Elk detail kreeg een eigen ziel steenkool deed het mooi in zwart-wit Riefenstahl zorgt altijd voor controverse Architect Gio Ponti 27 Expositie in Bonn vrijdag 20 december 2002 De Pirelli-toren in Milaan, 1956. rische Andrea Doria, of van vil la's. Juist die villa's, zoals de Villa Arrazea of de Villa Plan- chart, beide in het Venezolaanse Caracas, voorzag hij van een ge heel door hem ontworpen inte rieur. Zoals Marco Romanelli, de Ita liaanse Ponti-deskundige het zegt in zijn bijdrage aan de bro chure die de tentoonstelling be geleidt: De architectonische werken van Ponti zijn aange kleed met materialen die door Ponti zijn ontworpen, hebben ramen en deuren in de stijl van Ponti, hebben door hem ont worpen vloeren, trappen en lif ten en ook de fauteuils, lampen, wandtegels, kranen, gordijnen en couverts zijn van de hand van Ponti. Het werk van een all round architect is een alomvat tend werk." Gevel Hoewel veel van Ponti's werk nauwelijks een gedateerde in druk maakt, ademen sommige van zijn ontwerpen een sfeer van onbedorvenheid en on schuld. Het espresso-apparaat La Cornuta, een machine die als een slagschip de ruimte naar zijn hand zet met zijn glimmend verchroomde onderdelen, werd in de jaren veertig ontworpen, maar is al een voorbode van de enorme auto's die enkele jaren later met hun wieldoppen van chroom en spectaculaire vleu gels het beeld op de wegen zou den bepalen. Gio Ponti heeft ook iets in Ne derland vervaardigd: de groene gevel van warenhuis De Bijen korf in Eindhoven. Ponti ont wierp deze facade in 1964. De Bijenkorf was er veel aan gele gen met vooraanstaande archi tecten opvallende gebouwen neer te zetten: in Rotterdam had Marcel Breuer in 1957 al het nieuwe filiaal aan de Coolsingel ontworpen. Over de gevel van groene kera mische tegels was Ponti zelf erg tevreden, vooral over de wijze waarop de gevel in de avond uren van binnenuit kon worden aangelicht. Tijdens de opening van de ten foto's G PD toonstelling in het NAi sprak ook de dochter van Gio Ponti, de inmiddels 80-jarige Lisa Ponti. In de brochure haalt zij herinne ringen op aan haar jeugdjaren en aan de woningen waarin zij woonde, die uiteraard door haar vader waren ontworpen. De harmonieuze organisatie van muren en ruimten ervoer zij in dertijd als vanzelfsprekend. ,,Nu, decennia later, ben ik een verre toeschouwer. Als ik nu naar die huizen kijk, zie ik hoe vasthoudend Gio Ponti was in zijn principes. Zijn liefde voor zichtlijnen, bijvoorbeeld."Alles in die woningen had Ponti zelf ontworpen, tot aan de kleding van het dienstmeisje toe. Met de enorme wilskracht om tot in de kleinste details zijn ziel te leg gen, maakte hij elk totaalont werp tot een manifest van zijn kunnen. Ben Maandag Expositie: Gio Ponti (1891-1979), een xoereld van design - t/m 15 janu ari in het NAi, Museumpark 25 in Rotterdam. Zwart tot in de poriën, de wit te tanden als sterk contrast. Voor fotografen de reden om la chende mijnwerkers vast te leg gen. Niet om te laten zien dat de mannen van de mijn vrolijke mensen waren. De wereld onder en boven de grond, het grauwe landschap en de mijnwerkers en hun familie waren van begin 1900 tot in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw een perfect decor voor de zwart-wit fotografie. Steenkool beheerste tot zo'n dertig j aar terug het leven in Ne derland en Duitsland. Zonder kolen geen licht, warmte, trei nen, industrie. Nu is daar vrij wel niets meer van terug te vin den, behalve in stapels foto's en een enkel museum. Kunsthisto rica Mariëtte Haveman ging op verzoek van het Nederlands Fo to Instituut in Rotterdam op zoek naar foto's van de mannen en vrouwen die ervoor zorgden dat het kolenhok was gevuld. Wat ze ontdekte was een wereld die mooier was vastgelegd dan de werkelijkheid kon zijn. Een werkelijkheid van duizenden mensen die lichamelijk zwaar werk verrichtten in soms maar tientallen centimeters hoge gangen, van stof dat doordrong in longen en huizen, van leven in armoede. Haveman constateerde ook dat de fotografen vrijwel allemaal tot dezelfde beelden waren ge komen: zwarte schoorstenen, passerende mensen, rook en mist. Voor de expositie Zwarte Rook heeft ze de mooiste voor beelden geselecteerd van onder anderen Cas Oorthuys, Sem Presser, Nico Jesse, Albert Ren- ger-Patzsch en Fritz Frenzl. ,,De hoogtij-jaren van de tweede in dustriële revolutie waren tege lijk de hoogtij-jaren voor de klassieke fotografie, toegepast of vrij, maatschappelijk of illu stratief", schrij ft ze in de catalo gus, die fraai, strak in zwart, wit en grijs is vormgegeven, net als de tentoonstelling zelf. In de catalogus schetst Paul van de Laar een beeld van de Rotter damse haven als spil in de ko- lendistributie in Europa; als ideale doorvoerhaven van het Roergebied naar zee. Na 1900 groeide de haven uit tot het grootste kolencentrum van Eu ropa. De Rijn-, Maas- en Waal haven vormden een werkeiland voor het Duitse achterland. Miljoenen tonnen steenkool wa ren nodig om de Europese indu strie, stoomschepen en huishou dens van brandstof te voorzien. Ze werden over de Rijn aange voerd per binnenvaartschip. Na de Tweede Wereldoorlog werd de haven in snel tempo uitge breid en wist Rotterdam grote olieconcerns en chemische fa brieken binnen te halen. De overslag van steenkolen ver schrompelde in 1970 tot drie procent. Industrie en scheepvaart waren toen al overgestapt op olie, in de huishoudens kon de kolenkit worden opgeborgen toen aard gas in zwang raakte. De laatste Staatsmijn sloot in 1974, met grote gevolgen voor de werkge legenheid in Limburg. Deson danks verdienen in de Rotter damse haven nog altijd mensen hun brood aan de overslag van kolen, voornamelijk bij EMO op de Maasvlakte. Aan de kolen dankt Rotterdam ook zijn rijke kunstcollectie. De havenbaronnen Van Beuningen en Van der Vorm wisten hun rij- dom te vergaren met de handel en het transport van het zwarte goud. Hun kapitaal gebruikten ze voor het opbouwen van om vangrijke kunstcollecties, die uiteindelijk in het museum Boijmans Van Beuningen zijn beland. Conny Taheij Zwarte Rook, Fotografie en Steen kool m de twintigste eeuw - Neder lands Foto Instituut, Witte de With- straat 63, Rotterdam; t/m 5 jan., dinsdag tot en met zondag 11.00- 17.00 uur. Mijnwerkers 1950-1960. foto Ludwig Windstosser/GPD rchitect Gio Ponti wilde dat iedereen zijn werk begreep en waardeerde. Decennia lang werkte hij aan een oeuvre dat zich niet alleen tot architectuur beperkte: Ponti bewoog zich op allerlei terreinen van vormgeving. De veelzijdige architect speelde een prominente rol in het opstuwen van het Italiaanse ontwerp in de vaart der volkeren. Het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam wijdt een grote tentoonstelling aan Gio Ponti en zijn werk. Interieur van de Villa Arrazea in Venezuela. Hoewel hij de architect wilde zijn voor iedereen, bleef hij buiten Italië vrij onbekend. Tot in april van dit jaar, toen zijn naam opeens even op ieders lip lag bestorven. Dat gebeurde naar aanleiding van een specta culaire ongeval in Milaan, waarbij een sportvliegtuigje pardoes m de Pirelli-toren was gevlogen, de oudste wolken krabber van Italië. Gio Ponti was de architect van dit plotse ling zo belangwekkende en ge havende bouwwerk. De ernst van het ongeval werd versterkt door de parallellen met 11 sep tember van het vorig jaar. Hij geldt wellicht niet als de al lerfraaiste wolkenkrabber aller tijden, maar de Pirelli-toren is een van de bekendste onderde len uit het oeuvre van Gio Ponti aan wiens werk in de Grote Zaal van het Nederlands Architec tuurinstituut in Rotterdam een imposante overzichtstentoon stelling is gewijd. Natuurlijk ontbreken de tekeningen van dit bouwwerk in de tentoonstel - ling niet. Ze worden omgeven door tientallen objecten, tafels en stoelen, serviesgoed en be stek, tijdschriften en bureaus, krukjes en vazen, tegels en schilderijen. Tezamen vormen al deze objec ten een illustratie van de over weldigende veelzijdigheid van de architect Gio Ponti, die in 1891 in de buurt van Milaan werd geboren en in 1979 in die doorhem zo geliefde stad over leed. In de vele decennia die zijn arbeidzame leven omspanden liet hij een hoeveelheid werk na die zijn weerga nauwelijks kent en die zich allerminst tot de ar chitectuur beperkte. Gio Ponti was een alleskunner: schilder en architect, meubelontwerper en decorateur, vormgever, schrij ver en dichter. Hedendaagse architecten hou den zich vooral bezig met het ontwerpen van gebouwen, het inrichten van de ruimte. De uit eenlopende disciplines binnen het ontwerp-métier zijn inmid dels zo gespecialiseerd, dat elk terrein zijn eigen deskundigen heeft. Maar er waren ooit archi tecten, die al die deskundigheid in zich verenigden en alles kon den ontwerpen, 'van stoel tot stad'. Gio Ponti behoorde tot die ar chitecten, die vonden dat hun architectuur niet tot gebouwen beperkt diende te blijven en met hun ontwerpcapaciteiten een heel eigen wereldbeeld wilden opbouwen. Wat Ponti zo bijzon der maakte is dat hij daarbij niet verstrikt raakte in academische haarkloverijen of een ontoegan kelijk vormenuniversum, maai er juist vol overtuiging naar streefde dat iedereen zijn ont werpen kon begrijpen en waar deren. Gio Ponti ontwierp voor iedereen, zonder zware dogma tiek of diep theoretische preten ties. Tijdloos Ponti was een kind van zijn tijd: hij was een vertegenwoordiger van het twintigste-eeuwse vooruitgangsdenken. In het zo door klassieke elementen over spoelde Italië vestigde hij voor al de aandacht op het moderne, op het hedenD at geeft de mees te van zijn ontwerpen iets tijd loos: ze zijn moeilijk te dateren en lijken soms moeiteloos de tijd te trotseren. Kijk bijvoorbeeld naar de Superleggera, de 'super- lichte' stoel die Ponti in de jaren vijftig na acht jaar experimen teren ontwierp: deze ruim an derhalve kilo zware stoel is het toonbeeld van gewichtloosheid, rankheid en eenvoud. Het ont werp straalt een tijdloze dege lijkheid uit, met zijn fijnzinnige poten en subtiel naar achter knakkende rugleuning. Ook deze stoel was kenmerkend voor PontiAan de ene kant ont wierp hij gebruiksvoorwerpen die meteen in massaproductie genomen konden worden. Aan de andere kant ontwierp hij opmerkelijke unica. Op beide legde hij zich met evenveel en thousiasme toe. Sociale wo ningbouw was hem even lief als het ontwerpen van scheepsinte rieurs, zoals dat van de legenda Voordat Hollywood met Leni Riefenstahl aan de haal gaat, geeft het Haus der Ge- schichte in Bonn een overzicht van het leven en werk van de meest omstreden Duitse kunstenares. Het jongste tentoongestelde voorwerp op de tentoonstelling in het Haus der Geschichte stamt uit augustus van dit jaar. Het is een door Leni Riefenstahl ondertekende ver klaring, opgesteld op last van de rechter. De 100-jarige regisseur belooft daarin nooit meer te zullen beweren dat ze alle Roma en Sinitidiein 1940 aan haar film Tiefland mee moesten werken, na de oorlog terug heeft gezien. Het verdringen, het afweren en be zweren van het verleden is na 1945 de twee de natuur geworden van de vrouw die haar talent ooit in dienst van het Derde Rijk stel de. Zeer waarschijnlijk stierven de meeste zigeuners uit Tiefland in de concentratie kampen waar Riefenstahl voor de gelegen heid haar personeel rekruteerde. Ze zijn bij de persconferentie van de ten toonstelling Leni Riefenstahl, de vertegen woordigers van de belangenvereniging voor Roma en Siniti. Kurt Holl kan zijn emoties niet beheersen als hij aan het einde van de zitting het woord krijgt. Hij vergelijkt Rie fenstahl met Josef Mengele, kamparts in Auschwitz. De kunstenares Riefenstahl was niet alleen politiek, maar ook organi satorisch verstrikt met het Hitler-regime, benadrukt Holl namens de vereniging Rom. Riefenstahl, door een zuiveringscommissie in 1949 ingeschaald als 'meeloper', voelt zich tot op de dag van vandaag als kunste nares misbruikt door de politiek. En al heeft ze dit jaar nog de hoogste onderscheiding van de Duitse filmindustrie gekregen en is ze door sommige kunsthistorici gerehabili teerd als regisseur, voor sommigen blijft zij een van de laatste nog levende medewerkers aan de propagandamachine van Joseph Goebels. Ook voor de opstellers van een pamflet dat op lantaarnpalen rond het mu seum is. geplakt. Riefenstahl een plaats in het museum gunnen, buiten de context van het nazi-rijk, beschouwt 'Scheisse Deutschland' als een poging 'Duitse misda den te relativeren'. De opnames van de film Tiefland, waarbij figuranten uit twee concentratiekampen werden gebruikt, krijgen natuurlijk aan dacht in de tentoonstelling in Bonn. Maar dat gebeurt niet op een manier die direct de aandacht trekt; zonder bewegend beeld, met enkele voorwerpen, in een vitrine. De overbekende fragmenten uit de propagan dafilm Triumph des Willens, over een partij dag van de nazi's in 1934 en het invloedrijke Olympia, de film over de Olympische Spe len in Berlijn in 1936, schetteren je daaren tegen tegemoet vanaf vijf beeldschermen. Wie de verduisterde, met lange zwarte gor dijnen afgebakende tentoonstellingsruimte betreedt, moet langs een enorm beeld van Prometheus, gemaakt door beeldhouwer Arno Breker, de Staatsbildhauer. Net als Riefenstahl één van de favoriete kunste naars van de Führer. Aan de andere zijde van de ingang hangen reclamefoto's van eau de toilette van Calvin Klein en Joop van naakte, gespierde lichamen als antieke beelden. De Riefenstahl-esthetiek heeft school gemaakt. De gordijnen worden van onderen aangelicht, zoals je op de filmbeel den van bijeenkomsten van Hitiers Natio nal Sozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP) ziet. Achter in de ruimte staat een beeld van een discuswerper, een kopie van een beeld dat Hitier ooit van Mussolini kreeg. Zo'n beeld komt in Olympia tot leven, als Riefenstahl er door trucage een levende atleet uit laat kruipen. Aan de voet van het beeld draait Fritz Hipplers walgeli j ke f il m Der ewige Ju- de, waarin fragmenten uit Triumph des Wil lens werden verwerkt. Het menselijk ideaal, zoals verbeeld door Riefenstahl wordt in de film afgezet tegen dat van de menselijke rat: de jood. Er hangt een citaat van Riefenstahl boven: „Ik ben gefascineerd door alles wat mooi is, sterk en gezond, wat leeft. Ik zoek harmo nie." Uit 1965, let wel. Dan filmt en fotogra feert ze met hetzelfde enthousiasme als eer ste de Afrikaanse Nuba-stam. Nog later, op 72-jarige leeftijd houdt ze zich bezig met onderwaterfilms. Riefenstahl, geboren in Berlijn op 22 augus tus 1902, maakt aan het begin van de jaren twintig furore met solovoorstellingen als danseres. Totdatzein 1924 een knieblessure krijgt. Met regisseur Arnold Fanck maakt ze zes speelfilms, in 1932 maakt ze haar de buut als regisseur. Riefenstahl vertrekt in 1939 als oorlogsverslaggever naar Polen. Ze is er getuige van de mishandeling en moord op gevangenen. Ze is geschokt en maakt die gevoelens ook kenbaar. Dat in zicht hindert haar echter niet in mei 1940 een gelukstelegram naar Hitier te sturen om hem te feliciteren. In dat jaar begint ze met de opnames van Tiefland, een film die pas in 1954 gereed zal komen. Het verhaal draait rond het contrast tussen het goede en het kwade, tussen de wereld van de berg en het dal. Dat is ook het geval in het bergbeklim mersepos Der heilige Berg (1926) en Das blaue Licht (1932), de eerste film die Riefen stahl zelf draait. In die film speelt Riefens tahl een meisje dat in de bergen woont en als enige weet heeft van een grot vol kristallen. Een schilder uit het dal verraadt de grot, die daarop door dorpsbewoners wordt geplun derd. De Riefenstahlfiguur pleegt zelf moord door zich in een afgrond te storten Béla Balazs, co-auteur van het draaiboek van Das blaue Licht, moet als joodse com munist na 1933 uit Duitsland vluchten. Als hij vanuit het buitenland zijn deel in de op brengst van de film opeist, geeft Riefenstahl Julius Streicher, hoofdredacteur van het blad Der Stürmer, volmacht om 'de jood Balazs' aan te pakken. Een tentoongestelde brief aan Streicher bewijst dat Riefenstahl er niet voor terugdeinsde het antisemitisme in haar eigen belang te gebruiken, zegt An drea Mork, die de leiding heeft over de in richting van de tentoonstelling. Mork be zocht Riefenstahl in haar huis in het Beierse Pöcking. Riefenstahl stelde verschillende voorwerpen ter beschikking - en ook het filmmateriaal - maar ze heeft volgens Mork niet geprobeerd invloed uit te oefenen op de inhoud van de tentoonstelling. De tentoonstelling is allesbehalve een reha bilitatie, wat tegenstanders ook beweren, zegt museumdirecteur Hermann Schafer. „We beschouwen het als museum als taak om controverse te maken." Zodra het voor nemen bekend werd dat zijn museum een tentoonstelling aan leven en werk van Leni Riefenstahl zou wijden, kwamen de protes ten, de open brieven en de rechtszaken, In Bonn voelen ze inmiddels ook de druk van uit Hollywood. Actrice Jodie Foster heeft al belangstelling getoond voor het verfilmen van het leven van Riefenstahl. „De film is ooit al voor 2003 aangekondigd. Dat zal niet lukken, maar dat zo'n film er komt is zeker. Straks trekken die films de mensen naar de bioscoop. Dat moeten we voor zijn." De tentoonstelling wil laten zien dat leven en werk van Riefenstahl niet van elkaar te scheiden zijn. De opening valt niet samen met de verjaardag van Riefenstahl op 22 au gustus. Ook om iedere schijn van verheerlij king te voorkomen gebeurde dat deze maand. Ze was uitgenodigd voor de ope ning, onder de voorwaarde dat ze bij die ge legenheid haar mond zou houden. Ze kwam niet. Werner Bossmann Leni Riefenstahl. t/m 2 maart in Haus der Ge schichte der Bundesrepublik in Bonn. filmmaakster Leni Riefenstahl tijdens de opname van haar film Triumph des Willens, 1934.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 27