In de polder staat straks bos De spuikom liet men een paar keer per jaar leeglopen Stiekeme slopers azen op collecties in musea en archieven Nieuwe natuur Braakmangebied Nieuwe Raadkaart dinsdag 17 december 2002 foto Peter Nicolai De Braakmankreek tussen Hoek en Biervliet. Komende tijd wordt een groot deel van de vijftig jaar geleden op de zee ver overde Braakmanpolder (1500 hectare) opnieuw in gericht. Voor het gebied ten noorden van rijksweg N61 gebeurt dat in het kader van het landinrichtingsproject Hoek. Het plan is klaar en voorziet in aanleg van 90 hectare nieuwe natuur, 175 hectare nieuwe bossen en verbetering van het bestaan de natuur- en recreatiege bied. Het beheer van de nieuw ingerichte polder komt in handen van Staats bosbeheer. De Braakmanpolder kreeg na de bedijking in 1952 voornamelijk een agrarische functie. Alleen rond de nieuwe Braakmankreek ontstond bos met natuur en een recreatiege bied. Uitbreiding van het land bouwareaal had destijds voorrang. Na een halve eeuw ondergaat de Braakmanpolder een ingrijpende gedaantewisse ling. De landbouw treedt terug; het gebied wordt overgenomen door natuur en recreatie. Een te genpool voor de industriële ontwikkelingen op de Mossel- banken langs de Westerschelde. De voorbereidingen voor het landinrichtingsproject Hoek zijn al geruime tijd aan de gang, blijkt uit een toelichting van J. Postma van de Dienst Lande lijk Gebied (DLG) in Goes. De zogenoemde lijst van eerste schattingen en rechthebbenden is pas gereed gekomen. In de loop van 2003 hoopt DLG het plan van toedeling te presente ren. De werkzaamheden in het ge bied zelf beginnen op zijn vroegst in 2004/2005, meldt Postma. ,,Een ander spoor is dat op bepaalde fronten veel actie wordt ontwikkeld. Het gaat dan met name om de inrichting van het bos- en natuurgebied. Dit najaar is een bestek voor het deel rond het logistieke park verschenen. We hopen dat nog voor het eind van dit jaar de spa de grond in gaat. De eerste 40 hectare wordt dan ingericht." Het plan van de werkgroep Na tuurontwikkeling van de pro vincie Zeeland en de Dienst Landelijk Gebied beperkt zich tot het noordelijk deel van de Braakmanpolder. Maar ook het zuidelijke deel, richting Philip pine, wordt omgevormd. Een uitwerking daarvoor wacht op duidelijkheid over eventuele verbreding van de N61 en de in vulling van recreatieve voorzie ningen. Er komt in elk geval een 'ecologische verbinding' tussen het noordelijk en zuidelijk deel van de polder, zodat de rijksweg geen onneembare barrière voor planten en dieren vormt. Bedoeling is dat er uiteindelijk een groot natuur- en recreatie gebied ontstaat van zo'n 700 hectare, met uitgebreide bos sen, struweel en open natuur. Volgens de plannenmakers be groeiingen als bos en struweel, de lager gelegen delen zij n kans rijk voor de ontwikkeling van vochtige, open vegetaties. Van belang is het waterpeil in de Braakmankreek. Dat moet niet alleen zijn afgestemd op de af watering, maar ook op de na tuur. Dit houdt in een zo hoog mogelijk waterpeil. vorderen de ontwikkelingen de leefbaarheid van de platte landskernen Biervliet, Hoek en Philippine op sociaal en econo misch gebied. Ten westen van het huidige recreatiecentrum Braakman is tien hectare gere serveerd voor uitbreiding van recreatieve voorzieningen. Het gebied wordt ingedeeld in vier zones: een waar recreatie voor op staat, een met recreatief me degebruik, een met beperkte re creatieve mogelijkheden en een waar de natuurfunctie voor rang heeft. De indeling van de zones wordt vooral bepaald door de hoogte ligging van de gronden. De ho gere, drogere gronden zijn geschikt voor meer dichte be Hoe gaat de Braakmanpolder- noord er in de toekomst uitzien? Dichte boskernen met een brede zoombegroeiing, overgaand naar droge en vochtige graslan den, rietmoerassen en open water. Verschillen in hoogtelig ging, bodemsoort en vochttoe- stand zorgen voor veel variatie in flora en fauna. De bossen vor men broedgelegenheid voor bij voorbeeld wielewaal, kerk- en steenuil en torenvalk. De zomen tussen bos en open gebied zijn prima leefgebied voor patrijs, grasmus en muizen. De riet- en biezenvelden zijn zeer geschikt voor water- en moerasvogels. In de randen langs de Braakman kreek en de Westgeul kunnen weidevogels broeden. De gras landen doen in de winter dienst als rustgebied voor ganzen. In het kader van het beheer zul len delen van de heringerichte polder worden begraasd. Riet land wordt regelmatig gemaaid. Gestreefd wordt naar verschil lende bostypen, zoals een ber- kenbos, een eikenbos en een abelen-iepenbos. Dezenatuur- bossen krijgen geen houtpro ductie-functie. Omdat er sprake is van een grote oppervlakte, kan de natuur zich zoveel moge lijk op eigen houtje, zonder al te veel menselijk ingrijpen, ont wikkelen. Een afgesloten brak zeearmenlandschap als in de Braakmanpolder is landelijk gezien een schaars natuurarti- kel. Geheimen Voor uitvoering van het plan moet ongeveer 150.000 kubieke meter grond afgegraven wor den. Een groot deel hiervan wordt gebruikt voor aanleg van een dijk rond het logistiek park en voor ophogen van de bosker nen. Misschien geeft het verle den bij het graafwerk nog enkele geheimen prijs. Ergens bevinden zich in de bodem de resten van een verdronken dorp. Het gaat om Pakinghe, ook be kend als Sint-Laureinskerke, dat vermoedelijk is verdronken in 1214 of aan het einde van de 14e eeuw. Rinus Antonisse Bonte knaagkever, boktor, houtwormkever: het zijn namen die bij bewoners en eige naren van oude gebouwen on aangename beelden oproepen omdat het gaat om insecten die door hun vraatzucht flinke schade kunnen aanrichten. Wim Phaff van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) stelde er een tentoon stelling over samen en schreef de brochure Stiekeme Slopers. Met informatie over de voor naamste schadeveroorzakers en hoe ze te bestrijden. Daar is nu een vervolg op gekomen, Stie keme Slopers II, speciaal ge richt op beheerders van musea, archieven en bibliotheken. Het is een 'collectie' die bij mu sea en archieven bepaald niet welkom is, zegt Wim Phaff, con sulent behoud en beheer bij de SCEZ. Stiekeme slopers zijn bijvoorbeeld de tapijtkever, veelzeggend ook wel museum kever genoemd, het zilvervisje, dat graag papier mag verorbe ren en de pelmotlarve. Maar ook ratten en muizen, vocht en te hoge temperaturen, zuren en zouten, schimmels en zwam men, onzichtbaar licht als ul traviolette straling en infrarode straling kunnen een funeste in vloed hebben op de waardevolle collecties. Het gaat hierbij dus niet alleen om aantasting van een gebouw, ook om bedreiging van het 'roerende cultureel erf goed'. Phaff vindt het belangrijk dat de bedreigingen onder aan dacht worden gebracht van de mensen die in musea, archieven en andere verzamelplaatsen van erfgoed werken. „Men weet het meestal wel, maar er wordt niet voldoende bij stil gestaan. Het is zaak dat iedereen op de hoogte is en detectiefje speelt. Als alle medewerkers zich bewust zijn van de gevaren, dan wordt er ook vanzelf meer op gelet. Neem zoiets simpels als brood eten aan je bureau. Niet doen, want dat trekt ongedierte aan." Plakvallen Enkele maanden geleden gaf Phaff in Zierikzee de cursus Herkenning, bestrijding en pre ventie van ongedierte. De deel nemers hadden zogenoemde plakvallen in hun gebouwen ge plaatst en die werden tijdens de cursus onderzocht. De 'oogst' gaf een goed inzicht in wat er al lemaal rondloopt, vliegt en kruipt, vertelt Phaff. „In één museum kwam een grote hoe veelheid pissebedden - platte zeug op z'n Zeeuws - tevoor- schijn, wat duidt op een te hoge vochtigheid. Als je dat weet, dan kun je daar maatregelen tegen nemen." Hoewel het niet echt diervrien delijk is, vindt de consulent het zinvol wanneer in alle gebou wen waarin roerend erfgoed aanwezig is, plakvallen worden geplaatst. Daarmee wordt ook voortdurend de aandacht ge vestigd op de gevaren die collec ties bedreigen en kunnen tijdig maatregelen worden genomen. Als voorbeeld noemt Phaff de pelsmot en gewone kleermot, die vaak onmerkbaar aan de slag gaan. Ook het zilvervisje is een echte boosdoener. „Dat vreet met name kunstdrukpa pier. Ze zijn bijvoorbeeld gek op postzegels, vanwege de aanwe zigheid van gelatine." De neiging bestaat bedreigin gen over het hoofd te zien, weet Phaff. Juist omdat de insecten erg klein zijn en zich bijna on zichtbaar weten te houden. Bij voorbeeld een houtworm is niet veel groter dan een hagelkorrel. „En de tapijtkever presteert het om in een gesloten insectendoos te komen. Ze weten feilloos dat ene kiertje te vinden om eieren te leggen en de larven komen vervolgens naar binnen." De consulent onderstreept dat niet alle insecten schadelijk zijn. „De spin is juist nuttig. Het be tekent wel dat als er een spin rondloopt, er wat te eten is en er ookschadelijke beestjes aanwe zig zijn." Onwetendheid De reacties op de eerste ten toonstelling Stiekeme Slopers hebben Phaff geleerd dat er veel onwetendheid is. „Men kent de beesten veelal niet. Iemand ziet een nachtvlinder in huis fladde ren, die op licht afkomt en dan wordt gauw gezegd: dat is een mot, sla dood. Maar de verve lende motten waar wij het over hebben, willen niks van licht weten, die zijn juist lichtschuw en laten zich niet zien. En niet elke kever is een boktor." De bestrijding van de schade veroorzakers - beter nog: het voorkomen van schade - is af hankelijk van het materiaal wat aangetast wordt en de aard van het beestje. Uitgangspunt is een milieuvriendelijke bestrijding. Geen chemische stoffen, wel lokstoffen of andere veilige pro ducten, vertelt Phaff. In de loop van volgend jaar hoopt hij met een speciaal diepvriesproject tegen opvretende slopers te be ginnen. De consulent heeft het Koud Kunstje gedoopt. Bedoeling is voorwerpen uit collecties - te denken valt aan boeken, kle ding en opgezette dieren - in een vriesveem te Vlissingen-Oost een temperatuurwisseling te la ten ondergaan. Phaff: „Een schok van ongeveer 40 graden is zo groot, dat het dodelijk is voor insecten en hun larven. Ook een groot deel van de eieren gaat dood." Enkele musea hebben inmiddels belangstelling ge toond voor deze aanpak van stiekeme slopers. De tentoonstellingen Stiekeme Slopers I en II worden door de SCEZ aan belangstellenden uit- geleend.Hetzijn kleine, makke lijk te vei*voeren panelen en uit vergrote modellen van insecten. Bij de tentoonstellingen horen ook brochxires. Momenteel is de nieuwe expositie te zien in het SCEZ-gebouw De Brug aan de Groenmarkt in Middelburg. Rinus Antonisse Als rechtgeaard Kertjenaer zag ik onmiddellijk dat het hier een oude foto betx'eft van de spuidijk, spuikom en haven te Kortgene, met op de achter grond het veerhuis, reageert C. J. van Damme uit Kortgene op de raadkaart van vorige week. Havenzicht Kortgene staat op de kaart, die Jannetje Viergever in 1916 aan mejuf frouw A. van der Werf in Elle- meet zond. Voor veel inzenders, ondanks de ingrij pende veran- dexingen die plaats vonden en nog aan de gang zijn, een her kenbaar beeld, dat herinnerin gen oproept. „Men liet de spuikom een paar keer per jaar leeglopen om de haven bevaarbaar te houden", meldt Van Damme. „Wanneer dat gebeurde kwamen Jaap Ver burg en Adriaan Goudswaard met hun kruisnet en vingen dan wel een paar emmers paling. De plaatselijke politie-agent J. Prins begaf zich in de sluis en kwam er weer uit met een em mer heel mooie oesters. Het 'bergje' op de vooi'grond is een musterdhoop van bakker Simon Strijd. Het aantal ratten was vaak niet te tellen. Een van de twee schepen in de haven is ver moedelijk de Mon Désir van schipper Je wannes Noord- hoek." Volgens C. Zwemer uit Gapinge is het schip in de haven „waarschijnlijk De Rival van beurtschipper Van Damme en Wolse." Havenzicht, Kortgene. Verschillende inzenders zijn weinig te spreken over de wijze waarop de spuikom recent is volgezet met huizen, onder wie E. van Yk-de Looff uit Oost- Souburg en T, van Arenthals uit Kortgene. Deze wijst op het schorrengebied, doorsneden door de weg naar de steigers van het veer Koxtgene-Wolphaarts- dijk, in de volksmond de Poten- dam genoemd. „Aan het eind van de veei*weg het veerhuis, in mijn schooltijd, 1943-1950, be woond door mevrouw A. C. de Looff-Schippex-s, wier echtge noot, Jan de Looff, in 1941 om het leven kwam bij een poging om mij, mijn zuster en enkele andere kinderen uit een rijtuigje te halen, waaxwan het paard op hol was geslagen." Zij het grondig verbouwd, be staat het pand nog steeds als restaurant Het Veerhuis, onder deel van het Delta Marina-com- plex (jachthaven). Volgens Van Arenthals werd het kleinere huis links van het veerhuis ja renlang bewoond door het echt paar Willem en Trui Anthonisse. Willem werd na de opheffing van het veer in 1960 havenmees ter van Delta Marina. Rechtsbo ven is de zeedijk te zien van de Willem Adriaanpolder, met de schuur van schaapherder Van Maldegem en een stukje van de toenmalige 'schietbaan. Graansilo Na de oprichting van de Coöpe ratieve Landbouwvereniging Noord-Beveland in 1935, werd aan de nieuwe haven een graan silo gebouwd, die inmiddels ge sloopt is. De foto is genomen vanaf de hervormde kerk, weten enkele inzenders. „Aan de haven, juist om het hoekje van de spuikom, staat nog steeds een betonnen 'praathuisje', dat is gebouwd door mijn overgrootvader Leen- dert van Oeveren", schrijft A. Dees-de Looff uit Wissenkerke. M. van Keulen-Boot uit Kox-tge- ne attendeert op de twee huizen met puntdaken, links. „De ach terzijde van café-restaurant De Graaf van Buren, wat nog steeds bestaat. Daax'achter staat aan de haven het graanpakhuis van Verburg, later is dit bar De Loods geworden, wat velen be kend in de oren zal klinken. Te genwoordig is hier café-restau rant Het Kompas gevestigd." C. L. Eversdijk uit Kloetinge weet dat er in de spuikom vroe ger gezwommen werd en bij droogte was het een px-ima plek om te voetballen. Eén van de schepen in de haven is waar schijnlijk bezig met laden van aax'dappelen, veronderstelt J. Eggebeen uit 's-Gravenpol der. „Rechtsonder komt een boer aanrijden met zakken aardappelen." E. Mos uit Oud- Sabbinge liep in de barre winter van 1962/63 over het ijs naar Wolphaartsdijk; de veerboot was toen uit de vaart. F. J. Adri- aanse-Verburg uit Middelburg geeft aan dat in De Graaf van Buren en café Havenzicht (haaks daarop) tijdens de Fe- bxmariramp 1953 veel evacués werden opgevangen. De win naars van de waardebonnen zijn: C. Bouwense, Kortgene, P. de Waal, Kamperland en B. Hol- 'lestelle, Goes. Rinus Antonisse De nieuwe raadkaai't uit Hans Lindenberghs collectie biedt opnieuw een 'waterig' beeld, al is het deze keer geen natuurlijk water zoals bij Kortgene, maar gegraven. Vraag is: in welke plaats is de foto bijna honderd jaar geleden geno men? Meer informatie is, als altijd, welkom bij de redactie van Buitengebied. Oplossingen kunnen tot en met dondei'dag 19 de cember worden gestuurd naar redactie PZC, post bus 18, 4380 AA Vlissingen, of per fax 0118- 470102. E-mail kan ook: i-edactie@pzc.nl (graag ook het huisadres erbij vermelden). Voor inzen ders van goede oplossingen zijn drie waardebon nen beschikbaar.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 23