ieuw Als het leven pijn gaat doen PZC Zeeuwse patiënt vraagt veel x 1 60 i "tik I 30 1 Was geluk heel gewoon? dinsdag 31 december 2002 Nostalgie is lekker, maar tot op zekere hoogte. Overal is het retro wat de klok slaat, want de nieuwe eeuw gaapt ons aan. Maar als het verlies van het verleden echt pijn gaat doen, is er geen remedie meer. Bommen in de Ikea, meneer? Die had je vroeger niet, zegt de man in de trein. Wij zijn ter hoogte van de Delftse vestiging van het Scandinavi sche meubelparadijs. Die ochtend is er net het nieuws geweest dat alle Ne derlandse vestigingen van het bedrijf op explosieven doorzocht moeten worden. De wereld is grimmig gewor den. Uitgerekend een bedrijf dat zo grossiert in retro-spulletjes wordt nu met het harde heden geconfronteerd. De man heeft nog meer op zijn lever: „En dan die reclame op de radio, over een jongetje dat meent Sint-Nicolaas de mantel uit te kunnen vegen omdat hij niet snel genoeg de cadeaus afle vert waar hij recht op denkt te hebben. Wat vindt u daar nu van. 'Jij bent toch die kindervriend? Nou komt er nog wat van of kan het je allemaal geen zak meer schelen!Dat toontje, me neer. Ha! De man snuift schamper. Hij is nog geen zestig en aan zijn kleding te zien (windjack, ribcordbroek) een van de nieuwe vrijgestelden, een vroeg ge pensioneerde die zijn schaapjes op het droge heeft en nog even van het leven wil genieten. Maar het leven werkt niet meer zo mee tegenwoordig. Er zijn andere tijden gekomen. Trouwens, een uurtje vroeger, en je had in deze trein niet met elkaar kun nen praten. Alle spreek- en leefruimte wordt dan bezet door jongeren, on derweg naar him leerfabrieken in Lei den, Rijswijk en Delft, die luid hun ca fé-avontuurtjes van de vorige avond bespreken met anonieme vrienden en vriendinnen die ergens in Nederland nu ook zo 'n mobieltj e aan het oor hou den. Vermoedelijk op een scooter ge zeten, wachtend voor een stoplicht. Als ze dat nog doen, tegenwoordig. Altijd vooruit Toen de vooruitgang werd uitgevon den, ergens in de zestiende eeuw, heeft niemand zich op tijd gerealiseerd dat je dan ook nooit meer terug kunt. Al tijd maar vooruit. De babyboom-ge neratie, een product van de vooruit gang bij uitstek, ervaart nu hoeveel pijn dat kan doen. Ooit komt een mens op de leeftijd dat hij om zich heen kijkt of alles er nog is, en wat blijkt: de wereld van toen is er niet meer. De retro-trend van heden is dan niet zo moeilijk te verklaren. Eenkenmerk van de babyboomers is dat er velen van zijn, dat zij geld hebben en vaak ook nog de macht. Dan kan de com mercie snel uitrekenen vanwaar de wind komt. Laten wij eens inventari seren. The Rolling Stones zijn nog steeds de 'greatest rock 'n' roll band' van de we reld. In de bioscopen hebben wij de af gelopen jaren genoten van films als 'Minoes', 'Kruimeltje', 'Ja zuster, Nee zuster', 'Pietje Bell' en 'In de ban van de ring'. Endemol werkt aan een re make van Pipo de Clown (met Spanje als decor), ook de Swiebertje-serie schijnt hoge ogen te gooien. Binnen kort kunnen we naar de 'Kameleon' gaan kijken. Edith Piaf en Marlène Dietrich waren gewilde theateron- derwerpen, Fassbinders 'Het vuil de stad en de dood' kwam eindelijk op de planken. Wijde pijpen zijn weer even tjes in, en de Afghaanse jas - ooit het attribuut van de hippie - is terug. „Het ergste, vind ik", zegt de man, „dat onder de dertig elke wellevend heid weg schijnt te zijn. Alles recht voor z'n raap. Ze zijn de trein al bin nen, voordat de anderen uit hebben kunnen stappen. Winkelpersoneel snauwt je af." Hij wil nog meer kwijt, maar doet er maar het zwijgen toe, wanneer de zwerfjongere Sietse - een oude beken de op dit traject - de coupé betreedt en met zijn mummelende junkenbekkie zijn vaste prevelementje begint, 'Bes te mensen, ik ben Sietse, schrik niet want, ja, ik kom ordinair bedelen...' Wij kennen zijn verhaal uit het hoofd. Soms krijgt hij wat. Meestal van jonge vrouwen, hoofddoekje of niet. Wat hij met het geld doet, mag God weten, in elk geval niet het badhuis bezoeken. Zien wij de man in het windjack den ken. Teil Badhuizen bestaan niet eens meer. Ze zijn gesloopt door de vooruitgang. Het laatste ouderwetse badhuis van Ne derland ging onlangs dicht. Elke wo ning heeft tegenwoordig een douche, anders wordt die onbewoonbaar ver klaard. Veel mensen douchen twee keer per dag. Maar er is een tijd ge weest dat wij alleen op vrijdagavond om de beurt in de teil gingen. Eind ja ren vijftig, toen 'geluk nog heel ge woon was'. Was geluk heel gewoon? Wel in de ogen van nu. De jaren vijftig en zestig ontroeren de ouderen onder ons door hun eenvoud, hun geborgenheid en de belofte dat het snel beter zou worden. De generatie van zestig maakte mee, hoe de besloten traditionele samenle ving van na de oorlog open werd ge broken in een explosie van welvaart en vrijheid. Grote verwachtingen aan de horizon van een samenleving, die één grote speeltuin zou worden. Het aardigste aan die verwachting was, dat het verwachting was en geen werkelijkheid. Het vooruitzicht van een feest is immers opwindender dan het feest zelf. Dat houdt het ideaal warm. Eerst die Amerikanen weg uit Vietnam, vervolgens een lange mars door de instituties en dan aan de dis van het leven, een tafel gedekt met spacecake en er is plaats voor ieder een. Maar wat de babyboomers van toen in hun euforie vergaten, was dat hun le- vensoptimisme werd mogelijk ge maakt door een eveneens boomende economie. Omstreeks 1963 schijnt het begonnen te zijn. Nederland werd overspoeld door een loongolf. Nooit meer arm. Alleen nog maar vrije ont plooiing van het individu, nooit meer sappelen. Misdaden Maar tegen de tijd dat de verwachting ingelost moest worden, hadden Hells Angels al dodelijk ingetrapt op het vredige hippiepubliek in Florida tij dens een concert van The Stones, had Charles Manson zijn rituele moorden begaan tijdens seksuele orgieën, had Ulrike Meinhoff zichzelf en haar utopische droom verhangen en bleek de culturele revolutie in China in feite een van de grootste misdaden van de moderne geschiedenis te zijn geweest in plaats van een grote sprong voor waarts. Vrije ontplooiing werd calculerend individualisme. En de zich vrij ont plooiende ouders bleken weinig tijd voor de opvoeding van hun kinderen SS X {'y' illustratie Hans van Kralingen/GPD over te houden, zodat zij nu in de win kel door dezelfden worden afgebekt. Het hedendaagse materialisme is de uitkomst van een proces dat in de ja ren zestig werd ingezet. En dat proces is nog maar net begonnen. De Franse schrijver Michel Houellebecq heeft het goed gezien: de wereld is onver mijdelijk aan het veranderen in een grote supermarkt. Terugverlangen naar de jaren zestig, is terugverlangen naar het begin van dat proces, toen nog niet zo duidelijk was wat de prijs ervan zou zijn. Dat verklaart de retro- trend van heden. Want dit zijn tijden van beklemming en zorg, met mis schien een oorlog in het verschiet, ra ciale spanningen, Europa dat maar niet één wil worden en Amerika dat er in zijn eentje op uit trekt. We leven in onzekerheid over goed en kwaad. In de Koude Oorlog was dat tenminste anders. Nostalgie is lijden aan de tijd, zoals heimwee lijden aan de ruimte is. Nos talgie vertelt nooit over het verleden, maar over het heden. Zij vertelt over angst voor de toekomst, over verloren idealen, over verdriet dat het leven zo snel gaat. Met 'Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt' (2001) gaf de psycho loog Douwe Draaisma een prachtige beschrijving van de onverbrekelijke band tussen mens en geheugen. De geur van een bijna opgedroogde paar denvijg, de lucht van mottenballen, het sudderlapje, zij kunnen de mid delbaren van nu in vervoering bren gen. De mens is geboetseerd uit vlees en tijd, wist kerkvader Augustinus al. Maar hij had nog zijn God; wie in Hem geloofde hervond de onsterfelijkheid van zijn ziel. Maar dat geloof hebben nog slechts weinigen. Wij moeten het doen met geloof in de techniek, daar ligt ook onze hoop en liefde. Het is de hoop op een soort geknutselde onster felijkheid, een heel lang leven vol ein deloze oplapbeurten. Vooraanstaan de gerontologen verwachten dat enkelen van ons deze eeuw de hon derdveertig halen. Je moet er niet aan denken dat je straks het grootste deel van je leven oud zult zijn! Rekken Ook als wij het leven langer maken, eindeloos rekken desnoods, zal het lij den aan de tijd niet verdwijnen. Het is de combinatie van een wereld die ver andert en onszelf, wij die niet meer te rug kunnen. In traditionele agrari sche samenlevingen en zeker bij de 'primitieve' natuurvolkeren veran derde het leven niet wezenlijk. Kinde ren, bejaarden, planten, dieren, stenen, ze zijn transformaties van de eeuwigheid, alles maakt deel uit van dat ene zijn. Daarom blijven de doden ook in leven. Zolang ze bestaan in de herinnering en de mythen zijn ze, hier bij ons, de levenden. In de traditie staat de tijd stil. Maar ook die traditie bestaat niet meer. Hoe sneller de we reld verandert, hoe moeilijker het wordt voor de veertig-plussers. Ge lukkig zijn er van hen nog een hele boel, zodat ze zich, als allochtonen in hun koffiehuis, ergens anders kunnen wanen. Maar straks staan zij ver baasd weer op straat. Is dit de wereld waarin ik leef? Jawel mevrouw, jawel meneer. En dan helpen wijde pijpen niet meer. Wat wel helpt tegen de pijn van de tijd is hem niet te willen stoppen. Ons hele bestaan is van tijd doordrenkt (zeggen moderne filosofen), en tijd is een di mensie van het universum zelf (zeg gen de natuurkundigen). Tijd houden wij niet tegen omdat wij er zelf van zijn gemaakt. Dit te weten scheelt al veel. In plaats van hem te willen stop pen moeten wij tij d nemen en tot kwa liteit maken. Je gaat nergens naar toe, maar het is de reis die telt, Jan-Hendrik Bakker Hoewel ze voorbereid waren op de kou in Nederland, voelde het alsof ze in een koelkast zaten toen ze voor het eerst in de Nederlandse buitenlucht stapten. Begin dit jaar arriveerden vijf Molukkers in Zeeland om hier in twee jaar hun kennis van de gezondheidszorg te verbeteren. Om alvast een idee te krijgen van de kou had hun docent in het Nederlandse vertaal- en cultuurcentrum in Jakarta de temperatuur in het klaslokaal op tien graden gezet. Hoe wel ze er nu wel tegen kunnen, zijn ze nog niet echt gewend aan het Hollandse klimaat. Maar terugblikkend voelen ze zich wel thuis: „We zijn nu Vlissingers." Ze vinden Vlissingen een mooie en schone stad, maar ook wel erg rustig. Lista: „Soms is het bijna saai, maar dat maakt het voor ons makkelijker om te studeren." Melky is de enige man in de groep, die woont in Souburg, in een huis dat ze Ambonhuis noemen. Hij noemt Vlissingen de mooi ste stad van Zeeland. Het Zeeuwse dialect vormt een probleem. Al in Indonesië volgden de vijf een cursus Nederlands en ze spreken het be hoorlijk. „Maar het Zeeuws..." Lista trekt er een bedenke lijk gezicht bij„Ik moet vaak zeggen: praat alsjeblieft Ne derlands!" Het grote doel van hun komst naar Nederland is het bijspij keren van hun kennis van de gezondheidszorg. En wat dat betreft hebben ze in 2002 waardevolle lessen geleerd. Wat ze bijvoorbeeld goed van pas komt, is het 'Australisch' til len, een techniek om zonder een al te grote krachtsinspan ning met twee personen een patiënt te verplaatsen. Toen Christi haar Molukse collega vertelde dat ze hier in een verpleeghuis werkt, was de reactie niet positief. „Ze vroeg zich af wat ik daaraan heb, als ik straks weer in het ziekenhuis werk. In Indonesië werken mensen met diplo ma's niet in verpleeghuizen. Maar ik heb hier geleerd dat zorgen voor bejaarden niet minderwaardig is. Mijn droom is nu om in een verpleeghuis voor ouderen te werken. Ik vind werken met oudere mensen fijn." De vijf Molukkers zijn onder de indruk van de kennis die Nederlandse patiënten over hun ziekte hebben. „Ze lezen er boeken over en kijken op internet", licht Christi toe. „Daardoor stellen ze veel vragen aan het verplegend per soneel. Soms zijn we echt verbaasd en denken we: 'Wat zijn de patiënten slim!Lista vindt het soms vervelend dat pa tiënten zoveel vragen. Maar ze ziet ook voordelen. „Nu kunnen we samen met ze leren." Een belangrijke les is ook dat ze hier hebben leren 'nee' zeggen. Lista:In Ambon zeggen wij altijd 'ja'. 'Ja' kan bij ons twee dingen betekenen: 'ja' en 'nee'. Het hangt van de toon af. Als het een vragende 'ja' is, bedoelen wij 'nee'. Bij ons is 'nee' nogal onfatsoenlijk. Toen ik de eerste dag werk te, vroeg iemand me rond etenstijd of ik al pauze had geno men. Ik antwoordde 'ja', maar ik had nog niet geluncht. Met 'nee' kun je zulke misverstanden voorkomen." Hoe goed ze zich ook thuisvoelen, in sommige dingen blij ven Nederlanders toch rare mensen. Christi: „Ik vind de De Molukse verpleegkundigen Carolina, Ruth, Melky, Christi en Lista (vlnr). foto Dirk-Jan Gjeltema manier waarop mensen hier hun neus snuiten onder het eten nogal vreemd. Maar ja, wij moeten ons aanpassen aan Nederland, Nederland niet aan ons." Ferdinand Koppejan

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 35