Rouwen blijft hard werken Chayenna werd in één klap enig kind Je kunt je geen interessantere hobby indenken Na de Goese moord 03 Als in Nederland de doodstraf bestond, hadden ze die niet hoeven opleggen voor de roofmoord op de 51-jarige Gilles Brouwer, vindt echtgenote Maaike. Zij is tegen de doodstraf. „Dat gaat mij te ver. Bo vendien zouden de daders er dan veel te snel vanaf zijn." De twee jonge buurtgenoten die de Goese tankstationuitbater om het leven brachten, hadden wat Maaike betreft heel wat langer in de cel mogen zuchten dan de veertien en tien jaar die de Middelburgse rechtbank het duo afgelo pen november oplegde. De door de officier van justitie geëiste achttien en vijftien j aar zouden voor haar een grotere genoegdoening hebben be tekend, „Ze hebben mijn man zijn recht om te leven ontnomen." dinsdag 31 december 2002 Twee messteken maakten Maaike vorig jaar november tot weduwe en beroofden de beide kinderen van hun vader. De buit bestond uit een paar pakjes sigaretten. De jongste da der ging na de overval naar de disco theek. Alsof er niets gebeurd was. De familie bleef vei'bijsterd achter. Vol ongeloof dat Gilles slachtoffer was geworden. Iemand die altijd klaar stond voor iedereen. De goedheid zel ve. Een man die vervelende dingen met een kwinkslag kon oplossen. Waarom juist hij? „En iedereen had het ijs- en ijskoud", weet Maaike nog goed. „We konden het gewoon niet be vatten. Dat schijnt dan wat met je li chaam te doen.Het besef dat het echt waar was wat er gebeurd was, kwam pas later toen er rond het benzinesta tion dingen geregeld moesten worden en Gilles er niet meer was om allerlei vragen te beantwoorden. De politie had de familie van het slachtoffer gewaarschuwd: wees er op voorbereid. Als de daders gepakt zijn gaat daar alle aandacht naar uit. Het enige wat jullie kunnen doen is schrij ven naar Justitie. Maaike: „Dat heb ik ook een paar keer gedaan. Hoe het bij ons en in de familie aangekomen is. Die brieven zijn bij de stukken ge voegd zodat ook de verdachten en hun advocaten en de rechters die hebben kunnen lezen." Verder werd de vrouw van het slachtoffer in de gelegenheid gesteld een gesprek te hebben met de officier van justitie en kon ze aange ven of ze op de hoogte wilde worden gehouden van de vorderingen van het proces. „Het enige wat ik wilde horen was dat die twee levenslang opgeslo ten zouden worden, maar dat konden ze natuurlijk niet zeggen." Van die eerste verwarrende weken na de gebeurtenis weet Maaike nog dat ze een spraakwaterval was. „Terwijl ik toch nooit zo'n prater ben geweest. Dat heeft goed gewerkt, vindt ze ach teraf. „En ik heb veel opgeschreven. Wel drie schriften vol. Het was een gi gantische chaos in mijn hoofd. Als je daar dan niets aan doet, gaat het niet goed met je. Er ligt een soort steen op je maag en die moet eruit. Door dingen op te schrijven kon ik de boel ordenen kreeg ik ook alles beter op een rijtje. Het waren voor Maaike Brouwer bi zarre dagen rond de rechtszitting, eind oktober van dit jaar. Een dag te voren had ze haar moeder begraven. Die was, op bijna tachtigjarige leef tijd, vrij plotseling overleden. Maaike had graag een toespraak willen hou den op de begrafenis. Maar door de emoties rond de naderende rechtszit ting was ze er niet toe in staat geweest. „Rouwen is heel hard werken. Dat vreet energie. En toen kwam daar nog een rouwproces bij." De vrouw van het slachtoffer heeft geen enkele vorm van spijtbetuiging van de daders ontvangen. Van de da der die de dodelijke messteken toe bracht, weet Maaike dat die wel op het punt heeft gestaan om haar een brief te schrijven, maar dat zou hem door zijn advocaat zijn afgeraden. „En dan nog. Ik geloof niet zo in spijtbetuigin gen van daders. Zeker niet van die twee, nu ik zo'n beetje weet hoe ze in elkaar steken." De opmerking die één van de mannen op de zitting maakte, zegt haar al genoeg. „Die zei letterlijk tegen de rechter: 'die man heeft zelf moord gepleegd, want hij heeft niet gedaan wat wij zeiden'. Hij schoof dus in feite de schuld naar mijn man toe. Een persoon met zo'n mentaliteit moet na verloop van tijd toch niet weer op straat kunnen komen?" Eerst had Maaike niet bij de behandeling van de zaak willen zijn. Maar achteraf vindt ze het goed dat ze erbij was. „Omdat je daarmee toch iets afsluit voor jezelf. Daarna kwam er voor mij een soort rust in het geheel," MaaikeBrouwerheefthet als hartver warmend ervaren hoeveel mensen hun medeleven betuigden. Op hun ei gen manier. Door aan huis in het ver driet te komen delen. Of door een flin ke pan macaroni af te geven, wat in die eerste dagen van verbijstering goed van pas kwam omdat het hoofd er niet naar stond om eten te bereiden. En ook precies een jaar nadien, op memo ry daywas dat medeleven nog niet vervaagd maar ontving het gezin kaartjes en bloemetjes. „Dat doet heel goed." Zoals wel meer gebeurt als iemand door een ongeval of misdrijf wegvalt, heeft ook Maaike Brouwer moeten vaststellen dat sommige goede vrien den toch niet zulke goede vrienden blijken te zijn. „Er vielen er af", stelt ze vast.,Maar er kwamen er ook bij Uit onverwachte hoek zelfs." Ook wa ren er reacties van bekenden die lang durig contact hielden, maai- op een gegeven moment aangaven dat Maaike zelf maar een signaal moest afgeven als ze contact wilde. „Maar dat kan soms gewoon niet", probeert ze uit te leggen. „Alles kost zo ver schrikkelijk veel energie dat het wel eens teveel is om zelfs maar een tele foonnummer van iemand te draaien Daarom is het juist zo fijn als het an dersom gebeurt. Ik denk dat je dat pas door hebt als je iets meegemaakt hebt. Dan weet je waar die ander doorheen moet." Jacques Cats Chayenna verloor in juli bij een brand haar zes broertjes en zusjes. foto Sanne Linssen/GPD In juli verloor ze haar zes broertjes en zusjes bij een brand in haar huis in Roermond, aangestoken door vader. Nu heeft Chayenna voor het eerst een eigen kamertje. En gaat het best goed met haar. „Ben jij bang?" Eindelijk ontdooit de verlegen Chayenna een beetje. „Ben jij bang", vraagt ze. Uitdagend ritst ze haar vestj e open en showt haar nieuw ste schat. EenT-shirt met doodshoofd. De verslaggeefster schrikt. Chayenna lacht. Chayenna vindt haar kamertje 'leuk'. Ze heeft er al drie nachtjes geslapen. Alles in het kamertje is nieuw, want Chayenna raakte in de nacht van 11 op 12 j uli bij de brand in Roermond al les kwijt. Bed, kleren, speelgoed, zes broertjes en zusjes. Pas sinds december hebben het meisje en haar moeder een nieuw thuis. Een keurig opgeknapte rijtjeswoning in een stil straatje in de Roermondse volkswijk 't Veld. 'Goed' en 'leuk' zijn de standaardant- woorden van Chayenna. Tien is het meisje, maar volgens haar moeder heeft ze het verstand van een achtjari ge. Van sinterklaas heeft ze deze maand heel wat cadeautjes gekregen. Het doodshoofd-T-shirt, een trui, veel spelletjes. En haar allergrootste wens: een babypop, die ze liefdevol de fles geeft en een Pamper omdoet. Britney heet ze. Speciale begeleiding, psychologische hulp krijgt Chayenna niet na de brand, zo vertelt Fransien. Volgens haar gaat het best goed met het in één klap enig kind geworden meisje. „Ze is veranderd, een beetje vrijer gewor den. Nee, niet brutaal. Ja, soms is ze buiten wel erg druk." Ook het hoofd van de zmlk-school bevestigt dat het goed gaat met Chayenna. „Inhoude lijk kunnen we er verder niet op in gaan. Natuurlijk heeft ze wel eens een mindere dag, maar wij houden haar samen met de schoolarts goed in de gaten." Het meisje krijgt een veelvoud van de aandacht die ze voor de brand kreeg, zo hoor je in kringen om het Roer mondse gezin. Misschien is het alle maal wel een beetje te, vermoedt moe der Fransien. Niet dat ze problemen heeft met haar dochter. „En als ze moeilijk wordt, dan weet ik wel waar ik hulp kan halen." 'Leuk' vindt Chayenna de fotok van de overleden kinderen, die de schoor steen tot een altaar maken. Gisteren heeft Fransien ze opgehangen. De zes portx-etten die tijdens de emotionele herdenkingsdienst als herinnering - en als levensgroot verwijt - op het al taar van de Roermondse Munsterkerk prijkten. Een verwijt aan de omgeving en de hulpverlening, die de ramp niet konden voorkomen. Nee, Chayenna denkt nooit aan Davy, Pascal, Rowena, Sandelina, Robin en Charissa. Twee donkere ogen staren strak naar het nieuwe zeil op de vloer. „Ook niet aan Pascal?", probeert moe der Fransien. „Denk je nooit: was hij maar hier?" Chayenna schudt haar hoofd. 'Niet leuk' vindt ze het om aan Pascal te denken. Waarom weet ze niet. Met open mond reageert ze op de vraag of het haar misschien verdrietig maakt. Rent weg, komt terug met een hagel nieuw Mens Erger Je Niet Spel. Chay enna is gek op spelletjes. Yahtzee, kwartetten - ze speelt ze met haar moeder, tantes en neefjes en nichtjes. Als je over haar broers en zusjes be gint, loopt ze weg, heeft Fransien ge waarschuwd. Chayenna begrijpt het niet. Ook opa Schouwenaar, luid en duidelijk aanwezig in het nieuwe huis van zijn dochter - „alles heb ik hier met mijn eigen handen opgeknapt, geen cent hebben we ervoor gekregen" - heeft erover verteld. „Ik neem haar mee naar het kerkhof en zeg: 'jij moet de plantjes doen'. Dan zegt zij al na een minuut: zullen we gaan opa?" Terwijl Chayenna na de brand bij tan te Petra logeerde, bivakkeerde Fran sien vier maanden bij opa Schouwe naar in de huiskamer op een veldbed. Niemand heeft haar geholpen, briest hij. En met de Kinderbescherming weet hij ook wel raad. „Toen het nodig was, waren ze er niet. Dus nu kunnen ze ook opsodemieteren." In de nieuWe straat wonen geen kin deren van Chayenna'sleeftijd, vertelt Fransien. Heel anders dan in de Jupi- terstraat. Nee, het afgebrande huis heeft ze nooit meer teruggezien. De moeder van het eens zo kinderrijke gezin heeft om een huis in een andere buurt gevraagd. Stilletjes: „Daar kan ik niet meer zijn," Zelf lag ze na de brand met een gebroken rug in het zie kenhuis, maar lichamelijk gezien gaat het nu weer met haar. Ze probeert sa men met Chayenna de draad weer op te pakken. En ja, dat is moeilijk. Haar vriend Peter, die de brand aan stak waarbij de zes kinderen om het leven kwamen, zit momenteel in het Pieter Baancentrum. Hij zou het on denkbare gedaan hebben in een vlaag van wanhoop, doordrenkt met alco hol. Fransien zoekt haarvriend elke week op. Of ze hem de dood van haar zes kinderen ooit kan vergeven, durft ze niet te zeggen. „Maar ik weet dat hij het zo niet bedoeld heeft." Hij zal wel moeten zitten, vermoedt ze. Maar daama is hij welkom in het huis met de zes kinderfoto's op de schouw. „Wij gaan samen verder", klinkt het zacht maar stellig. „Dat wil Chayenna ook. Die is gek op haar vader." Chayenna zet grote ogen op en knikt. 'Leuk' vindt ze het om bij haar vader op bezoek te gaan. „Met de trein." Mariëtte Stuijts Om redenen van privacy willen Bu reau Jeugdzorg Limburg en de Kin derbescherming niet inhoudelijk in gaan op het wel en wee van Chayenna. konHet beroep van molenaar sterft snel uit en een molen is zo'n ingewikkeld en gevaarlijk instrument, dat je er veel kennis maar nog meer ervaring voor nodig hebt om het te gebruiken. Die oproep was dus niet aan dovemansoren ge richt." Schoutens heeft nog geen moment spijt gehad van zijn sol licitatie. „Ik ben met pensioen, 69 jaar en nog hartstikke gezond. Je kunt je geen interessantere hobby indenken. Echt moeilijk is het niet maar je moet wel veel weten. Dat hebben we tijdens theorielessen gedeeltelijk geleerd, maar vooral in de molen zelf, van Verbiest. Regelmatig ga ik ook naar Waarde, waar molenaar Cornelissen nog graan maalt. Dat doen we op De Rozenboom niet. Die draait alleen voor de fitness." De vrijwillige molenaar in spe verwacht nog wel een paar jaar nodig te hebben voordat hij zelfstandig de wieken los kan gooien. „Het is geweldig dat Verbiest zolang wilde blijven, anders had het niet kunnen doorgaan. Bij een be roepsmolenaar, waarvan er maar heel weinig meer zijn, kun je niet zo'n stage lopen. Die moeten hun brood verdie nen door efficiënt te malen. Vrijwillige molenaars hebben het razend druk. Ze racen van de ene molen naar de andere, dus wij hebben veel geluk gehad." Of Schoutens de vaste molenaar wordt van De Rozenboom is nog niet duidelijk, zijn collega-leerling zou dat ook kunnen doen. Overigens heeft Reimers waal genoeg molens om een heel clubje mole naars aan het werk te houden. Mieke van der Jagt Piet Schoutens, één van de twee nieuwe vrijwillige molenaars in Krabbendijke: „De Rozenboom draait alleen voor de fitness." foto Dirk-Jan Gjeltema In april luidde de gemeente Reimerswaal de noodklok: de vrijwillige molenaar van de prachtmolen De Rozen boom in Krabbendijke, S. Verbiest, had aangegeven ermee te willen stoppen. Hij zorgt ook voor een molen in Veere, en vond twee molens teveel worden. Een groot probleem voor Reimerswaal. Molens moeten immers draaien, anders ra ken ze, net als een lichaam dat niet beweegt, in verval. En waar vind je zo gauw een andere molenaar? Ze zijn maar dun gezaaid, zo dun, dat sommige vrijwillige molenaars wel vier molens onder hun hoede hebben. Een advertentie in het gemeentekrant je van Reimerswaal leverde twee reacties op. Twee mensen met interesse voor molens, maar zonder enige ervaring. Ze bleken bereid de opleiding tot vrijwillig molenaar te volgen en Verbiest be loofde de kandidaten te begeleiden tot aan hun 'brevet'. Vrijwillig molenaar word je niet zomaar. Er komt veel the orie bij kijken en je moet bijna een maand aan draaiuren hebben, voordat je zelfstandig mag draaien. Het was dus de vraag of de vrijwilligers dat er voor over hadden. En dat hadden ze. Inmiddels hebben ze al een aantal draaiuren onder begeleiding van Verbiest kunnen noteren. Piet Schoutens, uit Krabbendijke, is één van de twee. De advertentie in de Reimerswaalse Omroeper deed bij hem een vergeten droom ontwaken. „Mijn vader is tot 1944 mo lenaar geweest. Ik heb hem daarmee beziggezien, zijn en thousiasme gemerkt, maar zelf heb ik er weinig van meege kregen. Het leek me altijd leuk om dat beroep van mijn vader ook te leren. Ik ging er alleen van uit dat zoiets niet Maaike Brouwer voor het benzinestation waar vorig jaar haar man Gilles om het leven werd gebracht. foto Willem Mieras

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 29