Duiten
Uitwaaien langs de Westerschelde
Libelle gedijt in het Zeeuwse landschap
23
23
25
25
Natuurgebied
Rammekenshoek
weerwoord
Zuid-Holland
pakt natuur
drastisch aan
Tusschen
Haamstede
en Burgh
Verdwenen
veerdiensten
in de Delta
Theater
in dialect
bijzonder blauw
Draagt de
nieuwjaarsmaand
een sneeuwwit
kleed, dan is de
zomer zeker heet
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC, postbus IS.
4380 AA. VIis sin gen. feu 0118-
470102. e-mail redactie<&pzc.nl.
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur.
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus
18, 4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl
donderdag 16 januari 2003
Eén van de onderdelen
van het Natuurherstel-
programma Westerschelde is
de uitbreiding van het na
tuurgebied Rammekens
hoek bij Ritthem. Het gaat
om ongeveer 56 hectare
nieuwe natuur, ter compen
satie van de natuurverliezen
als gevolg van de tweede ver
dieping van de Westerschel
de. Er is een prachtig plan
voor gemaakt, dat uitwaaien
langs de boorden van de zee
arm nog aangenamer maakt
De uitvoering is echter sterk
afhankelijk van het verkrij
gen van de gronden, die nu
nog een agrarische functie
hebben. Afgesproken is dat
dit alleen op basis van vrij
willigheid gebeurt. De
Dienst Landelijk Gebied,
verantwoordelijk voor het
binnendijkse natuurherstel,
denkt erover het plan in
stappen uit te voeren.
Bij Rammekenshoek is ongeveer 56 hectare nieuwe natuur gepland
den. Een flink deel wordt afge
graven, teneinde de gewenste
pias-drasse omstandigheden te
verkrijgen, die vooral voor (wei-
de)vogels van belang zijn. Het
huidige bos van Rammekens
hoek wordt uitgebreid met een
klein essen-iepenbos naast het
voormalig fort Zoutman. De in
laag Zuidwatering krijgt met
name een functie voor de vogels
(onder meer hoogwatervlucht-
plaats voor steltlopers); er ko
men vogeleilanden.
Rammekenshoek wordt nu druk
gebruikt als recreatiegebied.
Dat blijft zo en ook het nieuwe
deel komt voor recreatief mede
gebruik in aanmerking. Er
worden aansluitend op de be
staande paden verschillende
wandelpaden aangelegd. De in
laag Zuidwatering moet zoveel
mogelijk, vanwege de vogels,
met rust worden gelaten, dit ge
bied is vanaf de inlaagdijk goed
te overzien.
De bestaande wegen in de in
laag worden verwijderd. Er
komt een nieuwe weg, die alleen
foto's Ruben Oreel
voor bestemmingsverkeer (aan-
wonenden, waterschap, Staats
bosbeheer) toegankelijk is.
Volgens de provinciale werk
groep hangen de kansen voor
natuurontwikkeling nauw sa
men met het versterken van de
relatie met buitendijks de Wes
terschelde en binnendijks Ram
mekenshoek.
Het waterpeil in de Ramme-
kenskreek gaat met veertig cen
timeter omhoog, waardoor ook
de omgeving natter wordt en
langs de randen zich riet kan
ontwikkelen. Een deel van het
bos wordt gekapt; elders komt
er nieuw bos voor terug. In het
deelgebied de Weitjes ontstaan
natte graslanden, geknipt als
broed- en foerageergelegen-
heid voor steltlopers en weide
vogels
Als de plannen zijn uitgevoerd,
betekent dat voor de vogels een
fikse versterking van de leefge
bieden. Nu al broeden er buiten
dijks algemenere soorten als
scholekster, kievit en gele kwik
staart en ook de kwetsbare en
bedreigde bondbekplevier,
strandplevier en tureluur In
Rammekenshoek zelf zijn zo'n
vijftig broedvogelsoorten waar
genomen, waaronder de kwets
bare dodaars, patrijs, rietzan
ger, watersnip en noordse stern
Niet alleen de dieren profiteren,
ook de verscheidenheid aan
planten zal toenemen.
Rinus Antonisse
waarbij tegelijk een slibdepot -
modder afkomstig uit de kreek -
werd weggewerkt.
Het is een decor waar uitbrei
ding van de natuur voor de hand
ligt. Nu is het gebied nog land
bouwkundig in gebruik: de ho
gere delen akkerland, de lagere
delen grasland. Met buitendijks
de zoute Westerschelde, komt er
binnendijks een van brak naar
zoet overgaand natuurgebied te
liggen Het eerste gedeelte van
de omvorming tot natuurgebied
wordt, als het meezit, in de loop
van 2003 aangepakt, met een
uitloop naar 2004 Afhankelijk
van het verloop van de grond-
doorgaat, komt er aan de andere
kant van Rammekenshoek ook
flink wat nieuwe natuur bij: de
Schorerpolder, die weer in con
tact met het buitenwater wordt
gebracht (door ontpoldering),
en een deel van de Welzingepol-
der; bij elkaar ongeveer 158 hec
tare.
De werkgroep Natuurontwik
keling van de provincie heeft
voor de inrichting van de Wei
tjes, Karnemelkshoek en Zuid
watering een plan opgesteld.
Daarbij is uiteraard rekening
gehouden met de huidige om
standigheden, in het bijzonder
de hoogteligging van de gron-
Het is een beetje een verloren
hoek, het land tussen de
oostrand van Vlissingen en de
industrie van het Sloegebied.
Maar wel een gebied waar spo
ren uit de historie volop aanwe
zig zijn. Zoals het fort Ramme-
kens uit de 16de eeuw, de diepe
kreek met bebossing die na de
oorlogsinundatie in 1944 ach
terbleef en de in 1678 ontstane
inlaag Zuidwatering, ook wel
Schone Waardin genoemd als
herinnering aan een polderhuis
annex herberg. Wie goed om
zich heen kijkt kan ook nog de
resten van het voormalig fort
Zoutman ontwaren.
Op het strandje nabij fort Ram-
mekens verpozen 's zomers
graag de inwoners uit de omge
ving. Het is nog een ouderwets
strand, zonder strandtent, maar
wel met parkeergeboden. Op erg
warme dagen wil er soms een
ijscoventer langskomen. In
1999 is het beboste duingebied
je bij het fort door waterschap
Zeeuwse Eilanden omgevormd
tot een zogeheten achterduinse
strandvlakte (ook met geld van
het Natuurherstelprogramma),
Inlaag bij Ritthem.
verwerving, volgt later de vol
gende fase, laat M. Adriaansen
van de Dienst Landelijk Gebied
in Goes weten.
Alles bij el kaar is sprake van een
aanzienlijke 'vergroening'. Het
bestaande natuurterrein Ram
mekenshoek krijgt in noord
westelijke richting uitbreiding
met de Weitjes, de Karnemelks
hoek en de inlaag Zuidwate-
ring.
Als de aanleg van de Wester
schelde Container Terminal
foto Izaak Vermeulen
Libellen zijn in opmars. Dat
geldt niet alleen waar het
gaat om de aandacht die deze
schitterende dieren krijgen van
natuurliefhebbers, maar het
geldt, zeker in Zeeland, ook in
letterlijke zin. In tegenstelling
tot de meeste diergroepen gaat
het de libellen danig voor de
wind. Een paar cijfers om dat te
illustreren: Uit de periode tot
1950 zijn uit Zeeland 15 soorten
libellen bekend. In de periode
1950-1990 zijn 24 soorten in on
ze provincie aangetroffen. Tus
sen 1990 en 1997 zijn 34 soorten
waargenomen en ook na 1997
zijn alweer nieuwe soorten ge
zien. Van de 34 soorten die in
1997 bekend waren zijn er 27
sinds 1990 vooruit gegaan in
aantal, twee soorten bleven sta
biel en vijf vertoonden een lich
te achteruitgang. Ik zou geen
andere diergroep weten die het
zo goed doet.
De bovenstaande gegevens zijn
geput uit het onlangs versche
nen boek De Nederlandse Libel
len van de Nederlandse Vereni
ging voor Libellenstudie. Het
boek is (als deel 4) verschenen in
de serie Nederlandse Fauna,
waarin recent ook de Atlas van
de Nederlandse Broedvogels
verscheen. Beide boeken ver
schenen ongeveer gelijktijdigen
het Libellenboek blijft daar
door misschien een beetje on
derbelicht. En dat is jammer,
want het is een standaardwerk
met grote kwaliteiten. In een
aantal inleidende hoofdstukken
wordt onder meer ingegaan op
bouw en ontwikkeling, levens
wijze en gedrag en bescherming
en beheer. Het zijn hoofdstuk
ken waarin tal van verrassende
feiten en inzichten naar voren
komen. Zo wordt duidelijk ge
maakt dat de opwarming van
het klimaat voor een groot aan
tal libellen gunstig uitpakt.
Overigens is het beeld voor heel
Nederland lang niet zo gunstig
als het hierboven voor Zeeland
geschetste. Er zijn nogal wat
specialistische soorten achter
uitgegaan of verdwenen en over
heel Nederland genomen hou
den voor- en achteruitgang el
kaar ongeveer in evenwicht.
Behalve de klimaatverandering
is er waarschijnlijk nog een oor
zaak dat het de libellen in Zee
land goed gaat. Dat is het feit
dat veel binnenwateren hun
brakke karakter verloren heb
ben. De kwel in sloten, kreken
en inlagen is aanzienlijk minder
geworden in de tweede helft van
de vorige eeuw en de verzoeting
van het binnenwater is voor li
bellen gunstig. Hun larven leven
namelijk in het water en er zijn
slechts een paar soorten waar
van de larven brak water kun
nen verdragen.
Overigens worden libellen wel
buitendijks gezien. Soorten als
de Bloedrode heidelibel en de
zwarte heidelibel zijn op schor
ren soms tamelijk gewoon, maar
ze kunnen zich daar niet voort
planten. In het hoofdstuk bio
topen en landschappen wordt
uitgelegd hoe belangrijk de
voortplantingswateren zijn,
ook voor libellen die schijnbaar
overal voorkomen. Leuk is in
het boek het hoofdstuk 'Diver
siteit en naamgeving'. Op een
kaart van Nederland blijkt dat
Zeeland valt in het gebied waar
de streeknaam 'naaier' gebruikt
wordt voor libellen, soms in sa
menstellingen als naaldnaaier
en oogenaaier. Het heeft onge
twijfeld met de naaldvormige
lichaamsvorm van doen. Uit
Oost-Zeeuws-Vlaanderen is de
benaming 'spellemoaker' (spel-
denmaker) bekend. Libellen
worden vaak aangezien voor
enge beesten, en daarop wijzen
oude volksnamen als paarden
bijter, blarenbijter en speksnij
der. Libellen kunnen echter
mensen niet bijten of steken; het
zijn uitsluitend nuttige insec
tenverdelgers. Op hun beurt
hebben ze nogal wat natuurlijke
vijanden.
Vijanden
De schitterende fotoserie op pa
gina 40-41 van het boek geeft
een overzicht van natuurlijke
vijanden die bezig zijn om libel
len te verschalken. De serie
opent met enkele watersnuffels
die verstrikt geraakt zijn tussen
de kleverige blaadjes van de
zonnedauw. Voor het overige
gaat het om allerlei dieren. Het
varieert van waterbewoners als
bootsmannetjes en schaatsen
rijders die zich gezamenlijk op
een volwassen libel storten, tot
behendige vliegers als een roof-
viieg en een hoornaar, die door
de fotograaf gesnapt zijn terwijl
ze zich aan een libel tegoed de
den. Een plaat van een grauwe
klauwier die een blauwe gla
zenmaker aan zijn jongen voert
sluit de serie af.
In tegenstelling tot de andere
delen in de serie Nederlandse
Fauna geeft het libellenboek
ook een uitgebreide tabel om de
soorten op naam te brengen.
Daarmee biedt dit boek infor
matie over alles wat een libel-
lenliefhebber wil weten. Een
echte aanrader dus.
Chiel Jacobus.se
Naar aanleiding van: De Neder
landse Libellen. Nederlandse
Fauna deel 4. 440 pp., met
kleurenillustraties en uitge
breide soortbeschrijvingen en
verspreidingskaarten. Uitgave:
Nationaal Natuurhistorisch
Museum Naturalis, KNNV uit
geverij en European Inverte
brate Survey Nederland, Lei
den ISBN 90-5011-154-8.
De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het
gaal om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben-
kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de
Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort
bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be
houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij
drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw'
wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien
komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora
en fauna ter sprake.