Waar eten
is, zijn
ook ratten
v
Drassige grond bemoeilijkt het rooien
4t Eilig vuur brandt
nog stees van binne
Op Kóze*
Agenda
dinsdag 19 november 2002
Als jongetje heb ik jaren
lang konijnen gehou
den, zowel in hokken als in
allerlei stalletjes op de boer
derij. Tijdens het najaar aan
het einde van de j aren veertig
was daar de helft van het
varkenskot voor beschik
baar. In de andere helft zaten
een paar flinke varkens. Nu
was dat varkenskot welis
waar sierlijk, maar ook gam
mel. Geen wonder, want het
was een paar honderd jaar
oud. Tussen de stenen onder
aan en aan de onderkant van
de deurtjes kierde het be
hoorlijk.
Ook waar het dak begon wa
ren reten en kierenHet var
kenshok stond, zoals in Zeeland
gebruikelijk was, dwars op de
schuur en aan het begin van de
mestvaalt, daarvan slechts ge
scheiden door een smal stenen
straatje van oude, glibberige
steentjes. De konijnen hadden
een goed leven in het ruime var
kenshok op een dikke laag sfero.
Om te voeren ging ik altijd via
het halfronde deurtje aan de
mestputkant.
Tot ieders verbazing was ik al
tijd behoorlijk luidruchtig als ik
met de voerbak het varkenshok
inging. Ik rammelde bovendien
lang en hard met de grendel van
het deurtje voor ik bukkend
naar binnen stampte. Dat la
waai was voor mij nogal func
tioneel. Naast varkens en konij
nen miegelde het hok van de
ratten. Hoewel ik mij dapper
voordeed, was ik eigenlijk bang
van die beesten. Als ik maar ge
noeg lawaai maakte, had je kans
dat die ratten weggevlucht wa
ren als ik binnenstapte. Soms
echter vluchtten ze tussen je be
nen door. Vaak bleven ze ook
zitten op de balk die het dak on
dersteunde. Dan zag je in het
ha 1 fduister een lange kale staart
onder die balk hangen en iets
hoger een paar glinsterende
oogjes. Ze wachtten eenvoudig
tot het voer van de konijnen ge
arriveerd en jij weer vertrokken
was, en joegen de zachtmoedige
konijntjes weg, om zelf te
schransen.
Waar eten is, zijn ook ratten
aanwezig, muizen evenzo. Zo
lang de Zeeuwse boerderijen
bestaan, is er strijd tegen het on
gedierte nodig geweest. Want de
eetbare producten van de boer
derij vormen tevens het inko
men van het boerengezin. Zo
lang die liggen opgeslagen in de
schuur (graan, vlas en dergelij
ke) of de beesten wonen in hok
ken in of om de schuur, is er
altijd concurrentie van onge
wenste mee-eters en die worden
kortweg aangeduid als onge-
I dierte. En ongedierte moe(s)t
bestreden worden, op een hele
boel manieren.
Een volle, grote schuur zonder
vijf a tien katten was ondenk
baar. Lieve, aanhankelijke, ei
genzinnige dieren, en geduchte
muizenvangers. Bovendien
werkte de aanwezigheid van zo
veel katten ook preventief voor
ware muizenplagen die anders
optraden in de schuur die vol lag
met graan, hooi, erwten en bo
nen. Katten houden normaliter
het ongedierte redelijk in toom.
Maar als er bijvoorbeeld een tas
vol met goed vlas lag in de
schuur - en dat moest blijven
liggen tot in het voorjaar - dan
was het gebruikelijk op de hoe
ken van de tas af en toe een oude
krant vol droog vergif in het vlas
te stoppen. Want het risico dat
er een muizenplaag in het vlas
zou komen, was te groot. De
muizen hebben de nare gewoon
te de vlasstengels ergens in het
midden door te knagen. Dan is
het product vrijwel onverkoop
baar want hoe langer het vlas,
hoe beter en hoger de prijs. Vlas
door muizen bewerkt, is hoog
stens nog goed 'om stropdassen
van te maken' zeiden ze vroeger
spottend.
Uilen
Alle dieren die muizen en ratten
aten, waren dus welkom op de
boerderij en op het land. Naast
katten en honden waren er uilen
in de schuur, valken en andere
roofvogels in de boomgaard en
ooievaars - die verorberden
naast kikkers ook erg graag
muizen (veldmuizen, spitsmui
zen) - in de weiden. Voor ratten
was er de schuurhond, meestal
een boerenfoxje, een geduchte
en uiterst felle rattepvanger. Je
zag zo'n dier op z'n best als er
bijvoorbeeld eenmangelhoop in
de schuur gedurende het voor
jaar uit elkaar gehaald werd.
Die voederbieten waren een ge
liefde schuil- en nestplaats voor
de ratten Het foxje sprong bij
zo'n gelegenheid als een razen
de heen en weer en iedere keer
hapte hij weer in een wegvluch
tende rat, schudde hem even in
z'n bek, en zette dan z'n scherpe
hoektanden in de nek van de rat.
Een oude knecht vertelde me
onlangs dat bij zo'n gelegenheid
wel eens 25 ratten achtereen
door de felle fox werden dood
gebeten.
Een ander, bijna vergeten werk
tuig om de ratten in een Zeeuw
se schuur te vangen, was een
zogenaamde rattenwoning, of
rattenhuis, in Zeeuws-Vlaan-
deren vaak 'slaper' genaamd.
Dat is een houten kist van onge
veer twee meter lang en twintig
centimeter breed. Aan beide zij
den zit een schuif, en inwendig
bestaat de kist uit tien a twaalf
vakken/kamertjes, die met el
kaar verbonden zijn via ver
springende openingen. De bo
venste plank, de deksel, ligt er
los op, maar kan met haakjes
en/of wurfeitjes dichtgemaakt
worden. De kist werd meestal op
een balk in de tas of een andere,
voor ratten makkelijk te berei
ken plaats, horizontaal neerge
zet. In de kamertjes deed men
wat hooi of stro. Op zulk intieme
plekjes nestelen ratten graag.
Na enige tijd woonden er één of
meer rattenfamilies. De boer of
arbeider die de kist in de gaten
hield, merkte dat snel genoeg of
andere klopte hij eens op de bo
venkant. Hoorde je geritsel en
Varkenskot op een boerderij in Nieuw-en Sint Joosland. Zo'n kot
was een geliefde schuilplaats voor ratten.
gepiep, dan sloot hij de schuif jes
aan beide zijden en de boven
kant werd ook op de .wurf els ge
daani. Het lange gevaarte werd
naar beneden gesjouwd en in de
sloot gekieperd. De ratten ver
dronken en de kist was na dro
ging weer voor gebruik gereed.
Bij het dorsen kwamen ook veel
ratten en muizen om het leven.
Naarmate tijdens het dorsen de
tassen leger werden, vluchtte
het ongedierte naar beneden.
Bij de laagste laag van de tas
was het vaak een gewriemel van
vooral muizen. Katten en hond
liepen tussen de dorsers door en
stoven achter iedere muis aan.
De mannen (met dichtgebonden
broekspijpen) mepten tijdens
het werk met een paar extra
grondschoppen die voor dat
doel gereed stonden, naar de
nog overgebleven muizen en
ratten. Het gepiep, gekef, gemi-
auw en het geroep van alle mui
zenvangers klonk soms boven
het zware geronk van de machi
nes uit.
Mussen
Mussen waren er niet of nauwe
lijks in de schuur. Die vogeltjes
deden zich tegoed aan de tarwe
op het veld. Door hun massale
aanwezigheid brachten ze de
gewassen veel schade toe en
werden ze eeuwenlang bestre
den. Je gelooft het bijna niet
meer vandaag, nu iedereen
klaagt over het teruglopende
mussenbestand. De achteruit
gang is in ieder geval niet aan de
landbouw te wijten, maar voor
al aan het gebrek aan huisves
ting (nestelmogelijkheden) door
gebruik van moderne dakpan-
Ziet, ik kom haastiglijk. De
stèmme van d'n domenie
dreunde deü de volle kérke. Z'n
vuuste gieng dreigend naè bove
in kwam eve laèter mee een ge
wéldige slag neer op de rand van
de preekstoel. D'r gieng 'n be-
wegieng deü de rieën van de ge-
loavigen. Daè kwaème ze vó.
Daè stieng d'n om bekènd, die
domenie van 't durp. 't Was om
z'n doönderpreken dat de kérke
iedere zoöndag voller was. Z'n
overtugiengskracht sprak de
ménsen an.
De koster ao in rustige oagen-
blikken a dikkels tegen z'n ezeit:
„Maèk 't nie te boönt domenie.
De preken bin prima, ma j'oeft
t'r nie zö mee je vuusten bie te
slaèn. Die preekstoel is a zö oud,
die kan dat aomaè nie mir aau-
we, dat getrappel in die vuust-
slaègen."
„Neem 't mien ma nie kwaèlijk,
koster",aod'n domenieezeit. ,,'t
Rattenhuis of rattenwoning in landbouwmuseum Agrimuda in Sint Anna ter Muiden.
foto's Gerard Smallegange
nen, hermetisch afgesloten
flats, nieuwbouwhuizen en der
gelijke. Hoe dan ook, op het his
torische Zeeuwse erf werden de
mussen bestreden en terecht.
Al eens eerder heb ik in deze ru
briek verteld over de mussengil-
des. Maar het fenomeen 'mos-
senstofheb ik pas geleden
ontdekt. Dat was in feite zeer
fijne hagel, speciaal vervaar
digd voor het afschieten van
mussen. Vooral in de winter, als
er gebrek aan eten op het veld
was, streken de mussen vaak in
groten getale op de dampende
mestvaalt neer. Daar viel meest
al wel wat te pikken, vooral als
de paarden net uitgemest waren
(in paardenvijgen zitten vaak
nog niet verteerde graankor
rels). Zodra dus de paarden wa
ren uitgemest en die mest in één
keer op de mispit gegooid werd,
streken de mussen die daarop
zaten te wachten in zwermen
neer. De boer zat verdekt opge
steld met z'n geweer, gevuld met
mossenstof uit een stalraampje,
en kon prijsschieten op de mis
pit. Eén schot leverde soms wel
vijftien mussen op. Die werden
snel verzameld en naar het mus-
sengilde gebracht; per dode mus
werd je uitbetaald. Van dat geld
kon je een aardige borrel gaan
drinken of zaaitarwe kopen.
Gerard Smallegange
Met dank aan J.Kramer te
Geersdijk, St. de Regt te Wis-
senkerke, A. van Dalen te 's-
Heer Arendskerke en Milos Gr-
bic, beheerder van het land
bouwmuseum Agrimuda in Sint
Anna ter Muiden.
Is 't eilig vuur eé. Dat brandt nog
stees bie mien van binne. Dat
mot d'r uut op zö'n oagenblik.
Ma 'k begriepe je zurgen man, in
ik belove joe, da 'k m'n eige 'n
bitje in acht za neme."
Toe t'n in deze kleine Zeêuwse
gemeente beroepe wier, ao d'n 't
alléén e as 'n deü-gangs-staand-
plaèse beschouwd. De aauwe
kérke, mee de krakkemikkige
banken in de wankele preek
stoel, ao d'r zélfs in dien aauwen
tied nie antrèkkelijk uut ezie.
Bovendien tochtte 't as 'n zifte.
Toen ao d'n ok de koster lere
kènne. In 't begin leek die vint 'n
bitje 'n nurks mee z'n lilleke ge
zicht in z'n wenkbraauwen van
tweê centimeter lèngte. Ma op
d'n duur viel 't best mee mit die
kérel in waère ze zélfs zoies as
goeie vrienden oare.
Wèlgemoed was t'n mee z'n
wérk begonnen in oe meer d'n
ïedereên van 't durp je leerde
kènne, oe meer d'n van de mén
sen gieng aauwe. Zélfs 't aauwe
tochtige Gods-uus was 'm lief
oare. As z'n aauwe studiegenoa-
ten wé 's over z'n praèten, zeië ze
tege mekaore" ..Die Kees is in de
Zeêuwse klei bluve ange."
Toen begon d'n bie z'n eige te
mèrke dat'n, naèrmaète'n ge
wénd raèkte an z'n zoöndagse
preek, stees meer mee z'n aan-
den gieng zwaoie. Uuteindelijk
waère daè ok de vuustslaègen op
de raand van de preekstoel bie
ekomme. Misschien ao d'r in 'n
vér verleden 'n staandwèrker
van de mart in z'n familie ezete
of was z'n beweeglijk-eid alléén
'n teken van verlangen om de
geloavigen deêlgenoat te maè-
ken van z'n eilig vertraauwen.
Intussen zat de kérke stees vol
ler. As de koster vö de dienst
even binnen ekeke ao, kwam d'n
triomfaantelijk terug mee de
boodschap dat t'r wi stoelen uut
de constorie bie ezet moste oare.
In as t'n dan, votoraf-egaè deü 'n
ouderlieng, naè de preekstoel
liep mee 't eilige boek onder z'n
aèrm, keek t'n vanoönder z'n
wenkbraauwen even naè z'n
groeiende schaère luusteraèrs.
Om te voorkomme dat'n vees te
groas zou oare fluusterden te
gen z'n eige: „Hoedt u voor ho
vaardij, Kees", in dan sloeg z'n
groazig-eid meteên om in dank-
baèr-eid omdat ie 't mocht weze,
die op deze plèkke 't woord
mocht verkoöndige. In ie ao d'r
noait mï an edocht om naè 'n
aandere standplèkke uut te kie
ken.
Ma iedere keer verviel die dome
nie wï in z'n aauwe fout. Ie was
te luudruchtig. Toen ao de kos
ter 't ma op egeve. Komvan
komvan, doch t'n bie z'n eige in
daèrom ao d'n op deze onzaèlige
zoöndag vö de eêste keer ver-
zuumd om d'n domenie attent te
maèken op de kwaliteit van 't
preekgestoelte in 't aauwe kèrk-
je.
„Ziet, ik kom haastiglijk." Op
nieuw citeerde d'n domenie de
regel uut z'n tekst van deze
zoöndag. Tuus ao d'n 't gerippe-
teerd. 't Was écht zö'n zin, waè-
mee je indruk kon maèke op de
gemeente. Ie vergat de waèr-
schuwingen van de koster. Daè
gieng z'n vuuste a wï naè bove.
D'r kloönk 'n wan-opige
schreêuw deü de kérke: „Pas op,
domenie!Ma 't was a te laète.
De klap daèverde nog érger dan
d'n vorigen. Oönderin de preek
stoel begon 'n pieperig gekraèk
te oöntstaèn. Niemaand ao 't ei-
gelijk in de gaoten dat 't gezicht
van d'n domenie, van 't eêne op
't aandere oagenblik 'n centime
ter of tiene laèger was dan vö
dien. Zélf zag t 'n oe de vloer van
de kérke langzaèm naè z'n toe
kwam. 't Gekraèk wier eviger.
Toen de preekstoel begon overt'
hellen kloönke angstige kreêten
deü de kérke. Mee 'n benauwd
gezicht ield de domenie z'n eige
vast an't randje waèrop t'n eve
tevore mee z'n vuusten ebeukt
ao. Eindelijk belaandde d'n mee
de scheêve bak in aol op de vloer.
Snél raèpte t'n z'n aauwe waèr-
dig-eid bie mekaore, dee't deur
tje ope in stapte uut. D'n eêsten
die vö z'n stieng was de koster.
Verwietend keek t'n de domenie
an. Toen zei t'n: „Haastiglijk?
Haastiglijk?. Ma domenie, ik
ao joe vorige weke a ver
wacht..."
Joop van Zijp
Zaterdag 23 november:
Zeeuwse avond in 't Kerkje
van Ellesdiek (Ellewoutsdijk)
met verhalen van verschillende
vertellers en het toneelstukje
zu 't oare en zie. Dit is geschre
ven door Jopie Minnaard en
wordt gespeeld door de groep
Ad Hoe. Aanvang: 20.00 uur.
Entree 7,-. Reserveren via
0113-351317.
De stèmme van d'n domenie dreunde deü de kérke.
foto Willem Mieras
De Bierkreek tussen IJ-
zendijke en Schoondijke
is de eerste biologische ro
zenkwekerij van Neder
land. Wat begon als een
hobby van vier vrienden,
is drie jaar later een pro
fessionele kwekerij, waar
idealisme en dadendrang
gelijk op gaan met zake
lijk inzicht en behoefte
aan perfectie. Wat blijft is
het deeltijd-ondernemer
schap. Want Geertje van
der Krogt, Eric de Millia-
no, Marianne Lundahl en
Hans van Hage hebben er
allevier een baan bij.
De cadeautjes voor Luuk, de
pasgeboren zoon van Hans
en Marianne, stromen binnen.
Behalve familie, vrienden en
kennissen laten ook klanten
zich niet onbetuigd. Een paar
rubberen kaplaarsjes, „voor als
hij straks aan het oculeren
slaat", een fraai verpakt munt
stuk van twee euro en diverse
enveloppen met inhoud was de
oogst van een zaterdagmiddag.
„Echt heel leuk", aldus Hans,
die na de geboorte van zijn zoon
een ingrijpend besluit heeft ge
nomen. „Het bijna onwaar
schijnlijke is gebeurd: ik rook
niet meer. Meevallen doet dat
trouwens niet. Voorlopig red ik
me met nicotinepleisters, maar
op termijn moet ik daar ook van
af. Ik vrees dat ik nog een lange
weg te gaan heb."
Op het land is het rooien van het
bosplantsoen in volle gang. De
drassige grond maakt deze klus
er niet makkelijker op. Om die
reden speelt Eric naar eigen
zeggen nu al ruim een week met
water. Het waterpeil in de paar-
denput heeft hij ruim een halve
meter verlaagd om zo het grond
waterpeil van het omliggende
land te verlagen. De grond
wordt hierdoor droger en is ver
volgens makkelijker te bewer
ken.
„Ik heb zeker driehonderd kuub
overgepompt naar het bassin,
dat nu al helemaal vol zit. Dit is
eigenlijk ook een van de weinige
positieve bijkomstigheden van
de nattigheid van de laatste we
ken. In onze waterbehoefte is zo
goed als voorzien, en omdat ik
water van de zuiverste kwaliteit
uit de paardenput heb kunnen
overpompen, beschikken we nu
over heel mooi en schoon water
om de rozen mee te bewerken",
verklaart Eric.
Andere klussen die veel tijd
kostten, waren het vorstvrij be
veiligen van het leidingenstelsel
voor het pottenveld en de be
scherming van de technische in
stallaties tegen vocht. „In het
laatste geval gaat het om de be-
regeningscomputer en de scha
kelkasten die de pompen
aandrijven. Die staan in het
pomphuisje dat niet is geïso
leerd. Vocht en condens hebben
hier vrij spel en daarom hebben
we de installaties ingepakt met
steenwol. Dat moet voldoende
zijn oni schadevrij de winter
door te komen."
Op De Bierkreek ligt ook min
stens een kilometer leiding
waarin nu nog enkele honder
den liters water stonden. „Dat
moest er dus uit voordat het
vorstseizoen zou beginnen. An
ders zou de boel kapot kunnen
vriezen. Onze leverancier uit
Veldhoven wilde ons hier wel
mee helpen, maar toen we
begonnen te rekenen bleek dit
een uiterst kostbare aangele
genheid te worden. Daarom ben
ik maar weer eens aan het
improviseren geslagen", aldus
Eric.
De oplossing werd gevonden bij
zijn werkgever Kunst, die is ge
specialiseerd in de opslagen
verwerking van organische
meststoffen. In dit bedrijf wordt
bij het uitrijden van mest ge
bruik gemaakt van een zoge
naamde sleepslang waardoor
met behulp van een zware com
pressor mest uit de mestauto
langs de akker naar de uitrijma-
chine op het land wordt ge
pompt. „Ik dacht toen meteen:
zo'n compressor kan ik ook hier
gebruiken, want als dat appa
raat de kracht heeft om stront
door een slang van bijna een ki
lometer lengte te blazen,kan
dat ook met water in een leidin
genstelsel van dezelfde afme
tingen. En dat klopte. In no-ti-
me waren de leidingen droog."
René van Stee
Erik maakt de beregeningsinstallatie winterklaar.
foto Peter Nicolai