Karekiet wipt straks van
ene moeras naar andere
Met galerij aan zee
Waar eindigt
natuur en waar
begint cultuur?
Natte gebieden tussen
Zwin en Biesbos
Nieuwe Raadkaart
De Vereniging Natuurmonu
menten beheert naast
natuurgebieden ook cultuur
monumenten. De cultuurhisto
rische invalshoek krijgt in het
beleid van de vereniging een
steeds duidelijker plek, stelt
voorzitter Hei-man Wijffels. Het
gaat volgens hem om plekken
'waar de kracht en schoonheid
van de natuur en de invloed van
's mensen hand onontwarbaar
met elkaar zijn verbonden.' Het
land waar dit bij uitstek het ge
val is, is Nederland, aldus Wijf
fels.
De Vereniging Natuurmonu
menten is daar ook bijna hon
derd jaar geleden (1904) voor
opgericht. Om natuur en land
schap én de daarmee samen
hangende cultuurhistorie - in de
vorm van gebouwen, cultuur
landschap en archeologische
waarden - te beschermen. Het
Naardermeer, waarin Amster
dam huisvuil wilde dumpen,
was destijds de aanzet. Nu is
sprake van een veelkleurig palet
van 350 gebieden: van landgoe
deren met chique villa's tot aan
de veenplassen die ontstonden
door het plaggen en baggeren
van de gewone man.
Daarover is het boek Cultuur
monumenten van Natuurmonu
menten samengesteld. Frans
Bosscher, redacteur- van de bla
den Natuurbehoud en Van Na
ture en begonnen als verslagge
ver bij de PZC, geeft in het boek
zijn visie op de geschiedenis en
ontwikkeling van het land
schap. Fotograaf Joop van
Reeken zorgt voor sfeervolle
beelden van de (cultuurmonu
menten die uitgelicht worden.
Met vier van de 2 5 getoonde mo
numenten is Zeeland zeer goed
vertegenwoordigd: slot Haam
stede, de Zeepeduinen, de Zuid
kust van Schouwen en de Zak
van Zuid-Beveland.
Grens
Bosscher geeft aan dat over de
verhouding tussen cultuur en
natuur verschillend gedacht
wordt. Waar ligt de grens en
waar houdt natuur op en begint
cultuur? Mag een natuurbe
schermer de grens wel passeren?
Met andere woorden: moet hij
niet met zijn vingers afblijven
van de natuur? Daarvoor is het
allang te laat. Er zijn, zeker in
Nederland, geen plekken meer
te vinden die de mens onberoerd
heeft gelaten. Op zich hoeft dat
niet erg te zijn, ware het niet dat
de invloed van de mens meestal
bestaat uit respectloze verniel
zucht, constateert Bosscher.
Vanaf de tweede helft van de 19e
eeuw is de balans in Nederland
gaan doorslaan. Vooral de ont
wikkelingen in de landbouw
hadden ingrijpende gevolgen
voor het landschap. Karakteris
tieke landschapselementen als
poelen, heggen, houtwallen en
bosjes verdwenen onder de wals
van ruilverkavelingen. Bloem
rijke graslanden maakten
plaats voor gebieden met nog
maar één grassoort: raaigras.
Onder de oppervlakte is een
enorm drainagestelsel aange
legd. Glooiende oevers maakten
plaats voor steile wanden. Door
verlaging van waterpeilen en
beregening trad verdroging op.
De door Bosscher beschreven
verschijnsel zijn in Zeeland be
paald niet onbekend.
Er is vooral door de inzet van de
natuurbescherming een tegen
beweging ingezet. Die heeft in
de 21e eeuw nog altijd trekken
van dweilen met de kraan open:
van bedreigingen is nog steeds
sprake. Er is echter ontegenzeg
gelijk ook veel goeds verricht,
door te redden wat er te redden
viel (en valt). Dat is overigens
lang niet vanzelfsprekend. Het
economisch tij hoeft maar even
te keren, of aan de inhaalslag
van de natuur wordt via bezui
nigingen abrupt een eind ge
maakt. Het zijn de bestuurders
die hierbij een knelpunt vor
men. Natuur zit bij hen niet tus
sen de oren.
Dat leidt er volgens Bosscher
toe dat het draagvlak voor het
herstel van natuur en land
schap, dat er wel degelijk is, niet
wordt benut. Consequente keu
zen voor de natuur worden niet
gemaakt. Beslissingen vallen
vaak in het nadeel van de natuur
uit. Bosscher vindt dat de men
sen daarom verleid moeten wor
den om uit hun binnenwereld
van kunstlicht, klimaatsyste
men en chemische luchtjes te
komen, teneinde het contact
met de geuren, kleuren en vor
men van de buitenwereld te her
stellen. Dat is, getuige de prak
tijk, geen gemakkelijke opgave.
Vechten
Het boek Cultuurmonumenten
van Natuurmonumenten maakt
duidelijk dat de natuur het
waard is om voor te vechten.
Dat gaat in elk geval op voor de
uitverkoren Zeeuwse monu
menten, waaronder het fiere
slot Haamstede, waarvan de
eerste bouw al omstreeks 1250
plaatsvond. Erom heen de Zee
peduinen, waar door begrazing
een bijzonder gebied ontstond.
De rol van de koeien is overge
nomen door een kudde van zo'n
honderd Shetland pony's. Op
vallend aanwezig is een groot
aantal bunkers uit de Tweede
Wereldoorlog, die deel uit
maakten van de Atlantikwall en
die nu bewoond worden door
verschillende soorten vleermui
zen.
Met als opvallend element de
Plompe Toren aan de rand van
de Oosterschelde, komt langs de
zuidkust van Schouwen een pa
radepaardje voor nieuwe na
tuur tot ontwikkeling: het plan
Tureluur. Het compenseert voor
een deel de natuurwaarden die
verloren zijn gegaan door de
bouw van de Oosterscheldeke-
ring. Laatste Zeeuwse onder
deel is de Zak van Zuid-Beve
land, niet voor niets aangewe
zen als Waardevol Cultuurland
schap, met als voornaamste
kenmerk de dijken, die de inpol
deringsgeschiedenis weerge
ven. Natuurmonumenten
beheert er ook het fort Elle-
woutsdijkuit 1834.
Rinus Antonisse
Cultuurmonumenten van Na
tuurmonumenten. Door Frans
Bosscher. Fotografie Joop van
Reeken. Uitgave Vereniging
Natuurmonumenten, 's-Grave-
land. Prijs 42,95 (leden
34,95).
Natuurgebied het Zwinin Zeeuws-Vlaanderen. foto Peter Nicolai
In 2018 moet dwars door
Nederland, van Lauwers
meer tot het Zwin een zoge
naamde Natte As lopen. Een
onderling verbonden ketting
van moerasgebieden, be
doeld om de bestaande
versnippering van natuurge
bieden op te heffen. Die ver
snippering is slecht voor
planten en dieren. Onderdeel
van de Natte As is het gedeel
te Biesbos-Zwin. De provin
cie Zeeland heeft een opzet
daarvoor aan het ministerie
van Landbouw, Natuurbe
heer en Visserij gestuurd.
Daarin worden de lijnen
voor de robuuste ecologische
verbinding in de Delta ge
schetst.
Zeeland kent al een aantal
moerasachtige gebieden.
Die zijn niet met elkaar verbon
den - ze vormen als het ware
aparte eilandjes in het buiten
gebied. De afstanden ertussen
zijn meestal groot en veel plant
en diersoorten kunnen moeilijk
overwippen. Ook zijn de gebie
den op zich vaak te klein om kri
tische planten en dieren vol
doende levensruimte te bieden.
„Als je het aantal moerasgebie
den vergroot en op een aantal
plekken verbindingszones
maakt, dan is een duurzaam
systeem mogelijk", vertelt pro
vinciaal projectleider Piet van
der Reest.
„We kunnen gewoon berekenen
hoe groot een moerasgebied
moet zijn en op welke afstand
een volgend gebied moet liggen
en hoe groot de verbindingszone
moet zijn." Dat heeft ecologisch
adviesbureau Waardenburg uit
Culemborg voor de provincie
gedaan. Daarbij zijn als uit
gangspunt genomen de eisen die
roerdomp, grote karekiet,
noordse woelmuis, otter, bever
en grutto aan hun leefomgeving
stellen. Dit zijn bedreigde of
verdwenen soorten die kenmer
kend zijn voor de Delta.
Moerasgebieden waren vroeger
in Zeeland heel normaal, legt
Van der Reest uit. Verkavelin
gen en verlaging van waterpei
len veroorzaakten grote oprui
ming. En daardoor ook het
verdwijnen of het zwaar in de
verdrukking komen van dieren.
Van der Reest wijst op de roer
domp, die in de provincie zeld
zaam is geworden en alleen nog
voorkomt in de Maire op Duive-
land, het Rammegors bij Sint
Philipsland en op enkele plaat
sen in Zeeuws-Vlaanderen.
Voor de grote karekiet geldt het
zelfde; er zijn nog maar een tien
tal broedparen in Zeeland over
gebleven. De noordse woelmuis
is op de Rode Lijst van bedreig
de zoogdieren gekomen.
Riet
Bij moerasgebieden is het sleu
telwoord: riet. „Dat moet er
kunnen groeien. Dus gaat het
altijd om een nat gebied en het
peil van het water moet wat
schommelen. Het water hoeft
niet helemaal zoet te zijn, licht-
brak kan ook. Niet zout, daarin
groeit riet niet", legt Van der
Reest uit. „Het riet is belangrijk
als vegetatiebouwer. Het is een
sterke soort, waar een heel di
vers planten- en dierenleven
aan vast zit. Zo broeden een he
leboel vogels in riet. Het is als
basis van een levensgemeen
schap heel belangrijk."
Het hoofdtraject van de Natte
As loopt van de Biesbos via
Overflakkee, Duiveland, Sint
Philipsland, Tholen en heel
Zeeuws-Vlaanderen naar het
Zwin. Via de Zeeuws-Vlaamse
kreken wordt ook het Vlaamse
krekengebied aangetakt, zodat
sprake is van een grensover
schrijdende verbinding. Vanaf
het hoofdtraject lopen zijtak
ken langs het Haringvliet, Gre-
Een bootje vaart door de Biesbos.
foto Dirk-Jan Gjeltema
velingen en Oosterschelde en
naar de West-Brabantse beken
en het Veerse Meer. In aanvul
ling op bestaande gebieden is
nog 4230 hectare moerasgebied
en 550 hectare verbindingszo
nes nodig.
Van der Reest wijst erop dat een
groot deel van de te ontwikkelen
moerasgebieden (2730 hectare)
samenvalt met bestaande of al
aangewezen natuurgebieden.
Het betekent dat nog ongeveer
1500 hectare (moeras) en 550
hectare (verbindingszones) in
het buitengebied nodig zijn. Van
der Reest: „In sommige gebie
den is het nodig het beheer aan
te passen, sommige moeten be
ter ingericht worden en op som
mige plekken moet er echt nieu
we natuur bijkomen." De Natte
As loopt binnendijks; het Ver
dronken Land van Saeftinge is
het enige buitendijkse gebied.
Er ligt inmiddels ook een toe
komstvisie voor de Deltawate
ren, waarin herstel van de estu-
ariene (zoute) dynamiek
centraal staat. Dat kan strijdig
zijn met de gewenste moeras
ontwikkeling van de Natte As.
Van der Reest erkent dat er een
zeker spanningsveld ligt. „Maar
het kan ook heel interessant
zijn. Je kunt met herstel van de
estuariene dynamiek toch een
robuuste natte as in stand hou
den." Er is een zorgvuldige af
weging gewenst, want ontwik
keling van rietmoeras kan ertoe
leiden dat bestaande hoge na
tuurwaarden in het gedrang ko
men.
Projectleider Van der Reest on
derstreept dat de Natte As méér
doelen dient dan alleen de na
tuur. Hij noemt dat meekoppe
ling met andere belangen. Eén
ervan is de noodzakelijke ver
grotingvan de waterberging
(vanwege de toenemende regen
val). Geschat is dat daarvoor in
Zeeland 1000 hectare nodig is,
waarvan 300 hectare voor (ber
gende) natuurvriendelijke oe
vers. Een andere mogelijkheid
voor meekoppeling ligt in her
stel van de vele historisch ver
dedigingslinies. De hoofdas in
Zeeuws-Vlaanderen sluit naad
loos aan op de Staats-Spaanse
linies. De Natte As vergroot ook
de aantrekkelijkheid van de
Delta voor water- en oeverre
creatie.
Het politieke klimaat lijkt niet
erg gunstig voor uitvoering van
de Natte As. CDA, LPF en WD
hebben de kraan voor natuur-
uitgaven stevig dicht gedraaid.
Van der Reest put hoop uit de
toezegging dat in 2018 de zoge
heten Ecologische Hoofdstruc
tuur, waarvan de as deel uit
maakt, een feit moet zijn. „Daar
houdt de minister van LNV nog
aan vast, ondanks de bezuini
gingen." Hij verwacht dat de
Natte As in de Delta in etappes
uitgevoerd zal worden, waarbij
voorrang gegeven wordt aan het
deel Biesbosch-Westerschelde.
Rinus Antonisse
dinsdag 31 december 2002 L
Het hotel werd eerst geëxploiteerd
door de Stoomvaartmaatschappij
Zeeland, meldt J. Kroon uit Vlissin-
gen. „In 1916 kwam het in handen van
de gemeente. Vanaf 1923 heette het
Grand Hotel Britannia."
In de Tweede Wereldoorlog werd
Grand Hotel Britannia door de Duit
sers gebruikt als hoofdkwartier, zo
schrijven veel inzenders, waaronder
W.E. van Hasselt uit Vlissingen. „De
bezetter bouwde twee reuzenbun-
kersDe ene is schijnbaar begraven
tijdens de flatbouw, maar de andere is
nog steeds net zichtbaar." Bij de be
vrijding van Walcheren in 1944 werd
het hotel door de geallieerden hevig
onder vuur genomen en door brand
verwoest. Na de oorlog werd op de
plaats van het oude hotel een nieuw
Britannia gebouwd. Dit gebouw is in
middels ook al weer jaren gesloten.
Het pand moet grondig worden ver
bouwd, maar procedures van omwo
nenden houden de werkzaamheden
tegenVeel inzenders spreken hun on
genoegen uit over 'het bouwval' dat er
nu staat. „Wel een lelijke plek aan de
fraaie Vlissingse boulevard", schrijft
J.W.P. Cornelissen uit Yerseke.
Winnaars van de waardebonnen zijn
deze week: F. Klaver, Vlissingen,
D, Hannewijk, Vlissingen en A.W.N.
Kruft, Goes.
Carla van de Merbel
Dit is de nieuwe opgave uit de kaartencollectie van Hans
Lindenbergh. De vraag is weer: In welk dorp is de foto
gemaakt? Nadere informatie over de plaats en de mensen is
welkom bij de redactie van Buitengebied. Oplossingen
kunnen tot en met zaterdag 4 januari worden gestuurd
naar: Redactie PZC Buitengebied. Postbus 18,4380 AA
Vlissingen, fax 0118-470102, e-mailredactie@pzc.nl, On
der goede oplossingen worden drie waardebonnen verloot.
De raadkaart van vorige week
toont ons Grand Hotel Britannia
aan de Boulevard Evertsen in Vlissin
gen. Vermoedelijk is de foto genomen
in de jaren dertig van de vorige eeuw.
Veel inzenders wisten nadere infor
matie te verstrekken over het oude
Britannia, dat als Grand Hotel des
Bains in 1886 werd gebouwd. De gun-
ningsprijs was toen 116.200 gulden,
weten C.M. van Wanrooij uit Kloetin-
ge en J .MJWortman uit Vlissingen te
melden. „Het gebouw had imposante
afmetingen", schrijft C.JFlipse uit
Koudekerke, „namelijk 66 meterlang
en 40 meter breed. Het bestond uit
twee vleugels en een middengebouw
voorzien van een overdekte galerij
aan de zeezijde. Het had de allure van
het Kurhaus in Scheveningen."
Het hotel is er gekomen mede dankzij
de inzet van de toenmalige burge
meester Aide Smit, schrijft C.P Fase
uit Sint-Annaland. „Het nieuwe hotel
was voor die tijd een zeer groot ge
bouw met 66 logeerkamers en 12
kamertjes voor de bedienden.Re
gelmatige verbouwingen maakten de
capaciteit steeds groter. In 1934 had
het hotel al 220 bedden."