Elke Taraf heeft een repertoire Geweld biedt geen oplossing PZC tango begint aan een nieuw leven Op de thuisbasis in Roemenië 25 Schubert kan zingen Von Otter viert feest Bartoli verrast Daniel Barenboim et Roemeense zigeunerorkest Taraf de Haïdouks, waarvan de musici in leef tij d variëren van vijfentwintig tot eenenzeventig jaar, groeide sinds 1990 uit tot een van de succesvolste groepen in het internationale 'wereldmuziek'-circuit. De onwaarschijnlijke sterren, die deels zo uit de 19e eeuw geplukt lijken, treden tegenwoordig op in grote theaters van Brazilië tot Japan. Komende week spelen ze weer eens in ons land. Een weekeinde bij Taraf de Haïdouks in het Roemeense zigeunerdorp Clejani. Franz Schubert schiep een imposant aantal liederen. En eigenlijk is hij ook in zijn in strumentale werk een zingend componist. Zo komt hij in elk treval ook weer over in de ma nier waarop Mitsuko Uchida zijnpianowerken op cd zet. On langs verschenen zijn sonates D53 7 en D664Ze worden gelar deerd door de Duitse dansen D820 en D664, twee collecties van zeer zangerige stukjes mu ziek, waarin Uchida de muziek volop laat zingen. Maar hoe zangerig ook, er is in de sonates toch meer aan de hand. Uchida zoekt naar de diepgang in de schitterende passages, waar donker en licht, passie en pijn door elkaar heen lopen. Het is muziek uit de eerste decennia van de negentiende eeuw, waar in verhalen worden verteld. Hans Visser Franz Schubert: pianosonates D537 enD664, DuitsedansenD820, D790. Mitsuko Uchida. Philips 470 265-2. Tijd: 63.34. Nooit meer zeggen dat ope rette een minderwaardig genre is. Anne Sofie von Otter en Marc Minkowski met zijn koor en orkest Les Musiciens du Lou vre, excelleren meestal in ba- rokwerken, maar maakten nu een cd met aria's uit het rijke oeuvre van de uitvinder van de operette, de Duitse Parijzenaar Jacques Offenbach. Opgeno men in een zaal met een hoor baar opgetogen publiek, is deze cd een feestje. Natuurlijk werd gekozen voor operettes als 'La belle Hélène', 'La vie Parisienne', 'La fille du tambour-major' en 'Les contes d'Hoffmann'. Maar het blijkt dat ook minder bekende strik ken als 'Lischen und Fritschen' en 'Barbe-Bleue' pareltjes voor de stembanden bevatten. En j wat is 'Le carnaval der revues' een schitterende parodie op Of- fenbachs collega's en hoe spran kelend pakt het orkest uit in 'Ouverture a grand Orchestre'. Muziek die geurt naar theater. H.V. Anne Sofie von Otter sings Offen- I bach - Anne Sofie von Otter, Mare 1 Mikowski. DG 71 501-2. Tijd: 70.04. Cecilia Bartoli is zo waar de album Top 40 binnenge rukt. 'The art of Cecilia' is in derdaad een prachtige staal kaart van wat zij de afgelopen jaren voor Decca op verschillen de albums heeft laten zetten. Bovendien is de cd met de actie Klassiek Cadeau ook nog met een leuke korting verkrijgbaar Ze opent ontroerend met Han del en laat vuurwerk horen in stukken van Vivaldi. Met de ba riton Bryn Terfel zingt ze Mo zart en uit haar jongste album met Gluck-aria's komt 'Se mai senti'. Ook mag de luisteraar zich andermaal verbazen over de coloraturen die ze in aria's van Rossini laat horen. Maar de verrassing van deze cd vormen twee duetten met Pavarotti uit Donizetti's 'l'Elizir d'amore' en 'La Traviata'. H.V. The art of Cecilia Bartoli - Diverse componisten. Decca 473 380-2. Tijd: 74.48. Wie willen jullie eigenlijk spreken?, vraagt Aurel, de zwager van Taraf de Haïdouks Belgische manager en zelf ook violist, als hij ons bij het hotel in Boekarest oppikt. Spreken? Wij willen naar Clejani, het dorp op een kilometer of veertig van de hoofdstad waar het steeds po pulairder wordende zigeuner orkest resideert. Als ze niet op tournee zijn, tenminste. Deze week vertrekken ze weer naar het buitenland. Voor de zoveel ste keer dit jaar. Ditmaal voor een drie weken durende reeks concerten in West Europa waar bij ook Nederland wordt aange daan. Bij het binnenrijden van Clejani passeren we een kerkje. Aurel slaat snel drie kruisjes. Dan springt hij op de rem. Een kerk hof. Hier ligt Neacsu begra ven", zegt hij. De immens popu laire zanger-violist overleed afgelopen september, tachtig jaar oud. Hij was de meest ge respecteerde musicus van het dorp. Het houten kruis boven het graf laat zich fotograferen zonder dat er bankbiljetten aan te pas komen. Taraf de Haïdouks. Begin jaren negentig verschenen ze plots in het Nederlandse concertcircuit. Voor menigeen de eerste kennis making met de echte zigeuner- muziek. De rauwe, ongepolijste variant, niet de folklore afkom stig uit een of andere Oost-Eu- ropese souvenirwinkel. De groep werd in 1988 min of meer 'ontdekt' door twee Belgen die een zeldzame cd met etnomusi- cologische opnamen uit Roeme nië in handen kregen en zo gefascineerd raakten dat ze be sloten de musici in kwestie op te gaan zoeken. Zo kwamen ze in Clejani terecht en boden de groep - Neacsu voorop - een contract aan. Inmiddels zijn bij het Belgische Crammed Discs vier albums van Taraf de Haïdouks verschenen en toert het orkest langs grote concert zalen, van Brazilië tot Japan en van Amsterdam tot Los Ange les. Als je de 71-jarige Dimitru Ca curicaï Baicu - nu de oudste van het stel - zo in z'n oude kloffie, tandeloos en ongeschoren op een bankje voor z'n huis ziet zit ten in Clejani, waar de tijd min stens een eeuw lijkt te hebben stil gestaan, is het moeilijk voor te stellen dat deze man afgelo pen maand nog uitgebreid in Mexico aan het musiceren was. ,Ik vond het prima hoor, daar in Zuid Amerika zegt de zanger en cymbalonspeler met schorre stem terwijl hij kijkt naar zijn nog oudere zuster die een em mer water uit de put op het erf omhoog takelt. „Alleen dat eten daar, hè. Dat was zo heet en scherp. Daar had ik een beetje moeite mee. Ook in Japan trou wens. Het eten. Maar ze waren daar wel heel aardig voor ons. In Japan." Cacuricaï vertelt over de on langs overleden Neascu. „Wat hij deed kan niemand anders. Maar we moeten verder natuur lijk. En iedereen binnen de Ta raf heeft z'n eigen repertoire. De jongeren in de groep zouden wel wat willen veranderen. Meer moderne dingen. Turkse invloe den. Maar onze managers in België hameren er op dat het traditioneel blijft. Zal ik eens iets voor je zingen?" En zonder een antwoord af te wachten barst hij uit in een lied. Couplet na couplet; een klagerige, oriën taals klinkende melodie. „Dat was schitterend, vind je ook niet?", zegt de meegereisde tolk Corina als Cacuricaï uitgezon gen is. „Het ging over leven en dood en over een vrouw waar hij veel van hield. Ze werd ziek en nadat ze overleden was groeide er op die plek een prachtige pruimenboom." Nu heeft Cacu ricaï de smaak te pakken. Hij vertelt over zijn ouders die bei den in 1942 overleden. Samen met zijn oude grootmoeder moest hijamper tien jaar oud, zijn zes broertjes en zusjes op voeden. Het enige wat zijn ou ders hem nalieten was de cym- balon. „Dat instrument was toen heel groot voor mij als jochie. Maar de mensen uit het dorp nodigden mij uit om te ko men zingen en spelen, zodat ik toch wat geld voor ons weesge zin kon verdienen. Zo is het be gonnen. Ik zing nu nog altijd de liederen die ik als kind van mijn grootouders geleerd heb." Ja, de meeste musici van de Ta raf zijn inmiddels vanuit het dorp naar Boekarest verhuisd, bevestigt Cacurica. „Daar heb ben ze mooie huizen. Flats. En hun kinderen kunnen er naar een goede school. Of zelfs naai de universiteit." Nee, zelf hoeft hij niet meerweg uit Clejani. „Ik heb hier m'n hele leven ge woond. Waarom zou ik nog?" Aan de overkant van het mod derige straatje staat het huis van Neacsu. Nu woont diens zoon Tzagoi er met zijn gezin. Ooit speelde ook hij bij Taraf de Haïdouks, als accordeonist. Hij is nog op de eerste twee albums te horen. Maar Tzagoi kreeg een ongeluk. Last van z'n been. Hij haalt berustend de schouders op. Een man van weinig woor den en nog merkbaar in de rouw na de dood van z'n vader. Hier, in dit huis, is Taraf de Haïdouks begonnen, zegt hij terwijl hij zijn accordeon om hangt. Z'n jongste zoon komt er bij zitten, ook met een accorde on. Samen beginnen ze te spe len. Tzagoi zingt. Een stem als een scheepshoorn. Een aantal tanden ontbreekt in zijn mond. Bij het afscheid zegt z'n blik: het is zoals het is en dat zal nooit meer veranderen. „Groepen als Taraf de Haïdouks krijgen nog nauwelijks serieus erkenning is Roemenië. Men blijft ons hier in de eerste plaats als zigeuners zien en niet als musici", zal violist Costica een half uurtje later zeggen als we in Rota de Jos aangekomen zijn. Hij is een van de jongeren bin nen de groep. Veertiger. „En meer van deze tijd", had Aurel ons al voorbereid. „Costica be grijpt dat het geven van inter views gewoon bij z'n werk hoort." Naast Costica's huis is een patio met een plastic tafel, een barbecue en een gettoblas ter die Turkse pop uitblaast. „Ja, dat is het soort muziek dat wij tegenwoordig hier, bij ver jaardagen, ook graag spelen", lacht de violist. „Maar niet als we met de Taraf op tournee zijn, hoor." De zon staat al laag als we het dorp achter ons laten. Verderop, bij een tweesprong 'in the midd le of nowhere', zitten twee zi geuners te schaken aan een ta feltje buiten voor een vervallen kroeg. Het heeft wel iets van een western-decor. Aurel slaat de verharde weg op, slalommend langs diepe gaten in het asfalt. Peter Bruyn Concertenma. 25 november in het Amsterdamse Carré, een dag later in het Muziekcentrum in Enschede. Hij formeerde een orkest, be staande uit Israëlische en Arabische musici. Niemand be greep hoe zoiets kon. Wel Daniel Barenboim, de dirigent en pia nist, die dertig jaar geleden voor het laatst in Nederland optrad. Zondagavond neemt hij in het Amsterdamse Concertgebouw weer aan de vleugel plaats. De tegenslagen die hij moest in casseren waren niet mis. Maar als musicus heeft hij meer be reikt dan wie ook. Nu hij zestig is staat Daniel Barenboim aan het hoofd van een van 's werelds beste symfonieorkesten (Chica go) en een van de meest gere nommeerde operatheaters (Ber liner Staatsoper). Ook heeft hij, de in Argentinië geboren joodse pianist en dirigent, de aandacht van de hele wereld op zich ge vestigd door een orkest op te richten, bestaande uit Israëli sche en Arabische musici. Maar de internationale muziek wereld is nog niet vergeten dat hij op een smadelijke manier ontheven werd van zij n post aan de Parijse Opéra Bastille. Geld verspilling? Politieke machina ties? Frankrij k genoot van het in alle kranten breed uitgemeten geharrewar over Barenboims torenhoge honorarium. Maar het fijne ervan weten we niet. Berlijn, dat is een ander verhaal. Hij leidt dan wel de Staatsoper, maar had Barenboim eigenlijk niet voor de Berliner Philhar- moniker willen staan? Twee keer werd hij in de nabijheid van de hoogste troon gepas seerd: toen het orkest niet hem maar Claudio Abbado tot op volger van Herbert von Karajan koos en vorig jaar toen Abbado op zijn beurt plaats maakte voor Simon Rattle. En hij dacht toch dat hij als gastdirigent een heel goede relatie met 's werelds bes te betaalde musici had opge bouwd. Ook privé heeft hij het een en ander moeten slikken. Menig een draagt hem na dat hij zijn zieke vrouw, de beroemde cel liste Jacqueline Du Pré, de rug toekeerde en een verhouding met de Russische pianiste Elena Bashkirova begon, bij wie hij inmiddels twee zoons heeft. We lezen daarover iets in het boek 'A Genius in the Family', ge schreven door Jacqueline's broer en zus. De geschiedenis werd uitvergroot in de op dit boek gebaseerde film 'Hilary and Jackie', met Emily Watson als de door multiple sclerosis ge troffen celliste. Veel musici die Daniel Barenboim kennen heb ben dat beeld bijgesteld, maar door de publiciteit rond de film was het kwaad al geschied. De pianist-dirigent keerde Enge land de rug toe. Barenboims carrière heeft on der dit alles niet geleden. Qua werktempo wordt hij slechts overtroffen door de Russische Pianist en dirigent Daniel Baren boim. foto AgenceCaecilia/GPD muziekmaniak Valeri Gergjev. Aan de Berliner Staatsoper, waar hij kort na de Wende be noemd werd, voerde Barenboim in één seizoen alle opera's van Wagner uit. En in Londen diri geerde hij ooit binnen twee we ken alle negen symfonieën van Beethoven en diens vijf piano concerten, waarbij hij tevens de solopartij voor zijn rekening nam, tussendoor twee keer naar Parijs vliegend om voorstellin gen van Alban Bergs opera 'Wozzeck' te leiden. Dit alles ui teraard uit het hoofd. Het jonge tje dat in korte broek als piano solist met de beroemde dirigent Wilhelm Furtwangler optrad - midden jaren vijftig - kon al alle 32 sonates van Beethoven dro men. Barenboim emigreerde in 1952 naar Israël, maar besloot tien jaar later in West-Europa te gaan wonen, eerst Londen, toen Parijs en nu Berlijn. Felle kri tiek op Israël uit hij pas veel la ter, na de kolonisatie-politiek. Tegen een verslaggever van het Engelse dagblad The Guardian zei hij in 1998 dat een Palestijn se staat onvermijdelijk is en dat de mentaliteit van Israël moet veranderen. „Wanneer je als een minderheid in een getto ver volgd wordt, is alles waarmee je jezelf kunt verdedigen geoor- loofd, is niets immoreel. Maar wanneer je zelf de macht hebt moet dat veranderen. Het echte probleem zit in de joden zelf." Barenboim besloot drie jaar ge leden in overleg met de Pales tijnse wetenschapper Edward Said, een van zijn vrienden, een daad te stellen. Hij formeerde een orkest, bestaande uit musici niet ouder dan 25, afkomstig uit Israël en de Palestijnse gebie den, plus enkele andere Arabi sche landen als Libanon, Jorda nië en Syrië. Een sponsor stelde vijfhonderdduizend dollar ter beschikking. Jaarlijks komen die jonge musi ci bij elkaar om onder leiding van Barenboim gedurende en kele weken een programma in te studeren en concerten te geven. De Palestijnse wetenschapper Edward Said, bevriend met Ba renboim, is er telkens bij om sa men met de dirigent en de musi ci te discussiëren over de poli tieke situatie. „Geweld kan geen oplossing bieden", is het motto. Toch benadrukt Baren boim, dat niet de politiek maar de muziek bij dit Israëlisch- Arabische orkest de bindende factor is. Vergeleken met drie jaar geleden is het conflict hevi ger geworden. Desondanks heb ben dirigent en musici elkaar deze zomer weer ontmoet, hef tig spelend en discussiërend. Zondagavond is er geen vuiltje aan de lucht. Dan begint Daniel Barenboim in Amsterdam zijn recital met het meest onbezorg de C grote terts dat Mozart ge componeerd heeft. Aad van derVen Concert: Daniel Barenboim (piano). Mozart: Sonate in C, KV 330. Beet hoven: Sonate in f, opus 57 (Appas sionato). Liszt: Sonetto 47, 104 123 del Petrarca - Après une lecture de Dante. Zondag 20.15 uur, Am sterdam (Concertgebouw). De jaren vijftig stonden in het teken van de naoorlogse opbouw, Drees en Rom- me, De Bonte Dinsdagavondtrein en klan ken van de Ray Conniff Singers en de Hollandse tango's van Malando. Waar de meeste van hun echo's zijn uitgestorven, leeft het orkest van Malando, alias Arie Maasland, niet alleen in de herinnering, maar ook, feitelijk voort. In gebouw De I Krocht in Zandvoort, een parochiezaal waar de tijd heeft stilgestaan, schaafde het I ruim zestigjarige orkest aan een nieuwe Ne derlandse tournee. Veel herinneringen aan Arie Maasland heeft zijn kleinzoon en huidige orkestleider niet. De Nederlandse tangokoning overleed in I 1980, toen Danny dertien was. Eén voorval staat nog op het netvlies. Danny: „Met opa I moest je altijd op je qui-vive zijn. Ik herin- I ner me nog hoe we samen ontbeten en ik I even niet op hem lette. Stiekem nam hij een lege eierschaal in de mond en blies het met kracht tegen mijn voorhoofd. Zo was Arie. j Vol gein en onberekenend." De 35 -jarige Danny is een kleinzoon van j moeders kant; eigenlijk heet hij Overweg, maar hij bezit dezelfde mengeling van volk se gezelligheid en vakmanschap die van zijn opa een wereldster maakte. De jonge or- kestleider: „Toen ik in 1987 voor de eerste keer mee mocht op tournee naar Japan, be greep ik pas wat voor impact Malando moet hebben gehad. Het werd een concertreis on Danny Malando met zijn orkest. der leiding van Arie's schoonzoon Evert, mijn vader, langs een twintigtal zalen, alle maal zo groot als de Rotterdamse Doelen. Het zat mudje-volPrachtig, voor een gassie foto Poppe de Boer/GPD van twintig." Tegenwoordig prijkt thuis bij Danny in de Jordaan een collage van vinyl- en schellakhoezen rond Malando's onvoor stelbare loopbaan aan de wand, maar er zit ook een plaatje tussen van De Gebroeders Overweg - Danny's andere grootvader vormde samen met zijn broer al voor de Tweede Wereldoorlog een bekend accor deonduo. Danny: „Heel volks, zorgeloos en gezellig klonken zij. Hun muzikantenbe- staan had wat. Het sprak me aan, maar niet tot de verbeelding. Ik wilde zelf wat anders ontwikkelen." Danny studeerde in Boedapest en New York, rondde er het conservatorium af en draaide als contrabassist wat mee als rem- plagant in verschillende Nederlandse sym fonieorkesten. „Zo rond 1994 zat ik op een kamertje in New York de hele dag te werken aan gesampelde stukken. Het was er hele maal de tijd voor en ik prikte een minuutje uit 'La Damnation de Faust' over een paar flinke beats en een lekkere groove heen en hoopte op erkenning. Dat werd natuurlijk helemaal niks." Waar het orkest van Arie Maasland nog wel leefde tijdens telkens terugkerende tour nees door het tango-gekke Japan (volgend jaar volgt de vijftiende concertreis), speelde het in Nederland nooit meer. Danny. „Bij mij viel het muntje pas in 1997. Degeneratie die is opgegroeid met Malando leeft nog al tijd en die kun je nog altijd voeden met, wat ik maar even de volkse tango noem. Bij mij speelden twee overwegingen mee om zelf de kar te gaan trekken. Een. er moest brood op de plank. En twee: ik wilde zelf accenten zetten in de tango. Waar Arie strak in zes tienden laat spelen, houd ik van schwung en het wat zwaarder aanzetten van de rit miek." De parallel met Andre Rieu dringt zich krachtig op, omdat producer Ruud Jacobs zich met beide artiesten bezighoudt, maar de vergelijking gaat mank waar het om het slijk der aarde gaat. Waar Rieu's orkest on derdeel uitmaakt van een almaar groeiende internationale machinerie, moet de naam Malando weer helemaal gerestaureerd wor den. De muzikanten, onder wie niet de minsten (Gert Wantenaar op bandoneon, al- leskunner Christian van Hemert en helden tenor Livio Gabrielli), repeteren in Zand voort op eigen rekening. In Danny Malando's reïncarnatie van opa's orkest zitten nog wat oude rotten, zoals pia nist Hugh den Ouden, die vet in de toetsen grijpt en bij Toon Hermans en Tom Manders leerde hoe je hoogtepunten moest onder strepen. Concertmeester Ernö Olah heeft zelfs nog bij Arie gespeeld en maakt nu de derde generatie mee. Danny:,De sfeer is ge lukkig fantastisch, maar dat neemt mijn angst niet weg. We kunnen dit orkest pas echt laten leven als we doorbreken naar het schouwburgcircuit. Het begin is er, maar de inkomsten zijn nog steeds te mager om de beste mensen bijeen te houden. Ik bedoel: ieder van hen moet brood op de plank. Het is een opgave zo'n band bijeen te houden. Ik zie nu in de praktijk wat opa heeft gepres teerd." Hoewel Arie Maasland tot in het thuisland van de tango duizenden platen verkocht, heeft zijn orkest nooit in Argentinië opge treden. Soms waait er nog een vergeeld snippertje verleden Danny's leven in. „We lieten een jaar of wat geleden de tuin bete gelen en dat gebeurde door een man die vroeger op de grote vaart zat, van Amster dam naar Buenos Aires. Hij vertelde dat hij tijdens het passagieren had gezien hoe Ar gentijnen in de rij stonden om de nieuwste plaat van Malando te kunnen kopen." Pas in 1967, op 59-jarige leeftijd, ging Arie Maasland zelf naar het land van Maxima, Osvaldo Pugliese, Carlos Gardel, Astor Pi- azzolla en alle andere vorstenhuizen van de tango. Thuis herinneren negen plakboeken Danny aan de impact van tournees en der gelijke trips naar het achterliggende senti ment van de tango. „Het was zijn droom, maar het had niet veel effect op zijn eigen muziek. Hij bleef zijn eigen ding doen." Net als Danny, die lustig serieus werk van Piazzolla en Gardel afwisselt met volkse be werkingen van 'Tanze Mit Mir In Den Mor gen' of 'That's Amore'. Dat is niet alleen be rekening, maar ook joie de vivre. John Oomkes Danny Malando orkest treden op in (selectie): Schiedam (23/11), Doetinchem (14/12) en Rijs wijk (22/12). Actuele cd: Feria Del Tango (BMG, 2002). vrijdag 22 november 2002 Tzagoi, voormalig accordeonistvan Taraf de Haïdouks, en zijn zoon. Witold de Man/GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 25