Wat er morgen komt, weet ik niet 21 Op straat zaterdag 30 november 2002 Ashot en Stella Kniazian voor de ingang van het Oostburgse gemeentehuis. foto's Peter Nicolai Ashot Kniazian krijgt koffie en soep van een meelevende inwoner van Oostburg. Het Armeens-Azerbeidzjaanse asiel zoekersgezin Kniazian is volledig uitgeprocedeerd en werd daarom vorige week maandag uit het asielzoekerscen trum Hedenesse in Cadzand gezet. Sinds dien zwerven zij overdag op straat. Nog honderden gezinnen in Zeeland dreigen binnenkort hetzelfde lot te ondergaan. Alleen door de hulp van omwonenden heeft het gezin Kniazian in de nachtelijke uren vooralsnog een dak boven hun hoofd. Een impressie van een kille dag. „Het enige wat wij willen is een dak bo ven ons hoofd." Terwijl het winkelend publiek - voor zover aanwezig - van shop naar shop hopt, stra tenmakers een stoep plat dreunen en een amb tenaar al tikkend naar een beeldscherm tuurt, speelt zich niet veel verderop een menselijk drama af. Al ruim anderhalve week bivakke ren Ashot en Stella Kniazian onder een afdak voor de ingang van het Oostburgse gemeentehuis. „Dit is mijn huis", zegt de 47- jarige Stella, wijzend op een paar tegels voor een ingemetselde steen waarop de naam van de voormalige burgemeester Hoekzema prijkt. Ze lacht een beetje, het lijkt zelfs enigs zins gemeend. Maar het is schijn, want nog geen seconde later maakt de glimlach plaats voor een gezichtsuitdrukking waarvoor slechts één woord van toepassing is: moede loosheid. „Waar we gaan eten vanavond? Ik weet het niet precies, maar het komt goed", weet Stella. „We leven nu van dag tot dag. Wat er morgen komt, dat weet ik niet'", vertelt Ashot (49) in gebrekkig Nederlands. Ondanks de haast eindeloze onzekerheid is sinds deze week wel eentijdelijklichtpuntjete noemen. Vader Ashot, moeder Stella en hun kinderen Meri (18), Peri (17) en Haik (13) kun nen tot 14 december 's avonds terecht bij een bevriende familie in West-Zeeuws-Vlaande- ren. Ashot heeft zelfs de sleutel van het huis gekregen en deze tijdelijke 'luxe' heeft nog een ander voordeel: het gezin hoeft niet meer da gelijks zijn bezittingen naar het gemeentehuis te zeulen. Vriendschap „Wij zijn eens op een open dag van het asiel zoekerscentrum in Cadzand geweest. Daar hebben wij een aantal families leren kennen. Het gezin Kniazian kwam later, maar via onze eerste contacten in het centrum is er een vriendschap ontstaan. Zij typeren zich als een heel gastvrije familie, mede daarom willen wij nu iets terugdoen. En met ons zijn er veel an dere Zeeuws-Vlamingen die zich het lot van deze familie aantrekken. Ze kunnen bijvoor beeld vrijwel iedere dag ergens anders terecht om te eten", vertelt de West-Zeeuws-Vlaming, die pertinent niet met zijn naam in de krant wil. „Het gaat er niet om dat de mensen weten dat wij dit gezin opvangen. Wij willen niet op de voorgrond treden. Wij hebben in de afgelo pen j aren een band ontwikkeld met deze fami lie, dus in een penibele situatie als deze vang je ze op. Zo simpel is het. De familie Kniazian is een heel ordelijke, nette familie. Echt een ge zin waaraan je een voorbeeld kan nemen." De familie Kniazian is nu statenloos. De rech ter bepaalde onlangs dat het gezin terug moet naar Rusland, het land van waaruit het naar Nederland is gereisd. Dat kan niet, omdat de benodigde Russische papieren ontbreken. In 1989 vluchtte het gezin vanuit Armenië naar Rusland. Etnische problemen maakten een onbekommerd leven verder onmogelijk. Stel la's ouders zijn van Azerbeidzjaanse afkomst, Ashot is Armeniër. Toen tussen deze twee lan den oorlog uitbrak, werd hen op niet mis te verstane wijze duidelijk gemaakt dat ze maar beter hun biezen konden pakken. „Wij waren tot die tijd heel gelukkig. Ik werkte in een che mische fabriek en we woonden in de buurt van Stella's ouders. Toen de oorlog uitbrak, zeiden de militairen: 'Gemengde huwelijken? Weg wezen! Ga je niet weg? Dan schieten we jullie dood.' We zijn onder bedreiging van geweren weggebracht naar Jerevan. Daar werden we uit een auto gezet, waarna we het zelf maar verder uit moesten zoeken", vertelt Ashot. De Kniazians vonden onderdak in Lenakan, bij een vriend van Ashot. Daar woonden zij zes maanden, in de veronderstelling dat ze na de oorlog weer terug naar hun oude woning kon den. Een fikse aardbeving gooide echter roet in het eten, „Onze oudste zoon is tijdens die ramp omgekomen. Ik was zwanger, maar we konden vanwege de aardbeving niet bij Ashot's vriend blijven. Eerst gingen we terug naar Jerevan, maar daar stond ook niet veel meer overeind. Uiteindelijk kwamen we in Krasnadar in Rusland terecht", aldus Stella. Daar kochten Ashot en Stella een oud, klein huisje, waar zij van 1989 tot 1998 verbleven. Illegaal, waardoor de drie kinderen geen on derwijs genoten. Stella: „Ik heb de kinderen zelf les gegeven. Bijvoorbeeld door ze het alfa bet te leren. Ashot werkte in die tijd als boer. Echt gelukkig waren we daar niet. Er waren in die regio heel veel nationaliteiten, waardoor er voortdurend spanningen waren. Niemand was te vertrouwen, iedereen maakte proble men. Het Russische leger ronselde mensen om tegen de Tsjetsjenen te vechten. Ashot weiger de dat en kreeg vervolgens te horen dat we bin nen tien dagen moesten vertrekken. Anders zouden er grote problemen volgen. Onze Sov jet-paspoorten werden afgepakt en verbrand, zodat we die nooit meer konden laten zien. We hebben toen ons huisje verkocht en van dat geld zijn we naar Nederland gekomen." Via via belandde het gezin op een boot, waarop het een aantal dagen vertoefde. De eindbe stemming was onbekend, maar uiteindelijk werden zij in Rijsbergen uit een auto gedropt. Stella: „De bestuurders van die wagen zeiden dat we hen al ons geld en goud moesten geven. D at zou ervoor zorgen dat wij weer rustig kon den leven." Na tien dagen in een opvangcen trum in Rijsbergen en drie maanden in een opvangcentrum in Ede, kwam de familie in Hedenesse in Cadzand terecht. De kinderen gingen vrijwel direct naar Nederlandse les en zijn die taal nu beter machtig dan hun moeder taal. Peri, Meri en Haik hadden de afgelopen drie j aar een rustig levenAshot en Stella hiel den hen bewust buiten alle rompslomp rond de benodigde papieren, zodat zij in alle rust met school bezig konden zijn. Meri zit in het exa menjaar VMBO-Verzorging op het Terneuzen- se Zeldenrust-Steelantcollege, Haik en Peri volgen een opleiding op het ROC Westerschel- de in Terneuzen. Hoop Ook nu, in de dagen dat hun ouders dagelijks op stoep bij het gemeentehuis staan, gaat het drietal gewoon naar school. En hoewel de kin deren ook wel weten dat hun situatie ronduit zorgelijk is, vraagt vader Ashot om zijn kinde ren zoveel mogelijk met rust te laten. „Vraag hen niet naar de problemen, alstublieft", vraagt hijals de duisternis langzaam haar in trede doet. „Wij weten niet waar we naartoe moeten, dus staan we maar hier", vertelt Stel la. „Wij staan hier trouwens echt niet om pro blemen te maken, hoor", valt Ashot haar in de rede. „Ik ga de bui-gemeester toch niet aanval len!", roept hij, terwijl hij zijn woorden met gebalde, in 'vechtstand' staande vuisten kracht bijzet. De vele reacties van passanten doen het tweetal goed, maar uiteindelijk wordt hun situatie daardoor niet beter. Koffie, brood, het zijn verzachtende elementen voor een korte duur. „Er zijn ook mensen die ons geld aanbieden, maar dat willen wij echt niet hebben. Het enige wat wij willen, is een dak boven ons hoofd. Ik hoef geen groot huis, ge woon één kamer", aldus Stella. Ashot heeft nog altijd hoop op een goede af loop. Ondanks het besluit van de rechter, de machteloosheid van de gemeente Oostburg - door het aangescherpte asielbeleid mogen ge meenten geen helpende hand meer bieden - en het feit dat de Vreemdelingendienst en Immi gratie- en Naturalisatiedienst hun handen van het gezin hebben afgetrokken, ziet hij mo gelijkheden. Een advocaat grijpt liet feit dat het gezin geen Russische paspoorten kan krij gen aan om de situatie opnieuw te bekijken. Uit gegevens van de Russische ambassade blijkt dat noch kan worden bevestigd noch kan worden ontkend dat Kniazian Russisch staatsburger is. Ook de medische toestand van Ashot - hij heeft last van zijn nieren - zou een reden zijn om hun zaak opnieuw te behande len. Vooralsnog staat het echtpaar echter voor het gemeentehuis. Hoe donkerder het wordt, hoe kouder. De kinderen hebben zich nog altijd niet bij hun ouders gevoegd. Ze hebben alle drie een lange schooldag achter de rug en zijn nu waarschijnlijk op weg naar Oostburg. Dan spreekt een man het tweetal aan. „Gaan jullie mee eten?", vraagt hij. Ashot en Stella kijken elkaar aan, horen vervolgens de naam van de man die hen tot 14 december onderdak biedt en weten dan da t het goed zit. Ze sjokken ach ter hem aan. Een aanbod om de bagage achter op de fiets van de man te zetten, slaat Ashot af. Hij wil overduidelijk niemand teveel zijn. Eenmaal bij het gastvrije gezin aangekomen, worden ze herenigd met hun drie kinderen. In een voor hun wildvreemd huis, gevuld met veelal onbekende mensen kunnen ze even hun zinnen verzetten. De warmte van de huiska mer maakt zich, getuige de rode oren en wan gen, langzaam van Ashot en Stella meester en een kop tomatensoep met tabasco draagt daar nog een extra steentje aan bij. „Ik was van daag vroeger klaar met school, maar ben wel in Terneuzen gebleven, zodat ik later in de middag samen met Meri naar Oostburg kon komen. Op die manier kunnen we elkaar niet kwijtraken. Toen we nog in het asielzoekers centrum woonden, was dat natuurlijk alle maal een stuk makkelijker", vertelt Peri. De twee vlot geklede meiden kunnen hun hobby's, zoals keyboard spelen, tafeltennis en fitness, op dit moment niet of nauwelijks uitoefenen - sporten deden ze voomamelij kin Hedenesse -, maar hun jongere broertje Haik heeft alweer zin in het weekeinde. „Dan moet ik voetballen tegen Biervliet", vei"telt de rechtshalf van Cadzand Cl enthousiast. „Mijn favoriete club? Ajax! Die van mijn vader? Ararat, een ploeg uit Armenië, zegt hij. Haha, die bestaan niet meer!„Maar ze werden in 1973 kampi oenvan de Sovjetunie! Tja, ik ben natuurlijk al een tijdje niet meer in Armenië geweest", grapt Ashot. De goulash, rijst en friet worden opgediend. De familie Kniazian laat het zich smaken. Er wordt aan de eettafel over tentamens en ande re schoolse activiteiten gesproken, de proble men komen niet of nauwelijks aan de orde. Totdat vader Ashot, die zich tijdens het eten voornamelijk in stilte hult, iets mompelt. Dochter Meri vertaalt het: „Zonder deze gast vrije mensen hadden wij nu geen eten gehad en buiten moeten slapen." Raymond de Frel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 21