doek
In volle pracht en praal op het
Winters leken
vroeger kouder
en veel langer
Welkom in het digitale huis van Vermeer
Rondom Jordaens
De Vier
Jaargetijden
vrijdag 3 januari 2003
de wedstrijd. Van Dyck koos de
scène waarin Mirtillo Amaryllis
met een bloemenkrans kroont,
twee deels ontblote nimfen kij
ken niet op of om en geven er de
voorkeur aan door te gaan met
zoenen.
Asasistent
Een van de laatste werken van
Van Dyck, die aan het Engelse
hof een grote carrière als por
trettist maakte, was het portret
van Willem II en zijn kindbruid
je, de Engelse kroonprinses
Mary Stuart Andere tijden: in
het jaar van hun huwelijk in
1641 was de latere stadhouder
vijftien en Mary nog maar ne
gen. Volgens Van Hout bestaat
het vermoeden dat de doodzieke
kunstenaar het werk niet meer
zelf heeft kunnen voltooien en
de gezichten en een deel van de
kleding aan een assistent heeft
moeten overlaten. In de Erega
lerij imponeert het staatsiepor
tret desondanks nog steeds, niet
in de laatste plaats omdat de
vorstelijke bruid en bruidegom
het ontroerende aanzien van
jonge kinderen hebben.
Na de renovatie in de periode
2004-2008 hoopt het Rijksmu
seum door een verdere integra
tie van Hollandse en Vlaamse
werken in de opstelling een
evenwichtiger beeld te tonen
van de kunst in de Lage Landen,
aldus Van Hout, De verrassende
kwaliteiten van de Vlamingen
op deze expositie, onder wie ook
Adriaen Brouwer en David Te-
niers, rechtvaardigen dat voor
nemen volledig.
Fran9oise Ledeboer
Expositie: Rondom Jordaens.
Vlaamse Meesters in het Rijksmuse
um Amsterdam - t/m 16 maart. Ge
opend dagelijks van 10.00 tol 17.00
uur. Het dossier 'Vlaamse meesters.
Rubens, Vati Dyck, Jordaens en tijd
genoten' van Nico van Hout kost
€14,90.
Vivaldi's Vier Jaargetijden
klinkt door de zalen van het
Noordbrabants Museum in Den
Bosch tijdens de expositie De
Vier Jaargetijden. Vanzelfspre
kend is het standaardwerk van
de Italiaanse componist (1678-
1741) te horen.
De vier jaargetijden waren in de
kunst tussen 1500 en 1750 een
belangrijk thema. Het Noord
brabants Museum probeert in
samenwerking met het Stede
lijk Museum Vander Kelen-
Mertens uit Leuven het thema
inzichtelijk te maken Want
voor de huidige moderne mens,
die opgroeit met centrale ver
warming, verwarmde auto's en
automatische klok op de com
puter, is het haast niet meer
voor te stellen hoe belangrijk en
bepalend de wisseling van de
seizoenen was voor de Middel
eeuwers
De winter bijvoorbeeld was een
lange en donkere periode waar
in voor de meeste mensen vrij
wel niets te doen was. De land
bouw was in de Middeleeuwen
de grootste werkgever en met
het invallen van de vorst was het
met het werk buiten gedaan.
Voor de boeren was het zaak om
in de periode ervoor het werk
klaar te hebben, te zorgen dat er
voldoende voedsel en brandstof
was om de lange winter te kun
nen overbruggen. Met een beet
je geluk kon schaatsplezier de
periode nog enigszins verkor
ten.
De Middeleeuwse mens stond
dichter bij de natuur: de kos
mos, de wereld en de tijd werden
ervaren als een geheel. Het cy
clische denken beheerste het le
ven en dat uitte zich in de kunst.
Heel fraai komt alles samen in
de uur- en wijzerplaat die te
recht is geplaatst aan het begin
van de tentoonstelling. Dit pa
neel, gemaakt rond 1500, is af
komstig uit het Leuvense muse
um en is een absoluut topstuk.
Oorspronkelijk diende het pa
neel als wijzerplaat van een
uurwerk met kalender. In zes
cirkels zijn figuren en taferelen
aangebracht. De binnenste
toont de tekens van de dieren
riem, vervolgens komen in
schilderingen de typische be
zigheden in de twaalf maanden,
daarna volgen de uren van de
dag in Romeinse cijfers. De vier
de ring toont de activiteiten van
de zogenaamde planetenkinde-
ren. Volgens de astrologie beïn
vloeden de planeten alle aspec
ten van het bestaan. Elk van de
zeven planetengoden krijgt een
aantal taferelen waarin mensen
figureren met diverse bezighe
den die aan de goden zijn gerela
teerd. De witte band daarna is
ingeruimd voor de dagen van
het jaar. De laatste cirkel aan de
buitenkant tenslotte geeft een
overzicht van alle dagen in elke
maand. De expositie wordt be
geleid door een catalogus waar
in in zeven artikelen een beeld
van het thema wordt geschetst.
Mede dankzij de eigen collectie
die als basis diende en een groot
aantal bruiklenen, zijn de ma
kers erin geslaagd een selectie te
maken die het thema treffend il
lustreert. In Den Bosch start de
expositie met een algemeen ge
deelte. Vervolgens is in vier ge
deelten per jaargetijde een
beeld gegeven. Oude landbouw
werktuigen uit de Brabantica-
collectie van het Bossche muse
um omlijsten het geheel.
De expositie leent zich bij uit
stek ook voor een groot aantal
educatieve activiteiten. Er is
een boekje gemaakt voor kinde
ren van 9 tot 12 jaar, er zijn com
puterprogramma's waarmee
gebladerd kan worden in Mid
deleeuwse getijdenboeken, er is
een speciale website en een con
certprogramma. Hoewel inci
denteel kunstenaars zich nog
wel aan de vier jaargetijden
wijdden (zo is in de Caldic Col
lection, momenteel te zien in
Boijmans van Beuningen in
Rotterdam, nog een vier delen
tellend schilderij van Pyke
Koch opgenomen) verdween het
thema na 1750 gaandeweg. Niet
echter in de animatie.
In het Noordbrabants Museum
worden, met dank aan het Ne
derlands Instituut voor Anima
tiefilm, drie relatief nieuwe ani
matiefilms getoond: het met een
Oscar bekroonde 'Father and
Daughter' (2000) van Michael
Dudok de Wit en films van Paul
Driessen en Maarten Koopman.
Kennelijk is het cyclische ka
rakter van het thema voor teke
naars nog wel een inspiratie
bron.
Gerrit van den Hoven
De Vier Jaargetijden' t/m 21 april in
Het Noodbrabanls Museum, Ver-
wersstraat 41, Den Bosch. Geopend
di t/m vrij 10-17 uur za. zo en feest
dagen 12-17 uur. Catalogus €35,-
gebondenen €24,50 (paperback).
Van 10 met t/m 3 augustus in Stede
lijk Museum Vander Kelen-Mertens
in Leuven.
Detail van een rond 1500 vervaardigde uur- en wijzerplaat.
n de Eregalerij van het Rijksmuseum is voor het eerst
een ontmoeting tussen Gouden Eeuw-kunstenaars uit
de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden
georganiseerd. Voor de Noord-Nederlanders betekent dat op
de expositie 'Rondom Jordaens: Vlaamse Meesters in het
Rijksmuseum' een weerzien met topstukken van grote
meesters als Rembrandt, Frans Hals en Bartholomeus van
der Helst. Dat is een aangename opfrissing van het visuele
geheugen, maar verrassen doen deze bekende werken uit de
vaste opstelling in de Eregalerij niet meer. De Vlamingen
doen dat wel omdat ze in Nederland zelden in de
schijnwerpers staan. Vooral Jordaens, Van Dyck en Rubens
excelleren op deze expositie met werken vol spanning en
schilderkunstig vernuft.
A ctuele aanleiding voor de
Xxpresentatie was de voltooi
ing van de schoonmaak en res
tauratie van drie portretten van
Jacob Jordaens(1593-1678) die
het Rijksmuseum vorig jaar
vooreen bedrag van 5,6 miljoen
euro kon verwerven met steun
van een groot aantal externe
geldschieters. De welgestelde
koopman Roger Le Witer uit
Antwerpen, zijn vrouw Catha-
rina Behagel en zijn moeder
Magdalena de Cuyper werden
kort na 1635 door Jordaens in
volle pracht en praal op het
doek gezet. Ze ogen nu weer zo
fris alsof de kunstenaar ze pas
gisteren van zijn ezel haalde.
Breed publiek
Conservator Nico van Hout van
het Koninklijk Museum voor
Schone Kunsten in Antwerpen
schreef de tekst voor het 'dos
sier' dat bij deze tentoonstelling
is verschenen. Hij concentreert
zich op leven en werk van de
Vlamingen en behandelt de sti
listische beïnvloeding tussen de
Noordelijke en Zuidelijke
meesters maar zeer terzijde. In
dit voor een breed publiek be
stemde boekje zou dat ook te ver
hebben gevoerd, maar het
maakt deze 'eerste kunsthisto
rische ontmoeting' oppervlak
kiger dan de uitnodiging deed
voorkomen.
Een kniesoor die daar bij deze
gelegenheid op let: het Rijksmu
seum heeft het mooiste uit de
qua omvang bescheiden collec
tie Vlamingen uit de kast ge
haald en een aantal bijzondere
bruiklenen geregeld. Verras
send aan de door Van Hout
verstrekte informatie is dat de
Vlamingen ondanks de Tachtig
jarige Oorlog in de Noordelijke
Nederlanden gewoon 'kind aan
huis' bleven. In de Republiek
der Zeven Verenigde Nederlan
den bestond in de zeventiende
en achttiende eeuw grote be
langstelling voor met name Pie-
ter Paul Rubens (1577-1640),
briljant schilder van religieuze,
Jacob Jordaens schilderde omstreeks 1635 Roger Le Witer uit Antwerpen
(rechtsboven), zijn vrouw Catharina Behagel (linksboven) en zijn moeder
Magdalena de Cuyper
mythologische en historische
taferelen maar ook van schitte
rende portretten en landschap
pen.
Zeventiende-eeuwse inventa
rissen van het kunstbezit van de
Oranjes maken melding van de
aanwezigheid in de stadhouder-
lijke vertrekken van werken als
zijn Annunciatie, geschilderd
omstreeks 1613. Een puurdere
katholieke impressie van de
aankondiging van de goddelijke
geboorte door de engel aan Ma
ria is niet denkbaar: na de dood
van de protestantse stadhouder
Frederik Hendrik in 1647 kreeg
het schilderij desondanks een
ereplaats in de voorkamer van
Huis ten Bosch Het belangrijk
ste werk van Rubens uit de eigen
collectie is zijn Cimon en Pero
Omstreeks 1630 verbeeldde Ru
bens fascinerend levensecht hoe
de beeldschone Peres haar op
gesloten vader Cimon de borst
geeft. Zo redt ze hem van de
hongerdood. Onder de indruk
van zoveel toewijding besluiten
de autoriteiten de oude grijs
aard daarna in vrijheid te stel
len. Van Hout maakt verder
melding van Rembrandts aan
koop voor 425 gulden van Ru
bens Hero en Leander in 1637,
een vroeg werk uit omstreeks
1605. Zeven jaar later verkocht
hij het werk voor 530 gulden.
Jammer genoeg wordt ook niet
ingegaan op de mogelijke in
vloed van Rubens op zijn
Noord-Nederlandse collega.
Frederik Hendrik (1584-1647)
en zijn echtgenote Amalia van
Solms (1602-1675) waren zeer
gesteld op het pastorale genre in
zowel de literatuur als schilder
kunst. Een inventaris uit 1632
vermeldt in de 'garderobe' van
de stadhouder op het Haagse
Binnenhof 'eene schilderije van
verscheyde vrijagiën, door An
thony van Dyck tot Antwerpen
gemackt'. Daarmee werd ver
wezen naar Van Dycks (1599-
1641) werk Amaryllis en Mirtil
lo. gemaakt omstreeks 1632.
Het schilderij geeft een episode
weer uit het verhaal II Pastor Fi-
do van Giovanni Batista Guari-
ni, een pastorale uit het einde
van de zestiende eeuw die in Eu
ropa zeer tot de verbeelding
sprak. Het verhaal is ernaar:
Amaryllis organiseert een kus-
wedstrijd onder haar medenim
fen. Mirtillo is op haar verliefd,
verkleedt zich als vrouw en wint
Mensen die willen weten hoe de beroem
de Delftse kunstenaar Johannes Ver
meer heeft geleefd, kunnen vanaf januari
zijn huis bezoeken. Althans dan gaat een
website de lucht in waarop zo getrouw mo
gelijk zijn huis is herbouwd, inclusief hon
derden gebruiksvoorwerpen uit de tijd van
Vermeer, die leefde van 1632 tot 1675.
Brein achter het digitale huis van Vermeer is
drs. Kees Kaldenbach (49 jaar), de Amster
damse kunsthistoricus die zich al vele jaren
verdiept in leven en werken van Vermeer.
Eerder al vervaardigde hij een kaart, waar
op talloze kunstenaars uit de gouden eeuw
in Delft zijn gesitueerd.
Vrijdag 17 januari gaat het digitale huis
open tijdens een officiële openingshande
ling in de Maria van Jessekerk in Delft. On-
Het straatje van Johannes Vermeer (circa 1660).
geveer zeshonderd voorwerpen, variërend
van kledingstukken tot poppen, staan
straks uitgestald op de website Kalden
bach: ..Uitgaande van de werkelijkheid van
nu, met andere woorden van het feit dat er
geen huis meer is dat kan worden bezocht en
géén straatje meer van Vermeer, is dit een
schitterend alternatief. Een groot voordeel
is natuurlijk dat de mensen uit alle wereld
delen het huis kunnen gaan bezoeken."
De woning van Vermeer, gelegen aan de Ou
de Langendijk, werd in de negentiende
eeuw gesloopt. Delft ontbeert ook het be
faamde straatje van Vermeer, dus moest
Kaldenbach afgaan op zeer uiteenlopend
archiefmateriaal Het idee omzo een huis op
internet in te richten stamt van de zomer
2000. De Amsterdammer dacht in een hand
omdraai klaar te zijn. Een website, wat
plattegrondjes en klaar zou het huis zijn.
,,Ik hebjjelf eerst een valse start gemaakt",
erkent Kaldenbach. Van bouwhistoricus
Wim Weve kreeg hij onomwonden te horen
dat zijn eerste poging om het een en ander
aan het papier toe te vertrouwen eigenlijk
'volslagen onkunde op tekengebied' aangaf.
,,Ik ben daar gewoon niet in thuis. Gelukkig
heeft Weve me dat duidelijk gemaakt Op
die manier zou ik niet bepaald de rijksweg
naar de perfectie zijn ingeslagen."
Kaldenbach schakelde na een zoekactie dr.
ing. Henk J. Zantkuijl in, oud-hoofddocent
bouwkunde aan de TU Delft Zantkuijl do
ceerde bouwkunde en restauratiekunde in
Delft van 1970 tot 1990. Zantkuijl baseert
zich op de inventarislijst van Vermeer, en op
de bekende maten uit het gegeven perceel.
Verder is het huis afgebeeld op verschillen
de historische kaarten. Tenslotte brengt
Zantkuijl zijn grote parate kennis van de
ontwikkeling van het woonhuis door de
eeuwen heen in praktijk. Dankzij Zantkuijl
kreeg een secure plattegrond vorm. Alle ka
mers in het overigens fraaie huis van Ver
meer kunnen op de pc worden aangeklikt,
waarna ze tal van details prijsgeven. De on
derzoeken van dr. Albert Blankert, die
wordt gezien als de paus onder de Vermeer
kenners, waren voor Kaldenbach een meer
dan vitale leidraad. Die hielp hem onder
meer aan een inventarislijst, opgesteld na
de dood van de schilder.
Voor de technische verfijning van de site te
kende industrieel ontwerper Allan Kuiper,
die ook aan de TU studeerde. Kaldenbach
kreeg verder voor de verwezenlijking van
het project veel steun van het Rijksmuseum
in Amsterdam, dat tal van illustraties
afstond. „Dit digitale huis levert toch nog
weer veel meer over Vermeer op", oordeelt
Kaldenbach, „We zien zijn rijke boeken
kast, iets heel bijzonders in die tijd, zijn ezel,
van alles en nog wat. Maar ik denk wel eens:
hoe meer ik studeer, hoe minder ik van hem
weet." Kaldenbach concentreerde zich op
de meest uiteenlopende tijdverschijnselen,
maar ging via sommige kamers thematisch
aan het werk. Zo kan hij op de site straks
meer uit de doeken doen over de toenmalige
seksgewoonten en algemene gebruiken in
de gouden eeuw,
Of het huis op hoge bezoekersaantallen zal
kunnen bogen, is volgens Kaldenbach nog
lastig te voorzien Hij heeft vele Nederland
se ambassades aangeschreven in de hoop op
forse publiciteit. „Uit de Verenigde Staten
krijg ik leuke reacties. Mooi natuurlijk.
Maar ja, sinds de tentoonstelling in New-
York in 2000 is daar de interesse.
Willem van der Kooij
Het digitale huis van Vermeer wordt vrijdag 17 ja
nuari officieel geopend.