Het ging om de geniale vonk e PZC Tastsysteem meet uiterst precies El Nino komt er weer aan 7 Einstein liet natuurkunde zwaarder wegen dan zijn wiskundige ideeën Descartesprijs ruimte-onderzoek Grootste telescoop ter wereld Verdwenen Indianentaal leeft Alternatief voor oplosmiddelen postzegels maandag 16 december 2002 rfnnrMarcel Hulspas AMSTERDAM - Einstein moest weinig hebben van de kwantummechanica, dij beschouwde de theorie als onaf. Je roen van Dongen ging op zoek naar Einsteins motivatie. In 1905 lanceerde Einstein zijn speciale relativiteitstheorie. Deze theorie geeft een beschrijving van de fysische wer- relijkheid waarin wordt uitgegaan van ie constatering, dat niets zich sneller kan voortbewegen dan het licht. Door de introductie van deze snelheidslimiet kwam Einstein in conflict met de klas sieke beschrijving van de zwaarte kracht, zoals door Isaac Newton opge steld. Newtons theorie ging er impliciet van uit dat het zwaartekx-achtveld van een voorwerp zich met oneindige snelheid door de kosmos uitbreidde. Einstein l daarom op zoek naar een theorie de zwaartekracht die wél rekening zou houden met de begrenzing door de ichtsnelheid. Dat werd de 'algemene' relativiteitstheorie, die in 1915 het licht zag. Voorwaarden [jeroen van Dongen betoogt in zijn proefschrift dat de moeizame weg naar deze theorie Einsteins denken over hoe je natuurkunde moet bedrijven diep gaand heeft beïnvloed. Van Dongen: [„Einstein heeft lang gespeeld met al lerlei formuleringen van bepaalde principes waaraan de algemene relati viteitstheorie moest voldoen en waar mee hij haar kon opzetten. De theorie moest onder andere die snelheidslimiet van de lichtsnelheid* bevatten. Ze moest, als je haar vereenvoudigde, de zwaartekracht-theorie van Newton opleveren. En ze moest voor alle waar nemers dezelfde zijn ongeacht hun of versnelling." Daarnaast hanteerde hij een aantal belangrijke wiskundige voorwaarden, zegt Van Dongen. „Achteraf kun je zien dat al deze eisen voldoende waren om bij de juiste formulering uit te komen. Maar Einstein hanteerde ook nog een be paalde opvatting over het zwaarte krachtveld rond een ster, afgeleid uit ogenschijnlijk voor de hand liggende, natuurkundige denkstappen. Die op vatting was onjuist maar dat doorzag hij in eerste instantie niet. Hij liet zijn natuurkundige gevoel zwaarder wegen dan zijn wiskundige ideeën." „Dat bracht hem op een dwaalspoor en leidde in 1913 tot een incorrecte theo rie. Hij probeerde vervolgens twee jaar lang de inconsistenties weg te poetsen, maar gaandeweg werd duidelijk dat dit nooit kon lukken. Er kwam een mo ment van totale paniek. Hij is toen te ruggegaan naar wat wiskundig voor de hand lag - en heeft daarna in vijf weken de algemene relativiteitstheorie opge schreven." Welke conclusies trok Einstein uit die werkwijze? „Op dat moment zelf nog helemaal geen, denk ik. Later, vooral tijdens de discussies met natuurkundigen die zich bezighielden met de kwantumme chanica, ontwikkelde hij op grond van die ervaring een eigen opvatting over hoe je theorieën moest construex-en. Vanuit de ervaring moest je een intuï tieve sprong maken, naar een zo funda menteel mogelijk uitgangspunt, een axioma. Van daaruit ging je dan logisch redeneren. Zo hield je een strak theore tisch bouwwerk over Het ging om die sprong, de geniale vonk." In hun eerste artikelen tolex'eerden de kwantummechanici allerlei onge- rijmdheden in hun aannames. Een voorbeeld is het idee van Niels Bohr dat het atoom vergelijkbaar is met een zon Albert Einstein (1879-1955) tijdens een persconferentie in 1953. nestelsel, waarin de elektronen om de atoomkern cirkelen. „Rondcirkelende elektronen zouden elektromagnetische golven moeten uit stralen, maar in het model van Bohr doen ze dat niet - alleen als ze van de ene baan naar een andere springen. Dit was een inconsistentie van de eerste or de, maar de kwantumtheoretici tole reerden de situatie omdat ze met bere keningen wel bepaalde metingen kon den reproduceren." Maar wat was er volgens Einstein on volledig aan de uiteindelijke theorie? „In de kwantummechanica draait alles om de meting. De theorie geeft de kans op een bepaald meetresultaat. Ze geeft geen uitsluitsel over de eigenlijke toe stand van een natuurkundig systeem op een moment dat er geen meting plaatsvindt. Anderen hadden hier geen problemen mee, maar Einstein wel. Dat betekende voor hem dat de theorie onvolledig was. De uiteindelijke kwantummechanica is wel consistent - wat Einstein ook altijd toegaf - maar onvolledig. En dat kwam doordat ze met te oppei*vlakkige methoden tot stand was gekomen." Einstein vond dat de kwantummecha nica moest kunnen worden afgeleid uit een uitbreiding van de algemene relati viteitstheorie. „Die had alleen betrek king op de zwaartekracht maar door haar uit te breiden met elektromagne tisme zou, dacht Einstein, een theorie ontstaan waarmee ook de kwantum verschijnselen beschi'even konden worden. Elementaire deeltjes zouden dan 'oplossingen' zijn van deze verge lijkingen en ook het statistische aspect zou dan verklaard kunnen worden." Maar daar was Einstein juist op filoso fische gronden tegen. God dobbelt niet, heeft hij eens gezegd. „Dat ligt een stuk genuanceei'der. Ein stein wilde de waai'schijnlijkheid niet helemaal verwijderen. Ze moest in zijn ogen afgeleid kunnen worden. De kwantummechanica geeft je de kans op een bepaalde uitkomst van een meting, niet meer. Einstein vond dat er een the orie moest komen waaruit dat aspect afgeleid kon worden." GPD/FOLIA Jeroen van Dongen - Einstein's Unification: Gene ral Relativity and the Quest for Mathematical Na- turalness. Hij promoveert op 17 december aan de Universiteit van Amsterdam. UTRECHT - De Stichting Ruimte Onderzoek Nederland (SRON) in Uti-echt heeft met een groep andere wetenschap- pers de prestigieuze Europese Descax-tesprijs gewonnen. De prijs, waaraan een geldbedrag van 1 miljoen euro is vex'bon- den, wordt toegekend voor wetenschappelijke uitmuntend heid binnen de Europese samenwerking. De prijs wordt gedeeld met astronomen van de Universiteit van Amsterdam, onder leiding van astrofysicus prof. dr. Ed van den Heuvel. Hij onderzocht optische waarnemingen bij explosies. De SRON wist een röntgendetector te ontwikkelen die gammaflitsen lokaliseert. Daarnaast delen Italiaanse, Deense, Spaanse Engelse en Duitse partners in de prijs. GPD CAMBRDIGE - Europese wetenschappers zijn overeengeko men hun kennis te bundelen voor de bouw van de grootste te lescoop ter de wereld. Met de ruimtekijker van honderd meter doorsnee, kunnen objecten die zich diep in de ruimte bevin den tot in de kleinste details worden onderzocht, meldt de BBC. De grootste optische telescoop die tot nu toe is gemaakt staat in Hawaii en is tien meter doorsnee. Het hoofd van het organi serende comité voor het Europese project, professor Gerry Gilmore van de Cambridge Universiteit, zegt dat de bouw een grote technische uitdaging is. „De sleutel van deze gigantische telescoop ligt in de grootte: hij is zo groot als een voetbalveld en weegt 10.000 tonDe tele scoop wordt geplaatst op de top van een berg waar het koud en winderig is", aldus Gilmore. De ruimtekijker wordt opge bouwd uit 10.000 dunne spiegeltjes met ieder een eigen con trolesysteem. ANP DEN HAAG - Een indianentaal die uitgestoxwen leek, blijkt nog door één oude vrouw gesproken te worden. Dat ontdekte taalkundige Stella Telles van de Vrije Universiteit in Amster dam. Bij haar onderzoek naar het Latundê, een taal die india nen in het Amazonegebied spreken, stuitte ze op de enige per soon die een vexwante taal, het Lakondê, nog beheex-st. Dat heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gemeld. De NWO financiert, het onderzoek waar de van oorsprong Bx-aziliaanse Telles op 19 december op promoveert. Nog slechts negentien Nambikwara-indianen in Noord west-Brazilië spreken de door haar onderzochte taal. Telles leefde vier jaar lang ongeveer drie maanden per jaar sa men met de indianen. EINDHOVEN - Voor de milieuonvx*iendelijke oplosmiddelen die nu worden gebruikt bij de productie van grondstoffen voor bijvoorbeeld telefoons, plastic tasjes en computers is er een 'groen' alternatief. Dat schrijven onderzoekei's van de fa culteit scheikundige technologie van de Technische Universi teit in Eindhoven. Onderzoekers ontdekten dat het mogelijk is vloeibare kooldi oxide te gebxuiiken als oplosmiddel bij de productie van syn thetische rubbers of polymeren die worden gebruikt om harde plastics te maken. Daarbij gebruikten ze een altexmatieve me thode om de reactie te bewexfkstelligen waax-door de polyme risatie ontstaat die nodig is om deze plastics te produceren. De onderzoekers van de TU slaagden er in om die reacties op te wekken met gebruik van ultrageluid met een frequentie van 2 0 kilohertzTot nu toe werd het onmogelij k geacht om dit voor elkaar te krijgen, ANP door Ben Apeldoorn strookjes tastkogel De lucifer laat zien hoe groot/klein het nieuw ontwikkelde tastsysteem is. foto Technische Universiteit Eindhoven Duitsland heeft van alle eu rolanden het hoogste brief- tarief, €0,56. Ter vergelijking: moederland moet op een brief (toten met 20 gram) een zegel van €0,39 worden geplakt, in België€0,42, in Frankrijk€0,46 en in Italië €0,41. Met ingang van 1 januari 2003 gaat Duits land het tarief echter aanpas sen. Het wordt met één eurocent verlaagd tot €0,55. Zo'n tariefsaanpassing heeft natuurlijk voor filatelisten al tijd gevolgen. Vooral wat betreft de permanente zegels. Op 27 de cember worden dan ook vijf ze gels toegevoegd aan de reeks Se- henswürdigkeiten en drie aan [de reeks Frauen der deutschen Geschichte. Maar daarover meer in een van de volgende ru brieken. "25 O '.JA Vooruitlopend op de tariefsver laging is de jaarlijkse serie Für die Wohlfahrtspflege op 5 de cember al met aangepaste waarden aan cle loketten ver- schenen. Vijf zegels met oldti mers: de Isetta 300 uit de jaren '50 (45 20); de Mercedes 300- SL, die in 1999 door een inter- natxonale jury tot sportwagen van de eeuw werd gekozen (55 25); het symbool van veertig jaar Groszen Socialistische!? Okto- berrevolution, de Trabant P50 (55 25); de Volkswagen Kever (55 25) en de Isabella Coupé van Borgward (144 56). Tevens verscheen 5 december een 55-eurocentzegel in de reeks Deutsche Malerei des 20. Jahr- hunderts met daarop een schil derij (de Marienkirche in Halle) van Lyonel Feininger (1871 - 1956). Verder verschenen de afgelopen tijd in Duitsland de volgende zegels: 5 september, in de reeks Deutsche Malerei een 112-euro- centzegel waarop het schilderij Rotes Elisabeth-Ufer van Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938); in de reeks Für das Kind een vel letje met een 51-eurocentzegel (voet met op de grote teen een getekend hoofdje); archeologie (51) met een bovenaanzicht van de fundamenten van een Ro meins badhuis; 10 oktober, 400ste geboortedag van de na tuurkundige Otto von Guericke (1602-1686), Copernicaans we reldbeeld (153); de 225ste ge boortedag van de schrijver Heinrich von Kleist (1777-1811 portret in miniatuur (56); 100ste geboox-tedag van de be- x'oemde dirigent Eugen Jochum (1902-1987), Jochum tijdens een repetitie van Parsifal (Bay- reuther Festspiele, 1971) 56-eu- rocent; 7 november, 50 jaar Bondscentrale voor politieke vorming, 56 (pijlen) en 50 jaar Duitse televisie, klok en mense lijk oog (56). De Nedexiandse decemberze- gels (dag van uitgifte: 26 no vember), die dit jaar met zijn doorlopende winterlandschap pen bijzonder mooi zijn, zult u inmiddels al wel in huis hebben Daarom alleen iets over de ver sies. Er zijn velletjes van 20 ze gels (oplage 7.780.000), er zijn zogenaamde schapverpakkin gen a 20 zegels (oplage 4,5 mil joen) en er zijn 100.000 X'olletjes van 100 zegels aangemaakt, in doosjes. Kei'stzegels: Canada, 4 novem ber, werken van oorspronkelij ke bewoners: Genesis (48c), Winterreis (65c) en een beeldje Maria en Kind 1,25); CY PRUS, 21 november, wand schilderingen uit de kexk Meta- morphosis Sotiros in Palaichori (sinds vorig jaar op de Werel- derfgoedlijst), de Geboorte van Jezus (13c, 25c en 30c); Estland, 20 november, rendier (3,60 kr.) en dennenboom (6,50 kr.); Hon garije, 30 oktober, Jezus' Ge boorte, werken van de schilder Erzsébet Udvardi (*1929), 30 ft.en 38 ft.; Kroatië, 21 novem ber, Moeder Maria, schilderij uit del6e eeuw, 2,30 k. HerpWit EINDHOVEN - De Eindho- vense onderzoeker drs. Wouter Pril ontwikkelde en bouwde een minuscuul tast-instru- mentjc, dat zeker tien maal nauwkeuriger meet dan de beste commercieel verkrijgba re tastmachines van nu. Het toestelletje kan grote diensten gaan bewijzen in bijvoorbeeld de optiek, zoals bij de fabrica ge van bepaalde soorten (con tactlenzen, en in de micro- elektronica bij de vervaardi ging van microprocessoren ('chips'). Pril promoveerde op 13 december aan de Techni sche Universiteit Eindhoven (TUE). Klein, maar zeer fijn. Dat mag van toepassing worden ver- klaard op de vinding van Wou ter Pril. De onderdelen van het door hem ontwikkelde tast- toestelletje, waarop hij vrijdag promoveerde, zijn alleen te zien als je er met je neus boven op zit, maar de meetnauwkeu- righeid die exmee bereikt kan worden zou zelfs niet eens met de allei'stex'kste microscoop gezien kunnen worden. Dat komt omdat die nauwkeu righeid nog veel kleiner is dan cle golflengte van zichtbaar licht: twintig nanometer (nm: 1 nm 0,000001, dus éénmil joenste millimeter). In de chip technologie, waarin niet al leen gestreefd wordt naar steeds kleiner én steecis snel ler, maar waarin het bijgevolg ook steeds belangijker is ge worden precies te weten wat de afmetingen en vormen van superkleine componenten zijn, mag dat gerust een door- braak heten. Meten is eigenlijk nog een te grof woord voor Pril's vinding. Je moet eerder praten over tas ten of voelen. Het 'grove' werk wordt als het ware gedaan door een gangba re meetmachine, die in drie richtingen (3D) kan meten, en waaraan aan één van de meetuiteinden het tastsysteem is bevestigd. De machine voert het tastsysteem naar de juiste positie. Zodra het oppeivlak van een te meten object door het tastsysteem wordt 'ge voeld', stopt cle meetmachine en slaat de coördinaten op. Door dat een aantal keren op verschillende posities te doen, kan men de precieze vorm en afmetingen van een object be palen. Om de meetmachine zelf gaat het echter niet; het gaat om het minuscule tastsys teem, waarmee de haast grie zelige positieverfijning moge lijk wordt. „De 3D-meetmachine heeft in het algemeen elektronische precisielinialen langs de dx*ie geleidingen, maar het is na tuurlijk geen onderwerp van het onderzoek. Dat gaat uit sluitend over het tastsys teem", zegt Pril. „Het systeem moet wel in staat zijn om het oppervlak in dxie ricfxtingen te 'voelen'." Datgene waarmee het tast, zeg maar: de 'vinger top', is een kogeltje van amper een halve millimeter dat aan het uiteinde van een acht mil limeter lang stiftje vlak boven een microchip is bevestigd. Met drie ragdunne 'pootjes' rust het bovendien op drie ver vormbare strookjes. Het ei van Columbus; zodra het kogeltje ook maar iets raakt of heel licht langs een oppervlak wordt bewogen, treden heel kleine vervormingen van cle drie strookjes op. Vier in elk strookje aangebrachte buig- sensox'en ('rekstrookjes'), ver vaardigd uit zogeheten polykristallijn (in zeer fijne kristalletjes uitgekristalli seerd) silicium, meten reeds de geringste vérvormingen van de strookjes en een computer rekent de precieze verplaat sing van het kogeltje uit. Dakvenster Bijkomend voordeel is nog dat het technisch mogelijk bleek om zowel de strookjes als de buigsensoren mét hun elektri sche aansluitingen in één keer te vervaardigen. De daarbij toegepaste microtechnologie lijkt clan ook in zekere opzich ten op die in de chipindustrie. „De techniek is daarmee ver gelijkbaar met. de fabricage van een chip", aldus Pril. „Een cruciale stap is die waarmee we de dikte van een deel van de chip terugbrengen tot 0,04 millimeter. De chip krijgt een beetje de vorm van een dak venster. In het dunne deel wor den later de strookjes geëtst. Deze techniek wordt ook wel Micro System Technology, MST, genoemd, en wordt ook gebruikt bij de produktie van versnellingsopnemers voor bijvoorbeeld airbags, druk- sensoren en de kopjes van inkjetcaiti'idges." „Maar nieuw is nu dat met be hulp van MST een 3D-tastsys- teem met ongeëvenaarde nauwkeurigheid is gemaakt. Mechanische aantasting zou uitkomst kunnen bieden nu de fabi'icagetechnologie de laat ste tijd zo'n gx-ote vooruitgang heeft doorgemaakt, clat cle ge realiseerde producten niet nauwkeuriger kunnen worden gemeten, dan dat ze kunnen worden gemaakt." GPD door Martijn Hover DE BILT - Het komend voorjaar zullen we niet zonder paraplu kunnen. Dat verwacht het KNMI op grond van de grote El Nino die er deze winter zit aan te komen. Hoewel deze omkering van de normale stromingspa tronen in het zuiden van de Stil le Oceaan voor het klimaat in West-Europa over het algemeen geen serieuze gevolgen heeft, is er volgens de meteorologen in De Bilt 'een sterk statistisch verband' tussen een El Nino in de winter en een natte lente in Nederland. El Nino is een periodiek ver- schijnsel waar de bewoners van de westkust van Zuid-Amerika al eeuwen mee vertrouwd zijn. El Nino betekent letterlijk 'het jongetje'. De term wordt ge bruikt als aanduiding van het kerstkind. Omdat de warme zeesti'oming die om de dx-ie tot vier jaar in het zuiden van de Stille Oceaan optreedt, meestal rond de kei'stdagen haar hoog tepunt bereikt, wordt zij met enig gevoel voor ironie door de plaatselijke bevolking ook 'het kerstkind' genoemd. Want een 'heiland' is de oceani sche 'El Nino' zeker niet. Inte gendeel. Normaal gesproken wordt het water voor de west kust van Zuid-Amerika aange voerd door een zuidelijke stro ming die koud water uit het Zuidpoolgebied aanvoert. Dat koude water is zeer voedsel- en visrijk. In een El Ninojaar treedt echter een stroming op die tro pisch oceaanwater aanvoert uit de omgeving van Indonesië en de Filipijnen. Dat warme water bevat veel minder voedingsstof fen, en dus ook veel minder vis. Voor de Zuid-Amerikaanse vis sers betekent dat een economi sche ramp. Bovendien verdampt het opge warmde oceaanwater sneller dan normaal, waax-door het nor maal gesproken uitzonderlijk droge gebied in een jaar van El Nino wordt geteistex'd door zware regenval. Die leidt in het Andesgebergte vaak tot aard verschuivingen en modderlawi- nes die in bewoonde gebieden rampzalige gevolgen hebben. Aan de andere kant van de Stille Oceaan, van Australië tot Indo nesië, zijn cle gevolgen ook ern- stig. Daar leidt El Nino juist tot een periode van uitzonderlijke droogte, met alle gevolgen van dien voor de plaatselijke land bouw. De uitzonderlijk kluchti ge El Nino van 1997-1998 leidde bovendien tot ongekende bos branden in Indonesië. Die wa ren het gevolg van de gewoonte van de plaatselijke boeren om stukjes bos plat te branden voor nieuwe akkers. Nox-maal ge sproken duren die bosbrandjes niet lang als gevolg van het vochtige, ti'opische klimaat. Als de regen in El Nino-jaren echter uitblijft, kunnen ze uit groeien tot catastrofale vuur zeeën. In 1997-'98 leidde dat tot ernstige smogvorming tot in Singapore toe. Bovendien, zo hebben Duitse, Britse en Indo nesische onderzoekex's inmid dels aangetoond, pompten de aanhoudende bosbrandenzeker 2,6 miljard ton C02 in de atmos- feer. Daarmee levex-den ze een niet te veronachtzamen en we reldwijd voelbax-e bijdrage aan het broeikaseffect. Hoewel de El Nino die voor deze winter wordt voorspeld, minder heftig zal zijn dan die van 1997-98, moet met soortgelijke scenario's re- kening worden gehouden, waarschuwt het KNMI. Temperatuur De temperatuur van het zeewa ter xn het oostelijk deel van de Stille Oceaan is clit jaargetijde al 1,8 graden hoger dan nor maal. Naar verwachting zal het zeewater de komende weken nog warmer worden. De totale stijging zal naar vexwachting zeker 2 graden bedragen. Dat is weliswaar een stuk minder dan in 1982-83 en 1997-98, toen de temperatuurstijging respectie velijk 2,85 en 2,8 graden be droeg. Maar de 'grote' El Nino die wordt verwacht zal toch voor een groot gebied gevolgen hebben. Zo wordt een dx'oge winter verwacht voor cle Filipij nen, het oosten van Australië, Zuid-Afrika en de noordkust van Zuid-Amerika. Het zuid oosten van de VS, Ecuador en Peru zullen echter meer regen te verwerken krijgen, evenals Oost-Afrika. In het noordwes ten van de VS en westelijk Ca nada zal de winter minder streng zijn dan normaal. Tege lijkertijd zal cle zomer in ooste lijk Australië en zuidelijk Afri ka warmer zijn dan normaal. En bij ons? Volgens het KNMI zijn de gevolgen van een El Nino in West-Europa gering. Alleen is de kans op een nat voorjaar opgelopen tot 50 procent. GPD.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 7