische
bijeenkomst in het Zeeuws ge
houden.
De overweging wordt verzorgd
door A. Overbeeke-Stoutjesdijk
uit Heinkenszand in het dialect
van Schouwen. Het thema van
de overweging is: Mensen on
derweg. De bijeenkomst begint
om 14.30 uur
De Bierkreek tussen IJ-
zendijke en Schoondijke
is de eerste biologische ro
zenkwekerij van Neder
land Wat begon als een
hobby van vier vrienden,
is drie jaar later een pro
fessionele kwekerij, waar
idealisme en dadendrang
gelijk op gaan met zake
lijk inzicht en behoefte
aan perfectie. Wat blijft is
het deeltijd-ondernemer
schap. Want Geertje van
der Krogt, Eric de Millia-
no, Marianne Lundahl en
Hans van Hage hebben er
allevier een baan bij.
Geertje en Eric hebben enke
le turbulente weken achter
de rug. Ondanks de relatieve
rust op de kwekerij in verband
met 'vorstverlet', zijn er voort
durend andere zaken die hun
aandacht opeisen. Allereerst
hebben ze nog te kampen met de
naweeën van een brandje in de
keuken van de boerderij. Die
was twee dagen voor kerst ont
staan nadat hun hond Guust,
een imposante Bullmastif (een
kruising tussen een bulldog en
een bloedhond) kans had gezien
de kookplaat van het fornuis
aan te zetten.
„En daarop stond een plastic
plankje met brood. Dat smolt en
vatte uiteindelijk vlam. Een
troep, onvoorstelbaar. Het roet
was zelfs neergeslagen in de
koelkast. Gelukkig bleef de
schade beperkt, maar we zijn
toch zeker drie dagen bezig ge
weest om de boel schoon te ma
ken. Er moet nu nog een nieuw
behangetje op de muren en dan
zijn we klaar", aldus Eric. Beide
honden van de familie, behalve
Guust loopt ook het 'vuilnis-
bakje' Loetje op de boerderij
rond. zijn volgens Geertje on
deugender dan ooit. „Niets is
veilig voor ze de laatste tijd. Van
de week hebben ze bijvoorbeeld
een hele doos kluifjes leeggege
ten die ik per ongeluk op de keu
kentafel had laten staan."
Daarnaast kost de zorg voor
beide oma's redelijk veel tijd en
aandacht. Zo is bij Erics moeder
vorige week een pacemaker ge
plaatst. Geertjes moeder is ge
veld door een longontsteking en
ligt eveneens in het ziekenhuis.
„Ze heeft een hart met drie var-
kenskleppen, dus loopt ze een
redelijk groot risico", verklaart
ze. Gelukkig kunnen er nog wel
grapjes worden gemaakt. Eric:
„Tijdens de mkz-crisis waar
schuwden we haar regelmatig
dat ze niet te veel buiten moest
komen. Stel je voor dat ze haar
hadden geruimd." Door de rus
tige winterperiode is Geertje er
eindelijk toe gekomen de admi
nistratie van de kwekerij bij te
werken. Verder vliegt Hans van
hot naar haar om de voorberei
dingen op het nieuwe seizoen af
te ronden. Een bezoek aan de
jaarvergadering van de bond
van rozenkwekers heeft hij in
middels achter de rug. Daar
naast rijdt hij nu regelmatig
naar Limburg om handel uit te
wisselen met een collegakwe
ker. Ook heeft hij tal van inko
pen gedaan, zoals nieuw
plantmateriaal en speciale ro-
zenspullen.
Eric hoopt volgende week bos
plantsoen te kunnen rooien.
Door de nattigheid van de voor
bije weken (tussen de twee laat
ste vorstperiodes is 186 milli
meter regen gevallen; een kwart
van het langjarig gemiddelde) is
die kans redelijk klein, omdat
ook de vorst nog uit de grond
moet. „Gelukkig hebben de ex
tra greppels die wc in verband
met de kweekactiviteiten heb
ben gegraven, hun nut bewezen.
Er is een enorme massa water
naar de kreek afgevoerd, waar
door het land veel minder nat
is."
De rozen hebben de vorstperio
de goed doorstaan, ondanks het
feit dat ze niet konden worden
afgedekt. De zeilen die hiervoor
worden gebruikt, waren bij het
oprollen veel te nat. waardoor
ze waren vastgevroren tot een
grote klomp ijs. De suggestie
van meewerkend 'voorvrouw'
Hetty Couqué om voortaan rie
ten matten te gebruiken werd
door Eric als onpraktisch afge
daan. Zo'n constructie zou veel
te zwaar worden. Op schertsen
de toon: „Dan denk ik eerder
aan een schuifdak zoals in de
Arena." Geertje zag de bui al
hangen. „En dan zeker weer hij
de bank aankloppen. Ze zien
ons al komen."
René van Stee
SE*- f
Guust: een imposante Bullmastif (een kruising tussen een bulldog
en een bloedhond). foto Peter Nicolai
Provinciale stoomboot Walcheren.