?zc Voor het kwaad heeft hij geen geheugen Door slijk besmeurd langs de afgrond van de zelfmoord Mulisch ip cd Vergeten jonkheer Gabriel Garcia Marquez Nero met pensioen 21 Miroslav Krleza jadio is vluchtig. Wie even Vniet luistert, mist soms de wiste programma's. Vandaar t een serie uitzendingen met over de schrijver Harry Mu ch, die programmamaker On- iBlom voor Teleac maakte, in ncd-box op de markt is ge jacht. ;tresultaat is een in meerdere jachten luisterrijk monu- atje voor Mulisch, de schrij- raie op alle zeven cd's wordt interviewd en muziek van zijn uze laat horen. Bovendien ;st acteur Hans Dagelet pas ges voor uit romans van de hrijver. om: „Omdat Mulisch dit jaar werd, heb ik voor uitgeverij iBezige Bij 'Harry Mulisch jn Getijdenboek' samenge- ild, een geïllustreerd portret n zijn schrijversschap. Mu ch was heel coöperatief. Ik xhtweken in zijn werkkamer orbrengen, en daar alles on- rzoeken. Ik dacht toen: als ik m toch zo uitgebreid inter- ;w,zou ik daar meer mee kun- ndoen." ikbij de vele, urenlange inter- :ws toonde Mulisch zich de ;lwillendheid zelve. Blom: lij heeft geen enkele keer ge- gd: 'Daar praat ik niet over.' mocht alles ter sprake bren- n. en zelf bepalen wat ik zou an uitzenden," Tot de emotio- d geladen onderwerpen die om kon aansnijden, behoort •problematische relatie van ulisch met zijn verwekker, om: „Zijn vader, Kurt Victor irl Mulisch, was fout in de dog en zijn moeder, Alice, is een jodin. Zijn vader heeft iar mogelijk van de gasovens red, maar anderzijds was hij «fd personeelszaken van een ofbank Harry heeft gezegd: c bén de Tweede Wereldoor- g.' Daar heeft hij gelijk in, ant in zijn persoon komen de >nflicten van die oorlog bij- n.' in Hout vertelt dat hij de cd- ix het uiterlijk en het ge- uiksgemak heeft gegeven van nboek; je kan de inleidende ksten gemakkelijk lezen, larbij de pagina's omblade- ndmet cd en al. ,,Dat had niet fomd als ik er een doorsnee ixvan had gemaakt; een kar- nnen bak met een stel plastic losjes erin." Wie de pagina's lenvouwt, treft citaten van de hrijver aan, en een overzicht de gedraaide muziek; werk to Richard Wagner natuurlijk een componist door wie Mu- ;ch is gefascineerd - maar ook idermeer The Beatles, die im- ers Paperback Writer opna- en. Foto's uit verschillende 'riodes en fragmenten uit Mu- ich'werk complementeren het ■heel. el boek en de cd-box zijn ffliplementair', laat Blom we- n. „Beide zijn onafhankelijke uducten. In het boek is ruimte or foto's en meer details, ter- ijlde cd's meer een tijdsbeeld ven Ze bieden een andere ïer, aangezien Mulisch zelf nhet woord is, en natuurlijk mkzij de voordrachten van agelet en de muziek." m Hout bewondert hogelijk se Mulisch in het leven staat', elen noemen hem arrogant, larhij heeft geen stempel wil- idrukken op de inhoud of de nngeving. Hij is door en door rlijken realistisch, draagt uit: ben wie ik ben.' Niets pro- ert hij te vergoelijken of te rzachten. Als iemand daar er valt, dan is dat andermans obleem." Jeroen de Valk ditch en het woord - box met ze- tcd's, Teleac/NOT, €55,-. ereldwijd werd uitgekeken naar de autobiografie van Gabriel Garcia Marquez. De Colombiaanse auteur bedient de liefhebbers op hun wenken: ze komen veel te weten over de achtergrond van Macondo en zijn romans. Maar veel blijft onbesproken. vrijdag 3 januari 2003 Op een dag, schrijft Gabriel Garcia Mérquez in zijn au tobiografie, diende zich in het huis van zijn grootouders in Ca- taca een bataljon gelijk geklede mannen aan. Allen droegen ze slobkousen en degens; op hun voorhoofd was een kruis van as geschilderd. Het waren de kin deren die zijn opa, kolonel Nïco- las Mórquez, buitenechtelijk had verwekt tijdens 'de oorlog van duizend dagen' en hem, met een vertraging van een maand, kwamen feliciteren met zijn verjaardag. Vele jaren later zou Marquez dit bezoek beschrijven in zijn grote roman 'Honderd jaar eenzaam heid' (1967). In dat boek worden ze gepresenteerd als de 17 bas taarden van de onvergetelijke kolonel Aureliano Buendfa en ze melden zich in Macondo van wege het jubileum van het be stand van Neerlandia, dat werd gesloten na een van de 32 op standen die de kolonel geleid had en allemaal verloren. In het bij vlagen meeslepende en met meesterhand gecompo neerde 'Vivirpara contarla' (Le ven om het te vertellen) komen voor de lezer die bekend is met het oeuvre van Mérquez talloze van dit soort aha-momenten voor. Die kolonel Marquez blijkt dezelfde te zijn als de kolonel die in de novelle uit 1961 wan hopig wacht op zijn post, waar mee zijn oorlogspensioen moet komen. De schotschriften die voor zoveel narigheid zorgen in 'Het kwade uur' (1962) leidden in het stadje Sucre waar het ge zin Marquez jarenlang woonde tot grote commotie. En ook de eindeloos bewaarde brieven die de poëtische verrassing vorm den in 'Kroniek van een aange kondigde dood' (1981) blijken echt in een grote koffer te zijn bewaard. Door deze overeenkomsten heeft 'Vivir para contarla' veel weg van een roman, niet in de zin van het cliché dat deze auto biografie zich laat lezen als een roman - wat overigens wel zo is - maar omdat werkelijkheid en fictie op zo'n duizelingwekken de wijze door elkaar lopen dat het lijkt alsof zijn romans de bastaardkinderen van de wer kelijkheid zijn. Soms lijkt het zelfs alsof Marquez zijn auto biografie heeft aangepast aan zijn romans, omdat we die im mers al zoveel langer kennen en omdat ze een geheel eigen leven zijn gaan leiden. Marquez zelf geeft daarvan een schitterend voorbeeld. In 'Hon derd jaar eenzaamheid' komt de beruchte slachtpartij voor die zich ooit afspeelde tijdens de opstand van de dagloners op de bananenplantage van de United Fruit Company. Daarbij kwa men in de roman 3000 mensen om - een mythisch aantal, even mythisch als de gebeurtenis voortleefde in het geheugen van de mensen. Volgens Marquez is nooit komen vast te staan of er vijf, enkele tientallen of hon derden doden waren gevallen. Dat nam niet weg dat een parle mentslid een paar jaar geleden, denkend aan 'Honderd jaar een zaamheid', een minuut stilte vroeg voor de 3000 onschuldige slachtoffers van de moordpartij De fictie was werkelijkheid ge worden. Alle romans van Marquez ko men ter sprake - ze blijken alle maal ontkiemd in de eerste der tig jaar van zijn leven; over zijn verhalen rept hij nauwelijks. Deze benadering heeft z'n nade len: veel nieuws staat er niet in. Het meeste weten we al uit zijn romans en het interviewboek 'De geur van guave'. Als journa listieke reportage zou je dit boek dan ook als minder geslaagd kunnen beschouwen. Zo dik als het is en dan toch bijna geen woord over zijn langdurige vriendschap met Fidel Castro. Evenmin over zijn belevenissen met alle andere Latijns-Ameri kaanse 'boom-schrijvers'. Nau welijks een woord over zijn contacten met Colombiaanse presidenten als Betancur en Ga- vina. Hoe het allemaal toch nog goed kwam met Mercedes, zijn vrouw: niks. Idem aangaande de Nobelprijs die hem in 1982 werd toegekend en de operatie waar bij een kankergezwel werd weg gehaald. Anekdotes Wat staat er wel in 'Vivirpara contarla'? Om te beginnen een eindeloze reeks anekdotes, vooral in het begin, waar hij ook laat zien waar de naam Macon do vandaan komt - een vrijwel verlaten dorpje vlakbij het ou derlijk huis in Aracataca. Over zijn grootouders bij wie hij op groeide in het huis dat later model zou staan voor het 'gek kenhuis' in 'Honderd jaar een zaamheid' en over de talrijke, bijna mythische ooms en tantes die er woonden. Hoogtepunt is het verhaal over het huwelijk van zijn ouders, ondanks alle te genwerking van de familie Mar quez en dat later de basis vorm de voor 'Liefde in tijden van cholera' (1985). Interessanter wordt het als we de jonge Gabito gaan volgen en Marquez echt gaat vertellen, ook over de onschuldige beleve nissen die alle jongens meema ken: dat ze mango's stelen, hoe Gabriel Garcia Marquez ze hun onschuld verliezen, voor het eerst slapen met een vrouw, de boeken die hij leest en die hem zouden beïnvloeden (met name Faulkner), de eerste dode die hij ziet. Hij beschrijft hoe hij na veel omzwervingen met zijn ouders in Sucre, in het hete noorden van Colombia, gaat wonen en het gezin zich almaar uitbreidde tot hij tien broertjes en zusjes had - plus een aantal bastaards die zijn vader op zijn, overigens aanmerkelijk minder heroïsche reizen verwekte en die zich na verloop van tijd braaf kwamen melden om mee aan ta fel te schuiven Het gezin leefde in grote armoe de en moest zich buitensporig inspannen om Gabito naai school te kunnen sturen. De stil le, door een ongeneeslijke verle genheid geplaagde Marquez slaagde er in de middelbare school te voltooien, ver van huis, maar was al te zeer begees terd door de literatuur om zijn rechtenstudie af te maken. Hij ging stukken schrijven voor dagbladen in Bogota, kreeg lite raire vrienden en publiceerde zijn eerste verhalen. In het hart van het boek staat de hallucinerende beschrijving van het grote, in bloed gesmoor de volksoproer in Bogota op 9 april 1948 nadat de vooraan staande liberale politicus Gai- tan was vermoord. Marquez zal er een eeuwige afkeer van de hoofdstad aan over houden, die hij 'de treurigste stad ter wereld' noemt Hij vertrekt naar het prachtige, rustige Cartagena aan de Caribische kust, waar hij echt journalist wordt, commen taren en reportages schrijft en in bijna onbeschrijflijke armoede leeft, zondergeld, in een kamer tje in een bordeel, eenmaal per dag etend en zonder zich te be klagen. Zijn werk is een eindeloos ge vecht met de militaire censuur: Mórquez' loopbaan begon tij dens de Violencia een tijdperk dat werd gekarakteriseerd door uitzinnig geweld dat vele tien duizenden doden en vluchtelin gen van het platteland oplever de. Ook zijn ouders zouden ervoor vluchten en in Cartagena terecht komen. Zij verkeren dan nog in de waan dat Gabito hen zal redden, met een mooie baan als advocaat. Hij was hun grote trots en reddingsboei - en hij zou het worden, maar dan met de opbrengst van zijn journalistie ke en literaire werk. Op grond van zijn reputatie en door be middeling van zijn schrijvende vriend Alvaro Mutis krijgt hij een goedbetaalde baan in het Gaat talent wel eens verlo ren? Dat is een vraag met een diep psychologische dimen sie. Men kan namelijk de tegen vraag stellen: laat écht talent zich verkwisten? De vooronder stelling is dan dat het een we zenlijke eigenschap van talent is zich te willen laten gelden. Dat laatste in elk geval ontbrak te enen male bij de Haagse jour nalist en schrijver Eef van Lidth de Jeude. Deze literaire flierefluiter, die in de hoogste kringen van het toenmalig schrijversvolk ver toefde, was weliswaar een groot liefhebber van de alcoholische levenswijze, maar heeft deson danks een enorme productie achter zich gelaten. Toen zijn vrienden hem, op 42-jarige leef tijd, op 8 oktober 1932 ten grave droegen, was iedereen het er over eens dat een aimabel mens was heengegaan. Literaire gel dingsdrang bezat hij hoege naamd niet Maar als wij Stefan Van Den Bossche mogen gelo ven kon hij wel degelijk schrij ven. Van Den Bossche heeft zijn arti kel over Van Lidth de Jeude ge schreven voor de rubriek 'De kleine garnaal' van het literair- historisch tijdschrift ZL. In die rubriek worden vergeten of in de geschiedenis anderszins ver dwaalde schrijvers en schrij ver- tjes, randfiguren, weer even belicht. Het gaat. zo zegt de re dactie terecht, om schakels uit het grote literaire ecosysteem. De Haagse jonkheer Eef van Lidth de Jeude was er zo een Van Lidth de Jeude (1890-1932) heeft grote hoeveelheden korte verhalen, novellen, romans en kronieken geschreven. Vaak waren daar ook gelegenheids stukken bij Van Lidth de Jeude schreef namelijk ook om ande ren een plezier te doen. Zo schreef hij een verhaal over de trekhond om zijn moeder te ge rieven. Deze dame was voorzit ster van de Bond tot Afschaffing van de Trekhond. Jonkheer van Lidth de Jeude was kortom een zachtaardige persoonlijkheid, beleefd en be scheiden, wiens gezelschap door vele andere literatoren (Bloem, Greshoff, Roland Holst, Marsman) zeer gewaardeerd werd. Hij verrichte hand- en spandiensten voor hen en had vele belangrijke contacten in de wereld van pers en publiciteit. Dat hem de brandende ambitie ontbrak om een groot schrijver te worden, zij hem vergeven, het leven zelf is ook een kunst. En die verstond de jonkheer. Dit nummer van ZL, in 2001 voor het eerst verschenen, is het eerste uit een nieuwe opzet. Het Letterkundig Museum gaf tien jaar lang het eigen Jaarboek uit, waarin verslag werd gedaan van de onderzoeksactiviteiten van de medewerkers van het museum. ZL gaat die uitgave nu vervangen. In de redactie is nu zowel het Zuid-Nederlandse deel van de letteren vertegen woordigd als het Noord-Neder landse. Aan dit nummer van ZL is die samenwerking goed af te lezen Er staan artikelen in over Karei van de Woest ij ne, het contact tussen Jan Greshoff en Henry Miller, Menno ter Braak en het tijdschrift De Gemeenschap en het ontstaan van het Nieuw Vlaamsch Tijdschrift. ZL zal viermaal per jaargaan verschij nen. Jan-Hendrik Bakker ZL, literair-historisch tijdschrift. Jrg. 2, nr. 1. Uitgave stichting ZL. Losse nummers €9,-. Te bestellen via info&nlmd nl foto Marcelo Salinas/EPA gehate Bogota, waar hij blijft tot hij wordt uitgezonden naar een politieke topontmoeting in Génève - een reisje van vier da gen dat zou uitlopen op een ver blijf van drie jaar in Parijs en waarover we niks te weten ko men. Ironie Met dat slot roept Marquez al dan niet bewust herinneringen op aan de autobiografie van die andere grote Latijns-Ameri kaanse schrijver, zijn vriend Mario Vargas Llosa Hij besluit 'De vis in het water' (1994) met zijn reis naar Parijs in 1958. In vergelijking met deze imposan te memoires van Vargas Llosa, delft 'Vivir para contarla' het onderspit Vargas Llosa is, zoals dat hoort in grote herinnerings boeken, meedogenloos. Mór quez bezit die eigenschap niet. Hij gaat weliswaar niet zover als in het soms weeë 'Ontvoe- nngsbericht' (1996) waarin zo wel daders als ontvoerders vrij wel onveranderlijk heldhaftig getypeerd worden, maar hij heeft geen geheugen voor de mensen die hem kwaad hebben gedaan. Mórquez beschrijft al leen zijn vrienden, beschouwt alle eigenschappen van mensen als goed en roemt ze om wat ze voor hem betekend hebben. Willem Hoogendoorn Gabriel Garcia Marquez: Vivirpara contarla - Barcelona 2002,579 pag.. €30,-. 'Leven om het te vertellen' verschijnt 10 januari bij Meulenhoff. De paperback kost €25,-. Nero, een van België's be kendste stripfiguren, houdt het voor gezien Dinsdag ver scheen in De Standaard de al lerlaatste aflevering uit het allerlaatste Nero-album, 'Zil veren Tranen' De krant eerde Nero en zijn schepper Mare Sleen op een bijzondere manier In plaats van foto's staan bij ar tikelen tekeningen met Nero-fi guren. Sleen werd maandag tachtig. Al maanden geleden kondigde hij aan dat hij het een mooi moment vond om zijn pen aan de wilgen te hangen. Onder de kop 'Vaar wel Nero, bedankt Mare' neemt Standaard-hoofdredacteur Pe ter Vandermeersch met ferme tegenzin afscheid. „Vlaanderen laat zilveren tranen. Nero werd in 1947 'geboren'. Hij had in het album 'Geheim van Matsuoka' nog een bijrol, 'meneer Van Zwam, privé-detectief' speelde de hoofdrol en dat duurde nog acht albums. Die verschenen eerst met nog andere stripver halen van Sleen in de Nieuwe Gids en Het Volk, voordat hij in 1965 met 'Nero' uitsluitend nog voor De Standaard ging wer ken. De tekenaar is zo productief ge weest dat hij in het Guinness Book of Records belandde. Hij tekende voor 217 Nero-verha- len, twee stroken per dag of vier albums per jaar Tussendoor maakte Sleen natuurdocumen- taires. zoals de populaire BRT- reeks 'Allemaal Beestjes'. Al met al was Sleen, die eigenlijk Neels heet, goed voor 125.592 plaatjes en 378 covers, aldus De Standaard. Voor zijn tekenwerk werd Sleen in 1998 geridderd. Koning Albert en zijn broer wij len koning Boudewijn hebben Nederlands geleerd via Nero albums. Een oom van Sleen was hun leraar Nederlands. Er be staan twee Nerostripmuren in Brussel en Hasselt, en in enkele Vlaamse gemeenten staan standbeelden van Nero en zijn geniale zoon Adhemar. Sleen had aanvankelijk zijn as sistent Dirk Stallaert op het oog om hem op te volgen. Die werkte sinds 1992 mee aan 'Nero'. Stal laert stapt echter over naar de uitgever van Suske en Wiske. Nero, Adhemar, Madam Pfeip, Petoetje en Petatje en andere Nero-figuren zullen daardoor geen nieuwe avonturen meer beleven. ANP n Kroatië werd hij lange tijd veronacht zaamd. Nu is hij er een gevierd man, Mi- slav Krleza (1893-1981). Van deze b i jzon- re schrijver, ooit Nobelprijskandidaat, is de zeventig jaar oude kunstenaarsroman 'terugkeer van Filip Latinovicz in Neder- idse vertaling verschenen. ■inZagreb geboren dichter, toneelschrij- f romancier en essayist is een auteur om koesteren. In de Balkan, in het kruitvat 0 Europa, ondervond hij oorlogen, een- ar. de menselijke wreedheid en domheid oden lijve en trok daar met pen en papier lonten strijde. Eindelijk lijkt hij - welis- *arpostuum - de eer op te strijken die hem -komt. namelijk die van een van de groot- Midden-Europese schrijvers van de "intigste eeuw. 'k in Nederland is Krleza inmiddels er)ontdekt. Hij is van het kaliber Sóndor frai - naar mijn smaak nog groter - al zal 1 waarschijnlijk lang niet zo'n groot pu- !®k weten te bereiken. Daarvoor is Krleza gieken met de nu wereldwijd heront- Mórai (bekend van de bestseller 10od', onlangs ook te zien als toneelvoor- dling met Eric Schneider) teveel een non- oformist en controversieel figuur. Hij was n satiricus die het leven beschouwde als o wreed theater waarin het individu ver- wordt door het collectief, jbeschreef dit onder meer op meesterlijke Miroslav Krleza wijze in zijn roman 'Op de rand van het ver stand' (1938), die indertijd door de commu nisten in de ban werd gedaan omdat het werd beschouwd als een aanval op Stalin en de Sovjetunie. In het boek neemt Krleza op Céline-achtige wijze het veelkoppige mon ster van de menselijke domheid op de kor rel. Hoofdpersoon in dit kafkaëske boek is een rechtsadviseur uit de hogere kringen, die op een feestje een opmerking plaatst die totaal verkeerd valt. Dan wordt hem pas duidelijk hoe kleingeestig de elite is, waar van hij zelf deel uitmaakt Ondanks de ver dachtmakingen roddels en boycot neemt de non-conformist zijn uitspraak niet terug. Hij belandt in het gesticht. De eerste Nederlandse vertalingen van 'Op de rand van het verstand' en 'De terugkeer van Filip Latinovicz' bleven in de jaren zes tig vrijwel onopgemerkt. In de jaren negen tig werd het - met het oog op de Balkan-oor- log - met 'Op de rand van het verstand' (uitgegeven door Prometheus) nog eens ge probeerd, Opnieuw - helaas - zonder al te veel succes, zij het dat het literaire tijd- schrift-in-boekvorm Raster wel een heel nummer aan Krleza wijdde. Hierin werd veel lezenswaardigs over zijn leven en werk opgenomen, waaronder fragmenten uit zijn oorlogsboeken, reisreportages, korte verha len en een hoofdstuk uit zijn driedelige ro man 'Banket in Blitwa', de monoloog van een cynische dictator Kort daarop verschenen bij De Bezige Bij vertalingen van Krleza's zeven anti-oor logsnovellen 'De Kroatische god Mars' (1917-1932), waarin hij - weer heel actueel- schrijft over het failliet van de westerse nor men en waarden, en 'Kinderjaren in Agram', een 'gefingeerde autobiografie', waaraan hij in 1942 begon te schrijven om dat hij dacht de oorlog niet te zullen overle ven. Krleza's oeuvre is omvangrijk. Het (niet volledig) verzameld werk omvat 69 delen dundruk met romans, gedichten, dagboe ken, essays en toneelstukken, waarvan de komende jaren voor de Nederlandse lezer hopelijk meer wordt ontsloten. Krleza debuteerde in 1932 als romancier met 'De terugkeer van Filip Latinovicz'. Deze recentelijk opnieuw vertaalde roman speelt na het uiteenvallen van de Habsburg- se Monarchie en vlak na de Eerste Wereld oorlog: 'De Grote Oorlog dreef een wig tus sen de dingen, als een ijsberg, door die ijsberg was een hele wereld losgeslagen en gezonken.' De stijl van het boek is expres sionistisch. Er zijn schilderachtige, poëti sche beelden en apocalyptische, breugheli- aanse visioenen, wat perfect aansluit bij het beroep van de hoofdpersoon, de 40-jarige kunstenaar en kunstcriticus Filip Latino vicz. De schilder verblijft bijna een kwart eeuw in Parijs om zich het intellectuele en artistieke grotestadsleven goed te laten smaken. Hij raakt in een (artistieke) crisis. Gedesillusioneerd keert hij terug naar huis. naar het Kroatische platteland waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan, en waar hij ach ter zijn ware afkomst probeert te komen. De schilder is een estheet, een zwartgallige decadent, die walgt van zijn schijnheilige moeder en het verstikkende provincialisme van de benepen en hypocriete domkoppen door wie hij zich omgeven weet in de troos teloze nevel en modder van Noord-Kroatië De kunstenaar probeert zijn artistieke ver warring de baas te worden. Maar thuis is hij een vreemde geworden. Hij wordt nog ont- hechter dan hij al was. Hij probeert greep te krijgen op zijn bestaan, orde te scheppen in de chaos waarin hij vermalen dreigt te wor den. En hij wordt achtervolgd door de schimmen uit zijn jeugd: 'Al vanaf het be gin, sinds de vroegste dagen van zijn jeugd, werd Filip onder invloed van vrouwen heen en weer geslingerd tussen diepe neerslach tigheid en extase, tussen dwaze vervoering en vertwijfeling en kroop hij gewond, gesla gen en gebroken, als een vertrapte slak zon der huisje, door slijk en modder besmeurd langs de afgrond van de zelfmoord.' De kunst fungeert hier als een dekmantel voor de schilder om zijn demonen te bezwe ren, om zich te wapenen tegen een wereld in verval. De kunstenaar zet zijn passie, on macht, driften en nachtmerries op het doek met een 'expressie die zo direct was dat hij achteraf versteld stond van de demonische kracht van zijn penseelstreek'. Maar het is uiteindelijk de liefde voor de noodlottige nymfomane Boba of Bobocka, heilige en hoer ineen, die de roman vleugels geeft. En dat deze geschiedenis tenslotte tragisch en bloederig afloopt, ja, dat weet je op het mo ment dat deze femme fatale ten tonele ver schijnt: 'Hij streelde met zijn dikke vingers haar ellebogen en liet zijn arm tot aan zijn biceps om haar schouder glijden. Hij schoof zijn zware damasten stoel vlak naast de ha re terwijl zij met de hak van haar schoen met het servet op de knie van de oude man speel de. Wat had dit alles te betekenen, waren het dronken dromen, was dit een gekkenhuis, of een bordeel?' Nico de Boer Miroslav Krleza: De terugkeer van Filip Latino vicz - vertaald en van een nawoord voorzien door Guido Snel. Uitgeverij De Bezige Bij, 239 blz., €18,50.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 21