Erf gaat terug naar hoe het was In de toren at Willem van Oranje zijn bruiloftsmaal Westerschelde is meer dan alleen maar een vaarweg Nieuwe Raadkaart w dinsdag 19 november 2002 foto Dirk-Jan Gjeltema Boerderij in Wemeldinge met rechts een oud wasrek. Het jaar 2003 is landelijk uitgeroepen tot Jaar van de BoerderijVoor de Stichting Landschapsbe heer Zeeland (SLZ) is dat niet per se nodig. In Zeeland wordt altijd al bijzondere aandacht geschonken aan de boerderijen en hun directe omgeving. Het project streekeigen erven is hier een goed voorbeeld van. Het is gericht op het instandhou den van de typisch Zeeuwse erven, met drinkputten, heg gen, knotbomen en hoog- stamfruitbomen, maar ook met bakkeet, varkenskot en toegangs- of damhek. In Zeeuws-Vlaanderen en op Zuid-Beveland zijn inmid dels flink wat erven opge knapt, nu zijn Walcheren en Schouwen-Duiveland aan de beurt. De aanpak van streekeigen erven is gericht op zowel grotere als kleinere (ex-)boer- derijen in het buitengebied. „Het gaat om een opvallend iets in het Zeeuwse landschap. Een erf ziet er heel anders uit dan bijvoorbeeld een akker. We heb ben in Zeeland open polderge bieden. Daarin vallen de boer derijen met hun beplanting op. Er is nog wel enig idee over hoe dat er vroeger allemaal uitzag. Via het project willen we zoveel mogelijk erven opknappen. Dat is mede eigen belang van de be woners, die ook een fikse bijdra ge moeten geven. Wij helpen ze door ze een duwtje in de rug te geven", vertelt Foort Minnaard, coördinator van de SLZ. Afgelopen jaren was er op Zuid- Beveland extra geld beschik baar via het Waardevol Cul tuurlandschap Zak van Zuid- Beveland. In Zeeuws-Vlaande ren kon geprofiteerd worden van Europees geld uit Brussel. De provincie stopt nu 75.000 eu ro in het streekeigen opknappen van 45 erven op Schouwen-Dui veland en Walcheren. Ook op Tholen en Noord-Beveland lo pen projecten. Minnaard con stateert dat er inmiddels al veel werk is verzet. „We moeten eens goed tellenwant het duizendste opgeknapte erf komt in zicht. Het zou mooi zijn als dat in het Jaar van de Boerderij valt." Ondanks de inzet, liggen er vol gens de coördinator nog heel veel erven die een opknapbeurt goed kunnen gebruiken. „Ge lukkig is het zo dat wanneer mensen de resultaten bij een an der zien, ze ook sneller zelf aan de slag willen." De SLZ helpt een eigenaar met het maken van een plan. Als daarover een ak koord is, kan het met financiële steun worden uitgevoerd, of door de eigenaar zelf, of door eengroenbedrijf. Minnaard noemt het instandhouden van de erven belangrij k voor de stof fering van het Zeeuwse land schap. „Ze zijn van wezenlijk belang. Waar zouden we zijn als al die erven weg waren?" Hectarebosjes Zeker zo belangrijk voor de aankleding van het buitenge bied zijn de kleine, zogenoemde hectarebosjes, die op tal van plaatsen in de provincie voor komen. Ze bestaan uit een monocultuur van populieren (kleigebied) of naaldhout (dek- zandgebied), zijn landschappe lijk vaak niet zo waardevol en hebben uit oogpunt van natuur waarden een geringe betekenis. Daar kan wat aan gedaan wor den door de bosjes om te vor men. De SLZ is er al geruime tijd mee bezig. Onder eigenaren van hectarebosjes is een bro chure verspreid. De stichting heeft vooral met inzet van vrij willigers al enkele bosjes opge knapt. Die dienen als voorbeeld, want de SLZ wil graag dat meerdere bosjes worden aangepakt. Be doeling is onder meer excursies te organiseren naar enkele om gevormde bosjes. „Ook voor medewerkers van gemeentelij ke plantsoenendiensten en van hoveniersbedrijven. Die passen niet per definitie een beheer toe wat het beste is voor de natuur", zegt Foort Minnaard. „Ze kun nen van de excursies het een en ander opsteken." Hij maakt duidelijk dat enig inzicht wel gewenst is: het is geen kwestie van een bosje kaal slaan en daar even wat nieuwe bomen en struiken poten. Minnaard vindt zelf de aanpak van een bosje in de buurt van Kloosterzande een heel leuk voorbeeld. „Dat was ingeplant met populieren en die moesten weg. Daar was nogal wat om te doen. We hebben een plan ge maakt om het op een bepaalde manier aan te pakken. De popu lieren zijn geoogst, maar het is een bosje gebleven. Het kost een paar jaar, maar je krijgt er gelei delijk aan een mooi loofbos. Dat is heel anders dan de boel ineens eruit halen." Bij de omvorming wordt ge streefd naar een minder scherpe grens tussen bos en bouw- of weiland, door invoering van een natuurlijke bosrand. De man tel- en zoomvegetaties die ont staan, hebben een gunstig effect op het landschap en zijn goed voor planten en insecten. Het ringen van bomen en het sparen van staand dood hout is goed voor vogels (holenbroeders en spechten) en voor mossen. Tak ken die bij snoeien en dunnen vrij komen, zijn geschikt voor het maken van houtrillen, die nestgelegenheid bieden voor vogels en zoogdieren. Onderhoud Er zijn nu vijf hectarebosjes om gevormd en SLZ wil er tien tot vijftien bij doen, zodat straks de resultaten van verschillende ty pe bosjes te bewonderen zijn. Ook hier geldt dat goed voor beeld goed volgen doet. Min naard merkt op dat vooral het gebrek aan onderhoud fnuikend is voor de bosjes. „Daardoor hebben ze ook weinig waarde voor de natuur De mensen wis ten niet goed wat ze moesten doen. Er is best een hoop ge plant, maar er was weinig aan dacht voor het beheer." Het gaat er dus vooral om de vexioedering een halt toe te roe pen en Minnaard heeft de in druk, mede naar aanleiding van de reacties op de SLZ-brochure, dat de eigenaren van bosjes best bereid zijn er wat aan te doen. „Het is overigens niet de bedoe ling dat wij als SLZ het onder houd uit handen gaan nemen van de mensenZe moeten het zelf doen, wij reiken kennis en hulp aan." Rinus Antonisse De waarden van de Wester schelde zijn bij veel Neder landers (en Belgen) onbekend. Niet voor niets organiseert Vo gelbescherming Nederland een meerjarige campagne om dui delijk te maken dat de rivier na de Waddenzee en Oosterschelde het derde belangrijkste vogel- gebied van ons land is. De mees te mensen zien de Westerschelde gewoon als een vaarweg. En als een barrière tussen Zeeuws- Vlaanderen en overig Zeeland, die alleen via veerdiensten - en straks de timnel - overbrugd kan worden. Onbekend maakt onbemind. Tegen die achtergrond is het een goede gedachte de diverse waarden en functies van de Westerschelde voor een breed publiek uiteen te zetten. Bij voorbeeld in een boek. De Wes terschelde, een water zonder weerga lijkt op het eerste ge zicht een goede poging daartoe. Het boek, onder redactie van A.M.J. de Kraker, belooft in veertien bijdragen nieuwe fei ten en inzichten over de vele as pecten van de zeearm te bieden. Dat wekt verwachtingen, maar die komen bij nader inzien niet uit. Ondanks de grote hoeveel heid informatie die is verza meld, is het geen boeiend boek. Er blijft na lezing geen 'Wester- schelde-gevoel' achter. De in druk blijft hangen dat een aan tal opstellen, van wisselende kwaliteit, willekeurig bijeen ge bracht is. Ze hebben weliswaar gemeen dat het onderwerp de Westerschelde is, maar onder linge samenhang ontbreekt; er is geen opklimmende leeslijn die met rode oortjes naar het laatste hoofdstuk doet verlangen. De Kraker geeft aan dat praktische beperkingen ertoe leiden dat bepaalde onderwerpen, als mi lieu, veren en waterkwaliteit, niet aan de orde komen. Er is eerder sprake van een verkeerde en overdadige selectie van on derwerpen. En scheepsrampen én verdedi gingswerken uit de Franse tijd én de luchtstrijd in de Tweede Wereldoorlog uitvoerig be schrijven - het is wat veel van het goede. Erbij komt dat de bij drage over scheepsrampen en veiligheid (van C. Heijkoop) een samenvatting is van oude boe ken. Interessante onderwerpen als stormvloeden en verdronken dorpen komen daarentegen ma ger uit de verf, terwijl het Ver dronken Land van Saeftinge weer overbelicht wordt. De keus voor twaalf auteurs en een niet strak gevoerde eindredactie zijn evenmin bevorderlijk voor een coherent geheel. De hoofdstukken over het ont staan van de Westerschelde (van C. Verbruggen), duizend jaar Honte of Westerschelde (van De Krakèr) en de Westerschelde als natuurlijke bondgenoot van en vijand voor zijn omwonenden (van De Kraker) hadden heel goed in één compacte beschou wing gepast. Dat geldt eveneens voor die over Saeftinge (van De Kraker) en de Westerschelde als ecologisch knooppunt (van P. Maas). Als gestreefd is naar een bepaalde volgorde van de uitverkoren onderwerpen, dan komt die niet duidelijk over. De onevenwichtig beschreven geschiedenis van de havens van Terneuzen en Vlissingen (van E. Hamelink) wordt ge volgd door een verhaal over de goederenstroom in de Schelde- mondingrond 1600 (van V. En thoven) en een artikel over de vissersschepen van de Wester schelde (van G. Zomer). Daarna duiken ineens de verdronken dorpen op (van H. Jongepier) en bijna op het laatst komt de als een ambtelijk rapport lezende bouw van de Westerscheldetun- nel (van J.C. van Houte). Een meer thematische aanpak en een logischer indeling hadden het leesplezier bevorderd. Ondanks alle manco's staan er in het boek verschillende aardi ge feiten. De omvorming van de Westerschelde tot laatst overge bleven estuarium in de Delta bijvoorbeeld. En wat de land- honger van de mens veroor zaakte: het stroomgebied kromp in vier eeuwen met ze ventig procent in, van 1035 tot 309 kilometer. Het ver gevor derde plan uit 1805 voor de gro te Franse marinehaven bij Ter- neuzen. De Februariramp 1953 is bekender dan de stormvloed die in maart 1906 huis hield. Er is een opvallende overeen komst: in beide gevallen werden de meeste dijken door over slaand water aan de binnenzij de ondermijnd. Oorlog Luchtmachthistoricus W.A.I. de Meester meldt dat het strate gisch belang van de Wester schelde in de Tweede Wereld oorlog voor een hoog aantal neergehaalde vliegtuigen en ge sneuvelden zorgde, méér dan tot op heden wordt aangenomen. Als het gaat om economische belangen voert Antwerpen op de drempel van de Westerschel de de boventoon. Dat is ooit an ders geweest. In de zestiende eeuw was de Walcherse rede ze ker zo belangrijk als zelfstandi ge handelsfactor. Sterker nog, de Italiaanse globetrotter Guic- ciardini beschreef dat de Wal cherse rede het centrum van de wereldhandel vormde, schrijft marinehistoricus Enthoven. Misschien is de Westerschelde Container Terminal een opmaat voor een lichte terugkeer naar vroeger tijden. Rinus Antonisse De Westerschelde, een water zonder weerga. Redactie A.M.J. de Kraker. Ontstaansgeschie denis en kaartbeeld, havens, handel en scheepvaart, verkeer, verdronken dorpen, oorlog en verdedigingswerken, natuur en andere aspecten van de Wester schelde. Uitgave drukkerij Duerinck, Kloosterzande. Het boek wordt 21 november gepre senteerd. stadsherberg. „Op 21 juni 1575 genoot Willem van Oranje er met Charlotte de Bourbon zijn bruiloftsmaal", weet J.B. Deur- loo-van de Velde uit Tholen. C.P. Fase uit Sint-Annaland geeft aan dat de toren al rond 1300 gebouwd is van natuur- en baksteen. Volgens deze inzen der doet het gebouw sinds 1533 dienst als herberg. „Daarmee is de toren het oudste ononderbro ken eethuis in Zeeland en wel licht in heel Nederland. Er wordt zelfs beweerd dat in 1490 hier al het glas werd geheven. J. Reijnierse uit Goes haalt in dit verband een oude vermelding van de toren aan, waarin staat dat er 'alsnoch bysondere wo ningen, kameren en vertrekken om Luiden van qualiteit, of an dere passanten, te logeren en tracteren' waren. Voor heel wat inzenders is de Campveerse toren ook een her innering aan het fiets-voetveer tussen Veere en Kamperland, dat werd opgeheven na de slui ting van het Veerse Gat in 1961. Dat ontstond als gevolg van langdurige overstromingen na de vloed van 1014, meldt J.I. de Regt uit Vlissingen. Hij maakte, woonachtig in Wissenkerke, in de periode 1938-1942 dagelijks gebruik van het veer, om in Mid delburg naar school te gaan. Er werd gevaren met het motor schip de Zuidvliet, dat nu als monument in de haven van Zie- rikzee ligt. De winnaars van de waardebonnen zijn C. Jonge pier, Veere, F. Simonse-Melse, Domburg en J. Bos, Kerkwerve. Rinus Antonisse A fgaande op het grote aantal xxgoede reacties bood de raadkaart van vorige week een bekend beeld: de Campveerse toren, restaurant in het stadje Veere. Voor wie heel goed keek was dat ook op het uithangbord waar te nemen, met de naam van de toenmalige uitbater van het hotel, C.J. Schippers, erbij. Zijn zoon was waarschijnlijk in de jaren 1930-1940 kapitein op het veerbootje Veere-Kamperland, zo schrijft F.J. Repko uit Vlissin gen. Deze inzender meldt verder dat het bootje vertrok aan de achterzijde van de 'Campveerse toren, te bereiken via de afge beelde poort. Repko dateert de kaart begin 1900. „Reeds in die tijd een hotel, tevens sociëteit Belvedère. Wie de leden hiervan waren is mij niet duidelijk. Waarschijnlijk ook mensen woonachtig in Middelburg, die zich evenals de gasten lieten verplaatsen middels het afge beelde rijtuigje met koetsier. In het rechterdeel, nog net te zien achter het gerijtje, was een aan tal paardenstallen gesitueerd." Een unieke uitzichttoren vroe ger, vindt L. Philipse uit Weert, om te zien hoe de schepen van Veere vertrokken naar Oost- en West-Indië en de Schotse wol handelaren in- en uitliepen. De Campveerse toren, daterend uit de zestiende eeuw, staat aan het einde van de Kaai bij de ha venuitgang en is een van de twee vestingtorens die de haven flan keerden. De andere toren ver dween door een dijkval onder water. Begin jaren vijftig van de twintigste eeuw werd het afge beelde platte dak (volgens ver schillende inzenders 'foeilelijk') vervangen door de huidige hoog opgetrokken met pinakels ge tooide trapgevel en een steil lei en dak. Zo staat de toren ook op oude prenten afgebeeld. De to ren was door de eeuwen heen Deze keer uit de collectie van Hans Lindenbergh een voor name straat uit een van de vele Zeeuwse dorpen. De vraag is: om welk dorp gaat het? Nadere bijzonderheden over vroegere en huidige situatie zijn welkom bij de redactie van Buitenge bied. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 23 november wor den gezonden naar: redactie PZC Buitengebied, postbus 18,4380 AA Vlissingen, of per fax 0118-470102, of via e-mail redactie@pzc.nl. Onder inzenders van de juiste oplossingen worden drie waardebonnen verloot. ■2»2385o Kanffüttrjeht leren, Yéert

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 23