Mispel wordt graag verwend
Struiken en rozen gaan de grond uit
En ie schoenk z'n
gloasje nog 's vol
0]P Y(ilQy\
dinsdag 12 november 2002 f
Appels, peren, pruimen
en een keur aan bessen
zijn de 'normale' vruchten
die je altijd weer in de boom
gaard van het oude Zeeuwse
boerenerf vindt. Daarnaast
zijn er ook heel vaak enkele
'vreemde broeders' tussen de
fruitsoorten op de erven. Dat
zijn onder andere de mispel
en de moerbei. Over die
vreemdelingen worden al
tijd weer vragen gesteld. Het
zijn dan ook intrigerende
vruchten. Mispels en moer
beien stonden eigenlijk nooit
in de boomgaard maar had
den hun eigen min of meer
vaste plekjes op het erf.
De mispel moet rot gegeten
worden, zoals het spreek
woord zegt. Eigenlijk is dat niet
juist. Mispels pluk je van eind
oktober tot eind november.
Liefst als er een lichte nacht
vorst is geweest. Dat maakt de
vrucht iets zachter. Vóór de
nachtvorst is de mispel hard en
wrang. Dat komt vanwege het
hoge tannine (looistof) gehalte.
Maar ook bij pluk na nachtvorst
is de mispel nog oneetbaar. Hij
moet dan net als sommige ap
pels nog vrij lang rijpen. Het
liefst wordt de mispel verwend
op een bedje van stro op een niet
te koude plaats. Soms werd
vroeger in de schuur ergens op
een hoogte van anderhalve me
ter een gat in de hooitas ge
maakt. Daar legde je dan de
harde oneetbare vruchten van
de mispels in, samen met 'onds-
muulen', een appelsoort die er
ook maanden over doet om rijp
te worden. In zo'n 'moutemist',
broeierig warm diep in het hooi,
rijpt de mispel optimaal (mou-
teren of materen is oud-Zeeuws
voor rijpen).
Als je dan iedere week contro
leerde kon je telkens - vanaf be
gin januari tot eind februari -
een paar rijpe vruchten consu
meren. Een mispel is rijp als hij
beurs is. De smaak is dan stro
perig, soms een beetje friszuur,
vaak ook een beetje prikkelig-
mousserend. Met een dotje niet
te zoete slagroom is het dan een
traktatie. Maar het is en blijft
heel moeilijk het goede tijdstip
van consumptie te kiezen. Want
een overrijpe, dus rotte mispel is
bepaald vies. Dan hoef je voor
lopig niet meer. Je kunt van on
geveer rijpe mispels overigens
een lekkere drank maken: mis
pelwijn. Mispelgelei, versterkt
met port, is ook heel lekker.
Dat mispels in heel West-Euro
pa al zo veel eeuwen vooral op
kalkrijke kleigronden worden
aangeplant - eerst in de kloos
terhoven in vooral Duitsland -
heeft allés te maken met de ge
ringe variatie aan vruchten die
er vroeger was, en met gezond
heidsaspecten. Mispels zitten
boordevol vitamine C. Juist in
februari waren er bijna geen
verse vruchten of groenten meer
op de boerderijen en in de stad.
Dan was de vitaminestoot van
de mispel halverwege de winter
uiterst belangrijk voor de ge
zondheid. Dat het een vrucht
met een moeilijk rijpingsproces
was, nam men op de koop toe,
want gezien het 'moutemist' en
andere methodes (bijvoorbeeld
een hooikist) had men daar iets
op gevonden. Bovendien be
schikte men, zeker 's winters,
over genoeg tijd en mensen om
al het bewaarfruit iedere week
weer te controleren.
Wat de plaats van de mispel op
het Zeeuwse erf betreft: Er zijn
twee geijkte plekken waar je
hem nog vaak aantreft. Meestal
staat hij in een grote gemengde
oude heg die om de boomgaard
heen staat en net langs de sloot
Bloeiende mispelboom.
die het erf afsluit. Mispels zijn
minnaars van vocht. Dat vocht
is eveneens belangrij k tij dens de
bloei. De bloesems bevriezen
snel, en bij sloten, vijvers en
putten vriest het minder snel.
De tweede plaats is de rand van
de mestvaalt (mestbocht). Daar
voelt de mispel zich ook bijzon
der thuis; ook hier weer veel
vocht, maar dan gecombineerd
met vruchtbare aarde.
Moerbezem
Al heeft de mispel van zijn
waarde verloren omdat er nu
midden in de winter zoveel ver
se vruchten uit de hele wereld te
koop zijn, het is en blijft ook op
een modern Zeeuws erf een ken
merkende boom. Mispels zijn
mooie, bescheiden boompjes
met een prachtige, rijke bloei,
met sterk en hard hout en met
merkwaardige vruchten die met
enige moeite nog steeds naar
waarde genoten kunnen wor
den. Het duurt heel lang voor
een mispel echt rot is...
Net als de mispel is de moerbei
('moerbezem' op z'n midden-
Zeeuws) een oeroude vrucht.
Van oorsprong is de moerbei -
net zoals veel groenten, bomen
en bloemen - afkomstig uit Mes-
opotamië en omstreken. Het is
niet toevallig natuurlijk dat de
bijbelse Hof van Eden in die re
gio gesitueerd wordt. Via Grie
ken, Romeinen en kruisvaar
ders zijn de moerbei en de
mispel al meer dan duizend jaar
geleden bij ons ingeburgerd ge
raakt. Zolang we kunnen na
gaan heeft de moerbei - dol op
de vette, kalkrijke Zeeuwse klei
- een plaats op onze boerener
ven. Het verhaal gaat dat rond
1600 een aantal boerenfamilies
uit de streek rond Calais naar
Zeeuws-Vlaanderen kwam. Als
herinnering aan hun oude ho
ven brachten deze hugenoten
allemaal een stek van hun oude
moerbeiboom mee naar de Cad-
zandse regio. Van de oorspron
kelijke elf stekken zijn er nu nog
twee stokoude bomen in leven
rond Cadzand.
Moerbeien zijn het meest be
kend geworden doordat ze
dienst doen als biotoop voor de
zijderups. Deze van oorsprong
Chinese teelt heeft in de loop der
eeuwen heel de wereld ver
overd. Maar de 'Chinese' moer
bei is de witte variant. Die zien
we maar weinig in Zeeland. Het
gaat bij onze boerenerven om de
zwarte moerbei. In de zeven
tiende eeuw is de moerbei echt
in de mode gekomen als deftige
boom die een plaats op de land
goederen en in de grote stedelij
ke tuinen kreeg. Dat heeft ertoe
geleid dat de boom ook op de
meeste Zeeuwse boerenerven
een plaats kreeg, hoewel hij ook
vóór die tijd al gesignaleerd
werd.
De Tweede Wereldoorlog met
z'n vele inundaties en verwoes
tingen heeft de oude moerbei
bomen op onze erven voor een
groot deel weggevaagd. Het
zelfde gebeurde tijdens de wa
tersnood. Zodoende zijn er nog
maar een bescheiden aantal
moerbeien over. Gelukkig wor
den er de laatste jaren weer
nieuwe exemplaren geplant.
Ook op nieuwe, moderne erven
en in jonge boerentuinen. Want
moerbeien, zeker de wat oudere
exemplaren, zijn mooie, zeer
karakteristieke bomen met kor
te, knoestige kromme stammen
en ruwe takken die breed uit
waaieren en een grote dichte
kroon krijgen. De grote gestel-
takken worden vaak zo lang dat
ze naar de grond buigen en on
dersteund moeten worden. Als
ze op de grond vallen, vormen ze
vaak wortels, waardoor weer
nieuwe bomen ontstaan. Met
andere woorden: moerbeien ho
ren niet in een kleine tuin, maar
op een royaal erf met veel
plaats.
Bloed
Moerbeien zijn niet alleen
mooie sierbomen, ze worden
ook al zolang we weten als me
dicinale plant gebruikt. De ou
de Grieken gebruikten takjes en
bladeren al als bloedstelpend
middel. Het hout, hard en duur
zaam, wordt niet alleen al dui
zenden jaren in de meubel- en
schrijnwerkersindustrie ge
bruikt; vanwege de geur en
smaak verwerken ook veel vol
ken het tot vaten voor azijn en
wijn. Maar het belangrijkste
zijn natuurlijk de vruchten die
eruitzien als een kruising tussen
braam en framboos, maar een
heel eigen, heerlijke smaak heb
ben. De vruchten zijn nooit te
koop, eenvoudigweg omdat ze
niet te bewaren zijn. Je moet ze
plukken en eten, of direct ver
werken (tot jam, gelei, likeur en
dergelijke). De moerbei, al zo
veel eeuwen een gewaardeerde
en mooie boom op ons boeren
erf, waar hij altijd als solitair in
de buurt van het huis staat, ver
dient ook een plaats op het erf
van de toekomst. Kortom, de
moerbei moet blijven.
Gerard Smallegange
En an dien deure zat 'n klein-
ke, 'n bitje sluts en deu de
raomen kon je nie nao binnen
kiek'n vanwege de vuule glao-
zen. Aan het woord is Thea de
Bruine-de Smet uit Sluiskil.
Met priemende ogen kijkt ze de
mensen aan die in de Oostburg-
se bibliotheek zitten en naar het
verhaal van haar luisteren.
In het schemerig verlichte ge
bouw zitten tientallen mensen
te luisteren naar de verhalen.
Streekverhalen in dialect. Thea
is één van de weinige vertellers
die zich met bedient van het dia
lect van het Land van Cadzand
Allicht, 'k bin geboor'n op
Sluuskille, mao m'n moeder
kwam van 't Westen, vandaor ee,
dan 'k 'iere toch durf te komm'n
mee mien verhaol. Het is een
griezelverhaal en het past pre
cies in de sfeer van deze zaal
Een stoel heeft ze niet nodig.
Een blad papier en standaard
waarop dat moet liggen ook
niet. Thea volgde verleden jaar
de cursus Verhalen Vertellen in
Dialect. Niet dat ze daarvoor
nog nooit op de planken had ge
staan. Zeker niet. Ze is al ver
schillende jaren actief binnen
de groep vertellers en conferen
ciers, die zich bedienen van hun
moedertaal. Optredens voor
bruiloften en partijen, perso
neelsfeesten en conferenties om
de sfeer wat op te vrolijken. Ja
zelfs op voorlichtingsbijeen
komsten over de problematiek
van de kleine kernen in de ge
meente Borsele was ze van de
partij om de mensen uut udder
tente te lokk'n. Of dat-lukt? D'n
êêne kêêr beter as d'n andere
kêêr, mao z'en nog noot nie de
stekker van de microfoon d 'r uut
getrokk'n en gezeidVrouwtje,
komme hie mao van 't podium
want 't trekt op niks.
Ze houdt er niet van aangeklede
moppen uit te spelen of bepaal
de typetjes. Nee, het zijn wel
doordachte stukjes, met veel
humor, die degelijk in mekaar
zitten. Want ook al lijkt het er
op, dat Thea uit de losse pols
haar verhalen vertelt, toch heeft
ze er een flinke voorbereiding
opzitten, als ze achter de micro
foon komt. En meestal maakt ze
die los van de standaard om
meer vrijheid te hebben en over
het podium te kunnen lopen.
Die kan 't ee?, hoor ik een man
achter me zeggen, als ze goed en
wel van wal is gestoken met
haar smid, die in die smoezelige
smidse woont, de smidse met die
deurknop die er maar losjes bij-
hangt. 'Ou noe toch 'sje mond,
hoor ik z'n vrouw zeggen, 'k 'óór
joeald'n 'êêlen dag rettel'n en ze
gaat verzitten om maar wat
meer afstand te houden.
Thea gaat verder met haar ver
haal, over de smid die op een
avond de duivel op bezoek
krijgt. En dao zat ie dan, op 'n
'oek van de wèrkbanke, den
duuvel. Maar de smid was er
niet van onder de indruk en hij
gooide het op een akkoordje:
laat mij nog honderd jaar hier.
En dat lukte. Zo docht de smid,
da's toch wee mao schóöne mee-
genoom'n, 'onderdjaor. Noe kan
'k 'td'rnog 's lekker van neem'n.
En ie schoenk z'n gloasje nog 's
vol. Als na een eeuw de twee
duivelsknechten onze smid ko
men halen, worden die in de
kersenboom gestuurd, waaruit
ze op een geheimzinnige manier
niet naar beneden kunnen ko
men en als dan later de duivel
zelf komt om onze smid op te ha
len, heeft onze smid voor de der
de keer een list.
Muziek
Een oud verhaal, met geheim
zinnige krachten, waai-bij goed
en kwaad tegenover mekaar ko
men te staan en uiteindelijk het
kwade wordt gestraft. Eenvou
dig van opzet, maar toch...
Na het succes van de vertel
avonden in de bibliotheken van
Terneuzen, Oostburg, Sas van
Gent, Koewacht en De Klinge
zit er een nieuwe reeks avonden
aan te komen in de eerste maan
den van het nieuwe jaar. ,,We
denken", zegt Piet Scheerders,
één van de organisatoren, „aan
een reeks avonden in cafeetjes
aan de zeedijk. Dit in verband
met de watersnoodherdenking.
Op Paal, Emmahaven, Ossenis-
se en De Griete bijvoorbeeld."
Daarbij is natuurlijk de aard
van de avond aangepast aan het
onderwerp. En dat kan ook,
want sfeerverhalen kunnen niet
alleen feiten, maar ook gevoe
lens uitdrukken. Met passende
muziek en in een sfeervolle om
geving.
Ook heemkundige George
Sponselee uit Hulst vindt het
een prima idee. „Het is bijzon
der zinvol in zo'n omgeving bij
de ramp stil te staan. In je eigen
dialect kun je precies uitdruk
ken wat je wil zeggen en zo erva
ren de mensen in de zaal dat ook.
Zonder omhaal van woorden en
weten dat de boodschap goed en
welbegrepen overkomt.
Ook voor Thea de Bruine-de
Smet is dat geen probleem. Ja
renlang heeft ze op de binnen
vaart gezeten. Ze kent het water
als geen ander. En de verhalen
erover niet minder. Da's noe pre
cies wa 'k bedoel: praot'n over
dieng'n waor 'n mens verstand
van 'eit. Anders moe je mao
luuster'n.
We praten over dit onderwerp in
het sfeervolle Pannenkoekhuis
je De Tovertuin, in één van de
oudste straatjes van Terneuzen,
vlakbij het Schoolmuseum. Het
schaarse licht valt in strepen
door de ramen op de zachtgroe
ne muren. Aan de zolderbalken
hangen heksen, trollen en elfen.
'Iere, zegt Thea, 'ouwen me op
20 december de volgende verte-
laovund. In Kerstsfeer. Ze weet
nog niet welk verhaal ze dan
gaat vertellen. Ze laat zich in
spireren door de sfeer die er in
dit huisje achter de Terneuzense
Noordstraat heerst. Wel kan ze
vertellen, dat die avond ook
Sanky Koster, George Spon
selee en Ed Steijns te horen zijn.
'n Schöönder plekje is 't 'r toch
zeeker nie te vind'n ee, zegt ze,
terwijl ze met de uitbaatser van
het huisje, Irma van Bochove,
het programma van de avond
doorneemt. Een groepje mensen
gluurt door de ramen en ver
schijnt even later in de deurope
ning. Of ze 'iere pannenkoeken
kunnen eet'n? En of Willem van
der Decken 'ier vroeger ook
kwam? Die ver'aolen doen 'iere
toch in de stad de roonde ee?
Rinus Willemsen
Agenda
Zondag 17 november: Oecu
menische bijeenkomst in 't
Kerkje van Ellesdiek (Elle-
woutsdijk). Thema is 'A aolles
wig vaolt'. De overweging
wordt verzorgd door Dr. Ko
Joosse uit Rotterdam in het dia
lect van Walcheren. Jopie Min-
naard uit Heinkenszand houdt
een zelfgeschreven monoloog
over zinloos geweld getiteld
'Het andere gezicht', in het dia
lect van Zuid-Beveland. Mede
werking wordt verder verleend
door het Gemengd Parochieel
Koor Pius X uit Ovezande. De
bijeenkomst begint om 14.30
De Bierkreek tussen IJ-
zendijke en Schoondijke
is de eerste biologische ro
zenkwekerij van Neder
land. Wat begon als een
hobby van vier vrienden,
is drie jaar later een pro
fessionele kwekerij, waar
idealisme en dadendrang
gelijk op gaan met zake
lijk inzicht en behoefte
aan perfectie. Wat blijft is
het deeltijd-ondernemer
schap. Want Geertje van
der Krogt, Eric de Millia-
no, Marianne Lundahl en
Hans van Hage hebben er
allevier een baan bij.
Zijn geboortenamen zijn Lu
cas Jacobus Wilhelmus.
Zijn roepnaam is Luuk. De zoon
van Marianne en Hans kwam op
maandag 4 november ter wereld
in het ziekenhuis van Terneu
zen. Moeder en zoon maken het
uitstekend. „Hans trouwens
ook, hoor", zegt Geertje. „Ikheb
zelden een trotsere vader ge
zien." Met natuurminnaars als
ouders acht ze de kans levens
groot dat Luuk in de voetsporen
van zijn vader of moeder treedt.
„Zie je het al voor je, zo'n kleine
hummel net als z'n vader in een
boswachterspakje?"
Ondanks de feestvreugde gaat
het werk op De Bierkreek ge
woon verder. November is altijd
een van de belangrijkste maan
den omdat het rooien van de
tweejarige rozenteelt en het
bosplantsoen dan begint.
„Noem het gerust de bekroning
van twee jaar hard werken, om
dat dan eindelijk het moment is
bereikt dat we kunnen gaan
oogsten", verklaart Geertje.
Afgelopen vrijdag nam ze de
honneurs in haar eentje waar.
Behalve Hans en Marianne was
ook Eric afwezig, omdat hij
naar een veiling van landbouw
machinesin Tiel was. „Kijken of
er iets voor ons tussen zit. Een
techneut als Eric is voortdurend
op zoek naar mogelijkheden om
verder te mechaniseren. Van de
zomer heeft hij bijvoorbeeld de
hele zomer gebroed op verbete
ringen aan de rooimachine."
Getuige de resultaten van de
voorbije weken, zijn die inspan
ningen niet voor niks geweest.
Het rooien was nog lang geen
fluitje van een cent, maar het
ging al veel beter dan vorig jaar.
„Toen liep de machine regelma
tig scheef en brak er ook wel
eens iets af. Dat kwam vooral
door de enorme krachten die er
op werden uitgeoefend en de
trekker die net iets te snel reed.
Een nieuwe trekker die langza
mer kan en diverse verstevigin
gen aan de machine hebben er
voor gezorgd dat het rooien nu
bijna loopt zoals we willen. Het
vormt weer een belangrijke stap
naar effectiever werken."
Bij het mechanisch rooien wor
den de rozen - die dit jaar voor
het eerst niet met de hand de
grond uit gaan - en het bos
plantsoen met behulp van een
U-vormig mes uit de grond ge
tild. Daarna belanden de plan
ten op zogenaamde bewegende
tanden die de overtollige klei er
af trillen. „Vervolgens liggen ze
voor het oprapen. Vooral voor
de hulpkrachten van vorig jaar
was deze werkwijze een verade
ming, want toen tilden ze zich
letterlijk een breuk aan de bon
ken klei die aan de struiken ble
ven hangen."
De gerooide struiken en een
groot deel van de rozen wisselt
de komende maanden van eige
naar. Zo lang ze op De Bierkreek
blijven, worden ze ingekuild in
het zand bewaard. De dertig
duizend bomen en struiken van
het bosplantsoen zijn inmiddels
verkocht. De overgebleven ro
zen worden na de winter opge
pot. Verder worden de rozen op
het pottenveld afgedekt om ze
in de winter te beschermen te
gen bevriezing. Het gaat hierbij
om de exemplaren die vooraf
zijn geselecteerd en waarvan
het de moeite is dat ze blijven
staan. „Dat zijn onder andere
rozen van vorig jaar die het dit
jaar op het veld slecht doen of
waarvan we er nu heel veel ver
kopen. Ook de rozen die pas na
twee jaar bloeien doen we na
tuurlijk niet weg."
René van Stee
Met een machine worden de
planten gerooid.
foto Peter Nicolai
foto's Gerard Smallegange
Zeer oude moerbei bij Terhofstede in West-Zeeuws-Vlaanderen.