zeeuwmeeuw Annabel bracht veel succes en misère PZC Hans de Booij RUDEN RIEMENS zaterdag 16 november 2002 2' FOTOGRAFIE Hans de Booij buigt zich in een Maastrichts café uitdagend voorover: „Annabel, who the hell is Annabel?" Warrige bos grijs haar, groene wollen schipperstrui, serieuze blik. Het is ook alweer zo lang geleden dat hij met het lied Annabel (...het wordt niets zonder jou) door brak. Hij lacht uitbundig. „Nou, zeg maar ge rust: door het ijs brak. Succes, dat is iets heel vreemds." Bijna twintig jaar zijn voorbij sinds Annabel - in 1983 - bovenaan de Nederlandse hitlijsten stond. Voor platenmaatschappij EMI aanleiding weer eens iets met de ooit zo populaire zanger Hans de Booij te doen. Een verzamel-cd dus, met de titel Geduld. Zelf zegt de zanger muziek niet zo belangrijk meer te vin den. Boeken verkopen, dat is nu prioriteit één. Vorig jaar mei dook De Booij uit het niets op met zijn roman Het Ministerie van de Liefde. Ontsproten aan een krantenartikel over een drugsverslaafde jongen uit Maastricht. Geweigerd bij de afkickkliniek en twee maanden later dood. Over die jongen gaat het onsamenhangende boekje. Maar ook over de oprich ting van een heus ministerie van de liefde. Pontificaal legt de zanger zijn 'baby' op tafel. De verslaggeefster moet ook zeker iets doen met het A-viertje waarop een vurig, maar warrig betoog staat over hoe het nu verder moet met zijn ministerie. Bezeten is hij van het idee. Wat zijn ministerie van de liefde zoal moet doen? Het woord liefde popularise ren en bestuderen, zegt hij. Ziet hij het als een kunst uiting? Nee, integendeel. „Het ministerie van de lief de is zeer urgent en dringend. Mensen hebben het in deze tijd veel te druk om zich met het woord liefde be zig te houden. Je kunt in Nederland alles bestuderen. Geneeskunde, goudvissen, noem maar op. Maar het belangrijkste ter wereld leer je nergens." De Booij be weert binnenkort zestien miljoen Nederlanders aan te schrijven met de vraag of ze vóór of tegen een Mi nisterie van de Liefde zijn. „Als iedereen 'ja' zegt, kunnen de koningin en de premier er toch niet langer omheen?" Mensen stonden wel even raar te kijken toen de be kende zanger deur aan deur ging om zijn boek te ver kopen. Vijf maanden lang trok hij in gezelschap van zijn Antwerpse bloedbroeder Emiel door het hele land. Deze in Hoensbroek geboren en getogen juwe lier - op zijn borst prijkt een plastic broche met de Dalai Lama - vergezelt hem nog steeds overal. Sma kelijk kunnen de twee verhalen over him belevenis sen onderweg. „Veel mensen waren blij als ze eindelijk hun verhaal konden vertellen. Kom binnen. Willen jullie koffie, een broodje? Blij ven jullie slapen? Goede wijn, lekker eten. Fantastisch." Maar sommige mensen reageer den ook met: pats boem, deur dicht, zodra het woord liefde viel. Zoals die gescheiden vrouw. 'Allemaal best met dat ministerie van jullie', riep ze. 'Mijn man heeft me na vijfentwintig jaar huwelijk toch mooi in geruild voor een jonger exemplaar.' In de Randstad legden managers de vergadering stil voor het duo. 'Heren, eindelijk jullie zijn er! „We waren bekend." Zijn ogen glinsteren. „De eerste Nederlandse schrijver die met zijn boek langs de deur gaat, daar schreven alle kranten over." Hoeveel exemplaren hij verkocht? Dat zegt hij niet, want 'voor je het weet staan ze met een aangiftebiljet aan je deur te zwaaien.' Opgefleurd Hans de Booij is duidelijk opgefleurd van alle aan dacht. Hij heeft een moeilijke tijd achter de rug, om dat hij maar niet kon wennen aan een leven buiten de schijnwerpers. Zijn muzikale hoogtepunt duurde slechts een jaartje of vijf. Na Annabel schreef hij nog twee hits, Vrouw zoals jij en Thuis, over zijn geliefde stad Antwerpen waar hij tegenwoordig woont. De periode erna omschrijft De Booij als volgt: Eerst nog vijf jaar rustig voortborduren op Annabel. Nog eens vijf jaar wanhopig proberen vast te houden aan het succes van Annabel. En, tot slot: vijf jaar misère door Annabel. Voila, twintig jaar uit het leven van Hans de Booij. „Misschien kwam het succes te snel", zegt hij nu. Net twintig was hijkleinkunstenaar uit Arnhem die er altijd van droomde liedjes te schrijven. Zelf zingen hoefde voor hem niet eens zo nodig. Maar dat liep an ders. Annabel, een nummer van Boudewijn de Groot en Jan Pieter de Boer, lag al jaren in de kast, te wach ten op een passende zanger. Iemand als Hans de Booij jong, aantrekkelijk en met een prachtige donkere stem. Beetje zuur is het wel, spot de zanger nu. Anna bel is een van de weinige liedjes die hi] niet zelf schreef. En uitgerekend dót nummer zet in 1983 zijn hele leven volledig op zijn kop. Van de ene op de ande re dag was De Booij bejubeld zanger en meisjesidool. De debuutelpee Hans de Booij stond meer dan een jaar in de top honderd. „Ik vond dat erg moeilijk", blikt De Booij terug. „Of ik nou in Groningen of Brussel liep, op elke straat hoek kreeg ik complimenten. Nou, dat is echt een overdreven vorm van aandacht. Het is een enorme streling voor je ego, maar je kunt er ook door in de problemen komen. De weg van de anonimiteit naar Hans de Booij: „Het Ministerie van de Liefde is zeer urgent en dringend." foto Diana Scheilen/GPD de bekendheid duurde bij mij maar drie maanden. Het ging te snel. Mijn ego vond al die aandacht wel prettig hoor, mijn fk achteraf niet. Het leven drijft voornamelijk op ego, buitenkant. Als dan iets fout gaat, begint het hart te kloppen en zegt het ik: 'hé wacht even, ik voel me hier niet zo lekker bijWat veel mensen vergeten: roem geeft je veel mogelijkhe den, maar beperkt je ook enorm. Het is zeven dagen per week hard werken. Ik voelde een enorme druk om mijn marktwaarde te bestendigen. Je maakt één doel punt en dan verwachten ze dat je er nog één maakt, en nog één." Stress is wat de zanger zich voornamelijk herinnert. Wie zich de televisieoptredens van De Booij bij pro gramma's als Toppop en Op volle toeren voor de geest kan halen, zal dat niet verbazen. Stokstijf stond de slonzige zanger achter de microfoon. Lange wollen sjaal om de nek. Schrikachtige ogen. Hans de Booij was een beetje een vreemde vogel. Niet het type ar tiest, in elk geval, dat het moest hebben van zijn ster ke performance. De Booij,Ik was verlamd van angst voor zo'n optre den. Ik wist bij god niet hoe ik me moest uiten, wat te zeggen tegen het publiek. Mijn enige houvast op het podium waren de liedjes en de liefde voor de muziek. Nu is hij wat communicatiever geworden, zegt hij. „Door dingen los te laten en ruimte in mijn hoofd te creëren zodat een gesprek mogelijk is.Er zijn ook optredens die nooit meer uit zijn geheugen verdwij nen. De Booij noemt de Gentse feesten, de allereerste keer Annabel zingen voor de Nederlandse televisie. In Maastricht, een heel Vrijthof vol zingende mensen. Optreden voor koningin Beatrix in de Amsterdamse Rai. Toch ook iets om nooit te vergeten. In een coffee shop blies het publiek de rook zo in zijn gezicht, „Joh, na twee liedjes was ik zo stoned als ik weet niet wat,'1 Krankzinnig werd de zanger van het verlangen nog één keer te scoren. „Dat maakt je erg ongelukkig, want niks in het leven herhaalt zich. Maar het duurde even voordat ik daarachter was. Ik vervulde mijn tijd met tandenknarsen, nagelbijten en dingen als je in el kaar laten slaan door een politieagent voor plassen in het openbaar. Ik was heel recalcitrant, daar komt het eigenlijk op neer. Chaotisch, verward en verstrooid, En vervuld van zelfhaat, omdat niks meer lukte." De Booij vluchtte in het Antwerpse uitgaansleven, Leefde het leven van een rock 'n roll hero, met te veel drank, vrouwen en drugs. Nou ja, een kleine nuance is wel op zijn plaats. De pers overdreef zijn drugsge bruik behoorlijk. „Harddrugs", roept hij. „Ach wel nee, ik rookte alleen wiet." Dan zachtjes: „Heel veel wiet, dat moet ik toegeven." Langzaam maar zeker zakte de zanger af naar de status van uitgerangeerd artiest. Albums verkochten niet meer - hij maakte er twaalf in totaal. Na een echtscheiding ging De Booij bankroet. In 1994 vertrok de zwervende zanger op aanraden van vrienden een tijdje naar Aruba. „Natuur, natuur, zee, zee en paarden", dicht De Booij lachend. In Aruba knapte hij een zeilboot op en maakte dagtochtjes met Amerikaanse toeristen. Door de rust en stilte kreeg hij eindelijk zelfinzicht. ,Nu ben ik erachter dat je niet krampachtig naar suc ces moet blijven grijpen." Drie jaar later keerde hij te rug naar Antwerpen, vanwege het heimwee naar zijn twee zoons. Twaalf én achttien jaar zijn ze, de oudste reservekeeper bij het eerste voetbalteam van België. Het verschijnen van alweer een album Alleen bleef onopgemerkt. Ook al kennen de meeste mensen alleen zijn drie grote hits, op de verzamel-cd Geduld kon De Booij toch mooi negenendertig liedjes kwijt. Grijnzend: „Drie enzeventig minuten en vijftig seconden passen op zo'n dubbelalbum. Die heb ik allemaal benut." Er staan vijf nieuwe nummers op. Wat hij verwacht van de cd? „Niet veel. Tien procent van de muziek die je op de radio hoort, is nog maar Nederlandstalig. En met de komst van de cd-brander is de markt in elkaar ge donderd." Hoop heeft hij wel. Zijn blik dwaalt even af. „Ik heb een groep fantastische muzikanten in mijn hoofd. Nu nog stoppen met roken, dan kan het echt gaan gebeuren." Ingrid Beckers

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 24