Warm nest met een lach ontmaskerd
Concertmeester trakteert op Weense bonbons
PZC
Toneelgroep
De Ploeg
speelt Festen
Iberisch schiereiland
los van Frankrijk
Kerstman moet trouwer
Alexander Ken-
vrijdag 20 december 2002
Scène uit de theaterversie van de vermaarde Deense speelfilm Festen, met onder anderen de Nuhr-cabaretiers Joep van Deudekom, Peter Heerschop en Vïggo Waas (in het midden, van links naar rechts). foto Michel Schnater/GPD
rie cabaretiers die een aangrijpend familiedrama
spelen. Kan dat wel? Jazeker. Toneelgezelschap
De Ploeg (de heren van Nuhr, aangevuld met
enkele gastacteurs) bewijzen het met een geheel eigen versie
van de vermaarde Deense speelfilm Festen van Thomas
Vinterberg.
De eerste scène is meteen
raak. De drie heren van
Nuhr banjeren over het podium.
Ze zijn vijftien jaar bij eikaar,
vertel t Peter Heerschop zijn col-
lega's Viggo Waas en Joep van
D.eudekom. Tijd voor iets bij
zonders. Waar ze anders hun
teksten zelf schreven, ligt er nu
een bestaand script klaar. Fes
ten. Naar de alom geroemde
film van de Deense regisseur
Thomas Vinterberg uit 1999.
En, meent Heerschop, het is hun
op het lijf geschreven.
Want, gaat hij even later verder,
Nuhr specialiseerde zich de af
gelopen jaren in vlijmscherpe
'crossovertalks' over het gezin
als zogenaamde hoeksteen van
de samenleving. Nu is er een
script dat het gezin als warm
nest, als veilige thuishaven op
zo mogelijk nog gruwelijker
wijze ontmaskert. Daar voelen
de andere twee Nuhrleden ook
wel wat voor. Zijn er. de film in
dachtig, niet een paar fantasti
sche rollen te vergeven, waar
van de gemiddelde cabaretier
normaliter niet eens durft te
dromen?
Zo gezegd, zo gedaan. Omdat de
cast van de film aan de royale
kant is, worden een paar gastac
teurs benaderd. De keuze voor
Han Römer, Titus Tiel Groene-
stege en Genio de Groot ligt voor
de hand. Met dit trio werkte
Nuhr al eerder samen in Ploeg-
voorstellingen als 'Vinger in de
Pap' en 'En nu... Revue'. Voor
het jarige feestvarken in Festen,
de zestigjarige pater familias
Helge. moet begrijpelijkerwijs
een oudere acteur worden ge
strikt. Wie Piet Römer met dik
ke bril en de buik vooruit het po
dium op ziet drentelen, begrijpt
dat om hem niet heen kon wor
den gegaan. Hij is Helge, al viert
hij bij De Ploeg opmerkelijk ge
noeg ineens zijn zeventigste
verjaardag.
Verdelen
Ook voor de prominente dames-
rollen in het stuk is aanvulling
gewenst: Ria Marks en Saskia
Temmink. In totaal zijn er dus
negen acteurs beschikbaar voor
een familiefeest, waar zich ze
ker zo'n veertig, vijftig mensen
verzamelen. Gretig slaat het
Nuhr-trio aan het verdelen. Na
ampel beraad mag Han Römer
de oudste zoon Christian spelen.
Doorslaggevend argument: hij
is in het echt eveneens de oudste
zoon van Piet Römer. De andere
zoon wordt, voor ze het weten,
ingepikt door Titus Tiel Groe-
nestege. Genio de Groot doet de
moeder en Saskia Temmink de
dochter. Zo gaat het maar door.
Voor de initiatiefnemers, con
cluderen de drie jubilerende he
ren eensluidend grimmig, zijn
ineens alleen 'kleine kutbijrol
letjes' overgebleven. Zoals daar
zijn: de drie kleinkinderen van
Helge, zijn hevig dementerende
moeder, de donkere vriend van
de dochter (Heerschop: „Al zit
er een hele mooie neger in mij
de Duitse ceremoniemeester, de
op het familiefeest al snel volle
dig beschonken rakende kliek
van ooms en tantes, het bedie
nend personeel, etcetera.
Verbijsterd wandelen ze aan het
eind van die kostelijke eerste
scène het toneel af. Om er twee
minuten later met kniekousen
en plusfours aan weer op terug
te keren, nu als de kleinkinderen
van Helge. Dan begrijp je de
gouden formule van déze Fes
ten: het drama biedt een keur
aan mooie rollen voor Echte Ac
teurs; alle randfiguren nemen
de heren Nuhr op vaak onna
volgbaar geestige wijze voor
hun rekening. Deze Festen
schrijnt, maar laat tegelijker
tijd de lachspieren nooit langer
dan vijf minuten onbenut.
De film speelt zich af tijdens een
warm weekend op het Deense
platteland. Twee broers en hun
zus zijn op weg naar een familie
reünie. Vader Helge viert zijn
zestigste verjaardag, en behalve
kinderen en kleinkinderen zijn
ook alle ooms en tantes, opa's en
oma's op de riante buitenplaats
uitgenodigd. Maar: er broeit
iets. Méér dan alleen de zinde
rende zomerdag kan veroorza
ken.
Christian, de oudste zoon, oogt
van het moment af dat hij bin
nenkomt gespannen als een
veer. Michael, de jongste, is
overdreven luidruchtig. Hun
zuster Helène slaagt er niet in de
spanning te sussen. Beetje bij
beetje komt cle waarheid naar
boven. Veel van de aanwezigen
zijn een paar maanden eerder
bijeen geweest om het vierde ge
zinslid te begraven. Ze werd
dood in de badkamer aangetrof
fen. Zelfmoord.
Op zo'n feestelijke dag wordt
daar natuurlijk niet 'en plein
public' over gesproken. Als Hel
ge kort voor de feestmaaltijd
Christian bij zich roept voor een
gesprek onder vier ogen en eens
ernstig begint te slikken (als kij
ker denk j e: hanu komt het
begint hij met ijzig gezicht: „Er
zaten eens twee hoeren in de
trein..."
Zo'n familie dus. Op het mo
ment dat graanjenever en aqua
vit het gros der disgenoten al be
hoorlijk te pakken hebben, tikt
Christian met een mes hard en
schel tegen zijn wijnglas. Hij, de
oudste zoon, wil als eerste spee
chen. Na een vrolijk begin deelt
hij achteloos een gruwelijk fa
miliegeheim mee, dat het leven
van Helge uiteindelijk volledig
op z'n kop zet. In luttele uren
wordt de jubilaris een antiheld
die zijn eigen feestje via de ach
terdeur moet verlaten.
Het filmscript hadden Thomas
Vinterberg en Mogens Rukov in
eigen land al bewerkt tot thea
terstuk. Ook in de Nuhr-bewer-
kmg die Peter Heerschop daar
van weer maakte, wordt de film
nauwgezet gevolgd. Cruciale
scènes uit de film komen bijna
integraal terug in het theater.
Maar de omlijsting is in het the
ater veel lichtvoetiger. Zo
maakt Peter Heerschop van ce
remoniemeester Helmuth - in de
film het prototype van een
plichtsgetrouwe Duitser - een
hilarische sukkel met een Duits
accent, die de dronkemansben
de met grote halsstarrigheid
maar volstrekt tevergeefs tot de
orde roept.
Die humor is sterk. Tegelijker
tijd mag die niet zo overheer
send zijn dat het aanwezige dra
ma erbij verbleekt. Een lastige
klus voor sterregisseur ('Oud
geld', 'Cloaca') Willem van de
Sande Bakhuyzen. „Die film
moet je uit je hoofd zetten", zegt
hij. „Ditis eenanderstuk.dat
zie je aan zo'n Helmuth-rol. Na
tuurlijk maak je je van tevoren
wel eens zorgen. Demogelijkhe
den van een close-up heb je bij
voorbeeld in het theater niet.
Vooral in scènes met veel ac
teurs op het podium is dat lastig,
en daarvan zijn er in Festen heel
wat. Maar door heel geconcen
treerd te spelen, zo is mijn erva
ring inmiddels, kun je toch de
blik van de bezoeker in de zaal
sturen."
Martin Hendriksma
De Ploeg met Festenonder andere
te zien in Stadsschouwburg Utrecht
(9, 10, 11 jan.), De Kleine Komedie
Amsterdam (15, 16, 17, 18 jan.), De
Kring Roosendaal (31 jan.), Stads
schouwburg Middelburg (25 febr.)
en Scheldetheater Terneuzen (26
febr.).
Een door een Portugese visser
weggeworpen rotsblok keilt
vederlicht als kiezelsteentje
over de golven. Een Spaanse on
derwijzer wordt bij iedere voet
stap gevolgd door een zwerm
spreeuwen en dwars door de Py
reneeën gaapt plotseling een
enorme kloof.
De effecten in George Sluizers
nieuwe film Het stenen vlot
hebben een lieve duit en heel
wat kopzorgen gekost, maar
spelen desondanks een aange
naam bescheiden rol op de
achtergrond. Minstens zo be
langrijk in deze utopische
roadmovie zijn het door Goert
Giltaij wondermooi gefotogra
feerde land en de verwachtings
volle muziek van Henny Vrien-
ten, en waar het echt om gaat
zijn natuurlijk de mensen zelf.
Terwijl het Iberisch schierei
land losscheurt van Frankrijk
en koers zet naar het westen vol
gen vijf uitverkorenen de won
derbaarlijke tekenen die ze op
hun pad tegenkomen.
Het stenen vlot is gebaseerd op
het boek 'A jangada de pedra'
van José Saramago, een links
georiënteerde schrijver die zich
bedient van magische metafo
ren. Zo komen we in zijn eerdere
werk een priester tegen die kan
vliegen op pure wilskracht en
een stad die door louter blinden
wordt bevolkt. Saramago's le
zing bij het aanvaarden van de
Nobelprijs voor literatuur in
1998 ging niet over politiek,
maar over zijn grootvader die
varkenshoeder was, en over wat
hij zelf als eenvoudige schrijver
had geleerd van de personages
uit zijn romans.
Deels kan Het stenen vlo t gezien
worden als een kritiek op het
optimisme over de eenwording
van Europa. In een wat over
bodig zijsprongetje duikt Slui-
zer zelf nog even op als een
Europese hoogwaardigheidsbe
kleder die de crisis met holle
woorden probeert te bezweet
Even onmachtig tonen zich
wetenschappers die vergeef;
naar een verklaring zoeken, ea
in de kerk wordt massaal maar
vruchteloos gebeden. Dehoopis
gevestigd op eenvoudige dader
van menselijke liefde - zowelfv.
siek als spiritueel - en solidar,
teit.
De internationaal georiënteer
de Nederlandse filmer Sluize:
weet er echter een aangenaam
lichtvoetige toon voor te vinden
het product van Latijnse magie
en Hollandse nuchterheid. Op
vallend is ook dat de maker var.
'Spoorloos' in dit geval dethnl.
lerachtige aanzetten geleidelijk
laat verdampen en ze plaats laat
maken voor iets dat appelleer
aan ons gevoel voor kinderlijke
verwondering. Zonder zich no;
speciaal ergens druk overtema-
ken volgen de drie mannen er.
twee vrouwen per oude autooi
boerenkar hun intuïtie. Dat is
met bijzonder spannend, maa:
wel prettig om mee te maken er
net eigenaardig genoeg om de
nieuwsgierigheid te blijver
prikkelen.
De rots van Gibraltar vol fees
tende mensen glijdt in denach:
als veelbetekenend symbool
voorbij. Ontroerend is het mo
ment waarop de vrouwen be
sluiten ook de oude man in hun
gezelschap hun liefde te geven.
De dreigende rivaliteit word!
bezworen met de eenvoudige
vraag: „Gaan we uit elkaar o:
blijven we samen?" We hebben
ons lot in eigen hand, dat is de
humanistische boodschap die
dit sprookje over de geboorte
van de nieuwe mens wil uitdra
gen.
Leo Bankersen
Het stenen vlot: regie George Sini-
zer, met Federico Luppi, Iciar Bol-
lainGabmo Diego, Diogo Infame
te zien in Schuttershoftheater Mid
delburg.
Het is echt waar: onder het ijs
van de Noordpool bevindt
zich een stad waar elfjes aan de
lopende band kerstcadeautjes
in elkaar knutselen. De boord
werktuigkundige van een pas
serend vliegtuig vangt bij toeval
de klopgeluiden van al die ha
mertjes op, en kan zijn oren niet
geloven.
Onder het ijs leidt de nadering
van het toestel tot de afkondi
ging van alarmfase 1, en bren
gen de door kinderen gespeelde
elfen onder aanvoering van de
kerstman hun futuristische af-
weerapparatuur in stelling.
Waartoe al die opwinding had
kunnen leiden zullen we nooit
weten, want de vliegmachine
verdwijnt in de verte, en de be
denkers van The Santa Clause 2
hebben zich er verder niet druk
over gemaakt.
Van de kerststad is veel werk ge
maakt: een sooi-t prentbrief-
kaar-tendecor met veel nostalgi
sche tierelantijnen waar ook
allerlei sciencefictionachtige
snufjes in zijn verwerkt.
Met geestige vliegende rendie
ren en een boosaardige kerst-
man-kloon die de macht dreigt
over te nemen. Zo belooft het
nog een leuk spektakel voor de
kleintjes te worden. Dat er geer.
Nederlands gesproken versie
van The Santa Clause 2 word',
uitgebracht lijkt dan ook merk
waardig, maar de reden wordtal
snel duidelijk. Het kinderver-
maak moet regelmatig wijken
voor een slappe romantische j
komedie waarin de kerstman.'
tijdelijk weer onder de mensen
in zijn oude gedaante, zijn hart
verpandt aan de strenge school
juf van zijn ondeugende zoon
tje. Want ze blijkt juist heel aar
dig te zijn. Om dat zover te
krijgen wist men niets beters te
bedenken dan een vergeten
clausule (een 'clause') in hei
kerstmancontract die voor
schrijft dat Santa binnen ach;
jaar na aantreden getrouwd
moet zijn.
Zo heeft ieder van de vijf scena
rioschrijvers die zich over deze
kerstkomedie bogen vermoede
lijk zijn eigen steentje bijgedra
gen, en geen van die ideetjes
komt goed uit de verf.
Leo Bankersen
The Santa Clause 2: regie Michae
Lembeck, met Tim Allen, Elizabeth
Mitchell, Eric Lloyd, te zien in Cint
City Vlissingen en Cinemactueel
Bergen op Zoom.
Alexander Kerr, concertmeester van het Koninklijk Concertgebouworkest: „Het gaat toch om het ple
zier van het samen muziek maken." foto Diederik van der Laan/GPD
Alexander Kerr had een mooie baan in
Cincinnati, Amerika, met een goed sa
laris, maar hij wilde graag in Amsterdam
werken. Muziek maken met de grootste di
rigenten en solisten, bij een van de mooiste
orkesten in een van de beste zalen van de
wereld. Dat trok hem zes jaar geleden naar
Amsterdam. „Mijn vrouw en ik hebben er
onze familie en vrienden voor moeten ach
terlaten, maar ik heb er nog geen moment
spijt van."
De concertmeester van het Koninklijk Con
certgebouworkest is een gelukkig mens met
mooi werk. Het is, naast zijn vrouw, zijn
grote liefde. „Binnen een half uur loop ik
naar het Concertgebouw. Kilo's ben ik hier
afgevallen. En als ik dan achter het Rijks
museum het Museumplein voor me zie lig
gen met aan het einde 'het gebouw', denk ik
elke keer weer 'Aaaah!' Door dat lopen en
die sfeer ben ik zelfs beter gaan spelen. Ik
heb meer kracht."
In dat gebouw speelt hij de komende week
met het Koninklijk Concertgebouworkest
een programma met vooral Stravinsky en
op eerste kerstdag is hij daarmee recht
streeks op radio en televisie. Eervol. Maar
komende zondagmiddag speelt hij in de
Kleine Zaal van het Concertgebouw met
collega's uit het orkest een serenade van
Ernst Toch en de Nederlandse première van
het strijkkwartet van Fritz Kreisler.
Fritz Kreisler? „Hij was een virtuoos en
componist a la Paganini, van een massa
stukken, een grote elegantie. Een gentle
man die muziek schreef als maakte hij goud:
vol charme, warmte, vrijheid en natuurlijk
heid. Elk detail is bij hem van belang. Daar
om hoor je achter die muziek ook zijn don
kere kant. Hij was dan ook meer dan louter
componist. Omdat zijn ouders een muzikale
carrière nogal ongewis vonden, studeerde
hij ook medicijnen en rechten." „We kennen
hem vooral van kleine stukjes als 'Liebes-
freud'. 'Liebesleid' en 'Schön Rosmarin'.
Maar zijn strijkkwartet, zijn hoofdwerk,
dat hoor je nooit. Voor hem was dat een
staaltje van wat hij kon. En dat was veel.
Met vrienden heb ik het stuk al eens in Mün-
chen gespeeld op een kamermuziekfestival.
We spelen het in Nederland voor de eerste
keer. Het is hier zelfs nooit eerder uitge
voerd. Waarom? Het past niet zo in de
Nederlandse kamermuziektraditie." „Het
publiek komt hier wel naar gevestigde
strijkkwartetten luisteren, zoals het Boro
din Kwartet. Maar gelegenheidsgroepen,
zoals mijn collega's uit het Concertgebouw
orkest en ik, zijn minder populair. Terwijl
het bij kamermuziek toch ook moet gaan om
het spontane idee van mensen om samen een
programma te maken. Want in de kamer
muziek gaat het toch om het plezier van het
samen muziek maken, dat je samenbrengt.
Plezier, dat dan ook afstraalt op het pu
bliek."
„Maar voel je dat plezier ook bij zo'n echt
kwartet9 Want het programma is vaak
zwaar. Je hoort zelden een serieus werk,
aangevuld met wat leuke stukken. De con
certpraktijk is zo serieus geworden. Toch
heb ik ook recitals meegemaakt van Itzhak
Perl man, Die serveerde dan een hoofdge
recht met een aantal bijzondere toetjes en
bonbons. En dat repertoire vind je in over
vloed bij Kreisler."
„Daarom begin ik zelf een recital graag met
zijn 'Perludium en allegro'. Het publiek
raakt dan meteen in de juiste stemming.
Kreisler is zo inspirerend, hij is een deel van
mijn persoonlijkheid. Hij is voor mij niet
minder dan Mozart, Beethoven of Brahms.
Jeroen Woudstra, onze altviolist, liet me een
opname horen van Kreisler zelf. De enige
opname die ik van hem ken. En wat denk je?
Hij speelde daarop precies zoals ik ver
wachtte. Je hoort dan helemaal wat hij be
doelt. Elke noot komt dan aan.
Het kwartet dat Kerr met Woudtra en vio
liste Marleen van Asberg en cellist Johan
van Iersel uitvoert, noemt hij een portret
van Wenen, de hoofdstad van een keizerrijk
dat op zijn eind loopt. „Het eerste deel heeft
een prachtige cellosolo. Dan volgt en scher
zo en in het derde deel, de romance, hoor je
Kreisler op zijn best. Daar groeit alle
schoonheid naar een bijna bedreigende cli
max. Inderdaad een stuk uit 1921, vlak na
de Eerste Wereldoorlog. Daarom is het jam
mer dat iedereen hem alleen kent van die
'bonbons'. Maar het zijn wel bonbons van
Kreisler."
Zou Kerr niet liever wat meer kamermuziek
spelen, of willen soleren of zelfs dirigeren,
zoals zijn voorganger Jaap van Zweden?
„Natuurlijk heb je wel eens je eigen ideeën
over hoe een symfonie zou moeten worden
gespeeld. Maar zélf dirigeren? Nee. Mijn
positie als concertmeester bevalt me uitste
kend In dit orkest kun je binnen de strij-
kersgroep zo veel van jezelf geven en diri
genten als Chailly en Haitink houden daar
ook rekening mee. En ook al speel je met
zo'n groot orkest, je maakt dan in wezen
toch kamermuziek. Ik speel trouwens vaak
solo en sinds kort heb ik met Nobuko Imai,
Frans Helmerson en Mihaela Martin een
kwartet. We noemen ons het Michelangelo
Quartet."
„Dit orkest heeft een eigen klank, een geluid
en een Mahler-cultuur die je verder nergens
vindt", zegt Kerr. Hij verheugt zich daarom
op de komst van de nieuwe chef-dirigenl
Mariss Jansons. „Precies de man die va
nodig hebben. Met Chailly hebben on#
grenzen verlegd. We spelen opera, modern;
muziek en Stravinsky. Stel je voor: in de
kerstmatinee spelen we de 'Sacre'. Een he:
dens ritueel. Maar we doen het. En met Jan
sons kunnen we dat verder uitbouwen.
„Zonder te vergeten dat het de bedoeïingis
plezier te beleven aan muziek. Want dat
mogen we nooit vergeten: in Europa komen
de mensen nog luisteren naar Bruckner
maar in Amerika allang niet meer. Ik hoo?
niet dat we die situatie ook hier krijger
maar het zou wel eens een kwestie van tijc
kunnen zijn. Ook al gaat het hier nog erg
goed. Kijk wat Amsterdam heeft te bieder,
vier barokorkesten, drie symfonie orkesten
en nog een aantal moderne ensembles. Maar
houden we dat vol? Moeten we niet wat meer
rekening houden met het publiek? Je kunt
toch ook niet altijd alleen maar Dostojevsk:
lezen? Daar zou je depressief van worden
HansVisse
Orkestleden op het vriendenpodium (leden vw
het Koninklijk Concertgebouworkest), werkt1"
van Toch, Kreisler en Korngold: zondag 22 de
cember, Concertgebouw Amsterdam, 14.15uur
Koninklijk Concertgebouworkest, iverken van
Stravinsky en Boulez: 20 en 21 december, Con
certgebouw, Amsterdam, 20.15 uur.
Koninklijk Concertgebouworkest, kerstmat
met werken van Stravinsky: 25 december. Con
certgebouw Amsterdam, 15 00 uur. Rechtstreek
se uitzending via Avro Radio 4; programma voo'
de pauze 'Pulcinella', via Nederland 1.