Ecg werd basis van cardiologie
Wapenhandel bloeide ten
tijde van de Republiek
Hartafwijking is levenslang juk
Chemieonderzoek staat onder druk
Reukvermogen neemt af
Eredoctoraat onderzoeker Borst
Hart filmpje honderd jaar geleden uitgevonden
Heerlijke gekkigheid
met cijfers en letters
postzegels
Aland 0,35
donderdag 21 november 2002
LEIDEN - Eén op elke tien jongvolwassenen met een aange
boren hartafwijking wordt afgewezen voor een levensverze
kering of moet een hogere premie betalen. Eén op de zeven
met een ernstige afwijking krijgt bovendien het advies niet
aan kinderen te beginnen en één op de vier kan geen baan vin
den of moet stoppen met werken.
Dit blijkt uit een onderzoek waarop Mascha Kamphuis pro
moveerde aan de universiteit van Leiden. Kamphuis sprak
met 160 mensen van 17 tot 32 jaar, van wie de ene helft is gebo
ren met een lichte hartafwijking en de andere helft met een
complexe, geopereerde vorm. Van de groep met een ernstige
afwijking ervaart bijna iedereen (89 procent) minimaal één
beperking in het dagelijks leven. Het meest genoemde pro
bleem (39 procent) is het afsluiten van een levensverzekering.
GPD
UTRECHT - De onderzoeksprogramma's chemie van de Ne
derlandse universiteiten staan onder druk door de daling van
studenten die voor scheikunde kiezen. Ook de chemische in
dustrie heeft daar op den duur last van. Dat stelt de visitatie
commissie Onderzoek Chemie en Chemische Technologie van
de Vereniging van Universiteiten (VSNU) in een gisteren be
kendgemaakt rapport. Volgens de commissie is de kwaliteit
van de overgrote meerderheid van de onderzoeksprogram
ma's ruim boven het gemiddelde wereldniveau. Deze onder
zoeken leveren een belangrijke bijdrage aan de internationa
le voortgang van chemieonderzoek en toegepaste chemie,
stelt de commissie. Maar zij heeft zorgen over het gebrek aan
studenten. Nu al is het moeilijk om goed gekwalificeerde tij
delijke onderzoeksmedewerkers te vinden. Steeds vaker
moeten die uit het buitenland komen. GPD
SAN DIEGO - Naast het gehoor en gezichtsvermogen neemt
met het stijgen der jaren ook het reukvermogen af. Van de 80-
plussers kampt ruim 60 procent met een verminderd reukver
mogen zonder dat zij dat zelf in de gaten hebben, schrijft C.
Murphy (University of California, San Diego) in het medisch
vakblad JAMA op grond van een onderzoek onder 2491 oude
ren. Een verminderd reukvermogen kan zowel de gezondheid
(minder zin in eten, herkennen van bedorven voedsel) als de
veiligheid (niet ruiken van een gaslek) in gevaar brengen.
GPD
LEIDEN - De Amsterdamse emeritus hoogleraar Piet Borst
krijgt een eredoctoraat van de Universiteit Leiden. De uni
versiteit eert hem voor zijn baanbrekende onderzoek op het
gebied van kanker en de ontwikkeling van kankercellen.
Borst verwierf de afgelopen decennia wereldfaam met onder
zoek op de terreinen van de biochemie en de moleculaire bio
logie. Borst (68) is sinds 1965 als hoogleraar verbonden aan de
Universiteit van Amsterdam. In 1983 werd hij wetenschappe
lijk directeur in het Nederlands Kanker Instituut/Antoni van
Leeuwenhoek ziekenhuis, waarna het instituut een enorme
ontwikkeling doormaakte. Sinds 1999 is hij daar staflid.
Borst onderzocht onder meer het ontstaan en de stofwisse
ling van mitochondriën. Deze kleine chemische fabriekjes
zitten in dierlijke cellen en maken energie vrij uit koolhydra
ten en vetten. Ze zorgen ervoor dat een cel zijn werk kan
doen. Ook deed hij onderzoek naar slaapziekteverwekkers en
naar de vraag hoe het kan dat kankercellen resistent worden
voor bepaalde medicijnen. GPD
jnnrAnne Velthausz
ENSCHEDE - Precies honderd
jaar geleden werd voor het eerst
een hartfilmpje gemaakt. De
uitvinder, professor Willem
Einthoven, liet zijn eerste pati
ënten op een stoel zitten met
hun handen in een glazen pot
met een sterke zoutoplossing.
Dit zorgde voor een betere gelei
ding van de elektrische stroom.
Een eeuw later is het elektrocar
diogram uitgegroeid tot een van
de meest voorkomende onder
zoeken in het ziekenhuis.
Heeft u al eens eerder een hart
filmpje gehad? Het is de stan
daardvraag aan mensen wan
neer er een elektrocardiogram,
oftewel een ecg wordt gemaakt.
„De naam hartfilmpje is hele
maal ingeburgerd", verduide
lijkt Ton de Witte, hartfunctie-
laborant van het Medisch
Spectrum Twente in Enschede.
Samen met zijn collega's maakt
hij dagelijks vrijwel aan de lo
pende band hartfilmpjes. „Het
is wat je noemt de basis van de
cardiologie."
Het is druk deze woensdagoch
tend in de wachtkamer van de
afdeling hartfunctie/ecg. Pati
ënten lopen af en aan en wach
ten op hun beurt. In de onder
zoeksruimte nemen ze plaats op
de ligbank naast het ecg-appa-
raat. Daaraan bengelen ge
kleurde draden met de bekende
elektroden die op borst, armen
en benen worden 'geplakt' om
de elektrische activiteit van het
hart te registreren. „Het is niet
pijnlijk hoor", zo stelt Ton de
Witte de patiënten gerust. „Al
leen de vloeistof die ik aanbreng
voelt wat koud aan. Die vloei
stof is nodig om beter contact te
kunnen maken met het hart."
Even later print de hartfunctie-
laborant de gegevens uit, die
naar huisarts of cardioloog
gaan. Op een simpel A'viert je
zijn de twaalf bekende op en
neergaande lijnen te zien die de
elektrische activiteit van het
hart weergeven. Aan de hand
daarvan kan de arts zien hoe de
toestand van het hart is.
De uitvinding van het elektro
cardiogram was honderd jaar
geleden opzienbarend. De jonge
Leidse hoogleraar fysiologie
Willem Einthoven presenteerde
toen een onversterkte span
ningsmeter die via telefoondra
den met het academisch zieken
huis in Leiden was verbonden.
Daarmee registreerde hij voor
het eerst de elektrische activi
teit van een mensenhart. De
snaargalvanometer, zo werd de
voorloper van het huidige ecg
genoemd. Het apparaat stelde
de artsen in staat om zich, zon
der het lichaam te openen, een
beeld te vormen van de toestand
van het hart. Al eerder was uit
gevonden dat bij elke samen
trekking van het hart kleine
elektrische stroompjes optra
den. Professor Einthoven vond
het instrument uit om de stro
men nauwkeurig te registreren.
Zo legde hij het verband tussen
bepaalde afwijkingen van het
standaardpatroon van de curve
en enkele veel voorkomende
hartafwijkingen. De eerste pa
tiënten die hij onderzocht zaten
met hun handen in een pot met
een sterke zoutoplossing, zodat
de elektrische stroom beter ge
leid werd.
Argwaan
De uitvinding zorgde aanvan
kelijk voor grote argwaan bij de
artsen. Maar enkele jaren later
was de uitvinding niet meer weg
te denken uit de ziekenhuizen.
En Einthoven ontving voor zijn
werk in 1924 de Nobelprijs.
Het elektrocardiogram is niet
meer weg te denken als 'hallbe
wakerin het ziekenhuis. Het
maken van een ecg is inmiddels
een routine-onderzoek. De ap
paratuur is sinds de uitvinding
door de Leidse professor voort
durend verfijnd. Door middel
van het elektrocardiogram kan
men het hart van twaalf kanten
bekijken. Ton de Witte: „Eén
druk op een knop en al die gege
vens staan op een papier. Toen ik
25 jaar geleden een hartfilmpje
maakte, moest ik nog twaalf
keer schakelen met een draai-
knop en kwam er hele een lange
strook papier uit het apparaat."
Jaarlijks worden in het Medisch
Spectrum Twente 40.000 ecg's
gemaakt en het is daarmee een
van de meest voorkomende on
derzoeken inhet ziekenhuis. „Je
kunt het zien als een soort alge
mene screening. Een eerste stap
in het onderzoek door de cardio
loog", verduidelijkt Ton de Wit
te. Een ecg wordt gemaakt om te
zien of er iets aan de hand is met
het hart, maar ook om dit uit té
sluiten. De patiënten hebben
bijvoorbeeld pijn op de borst of
zijn kortademig. Bovendien
wordt een ecg gemaakt van
mensen die een operatie moeten
ondergaan.
Vernauwing
Op een ecg is te zien of iemand
een hartafwijking heeft, of er
sprake is van vernauwing van
de kransslagader, maar ook
kunnen bijvoorbeeld geleiding
problemen worden gesigna
leerd. Deze kunnen er de oor
zaak van zijn dat mensen soms
even weg raken. Ook is op een
ecg te zien of iemand eerder een
hartinfarct heeft gehad. In de
beginperiode van het ecg wer
den vooral aangeboren hartaf
wijkingen opgespoord met be
hulp van een ecg, maar deze
worden tegenwoordig door
middel van echografie in beeld
gebracht.
Van angst voor het onderzoek is
veelal geen sprake, zo is de erva
ring van Ton de Witte. Meestal
zijn mensen blij dat ze geholpen
worden en duidelijkheid krij
gen over de oorzaak van hun
klachten. Eventuele problemen
met het hart zijn overigens niet
altijd te zien op een ecg. „Soms
is de ene dag niets te zien, en de
volgende dag wel. Het verhaal
van de patiënt weegt ook mee.
Daarom wordt soms een tweede
hartfilmpje gemaakt, of wordt
een fietstest oftewel inspan
ningstest gedaan. Ik vergelijk
het wel eens met een auto die
mooi gepoetst in de garage
staat. Prachtig om te zien aan de
buitenkant, maar je merkt pas
hoe de motor loopt als de auto
rijdt. Dat verhaal gaat op voor
patiënten met bijvoorbeeld een
vernauwing van de kransslag
ader. De typische afwijking is
dan op het hartfilmpje te zien
als de patiënt inspanning le
vert." GPD
De uitvinding van professor Willem Einthoven: het elektrocardiogram.
foto GPD
door Aly Knol
DEN HAAG - Je vraagt je af
hoe de vergadering is verlo
pen waarop werd vastgesteld
aan welke lettercode de Eu
ropeaan zou kunnen herken
nen in welk land een bepaald
eurobiljet is gedrukt. Om nog
maar te zwijgen over het
nachtmerrieachtige overleg,
waarop werd bepaald hoe het
controlecijfer zou moeten
worden berekend, waaraan
een computer kan herkennen
of hij de voorgaande tien cij
fers van het volgnumriier op
een biljet goed heeft gelezen.
Beide bijeenkomsten moeten
bijna hallucinerende erva
ringen zijn geweest getuige
de besluiten die zijn geno
men.
Ga maar na: de landen van de
Europese Unie hebben een
letter gekregen 'in omge
keerde alfabetische volgorde
van hun naam in de lands
taal'. België staat bovenaan
met de letter Z, voor het Uni
ted Kingdom (Groot-Brit-
tannië), hoewel het nog niet
besloten heeft tot de overstap
naar de euro, is voorlopig als
laatste de letter J gereser
veerd. Een in Nederland ge
drukt biljet gaat door het le
ven met een P. In dit fraaie
systeem is overigens een
vooralsnog onbegrijpelijke
fout geslopen: Griekenland
en Denemarken zijn verwis
seld.
Controlenummer
Al deze 'logica' is echter nog
niets vergeleken bij het bepa
len van het controlenummer:
'Vervang eerst de letter door
een getal, in volgorde A 10,
B ll, C 12 enzovoort. Tel
nu de tien cijfers van het
volgnummer hierbij op. Dus
bijvoorbeeld het Nederland
se biljet P0123456789 levert
als som 26 0 1 2 3 4 5
6 7 8 9 26 45 71.
Deel dit cijfer door 9, en
neem daarvan de rest. In dit
geval dus 71/9 7, rest 8.
Trek dit getal af van 9, en dat
is het controlegetal: 9-8 1.
Het volledige nummer op het
eurobiljet is daarom dus
P01234567891.'
Het is allemaal heerlijke gek
kigheid, te lezen in het zo
juist verschenen boek 7 op de
schaal van Richter en andere
getallen van wetenschaps
journalist Hans van Maanen.
Hij haalt van alles overhoop,
van Aardbevingen tot Zuur,
van Brillen tot Waterhoog
ten, van Cito-score tot Voor
voegsels, alles waarbij getal
len en letters in het geding
zijn, soms zinvol, niet zelden
echter ook onpraktisch.
7 op de schaal van Richter,
oftewel 'De ontcijfering van
alledaagse nummers, cijfers,
maten en gewichten' zoals de
ondertitel luidt, is geen boek
om van voor naar achteren te
lezen, maar wel een heel leuk
naslagwerk.
Het vertelt je bijvoorbeeld
dat alle E-wegen in Europa,
die eindigen op een oneven
getal van twee cijfers, altijd
noord-zuid routes zijn, dat
een huwelijk dat 65 jaar
standhoudt een briljanten
huwelijk is, terwijl een hu
welijk van 80 jaar slechts als
eiken wordt betiteld, dat een
mens in een leven van tachtig
jaar ruim vijftien ton droog
voedsel verstouwt, dat etens
waren met veel E-nummers
niet per se verwerpelijk zijn,
dat vreemd genoeg -40 gra
den Fahrenheit ook precies -
40 graden Celsius is, dat 15
denier op een nylonkous be
tekent dat negen kilometer
van de daarvoor gebruikte
nylondraad 15 gram weegt,
dat schoenmaat 42 gelijk
staat aan 28 centimeter en
dat schoenmaat 43 tweeder
de centimeter langer is, dat
het getal op ons schuurpa
pier niet anders aangeeft dan
het gemiddelde aantal kor
rels per vierkante millimeter
dat je met een HB-potlood
met gemak een streep van
vijftig kilometer lang kunt
trekken, wat overeenkomt
met 45.000 woorden, en dat
het berekenen van de restze
tels voor de Tweede Kamer
zo mogelijk nog ingewikkel
der is dan het bepalen van het
controlenummer op een eu
robiljet.
Van Maanen heeft een ware
'encyclopedie der getallen'
gemaakt, vlot geschreven en
toegankelijk. Hij sluit her en
der een foutje niet uit, maar
houdt zich 'van harte aanbe
volen voor alle scherpslijpe
rij' van oplettende lezers.
GPD
Hans van Maanen: 7 op de schaal
van Richter en andere getallen -
Uitgeverij Bert Bakker, 288 pag.,
€17,95.
door Esther Hartenberq
LEIDEN - In de Republiek der
Verenigde Nederlanden van
1585 draaide alles om oorlog
voering tegen het Spaans -
Habsburgse Rijk. Het Staatse
leger (van de Republiek) kreeg
een enorme financiële klap toen
de Spanjaarden onder leiding
van de hertog van Parma de
welvarende gewesten Vlaande
ren en Brabant in handen kre
gen. Onder leiding van prins
Maurits van Oranje-Nassau en
graaf Willem Lodewijk maakte
de Republiek een opmerkelijke
comeback.
De Leidse historicus Michiel de
Jong heeft moeten vaststellen
dat de Nederlandse Republiek
tussen 1585 en 1621 een om
vangrijke wapennijverheid en
wapenhandel opbouwde. De
Republiek ontwikkelde zich in
die periode tot één van de meest
vooraanstaande wapenmark-
ten in Europa. Dat kon alleen
door een intensieve samenwer
king tussen overheid en koop
lieden, waarbij de overheid het
initiatief nam.
Volgens De Jong (32) is deze
vooruitstrevende rol van de
overheid onderbelicht in de Ne
derlandse geschiedenis en op
merkelijk voor een tijd waarin
staten zich vooral inzetten voor
landsverdediging en rechts
handhaving. Hij promoveerde
onlangs aan de Universiteit Lei
den op het proefschrift Staet
van Oorlog, over het ontstaan
van die samenwerking tussen
wapenproducenten, -handela
ren en overheid.
Het samenspel tussen overheid
en ondernemers biedt volgens
De Jong een goede basis om de
economische, militaire en staat
kundige veranderingen tussen
1585 en 1621 te analyseren. „De
toename van de overheidsbe
moeienis droeg in belangrijke
mate bij aan de explosieve eco
nomische groei in de Gouden
Eeuw. Zij beïnvloedde op deze
manier het ondernemersgedrag
in het wapenbedrijf."
De zestiende eeuw was vergele
ken met vandaag de dag een ge
vaarlijke tijd. „Iedereen die een
beetje geld had, liep met een mes
of degen op zak", vertelt De
Jong. „Van student tot hoog
waardigheidsbekleder. Zonder
wapen kon je simpelweg niet
reizen. Het wapenbezit in Euro
Historicus Michiel de Jong: „Het wapenbezit in Europa was in de
zestiende eeuw te vergelijken met dat in de Verenigde Staten van
nu." foto Marnix Schmidt/GPD
pa was te vergelijken met de
Verenigde Staten nu."
Ook de behoefte aan wapens en
munitie in de koopvaardij en
handelscompagnieën nam fors
toe. De groeiende stroom hary-
delsschepen had extra geschut
en manschappen nodig om ka
ping te voorkomen. Het leger en
de oorlogsvloot moesten in snel
treinvaart van wapens en muni
tie worden voorzien om de oor
log tegen de Spaanse
strijdkrachten vol te kunnen
houden.
De Nederlandse soldaten raak
ten gedisciplineerder door in
voering van tactieken met Ro
meinse invloeden. „In 42
stappen leerden ze hun musket
te laden en af te schieten", weet
De Jong. „Daarbij wisselden ze
elkaar af door steeds achter in
de rij aan te sluiten, de zoge
naamde contremars." Directe
veldslagen werden vervangen
door langdurige stadsbelege-
ringen. Om de steden sneller te
laten capituleren, werden de
stadswallen gebombardeerd.
Betere discipline en grotere
vuurkracht maakten efficiënte
re oorlogvoering mogelijk.
Ook de vloot vernieuwde. Er
was behoefte aan grotere sche
pen die langer op zee konden
blijven. Dat stelde hogere eisen
aan de scheepsbouwtechniek.
De ontwikkeling van jachten en
spiegelschepen leidde tot een
nieuwe, gespecialiseerde oor
logsvloot. In 1597 kon deze
vloot zich qua bewapening me
ten met de Britten. „De schepen
moesten beweeglijk zijn en de
vijand dicht kunnen naderen
voor een succesvolle entering."
Uiteindelijk vochten schepen in
de zeventiende eeuw steeds
meer op de lange afstand en ver
dween de betekenis van het en
teren.
Door al deze facetten groeide de
wapenhandel razendsnel. Het
staatsapparaat gebruikte ruim
zeventig procent van zijn bud
get ter ondersteuning van leger
en vloot. De Republiek voelde
de noodzaak zelf wapens te
gaan maken en onafhankelijk te
worden van wapenleveranties
uit onder andere Duitsland en
Luik.
Binnen de bestaande nijverheid
ontstond een eigen wapenpro
ductie. Loodgieters, timmerlie
den en grofsmeden gingen ook
wapens maken, die de overheid
gretig afnam. Ook trok het vele
werk ambachtslieden uit het
buitenland. De kosten waren
hoog en productie en handel
werd door een kleine groep
kooplieden en ondernemers ge
organiseerd. De financiële pro
blemen kwamen echter snel.
„Door de grote vraag naar
grondstoffen als koper, zwavel
en salpeter, stegen de prijzen
explosief. De overheid hielp de
ondernemers een handje door
grondstoffen uit voornamelijk
Polen en Zweden op te kopen en
als afnemerskrediet aan de
kooplieden te verlenen. De prij
zen werden hierdoor gedempt."
Om ondanks de onveilige situa
tie en financiële nood risicovol
le handelsreizen naar Afrika en
Azië mogelijk te maken, leende
de staat manschappen en wa-
penmaterieel aan kooplieden
uit. Zo kwam dertig procent van
de bewapening van de VOC uit
staatsarsenalen. Deze over
heidsbemoeienis is zeer opval
lend en volgens De Jong niet los
te koppelen van de landsbelan
gen en spectaculaire groei van
de koopvaardij. „Het beleid van
de Republiek in die tijd wordt
door historici nog teveel gezien
als handelbevorderend zonder
daar zelf een intensieve bij
drage aan te willen leveren",
vindt De Jong. „De overheid
probeerde wel degelijk knel
punten voor ondernemers weg
te nemen." GPD
Het Finse eilandenrijkje voor
de Zweedse oostkust,
Aland (209 zegels in achttien
jaar), heeft 9 oktober de vijf
tiende zegel aan de nu veertien
j aar lopende kerkenreeks toege
voegd Op de zegel van 0,3 5in
een oplage van een half miljoen,
staat de kerk van Saltvik.
Met deze nieuwe zegel begint de
$Al?VtfC$ K'VftKA'
kerkenreeks toch aardig gestal
te te krijgen. Tijd voor een reca
pitulatie: 1988, kerk van Jomala
(1,40 Firn.), 1989, kerk van Fin-
ström (1,50), 1990, de St.-An-
dreaskerk, Lumparland (1,70),
1991, St.-Matthiaskerk, Vardo
(1,80), 1992, kerk van Hammar-
land(l,80), 1993, Maria Magda-
lenakerk, Sotunga (1,80), 1994,
kerk van Sund (2,00), 1995, kerk
van Geta (2,00), 1996, kerk van
Brandö (2,00), 1997, St.-Geor-
gekerk van Mariehamn (1,90),
1998, St.-Laurentiuskerk van
Eckerö (1,90), 1999, kerk van
Lemland (1,90), 2000, St.-An-
nakerk, Kökar (0,34 /2,00) en
2001, St.-Maria Magdalen-
akerk, Föglö (0,34 2,00).
Aan deze permanente kerken-
zegel gingen 2 september twee
bijzondere zegels vooraf met
daarop vondsten uit de periode
500-1050 na Chr. Een lklass-ze-
gel toont een bronzen pen uit de
8e of 9e eeuw, die in 1956 door
een boer in het dorpje Syllöda in
een bloemperk werd gevonden;
op een 2klass-zegel een gesp (8e
eeuw), in 1962 gevonden in een
graf bij Persby. Oplage van bei
de zegels: 400.000 stuks.
België heeft 28 oktober zijn 'reis
door de 20e eeuw in 80 postze
gels' voltooid. Het nu versche
nen velletje met twintig zegels
van €0,41 heeft als titel 'Maat
schappij en Sociaal Leven
Dagelijks Leven'. De onderwer
pen zijn onder meer sociale
huisvesting, de studentenrevol
te van 1968, vergrijzing, Euro
pese Unie, mobiliteit en sociale
zekerheid. Het is door de veel
heid aan teksten het minst aan
sprekende velletje van de vier.
De International Council for the
Exploration of the Sea (ICES)
herdenkt haar 100-jarig be
staan. De ICES, die momenteel
19 lidstaten telt werd in 1902 in
Kopenhagen opgericht, waar
nog altijd de hoofdzetel is. Het
eeuwfeest was op 25 september
voor Denemarken, Faroer en
Groenland aanleiding om met
een gemeenschappelijk uitgifte
te komen. Op de zegels, met in
beide gevallen vissen op de on
derste helft van de zegels, het
onderzoeksschip Dana en de
vuurtoren van Hirsthals. Waar
den: Denemarken 4,00 en 10,50
kr., Faroer 2 x 8,00 kr. en Groen
land 7,00 en 19,00 kr. Alle drie
de postadministraties hebben
ook minivelletjes uitgegeven.
IBELSIQUE-BEljG!EM2
sooxcocrr.'
Denemarken bracht 25 septem
ber nog twee emissies in roula
tie. Het eerste traject van de
Kopenhaagse metro, die 19 ok
tober werd geopend, werd
postaal luister bijgezet door de
uitgifte van een 5,50 kr.-zegel
waarop een trein nadert door
een tunnel; daarnaast werd de
reeks 'postzegelkunst' uitge
breid met werken van Jens Bir-
kemose (5,00 kr.,Childrens Cor
ner) en Frans Kannik (6,50 kr.,
Schilders en modellen). Met als
thema '500 jaar Deense huisar
chitectuur' is Denemarken 8 no
vember een reeks van twintig
zegels gestart, vijf zegels per
jaar. De eerste serie toont mo
derne architectuur met onder
andere vakantiehuizen, en de
komende jaren wordt terugge
gaan in de tijd. Waarden: 4,00
kr., 4,25 kr., 5,50 kr„ 6,50 lcr. en
9,00 kr. De 4,00 kr.-zegel zit ook
in boekjes (tien stuks). Titel
Danske boliger 1.
Hero Wit