Licht uit, spot aan en spat weg Frits Grötzinger dronk zich de hulpverlening in Hoe verwerk je mishandeling? Zelfdoding is niet altijd te voorkomen Nieuwe methode om spataderen te verwijderen Campagne wijst op longkanker Baby's met flesvoeding vaker ziek Kans op infectie gedaald Bedrijf voor whiplashpatiënten dinsdag 5 november 2002 RIJSWIJK - De Global Lung Cancer Coalition (GLCC) be gint een campagne om mensen bewust te maken van de symptomen van longkanker. Een greep uit de symptomen op www.lungcancercoalition.com: aanhoudend hoesten, kort van adem zijn, bloed opgeven, pijn op de borst, ver moeidheid, terugkerende bronchitis of longontsteking, ver lies van eetlust en gewicht, gezwollen gezicht, nek of vinger topjes. Vroegtijdige ontdekking vergroot de kans op succes bij een behandeling. Elke halve minuut sterft ergens in de wereld ie mand aan longkanker. Circa 40 procent van de mensen die in hun tienerjaren begonnen zijn met roken, haalt zijn pensioen niet door een ziekte die is gerelateerd aan tabaksgebruik ANP DEN HAAG - TNO vindt dat flesvoeding voor zuigelingen moet worden voorzien van de waarschuwing: 'Het geven van flesvoeding vormt een gezondheidsrisico'. „Het is bewezen dat baby's die geen borstvoeding hebben gehad, vaker ziek zijn", zegt kinderarts Van Wouwe van TNO Preventie en Ge zondheid. Nutricia, producent van zuigelingenvoeding, voelt niets voor de waarschuwing. „Wij vermelden op de verpakking dat borstvoeding het beste is voor eén baby. Maar het alternatief kan levensreddend zijn als borstvoeding niet mogelijk is", al dus een woordvoerster. GPD UTRECHT - Het systeem van registratie en evaluatie van wondinfecties na een operatie vermindert het risico op infec ties. Vijf jaar na het begin van de vrijwillige registratie was de kans op infecties met 57 procent afgenomen. Dat blijkt uit een proefschrift van E. Geubbels van het Rijks instituut voor Volksgezondheid en Milieu. Het registratiesys teem Prezies (preventie van ziekenhuisinfecties door surveil lance) brengt in kaart welke patiënten infecties oplopen en het laat ziekenhuizen hun ervaringen met preventie uitwisse len. Door een wondinfeetie moeten patiënten na een operatie ge middeld zes tot zeventien extra dagen in het ziekenhuis blij ven. De kosten van een infectie worden geschat op 900 tot 19.900 euro. De uitgaven voor het registratiesysteem zijn la ger dan de kosten die ermee kunnen worden voorkomen. Het bespaart dus niet alleen leed voor de patiënt, maar ook geld. ANP EDE - De patiëntenorganisatie Whiplash Stichting Neder land (WSN) gaat een expertise- enreïntegratiebedrijf oprich ten voor whiplashpatiënten. Het ziekteverzuim van mensen die door een verkeersongeval een whiplash krijgen, kost tus sen de 66 en 86 miljoen euro per jaar. Naar schatting krijgen jaarlijks 30.000 mensen klachten die voortvloeien uit whip lash. Volgens schattingen blijven elk jaar 12.000 mensen met klachten door de aandoening samen in totaal 714 .000 dagen van hun werk thuis. Het is volgens wetenschapster J. van Cas teren van groot belang dat ze goede begeleiding krijgen bij de hervatting van werk. Het nieuwe expertisebedrijf Whiplash Instituut Nederland (WIN) moet daar aan bijdragen. Het zal zich onder meer bezig houden met de medische beoordelin gen, het geven van belastbaarheidstrainingen en arbeidsrein- tegratie. ANP door Max Steenberghe GELDROP - In het Sint-Anna- zickenhuis in Geldrop wordt met een nieuwe methode ge werkt om spataderen weg te ha len. De techniek, TriVex, komt uit Amerika en levert vooral veel tijdwinst. Negen van de twintig proefoperaties hebben inmiddels plaatsgevonden, na evaluatie in december is het aan de zorgverzekeraars of de Tri- Vex-methode in het basispak ket komt. Met de methode worden spat aderen door de huid zichtbaar omdat er een klein lampje wordt ingebracht. De aangetaste bloedvaten kunnen dan een voudig, sneller en beter worden weggehaald. Ook zijn er minder incisies nodig. De Geldropse TriVex-operaties zijn een pri meur voor Nederland en worden uitgevoerd door vaatchirurg dr. F. van der Linden. Het is duur der, maar wel bijna twee keer zo snel als het gebruikelijke weg krabben. Spataderen leveren veel ongerief en kunnen tot ern stige complicaties leiden. Vol gens cijfers zou een kwart van alle vrouwen en 15% van de mannen in Nederland klachten hebben die samenhangen met spataderen. Spataderen zijn op zich niet zo heel erg. Ze zijn lelijk en lastig. Kunnen steeds meer pijn gaan doen, geven onrust in de nacht en het ziet er niet uit. Maar er mee doorlopen wordt sterk af geraden. Uiteindelijk kan het uitmonden in een open been, en dat doet veel pijn en is gevaar lijk. Spataderen zijn soms eenvou dig tegen te gaan: de bekende steun kousen van oma. Anders moet er geopereerd worden. Af hankelijk van de ader gebeurt dat op verschillende manieren, tot lasertechniek (bij kleintjes) en vriesmethodes (bij hele grote) toe. Waar chirurgen als dr. Fred van der Linden van het St. Anna het meest mee in hun maag zitten, zijn de zo vaak voorkomende clusters (trosjes) net onder de knie. Die krabben ze voorzich tig weg door vele kleine sneetjes te maken waar ze dan met hun krabbertjes inkunnen. Het werkt wel, maar niet optimaal: de doktoren zien niet echt wat ze doen. Soms halen ze te weinig weg, soms te veel en de patiënt zit met veel wondjes. Opeten Alles kan altijd beter en dat we ten ze het best in Amerika. Het bedrijf Smith&Nephew, ma kers van medische instrumen ten, blijft bezig. Productmana ger Hans Lambrechts: „En naast doorontwikkelen en ver beteren, proberen we anders te kijken. Nieuwe dingen te doen. Technieken uit andere takken van sport toepassen." De vaatchirurgen zitten met twee problemen: ze zien niet wat ze doen en ze moeten mate riaal (de bloedvaten) weghalen. De oplossingen: als je iets niet ziet, moet je het licht aandoen. En als je iets kwijtwilt, moet je het opeten. Smith&Nephew combineerde die dingen in de TriVex-techniek. Het werkt zo simpel dat, zo grapt Van der Linden, hij het ei genlijk niet eens wil laten zien. In plaats van veel snijden maakt hij twee gaatjes in de huid, waar twee buisjes ingaan. Het Ei van Columbus zit in het eerste buis je: een lampje. Koud xenon- licht. Dat schijnt door de huid heen en laat de spataderen als dikke zwarte wormen zien, die even later duidelijk zichtbaar in het andere buisje verdwijnen. Bijna. Nog twee hechtingen, nog eentje, en ja. Klaar is kees. Een blik op de klok, wat gekrab bel op een formulier en een te vreden lach. Mevrouw moest aan twee benen geholpen wor den, waarvan het eerste al vijf kwartier werk zou zijn. Maar het hele karwei, twee benen, is nu in exact 28 minuten ge klaard. Het is niet meer dan: snipsnip, twee sneetjes, hophop de buisjes erin, licht uit, spot aan, wat wriemelen, wat wroe ten, een uitvoerige nacontrole ('Hebben we alles?'), dichtnaai en ('Twee pleistertjes zouden ook voldoende zijn') en klaar. De pluspunten zijn snel op rij gezet. Van der Linden telt ze af op zijn vingers. „We zien wat we doen. Veel minder littekens. Veel minder (kans op) bijko mende schade. Betere verdo ving dus veel minder pijn. Het is minder invasief en toch veel ra dicaler (met minder snijden meer weghalen). Minder nabe handeling. Een makkelijke pro cedure: see one, do one zeggen ze in de States. En de snelheid, in Duitsland en de VS werken ze haast met lopendeband-syste- men en dan gaat het echt twee keer zo snel." Twee handen met voordelen. En nadelen? Van der Linden weet er twee. De patiënt heeft veel bloeduitstortingen, maar die zijn binnen enkele weken weg." Het tweede nadeel laat zich ra den: het prijskaartje. Het lijken breipennen, maar ze zijn com putergestuurd en moesten he lemaal ontwikkeld worden. An derzijds. als je zo snel kunt wer ken, maar zo kort hoeft bij te ko men en beter geholpen bent, ziet het totale kostenplaatje er heel anders uit. Het woord is dan aan de verzekeraars."GPD Vaatchirurg Van der Linden (rechts) met de nieuwe apparatuur ter behandeling van spataders. foto TondeHond/GPD door Joke Castelein Anja is een vrolijk 15-jarig meisje. Ze is heel druk in de klas, heeft veel vrienden en zet graag de boel op stelten. Ze wordt vaak uit de les gestuurd. Ze rookt, gebruikt alcohol en misschien ook wel drugs. Haar schoolprestaties zijn beneden haar kunnen. Karei is een serieuze jongen van 18 jaar. Hij leert hard en heeft een goed stel hersens. Toch lijkt het hem moeite te kosten de aandacht bij de lessen te hou den. Hij heeft op school weinig vrienden. Als de leerlingbege leider met hem in gesprek gaat, begint hij te huilen. Hij kan er geen reden voor aangeven. Anja en Karei zijn twee leerlin gen, van twee verschillende scholen, met wie ik het afgelo penjaar in gesprek ben geweest. Hun school maakte zich zorgen en meldde hen aan bij het Soci aal Medisch Team. Dit team, be staande uit een maatschappe lijk werkende en een jeugdarts, adviseert de school en onder steunt leerlingen met psycho sociale problemen. Ongelukkig Op het oog heel verschillend, hadden beide leerlingen toch iets gemeenschappelijks. Dit bleek tijdens de gesprekken die ik met ze had. Beiden gaven aan ongelukkig te zijn en denken er wel eens aan hoeveel opluchting het zou geven als ze er niet meer zouden zijn. Zelfdoding, een paar feiten: zelfdoding is, na overlijden door verkeersongevallen, de tweede doodsoorzaak bij jonge ren; depressiviteit is één van de be langrijkste oorzaken van suï cidaal gedrag onder jongeren; depressiviteit komt onder jon geren tussen 12 en 18 jaar vaak voor (jaarlijks 3-8 procent); depressiviteit onder jongeren uit zich anders dan bij andere leeftijdscategorieën. Dit heeft te maken met hun ontwikke lingsfase: juist in de periode dat ze onafhankelijk willen zijn, hebben ze hulp nodig; depressiviteit wordt (daar door) in 7 5 procent van de ge vallen niet herkend bij jonge ren; een depressie is vaak goed te behandelen. Kwelling Anja gedraagt zich heel anders dan ze zich voelt. Het lijkt wel alsof ze haar gevoelens over schreeuwt. Op school jaagt ze de leerkrachten tegen zich in het harnas, thuis zijn haar ouders boos als ze er achter komen dat ze stiekem rookt en drinkt. Het gevolg is dat ze zich steeds rotter gaat voelen. Ze krijgt het idee dat ze niet goed genoeg is, dat ze tekort schiet. Ze vindt het leven een kwelling en ziet geen oplos sing. Het moet stoppen, ze is een ander alleen maar tot last. Als enige manier ziet zij de dood. Haar echte wens is niet de dood, maar een oplossing van het pro bleem. Karei voelt zich leeg. Hij vindt zichzelf niets waard, 's Avonds zit hij thuis met zijn boeken open, maar hij doet niets. Hij slaapt slecht. Hij kan het niet opbrengen om te gaan sporten. Hij is moe en geniet nergens meer van. Zijn rappoi't valt te gen. Hij heeft het idee zijn ou ders tot last te zijn. Hij wil dat het stopt. Was hij maar dood. Wat zij beiden willen is een eind maken aan hun probleem, niet aan hun leven. Gelukkig zijn Anja en Karei door hun school gesignaleerd en doorverwezen en waren zij be reid om te praten over wat ze voelden. Daardoor stelden ze de omgeving in staat om ze te hel pen, om ze duidelijk te maken dat ze er niet alleen voor ston den. Samen met Anja en Karei kan nu gekeken worden welke andere oplossingen er zijn. Zelfdoding is helaas niet altijd te voorkomen, maar het tijdig herkennen en oppakken van signalen kan daartoe in ieder geval een bijdrage leveren. De namen in dit artikel zijn om privacyredenen veranderd. Joke Castelein is jeugdarts bij de GGD Zeeland en lid van het Sociaal Medisch Team. Tele foonnummer 0113-249400. In ternet: www.ggdzeeland.nl door Cees van Hoore LEIDEN - Lekker zuipen en daar dan deskundige in wor den. Dat is, oneerbiedig ge zegd, Frits Grötzinger gelukt. Zo'n vijfentwintig jaar gele den, na een kliniekopname, koos deze Hagenaar, die bij de daklozen even bekend is als bij de hofstedelijke penose, voor een droog leven. Binnenkort neemt hij als een van de be kendste Nederlandse 'erva ringsdeskundigen' afscheid bij het Centrum voor Alcohol en Drugs in Leiden. „Ik heb het destijds als een schok ervaren dat de directeur van de Jellinekkliniek open lijk verklaarde dat hij weer ging drinken. Die man had een voorbeeldfunctie. Zat-ie voor de televisie te lullen over een fijne Bourgogne die hij met de bisschop had gedronken. Wat moet je daarmee? Dan denk je toch: zo, zo, jongens, de kome dianten trekken voorbij." Grötzinger werd tussen de drank geboren. „Mijn ouders hadden een café aan de Am- munitiehaven in Den Haag. Later zijn mijn ouders een tent in de Kazernestraat begonnen. De Luifel. Dat was in de oor log. Als de sirenes op het dak van Hotel Des Indes begonnen te loeien, kwam ik uit mijn bedje. Zag ik al die temeiers en die kerels zitten zuipen en la chen. Hatsekee, jongens, schenk de kelken maar weer vol. Toen al sprak die wereld mij aan. Mijn moeder deed al les. Mijn vader had een we reldleven. Samen met de ande re kasteleins naar de Haagse dierentuin om naar het boksen te kijken. Een happie d'r bij. Maar hij is als alcoholist ge ëindigd. Ik heb hem nog opge zocht. Hij woonde op een klein kamertje, helemaal potjelos. Hij is de zee in gelopen. Een ongeluk? Weet jij veel? Mis- sctoen heeft ie-gedacht: ha, daar is het schuimende bier. Frits Grötzinger wurgt zij n zo veelste slok Spa Rood weg. Zijn bewegingen zijn opval lend energiek. Af en toe, bij voorbeeld als hij een vecht partij met Engelse zeelui in Durban wil illustreren, slaat hij kort met zijn beringde vuist in de palm van zijn linker- Frits Grötzinger, scheidend ervaringsdeskundige bij het Cen trum voor Alcohol en Drugs in Leiden: „Er is een categorie men sen die nooit van de drank kan afblijven." foto Taco van der Eb/GPD hand. Klets! „Ik zat toen op de Holland-Afrikalijn als bell boy, later als steward. Mocht ik met de stokers en de boots mannen mee naar een of ande re bar. Echt van die grote gas ten waren dat. Ik was een dwerg. Ik heb jongens gekend, die hadden aan elke vinger een lijk hangen, maar voor mij wa ren het moordgasten. Ik was geen echte zeeman. Al snel zag ik dat ik de horeca in moest. Ik heb het tot oberkelner ge bracht. En maar zuipen, zui pen, zuipen. Voor ik naar het werk ging had ik al een fles sherry in mijn trut. Ik functio neerde prima. Maakte de bal- lesjans aan de tafels. Tourne- dos Stroganoff. Flamberen met wodka. En de rest van de wodka in de jus d'orange en kolken maar. Prachtige tijden. Je voelde je de koopman. Mijn bloeitijd. Maar het was een giftige bloei. Bekeuringen, aanrijdingen, ik heb tegen het verkeer in gereden. Als ik er ergens niet meer binnen mocht, kankerstraalde ik zo een asbak door de ruiten. Tja." Geschrokken „Op een dag zeg ik tegen mijn vrouw Christien: 'Nog effe een borreltje voor we aan tafel gaan. Nog eentje.' Normaal ging ze altijd de strijd met me aan, maar op die dag zette ze de fles voor me neer. 'Doe maar', zegt ze, 'drink maar. Het maakt niet uit.' Toen ben ik enorm geschrokken. Toen drong het tot me door." „Het was in die tijd heel erg met me. Ik kon niet meer uit een glas drinken. Dat redde ik niet meer. Alleen nog uit de fles. Je werd temmes. Ik her kende mezelf niet. Als ik in een café zat en er was een vent in de buurt, dan zei ik: 'Is dat uw au to die buiten staat, meneer?' En als-ie dan even niet keek, bracht ik met mijn trillende klauwen vlug die fles naar mijn mond en zoop hem in een keer leeg. En dan ging het weer een beetje. Piet, een kok met wie ik bevriend was, had al eens tegen me gezegd: als je van de drank af wilt, bel me. Hij heeft een opname voor me geregeld in de Zeestraat in Den Haag. Het kon me niet verrotten, al moest ik naar de Veluwe. Ik wilde d'r vanaf. Daar is het begonnen. Ik was zo maf toen. We moesten als opdracht een huis tekenen. Ik tekende de deur bovenin het huis. Ze lachten zich gek." „Vanaf die tijd heb ik geen druppel meer gedronken. Ik ben in een nazorggroep gegaan die onder leiding stond van Carel Stegwey, een grote man in onze kringenAls je in de na righeid zat, kon je hem altijd bellen. Als je maar niet zoop. Talloze mensen hebben hun le ven aan hem te danken. Toen- ie ermee ophield is-ie jammer genoeg weer gaan drinken. Op mijn beurt stond ik toen voor hem klaar, samen met een gab ber van me. We hebben aan zijn sterfbed gezeten." ,In de twintig j a ar dat i k nu bij Parnassia in Leiden heb ge werkt, heb ik van alles de re vue zien passeren. Ik werkte met Roelie Hetj es, een psycho therapeute met wie ik kon le zen en schrijvenEr is een cate gorie mensen die nooit van de drank kan afblijven. Als je al coholisten de les gaat lezen, red je het nooit. Als ze weer willen gaan drinken, zeg ik: 'Ja, jöh, moetje doen. Ga maar weer lekker. Niks aan de hand toch.' Je moet er altijd zijn voor die gasten, maar niet gaan stx-ijden. Dat is ook de fout die de meeste partners maken. Ik heb samen met Roe lie een partnergroep geleid. Er was een vrouw bij die altijd achter haar man de tx-ap op liep als-ie lazerus was. Om te zoi'gen dat hij niet viel. 'Waar om doe je dat?', zei ik. 'Ga nou eens gewoon voor hem lopen. Je moet hem niet beschermen.' Dat heeft ze gedaan. En ja, hoor, daar ging-ie. O, o, ik val, ik val! Mooi laten vallen. Dan komt-ie d'r wel achter. Kijk, voor die alcoholisten wordt van alles gedaan. Dokter, psy chotherapeut, ze komen in een gespreid bedje. Maar voor die partners is er niks." Korsakov „Ik heb verschrikkelijk veel verkeerd gedaan in mijn leven. Maar ik ben ermee gestopt. Dat betekent niet dat ik mijn streken kwijt ben. Iedereen heeft streken. Pas ben ik naar een instelling geweest waar Korsakov-patiënten zitten. Dat heeft grote indruk op me gemaakt. Ik zit met zo'n jon gen te praten en plotseling zegt-ie: 'Meneer, heb ik nu net zitten eten of niet?' Dan loop je aan de rand van de hel. Dat had mij ook kunnen gebeuren. Maar spijt van mijn leven heb ik niet Ik ben nu zeven tien tjes. Dan kun je wel een paar suède schoentjes aantrekken en knap in de klof zitten, maar de never-come-back-box wacht. Ik zit in de reservetijd en pluk de dag." GPD door Marieke van Schie Ongeduldig trekt mevrouw Abessou haar dochtertje naar binnen. „Fatima, komen!" Haar moeder zakt neer in een stoel aan mijn bux*eau. Ze ziet er moe en mager uit. Ik ken haar al jaren. Ze heeft twee dochters, de oudste, Mariam, is zes jaar, uit een eerdei'e relatie. De vader van Mariam is er niet meer. Ik ben er nooit achter gekomen waar hij heen gegaan is. Toen mevrouw Abessou van haar huidige echtgenoot het aanbod kreeg om met hem te trouwen dacht ze niet lang na. Het was een uitkomst voor haar, ze was ook snel in verwachting. Stralend heb ik haar nooit ge zien, ze moest hard werken voor de kost - haar man was werk loos. Ik merkte aan haar handen dat ze veel water gebruikte in haar werk, steeds eczeem, en vervellende handen. De Nedex-- landse taal was ze niet machtig in die tijd, dus deden we alles met handen en voeten, en dan kom je ook ver. Later bleek ze in een wasserij te werken. Zwaar wei'k, wassen en mangelen, met haar dikke buik. Mariam bleef bij een vriendin, haar man zat in het koffiehuis. Blauwe plekken Toen Fatima geboren was leek het even beter te gaan. Maar al snel kon haar vader het gehuil niet aan. Moeder kwam steeds met haar op het spreekuur, al tijd verkouden, ooxpijn, huilen midden in de nacht. Zelf zag ze er ook niet best uit: hard wei'ken met twee jonge kinderen en een man die geen hand uitsteekt, eist zijn tol. Wat ik vreesde kwam uit, Mariam had regel matig blauwe plekken, vaders handen zaten los. Mevrouw Abessou ging in de zomer naar haar ouders en liet haar doch- ters achter, zo had ze haar han den vrij om te werken en geld te verdienen. Haar man raakte aan de drugs en dronk alcohol. Offi cieel liet zijn geloof dat niet toe, maar alles groeide hem boven het hoofd. In zijn onmacht werd hij agressief, zijn vrouw dook onder bij een vriendin. In die tijd zag ik haar niet. Ze was als de dood dat ze hem bij mij in de wachtkamer zou tegenkomen. Maar nu is ze terug en dan rijst de vraag wat haar de moed gaf om te komen? Als ik haar vraag waar haar man is, haalt ze een dikke stapel papieren te voor schijn. „Lezen, politie!", zegt ze. Ik neem het pak papier in vo gelvlucht door. Terwijl ik er stukken uit lees, gebaart ze wat er gebeurd is. „Keel dicht", wijst ze terwijl ze haar hand om haar keel klemt. „En allemaal bloed!" Ze laat geelbruine plek ken op de armen en benen zien. Bloeduitstortingen, die aan het wegtrekken zijn. „Mariam ook geslagenMariam is verdiept in haar spel, lijkt niets te horen Ik vraag mijn assistente de pa pieren te kopiëren, om ze straks rustig door te kunnen lezen. De wachtkamer zit vol, mevrouw Abessou is een van de eersten vandaag. Ze heeft pijn, wil graag pillen. Handen en voeten completeren het verhaal. Mari am heeft ook nog plekken op haar lichaam die hun eigen taal spreken. Machteloos Ik ben sprakeloos en machte loos. Tranen vergieten moeder en dochter niet meer, daarvoor is te veel gebeurd. De politie heeft hun man en vader over meesterd en ingerekend, op ver denking van mishandeling, en wacht in een nabije stad zijn rechtspraak af. „Ik kan ook niet slapen", zegt mevrouw Abessou weer. Dat kan ik me indenken, ik geef haar een paar tabletjes, en zalf voor Mariam. Tevens laat ik haar bij de assistente een nieu we afspraak maken voor de vol gende week. „Dank je wel", zegt ze zacht, terwijl ze vertrekt. Ik realiseer me hoe Mariam al geterroiiseerd is in haar jonge leven. Haar moeder heeft haar leven te danken aan haar oudste dochter, die de buren heeft ge haald, toen haar vader door het dolle heen was. Het is gelukkig zo afgelopen dat er geen doden zijn gevallen. Maar het zal een tijd duren voordat dit gezin weer vaste grond onder zij n voe ten heeft. Mishandeling maakt machteloos. De taalbarrière maakt het me moeilijk om alle achtergrondinformatie te ach terhalen. Voorlopig ben ik blij dat ze de weg naar de praktijk terug gevonden heeft. Haar man moet een andere huisarts gaan zoeken als hij vrij komt. En voor mevrouw Abessou en haar twee kinderen ga ik proberen des kundige hulp in te schakelen, die hen leert leven met het trauma dat zij moeten verwer ken. GPD Marieke van Schie is huisarts.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 7