?zc
Voor het
kwaad heeft
hij geen
geheugen
Door slijk besmeurd langs de afgrond van de zelfmoord
Mulisch
ip cd
Vergeten jonkheer
Gabriel
Garcia
Marquez
Nero met pensioen
21
Miroslav
Krleza
jadio is vluchtig. Wie even
Vniet luistert, mist soms de
wiste programma's. Vandaar
t een serie uitzendingen met
over de schrijver Harry Mu
ch, die programmamaker On-
iBlom voor Teleac maakte, in
ncd-box op de markt is ge
jacht.
;tresultaat is een in meerdere
jachten luisterrijk monu-
atje voor Mulisch, de schrij-
raie op alle zeven cd's wordt
interviewd en muziek van zijn
uze laat horen. Bovendien
;st acteur Hans Dagelet pas
ges voor uit romans van de
hrijver.
om: „Omdat Mulisch dit jaar
werd, heb ik voor uitgeverij
iBezige Bij 'Harry Mulisch
jn Getijdenboek' samenge-
ild, een geïllustreerd portret
n zijn schrijversschap. Mu
ch was heel coöperatief. Ik
xhtweken in zijn werkkamer
orbrengen, en daar alles on-
rzoeken. Ik dacht toen: als ik
m toch zo uitgebreid inter-
;w,zou ik daar meer mee kun-
ndoen."
ikbij de vele, urenlange inter-
:ws toonde Mulisch zich de
;lwillendheid zelve. Blom:
lij heeft geen enkele keer ge-
gd: 'Daar praat ik niet over.'
mocht alles ter sprake bren-
n. en zelf bepalen wat ik zou
an uitzenden," Tot de emotio-
d geladen onderwerpen die
om kon aansnijden, behoort
•problematische relatie van
ulisch met zijn verwekker,
om: „Zijn vader, Kurt Victor
irl Mulisch, was fout in de
dog en zijn moeder, Alice,
is een jodin. Zijn vader heeft
iar mogelijk van de gasovens
red, maar anderzijds was hij
«fd personeelszaken van een
ofbank Harry heeft gezegd:
c bén de Tweede Wereldoor-
g.' Daar heeft hij gelijk in,
ant in zijn persoon komen de
>nflicten van die oorlog bij-
n.'
in Hout vertelt dat hij de cd-
ix het uiterlijk en het ge-
uiksgemak heeft gegeven van
nboek; je kan de inleidende
ksten gemakkelijk lezen,
larbij de pagina's omblade-
ndmet cd en al. ,,Dat had niet
fomd als ik er een doorsnee
ixvan had gemaakt; een kar-
nnen bak met een stel plastic
losjes erin." Wie de pagina's
lenvouwt, treft citaten van de
hrijver aan, en een overzicht
de gedraaide muziek; werk
to Richard Wagner natuurlijk
een componist door wie Mu-
;ch is gefascineerd - maar ook
idermeer The Beatles, die im-
ers Paperback Writer opna-
en. Foto's uit verschillende
'riodes en fragmenten uit Mu-
ich'werk complementeren het
■heel.
el boek en de cd-box zijn
ffliplementair', laat Blom we-
n. „Beide zijn onafhankelijke
uducten. In het boek is ruimte
or foto's en meer details, ter-
ijlde cd's meer een tijdsbeeld
ven Ze bieden een andere
ïer, aangezien Mulisch zelf
nhet woord is, en natuurlijk
mkzij de voordrachten van
agelet en de muziek."
m Hout bewondert hogelijk
se Mulisch in het leven staat',
elen noemen hem arrogant,
larhij heeft geen stempel wil-
idrukken op de inhoud of de
nngeving. Hij is door en door
rlijken realistisch, draagt uit:
ben wie ik ben.' Niets pro-
ert hij te vergoelijken of te
rzachten. Als iemand daar
er valt, dan is dat andermans
obleem."
Jeroen de Valk
ditch en het woord - box met ze-
tcd's, Teleac/NOT, €55,-.
ereldwijd werd uitgekeken naar de
autobiografie van Gabriel Garcia Marquez. De
Colombiaanse auteur bedient de liefhebbers
op hun wenken: ze komen veel te weten over de achtergrond
van Macondo en zijn romans. Maar veel blijft onbesproken.
vrijdag 3 januari 2003
Op een dag, schrijft Gabriel
Garcia Mérquez in zijn au
tobiografie, diende zich in het
huis van zijn grootouders in Ca-
taca een bataljon gelijk geklede
mannen aan. Allen droegen ze
slobkousen en degens; op hun
voorhoofd was een kruis van as
geschilderd. Het waren de kin
deren die zijn opa, kolonel Nïco-
las Mórquez, buitenechtelijk
had verwekt tijdens 'de oorlog
van duizend dagen' en hem, met
een vertraging van een maand,
kwamen feliciteren met zijn
verjaardag.
Vele jaren later zou Marquez dit
bezoek beschrijven in zijn grote
roman 'Honderd jaar eenzaam
heid' (1967). In dat boek worden
ze gepresenteerd als de 17 bas
taarden van de onvergetelijke
kolonel Aureliano Buendfa en
ze melden zich in Macondo van
wege het jubileum van het be
stand van Neerlandia, dat werd
gesloten na een van de 32 op
standen die de kolonel geleid
had en allemaal verloren.
In het bij vlagen meeslepende en
met meesterhand gecompo
neerde 'Vivirpara contarla' (Le
ven om het te vertellen) komen
voor de lezer die bekend is met
het oeuvre van Mérquez talloze
van dit soort aha-momenten
voor. Die kolonel Marquez blijkt
dezelfde te zijn als de kolonel
die in de novelle uit 1961 wan
hopig wacht op zijn post, waar
mee zijn oorlogspensioen moet
komen. De schotschriften die
voor zoveel narigheid zorgen in
'Het kwade uur' (1962) leidden
in het stadje Sucre waar het ge
zin Marquez jarenlang woonde
tot grote commotie. En ook de
eindeloos bewaarde brieven die
de poëtische verrassing vorm
den in 'Kroniek van een aange
kondigde dood' (1981) blijken
echt in een grote koffer te zijn
bewaard.
Door deze overeenkomsten
heeft 'Vivir para contarla' veel
weg van een roman, niet in de
zin van het cliché dat deze auto
biografie zich laat lezen als een
roman - wat overigens wel zo is -
maar omdat werkelijkheid en
fictie op zo'n duizelingwekken
de wijze door elkaar lopen dat
het lijkt alsof zijn romans de
bastaardkinderen van de wer
kelijkheid zijn. Soms lijkt het
zelfs alsof Marquez zijn auto
biografie heeft aangepast aan
zijn romans, omdat we die im
mers al zoveel langer kennen en
omdat ze een geheel eigen leven
zijn gaan leiden.
Marquez zelf geeft daarvan een
schitterend voorbeeld. In 'Hon
derd jaar eenzaamheid' komt de
beruchte slachtpartij voor die
zich ooit afspeelde tijdens de
opstand van de dagloners op de
bananenplantage van de United
Fruit Company. Daarbij kwa
men in de roman 3000 mensen
om - een mythisch aantal, even
mythisch als de gebeurtenis
voortleefde in het geheugen van
de mensen. Volgens Marquez is
nooit komen vast te staan of er
vijf, enkele tientallen of hon
derden doden waren gevallen.
Dat nam niet weg dat een parle
mentslid een paar jaar geleden,
denkend aan 'Honderd jaar een
zaamheid', een minuut stilte
vroeg voor de 3000 onschuldige
slachtoffers van de moordpartij
De fictie was werkelijkheid ge
worden.
Alle romans van Marquez ko
men ter sprake - ze blijken alle
maal ontkiemd in de eerste der
tig jaar van zijn leven; over zijn
verhalen rept hij nauwelijks.
Deze benadering heeft z'n nade
len: veel nieuws staat er niet in.
Het meeste weten we al uit zijn
romans en het interviewboek
'De geur van guave'. Als journa
listieke reportage zou je dit boek
dan ook als minder geslaagd
kunnen beschouwen. Zo dik als
het is en dan toch bijna geen
woord over zijn langdurige
vriendschap met Fidel Castro.
Evenmin over zijn belevenissen
met alle andere Latijns-Ameri
kaanse 'boom-schrijvers'. Nau
welijks een woord over zijn
contacten met Colombiaanse
presidenten als Betancur en Ga-
vina. Hoe het allemaal toch nog
goed kwam met Mercedes, zijn
vrouw: niks. Idem aangaande de
Nobelprijs die hem in 1982 werd
toegekend en de operatie waar
bij een kankergezwel werd weg
gehaald.
Anekdotes
Wat staat er wel in 'Vivirpara
contarla'? Om te beginnen een
eindeloze reeks anekdotes,
vooral in het begin, waar hij ook
laat zien waar de naam Macon
do vandaan komt - een vrijwel
verlaten dorpje vlakbij het ou
derlijk huis in Aracataca. Over
zijn grootouders bij wie hij op
groeide in het huis dat later
model zou staan voor het 'gek
kenhuis' in 'Honderd jaar een
zaamheid' en over de talrijke,
bijna mythische ooms en tantes
die er woonden. Hoogtepunt is
het verhaal over het huwelijk
van zijn ouders, ondanks alle te
genwerking van de familie Mar
quez en dat later de basis vorm
de voor 'Liefde in tijden van
cholera' (1985).
Interessanter wordt het als we
de jonge Gabito gaan volgen en
Marquez echt gaat vertellen,
ook over de onschuldige beleve
nissen die alle jongens meema
ken: dat ze mango's stelen, hoe
Gabriel Garcia Marquez
ze hun onschuld verliezen, voor
het eerst slapen met een vrouw,
de boeken die hij leest en die
hem zouden beïnvloeden (met
name Faulkner), de eerste dode
die hij ziet. Hij beschrijft hoe hij
na veel omzwervingen met zijn
ouders in Sucre, in het hete
noorden van Colombia, gaat
wonen en het gezin zich almaar
uitbreidde tot hij tien broertjes
en zusjes had - plus een aantal
bastaards die zijn vader op zijn,
overigens aanmerkelijk minder
heroïsche reizen verwekte en die
zich na verloop van tijd braaf
kwamen melden om mee aan ta
fel te schuiven
Het gezin leefde in grote armoe
de en moest zich buitensporig
inspannen om Gabito naai
school te kunnen sturen. De stil
le, door een ongeneeslijke verle
genheid geplaagde Marquez
slaagde er in de middelbare
school te voltooien, ver van
huis, maar was al te zeer begees
terd door de literatuur om zijn
rechtenstudie af te maken. Hij
ging stukken schrijven voor
dagbladen in Bogota, kreeg lite
raire vrienden en publiceerde
zijn eerste verhalen.
In het hart van het boek staat de
hallucinerende beschrijving
van het grote, in bloed gesmoor
de volksoproer in Bogota op 9
april 1948 nadat de vooraan
staande liberale politicus Gai-
tan was vermoord. Marquez zal
er een eeuwige afkeer van de
hoofdstad aan over houden, die
hij 'de treurigste stad ter wereld'
noemt Hij vertrekt naar het
prachtige, rustige Cartagena
aan de Caribische kust, waar hij
echt journalist wordt, commen
taren en reportages schrijft en in
bijna onbeschrijflijke armoede
leeft, zondergeld, in een kamer
tje in een bordeel, eenmaal per
dag etend en zonder zich te be
klagen.
Zijn werk is een eindeloos ge
vecht met de militaire censuur:
Mórquez' loopbaan begon tij
dens de Violencia een tijdperk
dat werd gekarakteriseerd door
uitzinnig geweld dat vele tien
duizenden doden en vluchtelin
gen van het platteland oplever
de. Ook zijn ouders zouden
ervoor vluchten en in Cartagena
terecht komen. Zij verkeren dan
nog in de waan dat Gabito hen
zal redden, met een mooie baan
als advocaat. Hij was hun grote
trots en reddingsboei - en hij zou
het worden, maar dan met de
opbrengst van zijn journalistie
ke en literaire werk. Op grond
van zijn reputatie en door be
middeling van zijn schrijvende
vriend Alvaro Mutis krijgt hij
een goedbetaalde baan in het
Gaat talent wel eens verlo
ren? Dat is een vraag met
een diep psychologische dimen
sie. Men kan namelijk de tegen
vraag stellen: laat écht talent
zich verkwisten? De vooronder
stelling is dan dat het een we
zenlijke eigenschap van talent
is zich te willen laten gelden.
Dat laatste in elk geval ontbrak
te enen male bij de Haagse jour
nalist en schrijver Eef van Lidth
de Jeude.
Deze literaire flierefluiter, die
in de hoogste kringen van het
toenmalig schrijversvolk ver
toefde, was weliswaar een groot
liefhebber van de alcoholische
levenswijze, maar heeft deson
danks een enorme productie
achter zich gelaten. Toen zijn
vrienden hem, op 42-jarige leef
tijd, op 8 oktober 1932 ten grave
droegen, was iedereen het er
over eens dat een aimabel mens
was heengegaan. Literaire gel
dingsdrang bezat hij hoege
naamd niet Maar als wij Stefan
Van Den Bossche mogen gelo
ven kon hij wel degelijk schrij
ven.
Van Den Bossche heeft zijn arti
kel over Van Lidth de Jeude ge
schreven voor de rubriek 'De
kleine garnaal' van het literair-
historisch tijdschrift ZL. In die
rubriek worden vergeten of in
de geschiedenis anderszins ver
dwaalde schrijvers en schrij ver-
tjes, randfiguren, weer even
belicht. Het gaat. zo zegt de re
dactie terecht, om schakels uit
het grote literaire ecosysteem.
De Haagse jonkheer Eef van
Lidth de Jeude was er zo een
Van Lidth de Jeude (1890-1932)
heeft grote hoeveelheden korte
verhalen, novellen, romans en
kronieken geschreven. Vaak
waren daar ook gelegenheids
stukken bij Van Lidth de Jeude
schreef namelijk ook om ande
ren een plezier te doen. Zo
schreef hij een verhaal over de
trekhond om zijn moeder te ge
rieven. Deze dame was voorzit
ster van de Bond tot Afschaffing
van de Trekhond.
Jonkheer van Lidth de Jeude
was kortom een zachtaardige
persoonlijkheid, beleefd en be
scheiden, wiens gezelschap
door vele andere literatoren
(Bloem, Greshoff, Roland Holst,
Marsman) zeer gewaardeerd
werd. Hij verrichte hand- en
spandiensten voor hen en had
vele belangrijke contacten in de
wereld van pers en publiciteit.
Dat hem de brandende ambitie
ontbrak om een groot schrijver
te worden, zij hem vergeven, het
leven zelf is ook een kunst. En
die verstond de jonkheer.
Dit nummer van ZL, in 2001
voor het eerst verschenen, is het
eerste uit een nieuwe opzet. Het
Letterkundig Museum gaf tien
jaar lang het eigen Jaarboek uit,
waarin verslag werd gedaan
van de onderzoeksactiviteiten
van de medewerkers van het
museum. ZL gaat die uitgave nu
vervangen. In de redactie is nu
zowel het Zuid-Nederlandse
deel van de letteren vertegen
woordigd als het Noord-Neder
landse.
Aan dit nummer van ZL is die
samenwerking goed af te lezen
Er staan artikelen in over Karei
van de Woest ij ne, het contact
tussen Jan Greshoff en Henry
Miller, Menno ter Braak en het
tijdschrift De Gemeenschap en
het ontstaan van het Nieuw
Vlaamsch Tijdschrift. ZL zal
viermaal per jaargaan verschij
nen.
Jan-Hendrik Bakker
ZL, literair-historisch tijdschrift.
Jrg. 2, nr. 1. Uitgave stichting ZL.
Losse nummers €9,-. Te bestellen
via info&nlmd nl
foto Marcelo Salinas/EPA
gehate Bogota, waar hij blijft
tot hij wordt uitgezonden naar
een politieke topontmoeting in
Génève - een reisje van vier da
gen dat zou uitlopen op een ver
blijf van drie jaar in Parijs en
waarover we niks te weten ko
men.
Ironie
Met dat slot roept Marquez al
dan niet bewust herinneringen
op aan de autobiografie van die
andere grote Latijns-Ameri
kaanse schrijver, zijn vriend
Mario Vargas Llosa Hij besluit
'De vis in het water' (1994) met
zijn reis naar Parijs in 1958. In
vergelijking met deze imposan
te memoires van Vargas Llosa,
delft 'Vivir para contarla' het
onderspit Vargas Llosa is, zoals
dat hoort in grote herinnerings
boeken, meedogenloos. Mór
quez bezit die eigenschap niet.
Hij gaat weliswaar niet zover
als in het soms weeë 'Ontvoe-
nngsbericht' (1996) waarin zo
wel daders als ontvoerders vrij
wel onveranderlijk heldhaftig
getypeerd worden, maar hij
heeft geen geheugen voor de
mensen die hem kwaad hebben
gedaan. Mórquez beschrijft al
leen zijn vrienden, beschouwt
alle eigenschappen van mensen
als goed en roemt ze om wat ze
voor hem betekend hebben.
Willem Hoogendoorn
Gabriel Garcia Marquez: Vivirpara
contarla - Barcelona 2002,579 pag..
€30,-. 'Leven om het te vertellen'
verschijnt 10 januari bij Meulenhoff.
De paperback kost €25,-.
Nero, een van België's be
kendste stripfiguren, houdt
het voor gezien Dinsdag ver
scheen in De Standaard de al
lerlaatste aflevering uit het
allerlaatste Nero-album, 'Zil
veren Tranen' De krant eerde
Nero en zijn schepper Mare
Sleen op een bijzondere manier
In plaats van foto's staan bij ar
tikelen tekeningen met Nero-fi
guren.
Sleen werd maandag tachtig. Al
maanden geleden kondigde hij
aan dat hij het een mooi moment
vond om zijn pen aan de wilgen
te hangen. Onder de kop 'Vaar
wel Nero, bedankt Mare' neemt
Standaard-hoofdredacteur Pe
ter Vandermeersch met ferme
tegenzin afscheid. „Vlaanderen
laat zilveren tranen. Nero werd
in 1947 'geboren'. Hij had in het
album 'Geheim van Matsuoka'
nog een bijrol, 'meneer Van
Zwam, privé-detectief' speelde
de hoofdrol en dat duurde nog
acht albums. Die verschenen
eerst met nog andere stripver
halen van Sleen in de Nieuwe
Gids en Het Volk, voordat hij in
1965 met 'Nero' uitsluitend nog
voor De Standaard ging wer
ken.
De tekenaar is zo productief ge
weest dat hij in het Guinness
Book of Records belandde. Hij
tekende voor 217 Nero-verha-
len, twee stroken per dag of vier
albums per jaar Tussendoor
maakte Sleen natuurdocumen-
taires. zoals de populaire BRT-
reeks 'Allemaal Beestjes'. Al
met al was Sleen, die eigenlijk
Neels heet, goed voor 125.592
plaatjes en 378 covers, aldus De
Standaard. Voor zijn tekenwerk
werd Sleen in 1998 geridderd.
Koning Albert en zijn broer wij
len koning Boudewijn hebben
Nederlands geleerd via Nero
albums. Een oom van Sleen was
hun leraar Nederlands. Er be
staan twee Nerostripmuren in
Brussel en Hasselt, en in enkele
Vlaamse gemeenten staan
standbeelden van Nero en zijn
geniale zoon Adhemar.
Sleen had aanvankelijk zijn as
sistent Dirk Stallaert op het oog
om hem op te volgen. Die werkte
sinds 1992 mee aan 'Nero'. Stal
laert stapt echter over naar de
uitgever van Suske en Wiske.
Nero, Adhemar, Madam Pfeip,
Petoetje en Petatje en andere
Nero-figuren zullen daardoor
geen nieuwe avonturen meer
beleven. ANP
n Kroatië werd hij lange tijd veronacht
zaamd. Nu is hij er een gevierd man, Mi-
slav Krleza (1893-1981). Van deze b i jzon-
re schrijver, ooit Nobelprijskandidaat, is
de zeventig jaar oude kunstenaarsroman
'terugkeer van Filip Latinovicz in Neder-
idse vertaling verschenen.
■inZagreb geboren dichter, toneelschrij-
f romancier en essayist is een auteur om
koesteren. In de Balkan, in het kruitvat
0 Europa, ondervond hij oorlogen, een-
ar. de menselijke wreedheid en domheid
oden lijve en trok daar met pen en papier
lonten strijde. Eindelijk lijkt hij - welis-
*arpostuum - de eer op te strijken die hem
-komt. namelijk die van een van de groot-
Midden-Europese schrijvers van de
"intigste eeuw.
'k in Nederland is Krleza inmiddels
er)ontdekt. Hij is van het kaliber Sóndor
frai - naar mijn smaak nog groter - al zal
1 waarschijnlijk lang niet zo'n groot pu-
!®k weten te bereiken. Daarvoor is Krleza
gieken met de nu wereldwijd heront-
Mórai (bekend van de bestseller
10od', onlangs ook te zien als toneelvoor-
dling met Eric Schneider) teveel een non-
oformist en controversieel figuur. Hij was
n satiricus die het leven beschouwde als
o wreed theater waarin het individu ver-
wordt door het collectief,
jbeschreef dit onder meer op meesterlijke
Miroslav Krleza
wijze in zijn roman 'Op de rand van het ver
stand' (1938), die indertijd door de commu
nisten in de ban werd gedaan omdat het
werd beschouwd als een aanval op Stalin en
de Sovjetunie. In het boek neemt Krleza op
Céline-achtige wijze het veelkoppige mon
ster van de menselijke domheid op de kor
rel. Hoofdpersoon in dit kafkaëske boek is
een rechtsadviseur uit de hogere kringen,
die op een feestje een opmerking plaatst die
totaal verkeerd valt. Dan wordt hem pas
duidelijk hoe kleingeestig de elite is, waar
van hij zelf deel uitmaakt Ondanks de ver
dachtmakingen roddels en boycot neemt de
non-conformist zijn uitspraak niet terug.
Hij belandt in het gesticht.
De eerste Nederlandse vertalingen van 'Op
de rand van het verstand' en 'De terugkeer
van Filip Latinovicz' bleven in de jaren zes
tig vrijwel onopgemerkt. In de jaren negen
tig werd het - met het oog op de Balkan-oor-
log - met 'Op de rand van het verstand'
(uitgegeven door Prometheus) nog eens ge
probeerd, Opnieuw - helaas - zonder al te
veel succes, zij het dat het literaire tijd-
schrift-in-boekvorm Raster wel een heel
nummer aan Krleza wijdde. Hierin werd
veel lezenswaardigs over zijn leven en werk
opgenomen, waaronder fragmenten uit zijn
oorlogsboeken, reisreportages, korte verha
len en een hoofdstuk uit zijn driedelige ro
man 'Banket in Blitwa', de monoloog van
een cynische dictator
Kort daarop verschenen bij De Bezige Bij
vertalingen van Krleza's zeven anti-oor
logsnovellen 'De Kroatische god Mars'
(1917-1932), waarin hij - weer heel actueel-
schrijft over het failliet van de westerse nor
men en waarden, en 'Kinderjaren in
Agram', een 'gefingeerde autobiografie',
waaraan hij in 1942 begon te schrijven om
dat hij dacht de oorlog niet te zullen overle
ven. Krleza's oeuvre is omvangrijk. Het (niet
volledig) verzameld werk omvat 69 delen
dundruk met romans, gedichten, dagboe
ken, essays en toneelstukken, waarvan de
komende jaren voor de Nederlandse lezer
hopelijk meer wordt ontsloten.
Krleza debuteerde in 1932 als romancier
met 'De terugkeer van Filip Latinovicz'.
Deze recentelijk opnieuw vertaalde roman
speelt na het uiteenvallen van de Habsburg-
se Monarchie en vlak na de Eerste Wereld
oorlog: 'De Grote Oorlog dreef een wig tus
sen de dingen, als een ijsberg, door die
ijsberg was een hele wereld losgeslagen en
gezonken.' De stijl van het boek is expres
sionistisch. Er zijn schilderachtige, poëti
sche beelden en apocalyptische, breugheli-
aanse visioenen, wat perfect aansluit bij het
beroep van de hoofdpersoon, de 40-jarige
kunstenaar en kunstcriticus Filip Latino
vicz. De schilder verblijft bijna een kwart
eeuw in Parijs om zich het intellectuele en
artistieke grotestadsleven goed te laten
smaken. Hij raakt in een (artistieke) crisis.
Gedesillusioneerd keert hij terug naar huis.
naar het Kroatische platteland waar de tijd
lijkt te hebben stilgestaan, en waar hij ach
ter zijn ware afkomst probeert te komen.
De schilder is een estheet, een zwartgallige
decadent, die walgt van zijn schijnheilige
moeder en het verstikkende provincialisme
van de benepen en hypocriete domkoppen
door wie hij zich omgeven weet in de troos
teloze nevel en modder van Noord-Kroatië
De kunstenaar probeert zijn artistieke ver
warring de baas te worden. Maar thuis is hij
een vreemde geworden. Hij wordt nog ont-
hechter dan hij al was. Hij probeert greep te
krijgen op zijn bestaan, orde te scheppen in
de chaos waarin hij vermalen dreigt te wor
den. En hij wordt achtervolgd door de
schimmen uit zijn jeugd: 'Al vanaf het be
gin, sinds de vroegste dagen van zijn jeugd,
werd Filip onder invloed van vrouwen heen
en weer geslingerd tussen diepe neerslach
tigheid en extase, tussen dwaze vervoering
en vertwijfeling en kroop hij gewond, gesla
gen en gebroken, als een vertrapte slak zon
der huisje, door slijk en modder besmeurd
langs de afgrond van de zelfmoord.'
De kunst fungeert hier als een dekmantel
voor de schilder om zijn demonen te bezwe
ren, om zich te wapenen tegen een wereld in
verval. De kunstenaar zet zijn passie, on
macht, driften en nachtmerries op het doek
met een 'expressie die zo direct was dat hij
achteraf versteld stond van de demonische
kracht van zijn penseelstreek'. Maar het is
uiteindelijk de liefde voor de noodlottige
nymfomane Boba of Bobocka, heilige en
hoer ineen, die de roman vleugels geeft. En
dat deze geschiedenis tenslotte tragisch en
bloederig afloopt, ja, dat weet je op het mo
ment dat deze femme fatale ten tonele ver
schijnt: 'Hij streelde met zijn dikke vingers
haar ellebogen en liet zijn arm tot aan zijn
biceps om haar schouder glijden. Hij schoof
zijn zware damasten stoel vlak naast de ha
re terwijl zij met de hak van haar schoen met
het servet op de knie van de oude man speel
de. Wat had dit alles te betekenen, waren het
dronken dromen, was dit een gekkenhuis, of
een bordeel?'
Nico de Boer
Miroslav Krleza: De terugkeer van Filip Latino
vicz - vertaald en van een nawoord voorzien door
Guido Snel. Uitgeverij De Bezige Bij, 239 blz.,
€18,50.