Ik plooi niet zo snel
Sommige psychologen zijn soms net hoeren
Peter
optimist
Verdurmen,
I' f I ft h
Jan Verhulst en zijn
demasqué van de
psychotherapie
Oude vissermannen op de wal,
mensen van het platteland,
Scheldegezichten. En vorig jaar
de cd-rom Bier! Met de allesver-
klarende ondertitel Zeeuwen zijn
nuchter. Foto's van gewone
mensen, verhalen van de streek.
Journalist en fotograaf Peter Ver-
durmen toont al sinds '78 onop
houdelijk aan dat hij midden
tussen de mensen in zijn geboorte
streek staat. Hij wil ook niet an
ders.
Wie hem voor het eerst treft, denkt
met een oude rocker te maken te
hebben, die stil is blijven staan in de
jaren zestig en zeventig van de vorige
eeuw. Mensen herkenden in hem een
sloddervos, immer goedlachs, maar
met een zeer eigen wil. Met een duide
lijke kijk ook op de mensheid. Nu hij
49 jaar is, moet hij daar allemaal har
telijk om lachen. Ja, hij gaat nog
steeds eens in de zoveel weken naar
een eco-boertje in de omgeving om er
z'n groententas met onbespoten pro
ducten af te halen. Dat hoort nu een
maal bij z'n levensstijl. Hij mag die
doorzetters wel, die soms tegen beter
weten in vasthouden aan hun geloof.
Sinds mensenheugnis woont hij in IJ-
zendijke. ,,Ik woon nu 23 jaar in het
zelfde rijtjeshuis met perfecte buren.
Die mensen waren eerder deze week
25 jaar getrouwd en dat hebben we
uitbundig gevierd. En vrijdag gaan
we nogeens met z'n allen naar de Chi
nees. Waarom woon je ergens? Mijn
straatje kent geen glitter en glamour.
Ik zit dicht bij de polders. Weet je waar
ik echt van kan genieten? Van de pol
ders in de winter, helemaal verdwe
nen in de mist. En dan het geluid van
een tractor die je niet ziet. Dat gevoel
had ik ook al toen ik 7 jaar op de fiets
naar Oostburg reed. Ik hoefde niet zo
nodig een brommer. Als het had ge
ijzeld deed ik m'n sokken rond m'n
schoenen. Nee, ik plooi niet zo snel."
Eigen gang
Echte Zeeuws-Vlamingen die hun ei
gen goede gang gaanDaar houdt Ver
dunnen van. Z'n vader kwam uit
Lamswaarde, uit een gezin waarvan
de vader jong stierf. Er moest dus ge
werkt worden. Peters vader moest net
als de andere kinderen jong gaan wer
ken. Als 13-jarige was hij al koeien-
jongen. En ook moeder kwam uit een
arm gezin. Die werd om armenbrood
gestuurd in Sint-Janssteen. ,,Ze leven
gelukkig allebei nog. Het zijn mensen,
die, hoe zeg je dat, een natuurlijke in
telligentie hebben. Heel sociaal
bewust. M'n moeder gaf vroeger VOS-
cursussen voor vrouwen die zich wil
den ontwikkelen in de samenleving.
kelen van nieuwtjes en - op de voorpa
gina - graag groter nieuws, waarmee
ik de overige media te snel af ben, be
valt me heel goed. Ik trek veel alleen
op, al mis ik het contact met andere
collega's zo nu en dan wel, want dat
kan inspirerend zijn."Hij ratelt onon
derbroken door. Noemt zichzelf een
verschrikkelijke ouwehoer. Peter Ver-
durmen haalde z'n HBS-b in Oost
burg. dacht toen even dat politicolo
gie wel iets voor hem was, maar stapte
na twee weken over naar de Sociale
Academie. Een leuke tij d was dat. Aan
het eind van de rit kreeg hij probleem
loos z'n diploma, zonder examen.
Eigen sfeertje
Zodra hij het diploma op zak had,
stopte hij bij buurthuis De Hoekse
Rakkers en reisde af naar de fotovak
school in Apeldoorn. Bij terugkeer
werd hij correspondent voor de PZC
in West-Zeeuws-Vlaanderen en niet
lang daarna redacteur van het Adver
tentieblad. Maar dan wel fotografe
rend redacteur. ,,Dat blad moet voor
de lezer een eigen sfeertje oproepen.
Zoiets van: we kennen elkaar. Met ser
vicerubrieken zoals ZVA-kort, waar
in een dansavond in Koewacht wordt
aangekondigd. Mensen hebben be
hoefte aan die berichtjes. "De CDrom-
Bier! programmeerde hij helemaal
zelf, met behulp van delen van inter-
netprogramma's. Gebruikersvriende
lijk, zonder ingewikkeld startpro-
gramma. „Gewoon in je computer
steken en aanklikken." En dan word
je geconfronteerd met het alledaagse
leven: een buurtfeest, jongeren die
zich vervelen op zaterdagmiddag, een
popconcertde landerige zondagmid
dagsfeer, een regionale bijeenkomst
van de NCRV en een verregende
ploegwedstrijd in de polder. „Moet je
je voorstellen: een regenachtige mid
dag, alles zeiknat. Tien trekkers met
50 man publiek daaromheen. Een heel
aparte sfeer. Op zo'n moment let ik
niet op een regenspatje op m'n came
ra." Hij zegt het nadrukkelijk: „Ik
maak zo'n CD omdat ik er lol in heb.
niet voor de fame of de verdiensten. Er
zijn er enkele tientallen verkocht aan
mensen, die zoiets ook prachtig vin
den. Dat is genoeg. Ach, ik ben zeker
nog niet klaar. Ik zoek. En vind ik iets
dan bijt ik me er in vast."Zo heeft hij
plannen terug naar Rusland te gaan,
het land van Sonja, z'n vrouw. Hij
maakte er iets mee, dat volgens hem in
Nederland allang verdwenen is. „Op
een station in Moskou stonden we met
een heleboel Russen in de rij te wach
ten op kaartjes. Wij waren er ook ge
strand. Op een bepaald moment gaat
een man op een tafel staan en spreekt
de mensen in het Russisch aan. En die
man vertelt dat er een vrouw van heel
ver is gekomen, maar dat nu al haar
spullen gestolen zijn. Iedereen gaf
prompt geld. Moet je je eens voorstel
len als dat hier op het Centraal Sta
tion zou gebeuren. Dan riskeer je een
klap op je bek. Dat typeert de kracht
van dat volk. Ze hebben zóveel klap
pen gehad en toch gaat het niet ten on
der. Die levenskracht. Fascinerend. Ik
heb er al een paar keer gefotografeerd
maar ik wil een paar weken terug en er
dan een goed georganiseerd project
van maken. Ja, ik ben wel een perfec
tionist, denk ik."
Wout Bareman
Ze heeft zich heel erg ingezet voor het
openbaar vervoer in Zeeuws-Vlaan
deren en was ook mede-oprichter van
de FNV-vrouwen in IJzendijke. M'n
vader schreef jaren iedere maand
brieven voor Amnesty International.
Ik heb veel bewondering voor die
generatie. Ze begonnen met niks en
hebben zich door zelfstudie en hard
knokken opgewerkt." Z'n vader bij
voorbeeld zag na de oorlog geen toe
komst meer in de landbouw en werd
douanier. Hij stond onder meer in
Eede aan de grens. Maar de tijden ver
anderden en in '59 stapte hij over naar
de Belastingdienst in Oostburg. Daar
werkte hij tot z'n vijfenzestigste. „En
dan ging hij na z 'n werk nog op de fiets
met 'het bootje' naar Goes om er z'n
middenstandsdiploma te halen." Pe
ter Verdunnen noemt z'n jeugd, als
oudste van zes kinderen, 'prachtig'.
De vrijheid die z'n ouders hem gaven,
maakte van hem een optimist. „We
hebben een boerenjeugd gehad en me
de daardoor heb ik een geweldig posi
tieve instelling. In 1960 ging ik met
m'n achterneef in Waterlandkerkje
met een kruisnetje lekker paling van
gen in de poldersloten. Jagen met een
windbuks. Onbezorgd dus en over
vergunningen werd niet gepraat. En
toen ik op mijn vijftiende geld nodig
*had voor een bandrecorder, werkte ik
twee jaar in Breskens bij Fieret in de
vis. Kwam ik thuis en moest ik m'n
overall buiten uittrekken vanwege de
stank. IJzendijke en Breskens hebben
trouwens wel wat met elkaar. Daar
heerst een mentaliteit, een sfeer van
hard en vlakaf dingen tegen elkaar
zeggen. Heel anders allemaal dan in
een wijk in een stad. En dat tekent je
als mens." Een kunstzinnig fotograaf
noemt hij zich zeker niet. Hij werkt
het liefst bij bestaand licht, zoals hij
dat tegenkomt in de polder. Hij heeft
ook nooit in een studio gewerkt. „Dat
werkt niet bij mijIk moet dicht bij de
mensen staan. Ik draai om henheen en
laat ze zeker niet poseren. Hangt er
een spiegel verkeerd, dan hangt-ie
verkeerd. En: ik neem de tijd. Die boe
ken die ik maak zijn lange projecten.
Aan Buitenmensen heb ik drie jaar
gewerkt; in eigen beheer, met hulp
van familie, vrienden en enkele parti
culiere sponsors. In commerciële toe
standen heb ik geen zin, simpelweg
omdat geld me nauwelijks kan sche
len." Hij is uiterst kritisch op zichzelf.
En heeft discipline. Wekelijks vult hij
het Zeeuws-Vlaamsch Advertentie
blad, al meer dan 20 jaar, met vast
houdendheid. „Het is toch een rede
lijk sober product en als ik ermee
bezig ben, ben ik helemaal op mezelf
teruggeworpen. Maar dat is ook iets
dat ik altijd al zoek. En die rol, dat ge
scharrel met foto's, het bijeen sprok
zaterdag 30 november 2002
Peter Verdurmen: „Ik ben wel een perfectionist, denkik."
foto Charles Strijd
Jan Verhulst: „Je kunt wel een witte jas aantrekken en een groot bureau in de behandelka
mer zetten, maar dat is allemaal alleen maar om de eigen onzekerheid te maskeren."
foto Rene Man ders/GPD
Het leven is voor slechts weinigen een
pretje en dat is een mooie bron van in
komsten voor menig hulpverlener. Een van
hen is dr. Jan Verhulst, psychotherapeut te
Eindhoven. In zijn nieuwste boek, waarin
hij enkele hoogst merkwaardige gevallen
uit z'n eigen spreekkamer beschrijft, neemt
hij echter de hedendaagse hulpverlenings
praktijk danig op de korrel. „Dit boek is
toch een beetje een bal demasqué voor de
psychologie", zegt hij er zelf van.
Het huis ligt aan de gegoede kant van de
Floralaan, met veel licht binnen en twee
werken van Cornelis LeMair aan de muur.
Op de schouw een middeleeuws ogende re
liekschrijn. Aan de andere zijde een rijtje
gipsen koppen van Liszt en Bach en nog zo
wat. Midden in de kamer staat een zwart
glanzende Steinway-vleugel. „De Rolls
Royce onder de vleugels", zegt hij. Psycho
therapie loont kennelijk.
Hij vertelt dat hij in zijn jonge jaren als solo
gitarist in een bandje speelde dat Formule 5
heette. Hij heeft nog met Albert West op het
podium gestaan en met Peter Koelewijn. Te
genwoordig speelt hij dagelijks twee uur op
de Steinway. „Ik doe hem open en dan ga ik
zitten kicken op die klanken. Heel versla
vend eigenlijk." Muziek maken, zegt hij, is
belangrijk. „Het is toch een heel legale en
zeker geen ongezonde manier om aan een
boel narigheid te ontsnappen."
Hij heeft de vleugel tweedehands op de kop
kunnen tikken, na een sterfgeval. „Die fa
milie had dat ding staan en wist er eigenlijk
niet zo goed raad mee." Hij is 'm eerst gaan
bekijken met zijn buurvrouw, Mieke van
Aalst die muziekpedagoge is. „Als zij oe
fent", zegt hij, „zet ik hier alles uit en open,
dan kan ik haar horen. Ze speelt préchtig!
Citaat uit zijn jongste boek, Therapie als
alibi. In een van de verhalen komt een zorg
vuldig gesoigneerde dame de spreekkamer
binnen. 'Vroeger', schrijft hij, 'zou ik zo'n
dame meteen hebben geclassificeerd als
'een typisch kakwijfmaar inmiddels voel
ik me in die kringen redelijk op m'n gemak'.
Hij begint te lachen. „Vroeger mocht ik hier
niet spelen. Ik kom uit de Gerarduslaan. Dat
was een totaal andere wereld. Wij moesten
de eindjes aan elkaar knopen. Op zaterdag
in eikaars badwater en de kleren van je ou
dere broer afdragen en zo. Maar op het gym
nasium zat ik bij lui als Van Agt en Van Lan-
schot. Die lieten je wel merken dat je er niet
bij hoorde. Ik heb me er enorm vernederd
gevoeld. Enorm. Daar kan ik nog kwaad om
worden."
Methodiekjes
Jan Verhulst wekt soms de indruk alsof hij
het liefst z'n eigen ruiten in zou willen gooi
en. Of op z'n minst die van een flink deel van
zijn collega's. Want, zo beweert hij onom
wonden, er zit veel kaf tussen het therapeu
tische koren„Het is natuurlij k tegen het ze
re been", zegt hij, „maar ik heb er veel over
nagedacht en ik ben tot de conclusie geko
men dat er een hoop therapeuten zijn die
niks te vertellen hebben. Ze verschuilen
zich achter methodiekjes, achter boekjes,
achter regeltjes, maar als hulpverlener heb
ben ze eigenlijk niks in huis. Dus dan schrij
ven ze maar een pilletje voor. Komt natuur
lijk ook prachtig in de kraam te pas van de
geneesmiddelenindustrie. Neem de anti
depressiva. Tien procent knapt er inder
daad van op, maar tien procent knapt er
juist door af en bij tachtig procent gebeurt
er helemaal niks."
„Kijk, je kunt natuurlijk wel jaren naar de
universiteit gaan, maar ik ben er inmiddels
van overtuigd dat je het in je moet hebben.
Ik heb het al eens eerder gezegd: de ouder
wetse melkboer was in veel gevallen een be
tere psycholoog dan die lui die tegenwoor
dig van de universiteit komen. Die man
kwam aan de deur en luisterde naar de ver
halen van z'n klanten. En daór blijkt het
toch altijd om te gaan in de therapie, dat er
iemand is die tijd voor je neemt, die aan
dacht voor j e heeft.
„Je kunt wel een witte jas aantrekken en een
groot bureau in de behandelkamer zetten,
maar dat is allemaal alleen maar om de ei
gen onzekerheid te maskeren. Onderzoek
heeft uitgewezen dat als een therapie al
werkt, dat komt door andere factoren. Inle
vingsvermogen. Intuïtie. Sociale vaardig
heden. Allemaal zaken die nauwelijks te le
ren zijn. Die heb je of die heb je niet.
„Als ik minister van Volksgezondheid zou
zijn, zou ik de opleiding dan ook drastisch
veranderen. Wil je psycholoog worden?
Goed, ga dan eerst maar eens twee jaar in
een inrichting werken. En daarna spreken
we elkaar nog eens. Eerst de praktijk en dan
maar eens kijken of je dit wel écht wilt.
Want zoals het nu is lopen er echt téveel mis
kleunen rond. Waarmee ik niet wil zeggen
dat de mensen dan maar niet meer naar de
therapeut moeten gaan. Maar ze moeten
zich wel realiseren dat je beter een gesprek
kunt hebben met een goeie, verstandige
vriend. De mensen moeten zich realiseren
dat therapie niet meer is dan betaalde lief
de. Psychologen zijn soms net hoeren. Je
kunt er alles bij kwijt, maar je moet er wel
voor betalen. Dat is overigens ook al een ou
we uitspraak, uit de jaren zeventig." Ver
hulst zet zich ook af tegen het door hem ver
onderstelde gemak waarmee binnen ons
rechtssysteem naar de psycholoog wordt
gegrepen als getuige-deskundige die de
rechter moet uitleggen waarom de verdach
te tot zijn misdaad kwam. Hij vraagt zich
hardop af of dat wetenschappelijk wel alle
maal zo verantwoord is en of er aan het psy
chologisch rapport niet veel te veel waarde
wordt gehecht.
'Want laten we eerlijk zijn', schrijft hij, 'wat
weten wij als psychologen nou écht zeker als
het gaat om het functioneren van de mense
lijke geest? Als we eerlijk zijn, dan moe
ten we toegeven dat we over heel veel
psychologische zaken vrijwel niets met ze
kerheid weten, behalve dan dat ze enorm
complex zijn.' Het probleem is, schrijft hij
verder, 'dat velen van ons dat niet lijken te
willen weten.'
„Inderdaad", zegt hij„het gemak waarmee
menig psycholoog zich pi-esenteert alsof hij
de wijsheid in pacht zou hebben. Verbijste
rend Ik loop er al 25 jaar tegenaan. Je komt
regelmatig mensen tegen die zonder blikken
of blozen de meest grote onzin debiteren. Ik
noem maar eens iets. Die poppenmethode.
Als een kind op een bepaalde manier met
een pop speelde, zou het seksueel misbruikt
zijn. De grootste onzin. Maar als je in Neder
land maar hard genoeg schreeuwt dan gelo
ven ze het wel."
Zelf ontmoet hij in zijn praktijk nog wel
eens cliënten die door de advocaat naar hem
worden gestuurd om een ontlastend rapport
los te peuteren. Soms wordt daarbij fors met
de geldbuidel gezwaaid. In zijn boek ver
haalt hij hoe hij op zekere dag bezoek krijgt
van een zware crimineel. 'Ikheb van iemand
gehoord dat jij rapporten schrijft voor de
rechter', zegt de man. 'Nouheeft mijn advo
caat gezegd dat ik jou moest vragen om voor
mij ook maar eens zo'n rapportje te schrij
ven.' Dat soort dingen.
Verhulst: „Meestal gebeurt het niet zo di
rect. Ze hebben dan een verwijzing van de
huisarts, maar na het derde gesprek blijkt
dat ze nog een zaak hebben lopen en na het
vijfde gesprek komen ze met de advocaat op
de proppen. Dan weet ik inmiddels natuur
lijk al lang dat het doorgestoken kaart is."
Waarom ze bij mij komen? Dat weet ik wel.
Ik heb mensen wel eens vrijspraak bezorgd.
Dat klopt. En daar kletsen die advocaten
onderling over. Je moet bij die Verhulstzijn,
die kan leuk schrijven. Dat staat ook goed
hé, dr. J. Verhulst, klinisch psycholoog, ca
sus bestudeerd, grondig kennis genomen
van de feiten, bla-bla-bla."
Hij heeft, zegt hij, inmiddels een grondige
afkeer van de advocatuur in het algemeen
en van sommige advocaten in het bijzonder.
Hij is gescheiden. Een tijd aan de drank ge
weest. Weer uit het dal geklauterd.,Ik erger
me steeds meer aan mensen die zó dom zijn
dat ze denken dat ze het wél weten"zegt hij
Het leven is zinloos en de erfzonde is dat de
mens zich voor de taak geplaatst ziet er op
een nooit toereikende wijze zin aan te geven
De mens, zo vindt hij, dient zich echter wel
te realiseren welke keuzen hij maakt.
„Waarom doe je de dingen die je doet? Daar
zou iedereen goed over na moeten denken.
Heb ik hier een keuze, ja of nee? En als ik
kies, waarom kies ik dan? Maar de meeste
mensen willen zelfs dat niet weten."
De doorsnee mens wil helemaal niet zoveel
van zichzelf weten. „Daar hebben ze een
broertje dood aan. Dat onbewuste, die af
weermechanismen, die zijn er niet voor
niks. Omdat het meestal niet zo mooi is wat
je in jezelf tegenkomt. We willen voor het
oog van de wereld en onszelf nette en fat
soenlijke mensen zijn en schrikken ons rot
als we moeten toegeven dat we ook nog een
hoop onsympathieke eigenschappen in ons
hebben. Er zijn hele goeie mensen hoor,
maar de meerderheid deugt natuurlijk niet.
Omdat ze het eigen egoïsme niet onder ogen
durven zien."
,Ik moet"zegt hij,mijn cliënten leren le
ven met zichzelf. Zoals ook ik moet leren om
met mijn eigen beperkingen, fouten, tekort
komingen te leven, zo probeer ik ook andere
mensen te leren leven met hun beperkingen.
Ze daar vrede mee te laten krijgen. Dat ze
niet alles kunnen wat ze willen. Dat niet al
les goed uitpakt. Dat huwelijken kapot lo
pen. En dat prestatiedenken, dat je almaar
lopen te bewijzen en zo, dat probeer ik hele
maal los te laten. Het gaat erom dat je je best
doet. En dat je weet dat je je best hebt ge
daan. Op die manier krijg je lucht. Dat je
kunt zeggen, okay ik maak fouten, maar ik
heb in ieder geval geprobéérd om het goed te
doen."
„Eigenlijk", zegt hij dan, „denk ik dat we
toe zijn aan een nieuwe hippietijd. Mensen
zijn erg eenzaam geworden. Ik kom er zó
veel tegen van mijn leeftijd die er zó stikge-
noeg van hebben hé. Van zoals het allemaal
gaat. Van die politiek en die hele maat
schappij van al dat geld en die beurzen en al
dat gekloot. Zeg nou zelf." Maar hfj heeft
wél een Steinway. En twee dochters. „En
daar geniet ik van", zegt hij, „elke dag."
Ed van de Kerkhof
Het boek 'Therapie als alibi' is een uitgave
van Swets Zeitlinger. Prijs €17,50.