Een monument als houvast
Groete
uit Stoppeldijk
Redders trotseerden
de februaristorm
Nieuwe Raadkaart
Gedenktekengekte
Aan de vooravond van de Fe
bruariramp 1953 speelde
zich op zee'een drama af dat in
Nederland nauwelijks bekend
is geraakt. De gebeurtenissen
tijdens de stormvloed in de Del
ta overspoelden het bericht dat
de Britse veerboot Princess Vic
toria op zaterdag 31 januari in
het Ierse Kanaal, tussen Schot
land en Noord-Ierland, gezon
ken was. Daarbij kwamen 133
van de 176 opvarenden om het
leven. De storm gaf een visite
kaartje af. Trouwens, op de
(Noord)zee kwamen tijdens het
rampweekeinde meerdere sche
pen in moeilijkheden, waarbij
nog eens circa dertig mensenle
vens te betreuren waren.
In zijn boek De orkaan van
1953, redders trotseerden na
tuurgeweld gaat Hans Beukema
in op de omstandigheden waar
mee scheepsbemanningen en
redders in het rampweekeinde
te maken hadden. Het zinken
van de Princess Victoria - een
voor die tijd moderne roll-on
roll-of veerboot die in 1947 van
stapel liep - was een gevolg van
het door zware zee ernstig be
schadigd raken van de hekdeu
ren op het autodek. Reddingbo
ten uit Schotland en Ierland
bereikten na veel omzwervin
gen (met de communicatie ging
van alles mis) de plaats van de
ramp en konden 43 mensen uit
het water halen.
De Britse Raad voor de Scheep
vaart stelde later vast dat het
vergaan van de veerboot te wij
ten was aan de onzeewaardige
toestand, veroorzaakt door
twee omstandigheden: de on
voldoende kwaliteit van de deu
ren in het achterschip en de ge
ringe mogelijkheden om het
water op het benedendek weg te
werken. De raad adviseerde ook
meer aandacht te besteden aan
het dirigeren van reddingboten
naar de plaats van een ramp.
Overigens wees het onderzoek
uit dat de bemanning van de
Princess Victoria geen blaam
trof, terwijl er veel waardering
was voor de opstappers van de
reddingboten.
Het in den blinde zoeken naar in
nood verkerende schepen deed
zich ook voor in de Nederlandse
wateren, blijkt uit Beukema's
verslag. De reddingboten van de
twee reddingmaatschappijen
kwamen volop en langdurig in
actie, maar meestal tevergeefs.
De Maria Carolina Blanken-
heym uit Veere en de Koningin
Wilhelmina van Stellendam
voeren uit na noodsignalen van
het Finse stoomschip Bore VI,
dat uiteindelijk op het strand bij
Westenschouwen vastliep. De
Veerse reddingboot moest met
een bewusteloze machinst voor
tij dig terugkeren, die uit Stel
lendam bereikte door een reeks
onvoorziene omstandigheden
het doel niet.
Reddingboten op andere sta
tions langs de Nederlandse kust
verging het niet veel beter, De
President Jan Leis uit Hoek van
Holland haalde twee man van
een baggermolen en later de be
manning van zeesleper Schelde
De President J. V. Wiersma uit
Vlissingen schoot het aan de
grond gelopen stoomschip
Luxembourg te hulp, maar dat
was bij aankomst al weer vlot
gekomen. In het noorden maak
ten reddingboten als Prins Hen
drik, Brandaris en Insulinde
lange tochten, maar tot specta
culaire reddingen kwam het
niet. Meer succes hadden de red
ders bij hun inzet in het zuid
westelijk rampgebied.
Daarover gaat het grootste deel
van Beukema's boek: de redders
en hulptroepen van het eerste
uur. De bemanning van de Ko
ningin Wilhelmina haalde met
de vlet ruim zeshonderd mensen
van de zolders in Stellendam.
De motorreddingvlet Prinses
Juliana was aanvankelijk in en
om Ouddorp actief en ging later
naar Schouwen-Duiveland, na
dat langzaam was doorgedron
gen hoe hoog de nood op dit ei
land was. Zelfs de opgelegde
befaamde reddingboot Dorus
Rijkers werd uit Harlingen
overgebracht, mét oud-schip
per Mees Toxopeus.
Het waren vooral de Urker vis
sers, onder aanvoering van de
43-jarige Hessel Snoek, die de
zondagsrust negeerden en met
hun in Breskens liggende sche
pen de Zeeuwse rampgebieden
invoeren. Ook andere vissers -
onder meer uit Vlissingen, Har
lingen, Den Helder en IJmuiden
- kwamen in actie; Schevenin-
gers redden met hun negentien
sloepen zo'n tweeduizend men
sen. De schepen vormden ook
met hun radiozendapparatuur
een onmisbaar communicatie
net. ,,De wijze waarop speciaal
de Urker vissersvloot, geheel op
eigen initiatief en zeer vroegtij
dig, in georganiseerd verband
aan het reddingwerk op de
Zeeuwse eilanden deelnam,
verdient bijzondere vermel
ding", staat in een verslag van
de commandant maritieme
middelen in Zierikzee.
Waddenzee
De barkassen Ameland en
Borndiep van de rijksveerdienst
op de Waddenzee arriveerden
snel in het noodgebied en red
den ruim vijfhonderd mensen.
Een groot contingent zeer wel
kome helpers en boten kwam,
aldus Beukema, uit Overijssel.
Tachtig man en boten met wei
nig diepgang verleenden tot 17
februari onmisbare diensten in
de ondergelopen polders. De
landarbeiders uit Giethoorn en
omgeving werden door de Ko
ninklijke Marine van warme
kleding voorzien. Verdienste
van het boek is dat het onbaat
zuchtige werk van een beschei
den groep mensen vij f tig j aar na
de Februariramp 1953 aan de
vergetelheid wordt ontrukt.
Rinus Antonisse
De orkaan van 1953. Redders
trotseerden natuurgeweld.
Door Hans Beukema. Uitgeverij
Maritext, Delfzijl. Prijs 16,95.
dinsdag 3 december 2002
Op de door A. van Overbeeke
uit Terneuzen ruim hon
derd jaar geleden uitgegeven
prentbriefkaart, die vorige
week in Buitengebied ver
scheen, staat 'Groete uit Stop
peldijk'. Die naam is uitgangs
punt, al klopt de omschrijving
Rapenburg ook.
Op de kaart staat de Dorps
straat in Stoppeldijk, meldt
E. Steijns uit Kloosterzande.
„Het is al een oude foto, circa
1900 of zelfs er nog voor. Op de
foto kijkt men richting Hengst
dijk. De standerd-korenmolen
is in 1916/17 afgebroken. De
Dorpsstraat heet nu Rapen
burg."
Deze inzender wijst erop dat
midden op de foto een vrouw
met een Vlaamse muts op po
seert. „Deze klederdracht is op
enkele uitzonderingen na begin
1900 verdwenen. Waar de
vrouw met de muts staat, is nu
hoef ijzerfabriek Kerckhaert."
Maar hoe zit het nu met Stop
peldijk/Rapenburg? De naam
Stoppeldijk (ook Stouppedich)
herinnert aan de gelijknamige
uithof, die de monniken van de
Henegouwse abdij van Cam-
bron bewoonden in de om
streeks 1223 bedijkte Hofipol-
der. Net als andere polders in het
latere Hulsterambacht, kwam
het gebied door overstromingen
en oorlogsinundaties met de zee
gemeen te liggen. Pas aan het
eind van de Tachtigjarige Oor
log kon het land weer heroverd
worden en zo ontstond in
1644/45 de huidige Stoppel
dijkpolder. In het centrum van
In Zeeland dreigt sinds en
kele jaren een vorm van
gedenktekengekte te ont
staan. -Blijkbaar neemt de
behoefte aan bezinning en
aan gedenken en herdenken
toe, constateren Peter Sijnke
(Zeeuws Archief) en Jan
Kuipers (Stichting Cultureel
Erfgoed) in hun boekje Van
obelisk tot oorlogsgraf. Dat
gebeurt met de beste bedoe
lingen, maar er is sprake van
een zekere overkill, vinden
ze. Het zorgt er overigens wel
voor dat het ruime aantal
kleine monumenten dat er al
in Zeeland is, gestaag wordt
uitgebreid.
De neiging om weer meer te
gaan gedenken en herden
ken heeft misschien wel te ma
ken met het slagveld van de
huidige samenleving. Een mo
nument als houvast, als reactie
op het verloederen van normen
en waarden. Uiterlijk vertoon
van nationale of regionale trots
en grootheid, waar Nederlan
ders door de bank genomen een
afkeer van hebben. Het is een
beweging die trouwens ook in
vroeger tijden viel waar te ne
men, toen bij gebrek aan een
luisterrijk heden werd terugge
grepen op het roemrijke verle
den van de Gouden Eeuw.
In hun boekje Van obelisk tot
oorlogsgraf, de nieuwste afleve
ring in de cultuurhistorische
reeks van de provincie, geven
Peter Sijnke en Jan Kuipers
voorbeelden van de gedenkte
kengekte. De Vereniging van
Oud-Militairen Indiëgangers
wil plaquettes in alle kernen,
waaruit in de periode 1945-
1963 in het Verre Oosten omge
komen militairen afkomstig
waren. Er is op Zuid-Beveland
een herdenkingsdijk voor over
leden kinderen. Plannen voor
oprichting van monumenten
voor landarbeiders en verdron
ken dorpen zijn ver gevor
derd.
„Sommigen zijn van mening dat
Zeeland ook bij uitstek de
plaats is voor een monument ter
herinnering aan de slavenhan
del, een uiting van de 'excuus-
cultuur' die in recente jaren de
'gedenktekengekte' in over
spannenheid lijkt te evenaren",
aldus Sijnke en Kuipers. „De
gemeenteraad van Middelburg
heeft inmiddels besloten dat een
dergelijk monument er moet ko
men." Ook komt daar een mo
nument ter herinnering aan de
Verenigde Oostindische Com
pagnie. De vijftigjarige herden
king van de Februariramp 1953
is eveneens aanleiding het aan
tal bestaande herinneringste
kens uit te breiden.
Documentatie
Sijnke en Kuipers stellen dat
meer nadruk op 'virtuele monu
menten' een uitweg kan bieden
uit het steeds uitdijende woud
van fysieke gedenktekens. Ze
bedoelen dan het vastleggen
van de gebeurtenissen waar het
om gaat in beeld, geschrift en
digitaal - dus documentatie en
publicatie. Het pas verschenen
boek Hier was eens Capelle van
Kees Slager is daar een voor
beeld van: een schriftelijk tri
buut aan het laatste verdronken
Zeeuwse dorp.
Hoe het ook zijaan de in het
verleden bestaande behoefte
om te gedenken heeft Zeeland
wel een rijke verscheidenheid
aan monumenten overgehou
den. Van het bestaan van de
meeste hebben de mensen nau
welijks weet. Ze vallen in het
voorbijgaan niet op, of ze zijn
een zodanig vertrouwd beeld,
dat ze niet meer als monument
ervaren worden. En een aantal
is verborgen in gebouwen. In
hun boekje vestigen Sijnke en
Kuipers er nadrukkelijk, en met
gevoel voor detail, de aandacht
op. Ze delen de monumenten in
verschillende groepen in.
In Overheden en bestuur komen
speciale banken aan de orde, zo
als de Wilhelminabank in Goes
en de burgemeester Lewebank
in Lewedorp. Maar ook de
meerpaal voor burgemeester
Wabeke in Wemeldinge. Orna
menten en objecten die eens een
actuele functie hadden, gaan als
gedenkteken fungeren wanneer
ze hun tijd hebben overleefd en
desondanks worden gehand
haafd. Als fraai voorbeeld
wordt genoemd de geveltekens
van het voormalige oude man
nen- en vrouwenhuis en het
aanpalende weeshuis aan de
Singelstraat in Goes. Ook de ge
denksteen aan de Pottere- of
Conyershuisjes in Noordgouwe
van Michiel de Ruyter en Frans
Naerebout in Vlissingen. Het
grafmonument van Jacob Ho-
bein is een herinnering aan
diens heldhaftig optreden tij
dens de Belgische Opstand in
1831. Visserij en binnenvaart,
nog zo'n sector waar te geden
ken valt. Met het mosselmonu
ment in Philippine, de mossel
man in Yerseke, Willem Beukels
in Biervliet en de schepentrek
ker in Sas van Gent. Onder we
tenschap en cultuur vallen het
monument voor Reinaard de
Vos in Hulst, het beeldje van
Adriaen Valerius in Veere en de
fontein voor Betje Wolff en Aag
je Deken in Vlissingen, maar
ook het borstbeeld van Johan
van Dale in Sluis.
Aandacht is er voor funeraire
gedenktekens: grafstenen en
-tombes in kerken, begraaf
plaatsen met soms opvallende
graven. De laatste jaren is er een
nieuwe vorm van gedenken ont
staan. Nabestaanden van ver
keersslachtoffers brengen een
voudige gedenktekens aan op de
plaats waar hun dierbaren zijn
verongelukt, van eenvoudige
kruisjes en beertjes tot stenen
monumentjes. De oude katho
lieke traditie van het wegkruis
in een nieuwe, eigentijdse vorm.
Rinus Antonisse
Van obelisk tot oorlogsgraf.
Door Jan Kuipers en Peter Sijn
ke. Kleine monumenten in Zee
land. Eerder verscheen van de
auteurs hierover Van schand-
steen tot straatkapel. Uitgave in
de cultuurhistorische reeks van
de provincie Zeeland. Prijs
4,50.
Van de ene naar de andere Zeeuwse overkant is via de collectie
van Hans Lindenbergh een kleine moeite. De nieuwe raadkaart
is in een heel andere regio dan Oost-Zeeuws-Vlaanderen genomen.
De vraag is: hoe luidt de naam van de plaats? De straatnaam erbij
noemen is een pluspunt
Wie nadere bijzonderheden weet over de afgebeelde situatie, wordt
uitgenodigd die door te geven aan de redactie van Buitengebied.
Oplossingen moeten uiterlijk zaterdag 7 december binnen zijn bij
de redactie PZC Buitengebied, postbus 18,4380 AA Vlissingen, fax
0118-470102 of e-mailredactie@pzc.nl.
Als gebruikelijk zijn er voor goede inzendingen drie waardebonnen
beschikbaar.
is een goed voorbeeld. Handel
en nijverheid biedt onder meer
agrarische monumenten, zoals
van de Walcherse boerin (Bigge-
kerke) en boer (Zoutelande), het
pas onthulde vlassersmonu
ment in Eede en de grote repro
ductie van Johan Melses ploe
gende paarden in Goes. Tot
monumenten van industrie en
nijverheid kunnen gerekend
worden het milieumonument in
Vlissingen en het radioactief
monument in het Podio del
mondo per l'arte in Middelburg.
Oorlogsmonumenten zijn er in
veelvoud, ondermeer op de
Sloedam en het Poolse Kruis in
Axel. Ook de drie inundatiemo
numenten bij Ritthem, Veere en
Westkapelle kunnen ertoe gere
kend worden.
Bekende voorbeelden van mari
tiem herdenken zijn de beelden
Herdenkingsmonument in Burgh-Sluis.
de polder ontstonden de dorpen
Boschkapelle en Rapenburg.
Dit laatste dorp behoorde tot
een herindeling in 1936 tot de
gemeente Stoppeldijk. Van 1936
tot 1970 werd het gemeente Vo
gelwaarde en op de valreep be
sloot de gemeenteraad om
Boschkapelle en Stoppeldijk
(ook wel Rapenburg) aan te dui
den als dubbeldorp Vogelwaar
de, zodat die naam in 1970 be
waard bleef. In de voormalige
gemeente Stoppeldijk was Ra
penburg de belangrijkste kern,
wat ook bleek toen in 1861 daar
een nieuwe kerk werd gebouwd.
M.D. Nieuwenhuijseuit Oost-
Souburg denkt dat bij de ge
meentelijke herindeling van
1936 de naam Rapenburg werd
veranderd in Stoppeldijk, ook
om een gemeentenaam te bewa
ren, net als in 1970 met Vogel
waarde (het dubbeldorp Bosch-
kapelle-Stoppeldijk) gebeur
de." A. Sponselee uit Sas van
Gent geeft aan dat tussen molen
en kerk zich de wagenmakerij
van P. Uitterhoeve bevond.
Schuin tegenover de kerk was
de smidse van Honoré Kerck
haert. „Deze smidse groeide in
de loop der jaren uit tot hoef-
ijzerf abriek, waar mijn vader 49
jaar lang, tot 1979, werkzaam is
geweest", aldus Sponselee.
„Schuin tegenover de molen
stond café de Tramhalte van de
familie Sponselee-Scheei's. De
naam verklapt dat er dus na
1900 met de tram door het dorp
gereden werd door de Zeeuws-
Vlaamse Tramweg Maatschap
pij"
De winnaars van de waarde
bonnen zijn: A. Sponselee, Sas
van Gent, W. van Krumingen,
Kruiningenen E. Steijns,
Kloosterzande.
Rinus Antonisse
foto's Dirk-Jan Gjeltema
Beeld van Nehalennia in Domburg.