ieuw Nu voor slechts één eurootje S S ff PZC Na Pietje Bell normaal verder Psychologie van de consument 04 dinsdag 31 december 2002 T^v e ziekte van Duisenberg, geldillusie, pijn in de portemonnee, ge- voelsinflatie. Het is afgelopen jaar niet alléén de euro geweest, die van ons allemaal werd. De invoering van de nieuwe munt per 1 januari 2002 verliep soepel. Maar de consument heeft het gevoel dat er daarna iets is gebeurd dat niet helemaal de bedoeling was. Ook in andere euro landen is dat het geval. Natuurlijk zit er in het officiële in flatiecijfer ook een stukje euro inflatie. Het CBS heeft dat nooit ont kend. Maar wij kunnen niet meten waór precies prijsstijgingen vandaan komen. Dat zegt CBS-onderzoeker en inflatiespecialist Jan Walschots, enigszins vanuit de verdediging na een jaar ervaring met de euro in de portemonnee van de consument. Want die consument heeft het gevoel dat de prijzen veel meer zijn gestegen sinds de komst van de nieuwe munt dan de ongeveer 3,5 procent die het CBS het afgelopen jaar heeft gemeten Uit recent onderzoek (december 2002) van accountantsbureau Deloitte en Touche blijkt dat de 'gevoelsinflatie' veel hoger is dan die 3,5 procent: van elke tien consumenten in Nederland denken er acht dat alléén de euro het afgelopen jaar heeft gezorgd voor prijsstijgingen van ruim 22 procent. (Het i s net als met de vrieskou: volgens het weerbericht is het buiten min 3 graden Celsius, maar door de gure wind 'voelt het aan' als min 10.) Die buitensporig hoge gevoelsinflatie kan natuurlijk niet kloppen met de werkelijkheid. Maar het is onmisken baar dat in sommige sectoren van de economie hogere prijsstijgingen zijn gemeten dan redelijkerwijs mocht worden verwacht op basis van de prij- Gevoelsinflatie Het afgelopen jaar zijn de prijzen in Nederland gemiddeld vier procent gestegen. Maar voor het gevoel van de Nederlanders is dat ruim 23 procent. Hoe ervaren onze Europese buren de prijsstijging? 23,5 2'-9 21,4 21,3 10,4 Nederland Duitsland Spanje Ierland Frankrijk België Eurolanden en de verdwenen muntsoorten IERLAND Ierse Pond (Punt) PORTUGAL SPANJE Escudo GRIEKENLAND Drachme zen tot en met 31 december 2001 in guldens, vermeerderd met een redelij ke inflatiecorrectie. Grootste boos doeners zijn de horeca en de cd- winkels. De eerste sector heeft het ge weten. In heel 2002 liepen de omzet ten van cafés en restaurants terug. De consument heeft dus teruggeslagen. Hij gaat minder vaak uit, of drinkt zich thuis vast een beetje in met super marktbier. De muziekindustrie pro beert vol te houden dat cd's helemaal niet te duur zijn en dat de teruglopen de verkopen vooral te wijten zijn aan het zelf cd'tjes branden op de personal computer, al dan niet dankzij van in ternet verkregen muziekbestanden. „Waarom zouden anders zoveel hoes jes en boekjes in de winkels worden gejat", aldus halverwege dit jaar de branchevereniging voor de platenin dustrie NVPI. Kan zijn, maar misschien is de consu ment wel vooral cd's gaan kopiëren omdat hij bóélt van de hoge prijzen in de winkel. De Consumentenbond wijst er al het hele jaar op dat de su permarkten mega-omzetten draaien, zowel de prijsstunters Lidl en Aldi als de wat luxere winkels van Albert Heijn. „De mensen zijn toch opeens niet veel meer gaan eten en drinken?", vraagt de club zich argwanend af. Als we dat laatste uitsluiten, dan komt ten minste een (groot) deel van de extra omzet uit prijsverhogingen voort, me de het gevolg van 'creatief' omprijzen van gulden naar euro. Iedereen kent uit zijn omgeving wel voorbeelden die waarschijnlijk niet voorkomen in de statistieken van het CBS, maar die niettemin bepalend zijn voor de beleving van de euro. Mu zikanten die de prijzen van instru menten en apparatuur in de VS verge lijken met die in Nederland, zien dat spullen die vroeger pakweg 1.000 dol lar kosten, nu omgerekend 1.300 euro kosten. Terwijl de euro in de tussen tijd alleen maar aan waarde heeft ge wonnen ten opzichte van de dollar. Bezoekers van markten merken dat dezelfde dingen die vroeger een gulden kostten, nu worden aangepre zen 'voor slechts één eurootje'. Hier klopt iets niet. Volgens onderzoe ker Frank Quix van Deloitte Touche komt dat onder meer doordat toenma lig minister Zalm van Financiën, evenals president Wellink van De Ne- derlandsche Bank, alsmede het CBS, van begin af aan de psychologie van de consument hebben genegeerd. Ook Walschot denkt nu dat „de komst van de euro misschien te veel is opgezet als een technisch monetaire operatie en dat de psychologische effecten zijn on dei-schat". Zelfs Wellink geeft nu toe dat de euro werd voorgesteld als een nieuwe munt met alleen maar voordelen, terwijl verzuimd is uit te leggen dat de om schakeling de consument ook geld kostte. Wie zou anders het slaan van munten en het drukken van biljetten, het ombouwen van apparaten, het geldvervoer, de nieuwe kassa's, etc. moeten betalen, als dat niet de consu ment is? Eh ja, de Hollandse onderne mer, maar die is niet van het soort dat kosten niet doorberekent aan de con sument (en hij niet alleen), blijkt nu. Bedonderd Het gevoel van de consument dat hij een tikkeltje bedonderd is, klopt dus. Maar dat gevoel wordt nog eens ver sterkt door andere factoren, die welis waar alle op het vlak van psychologie liggen, maar toch niet helemaal on grijpbaar zijn. Zowel Jan Walschot als zijn CBS-col- lega Gert Buiten hebben vastgesteld dat de moderne, rijke Nederlandse consument mét de komst van euro weer ouderwets is gaan rekenen: hoe veel geven we uit en waaraan. „Dat is logisch bij een nieuwe munt. Je moet wel, zeker in de overgangsfase. Maar de consument is blfjven rekenen, en zich vervolgens rot geschrokken", zeggen zij. Voor een deel komt dat door reële eu ro-inflatie, voor een ander deel door een inhaaleffect. „Vergeet niet dat een illustratie Paul Kusters/GPD jaareerder, in 2001, de inflatie met 4,5 procent de hoogste was in 28 jaar. Maar in dat jaar waren Nederlanders domweg minder prijsbewust dan van daag. Tenslotte was hun inkomen de vijfjaarervoor alleen maar gestegen, de belastingdruk gedaald. De werke lijke gevolgen voor de portemonnee bleken pas toen ze voor het eerst sinds lange tijd weer gingen rekenen, met de komst van de euro." foto Phil Nijhuis/GPD Onderzoeker Frank Quix van Deloitte Touche beaamt dat, maar voegt er aan toe dat voor heel veel mensen al vroeg in het jaar duidelijk werd dat 2003 een aanmerkelijk somberder jaar dreigt te zullen worden. „De in komenszekerheid, zelfs de baanze- kerheid is sterk gedaald. Mensen zagen dit de afgelopen maanden aan komen en hebben die onzekerheid vertaald naar een veel sterkere aan dacht voor prijzen. En dat leidt tot ir ritatie." Het effect dat je zou kunnen omschrijven als 'inhaalschrik' wordt bij het bepalen van de gevoelsinflatie nog versterkt door een ander begrip: dat van de geldillusie. Sommige men sen geven de euro uit alsof het een ex tra dikke gulden is. Anderen verdub belen de europrijzen om een snelle vergelijking met de oude guldens te kunnen maken. Maar de omreken- koers van euro naar gulden ligt niet op 2laat staan op 1Hij ligt iets boven de 2,20. Dan is het dus geen wonder datje aan het eind van de maand een stapel euro's tekort komt. Quix: „We snap pen blijkbaar nog steeds niet hele maal wat een euro waard is." Ook daar had volgens hem in alle offi ciële trompetterij rondom de komst van de euro wel wat meer aandacht aan kunnen worden geschonken. „Toegegeven, allemaal meer psycho logie dan monetaire uitleg, maar dat betekent nog niet dat het niet meet baar is!" Quix meent bij voorbeeld dat het CBS best de euro-inflatie had kunnen me ten, door in de productieketen zowel 'aan de voor- als achterkant' de prij zen te meten. „Bij voorbeeld bij win kels. Als je aan de achterkant de groothandelsprijzen opschrijft, kun je aan de voorkant de consumenten prijzen meten. Idem bij groothandels en fabrieken. Bij een onverklaarbaar verschil, zie je dus de euro-inflatie." James McGonigal Op het computerbeeldscherm van het gezin De Groot uit Terneuzen prijkt een foto van de cast van de film Pietje Bell. Genomen tijdens de officiële première, 15 no vember jongstleden in het Tuschinski Theater in Amster dam. De elfjarige Frensch de Groot speelde in deze rol prent het ventje Sproet, het beste vriendje van Pietje. Na de ouverture stond Frensch een tijd volop in de belangstel ling. Leuk is anders, maar het moet maar, vindt de leerling van de Terneuzense Zuidlandschool. De dag van de première was voor de nuchtere Terneuze- naar - geboren in Rotterdam - één grote happening, al vond hij sommige dingen toch wat overdreven. „Alle acteurs moesten zich verzamelen in een luxe hotel, vlakbij het Tu schinski. Daar moesten we één voor één in een taxidie ons naar het theater brachtDat was maar vijftig meter rij den Hadden we toch net zo goed kunnen lopen?", blikt Frensch terug. Eenmaal uit de wagen werd hij, in het bijzijn van zijn ouders en zus, op de rode loper overspoeld door flits lichten en televisiecamera's. De familie De Groot mocht plaatsnemen op het VIP-balkon, temidden van talloze be kende Nederlanders. „Mijn moeder stootte me op een gege ven moment aan. Ze wees naar een dikke man en zei dat dat René 'nog wat'" - na enig nadenken - „o ja, Froger was. Die kende ik helemaal niet. Is een zanger toch? Ik kende bijna geen van de aanwezige bekende Nederlanders, behalve de acteurs uit Pietje Bell natuurlijk. Waarom mochten al die bekende mensen de film als eerste zien en de gewone men sen niet? Dat vond ik maar raar." Tijdens het feest direct na de première werd Frensch samen met Quinten Schram (Pietje Bell) achtervolgd door een horde meisjes, twee dagen later moest hij talloze handte keningen uitdelen in de Hulster bioscoop Koning van En geland. Hij moest daarom snel een leuke krabbel verzin nen. Kortom alles en iedereen focuste zich op de guitige Zeeuws-Vlaming. „Nu is het gelukkig een stuk rustiger. In Hulst kreeg ik gewoon een lamme hand van het schrijven. Al die aandacht hoeft van mij niet zo. Ik wil wel in een film spelen, maar daarna wil ik normaal verder leven. Ik ben geen Pietje Bell, ik ben geen Sproet, ik ben gewoon Frensch. Veel kinderenen volwassenen roepen mij op straat na: 'Hé, jij bent Pietje BellDat negeer ik, tenzij ze mij iets vragen. Er zijn in Terneuzen ook mensen die brul den 'Hé, jij lijkt op Sproet'. Dan zeg ik lekker niet dat ik die rol heb gespeeldlacht hii Raymond de Frel Frensch de Groot: „Ik ben geen Pietje Bell, ik ben geen Sproet, ik ben gewoon Frensch foto Dirk-Jan Gjeltema

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 30