Licht uit, spot aan en spat weg
Frits Grötzinger dronk
zich de hulpverlening in
Hoe verwerk je
mishandeling?
Zelfdoding is niet
altijd te voorkomen
Nieuwe methode om spataderen te verwijderen Campagne wijst op longkanker
Baby's met flesvoeding vaker ziek
Kans op infectie gedaald
Bedrijf voor whiplashpatiënten
dinsdag 5 november 2002
RIJSWIJK - De Global Lung Cancer Coalition (GLCC) be
gint een campagne om mensen bewust te maken van de
symptomen van longkanker. Een greep uit de symptomen
op www.lungcancercoalition.com: aanhoudend hoesten,
kort van adem zijn, bloed opgeven, pijn op de borst, ver
moeidheid, terugkerende bronchitis of longontsteking, ver
lies van eetlust en gewicht, gezwollen gezicht, nek of vinger
topjes.
Vroegtijdige ontdekking vergroot de kans op succes bij een
behandeling. Elke halve minuut sterft ergens in de wereld ie
mand aan longkanker. Circa 40 procent van de mensen die in
hun tienerjaren begonnen zijn met roken, haalt zijn pensioen
niet door een ziekte die is gerelateerd aan tabaksgebruik
ANP
DEN HAAG - TNO vindt dat flesvoeding voor zuigelingen
moet worden voorzien van de waarschuwing: 'Het geven van
flesvoeding vormt een gezondheidsrisico'. „Het is bewezen
dat baby's die geen borstvoeding hebben gehad, vaker ziek
zijn", zegt kinderarts Van Wouwe van TNO Preventie en Ge
zondheid.
Nutricia, producent van zuigelingenvoeding, voelt niets voor
de waarschuwing. „Wij vermelden op de verpakking dat
borstvoeding het beste is voor eén baby. Maar het alternatief
kan levensreddend zijn als borstvoeding niet mogelijk is", al
dus een woordvoerster. GPD
UTRECHT - Het systeem van registratie en evaluatie van
wondinfecties na een operatie vermindert het risico op infec
ties. Vijf jaar na het begin van de vrijwillige registratie was de
kans op infecties met 57 procent afgenomen.
Dat blijkt uit een proefschrift van E. Geubbels van het Rijks
instituut voor Volksgezondheid en Milieu. Het registratiesys
teem Prezies (preventie van ziekenhuisinfecties door surveil
lance) brengt in kaart welke patiënten infecties oplopen en
het laat ziekenhuizen hun ervaringen met preventie uitwisse
len.
Door een wondinfeetie moeten patiënten na een operatie ge
middeld zes tot zeventien extra dagen in het ziekenhuis blij
ven. De kosten van een infectie worden geschat op 900 tot
19.900 euro. De uitgaven voor het registratiesysteem zijn la
ger dan de kosten die ermee kunnen worden voorkomen. Het
bespaart dus niet alleen leed voor de patiënt, maar ook geld.
ANP
EDE - De patiëntenorganisatie Whiplash Stichting Neder
land (WSN) gaat een expertise- enreïntegratiebedrijf oprich
ten voor whiplashpatiënten. Het ziekteverzuim van mensen
die door een verkeersongeval een whiplash krijgen, kost tus
sen de 66 en 86 miljoen euro per jaar. Naar schatting krijgen
jaarlijks 30.000 mensen klachten die voortvloeien uit whip
lash.
Volgens schattingen blijven elk jaar 12.000 mensen met
klachten door de aandoening samen in totaal 714 .000 dagen
van hun werk thuis. Het is volgens wetenschapster J. van Cas
teren van groot belang dat ze goede begeleiding krijgen bij de
hervatting van werk. Het nieuwe expertisebedrijf Whiplash
Instituut Nederland (WIN) moet daar aan bijdragen. Het zal
zich onder meer bezig houden met de medische beoordelin
gen, het geven van belastbaarheidstrainingen en arbeidsrein-
tegratie. ANP
door Max Steenberghe
GELDROP - In het Sint-Anna-
zickenhuis in Geldrop wordt
met een nieuwe methode ge
werkt om spataderen weg te ha
len. De techniek, TriVex, komt
uit Amerika en levert vooral
veel tijdwinst. Negen van de
twintig proefoperaties hebben
inmiddels plaatsgevonden, na
evaluatie in december is het aan
de zorgverzekeraars of de Tri-
Vex-methode in het basispak
ket komt.
Met de methode worden spat
aderen door de huid zichtbaar
omdat er een klein lampje wordt
ingebracht. De aangetaste
bloedvaten kunnen dan een
voudig, sneller en beter worden
weggehaald. Ook zijn er minder
incisies nodig. De Geldropse
TriVex-operaties zijn een pri
meur voor Nederland en worden
uitgevoerd door vaatchirurg dr.
F. van der Linden. Het is duur
der, maar wel bijna twee keer zo
snel als het gebruikelijke weg
krabben. Spataderen leveren
veel ongerief en kunnen tot ern
stige complicaties leiden. Vol
gens cijfers zou een kwart van
alle vrouwen en 15% van de
mannen in Nederland klachten
hebben die samenhangen met
spataderen.
Spataderen zijn op zich niet zo
heel erg. Ze zijn lelijk en lastig.
Kunnen steeds meer pijn gaan
doen, geven onrust in de nacht
en het ziet er niet uit. Maar er
mee doorlopen wordt sterk af
geraden. Uiteindelijk kan het
uitmonden in een open been, en
dat doet veel pijn en is gevaar
lijk.
Spataderen zijn soms eenvou
dig tegen te gaan: de bekende
steun kousen van oma. Anders
moet er geopereerd worden. Af
hankelijk van de ader gebeurt
dat op verschillende manieren,
tot lasertechniek (bij kleintjes)
en vriesmethodes (bij hele grote)
toe.
Waar chirurgen als dr. Fred van
der Linden van het St. Anna het
meest mee in hun maag zitten,
zijn de zo vaak voorkomende
clusters (trosjes) net onder de
knie. Die krabben ze voorzich
tig weg door vele kleine sneetjes
te maken waar ze dan met hun
krabbertjes inkunnen. Het
werkt wel, maar niet optimaal:
de doktoren zien niet echt wat ze
doen. Soms halen ze te weinig
weg, soms te veel en de patiënt
zit met veel wondjes.
Opeten
Alles kan altijd beter en dat we
ten ze het best in Amerika. Het
bedrijf Smith&Nephew, ma
kers van medische instrumen
ten, blijft bezig. Productmana
ger Hans Lambrechts: „En
naast doorontwikkelen en ver
beteren, proberen we anders te
kijken. Nieuwe dingen te doen.
Technieken uit andere takken
van sport toepassen."
De vaatchirurgen zitten met
twee problemen: ze zien niet
wat ze doen en ze moeten mate
riaal (de bloedvaten) weghalen.
De oplossingen: als je iets niet
ziet, moet je het licht aandoen.
En als je iets kwijtwilt, moet je
het opeten. Smith&Nephew
combineerde die dingen in de
TriVex-techniek.
Het werkt zo simpel dat, zo
grapt Van der Linden, hij het ei
genlijk niet eens wil laten zien.
In plaats van veel snijden maakt
hij twee gaatjes in de huid, waar
twee buisjes ingaan. Het Ei van
Columbus zit in het eerste buis
je: een lampje. Koud xenon-
licht. Dat schijnt door de huid
heen en laat de spataderen als
dikke zwarte wormen zien, die
even later duidelijk zichtbaar in
het andere buisje verdwijnen.
Bijna. Nog twee hechtingen,
nog eentje, en ja. Klaar is kees.
Een blik op de klok, wat gekrab
bel op een formulier en een te
vreden lach. Mevrouw moest
aan twee benen geholpen wor
den, waarvan het eerste al vijf
kwartier werk zou zijn. Maar
het hele karwei, twee benen, is
nu in exact 28 minuten ge
klaard. Het is niet meer dan:
snipsnip, twee sneetjes, hophop
de buisjes erin, licht uit, spot
aan, wat wriemelen, wat wroe
ten, een uitvoerige nacontrole
('Hebben we alles?'), dichtnaai
en ('Twee pleistertjes zouden
ook voldoende zijn') en klaar.
De pluspunten zijn snel op rij
gezet. Van der Linden telt ze af
op zijn vingers. „We zien wat we
doen. Veel minder littekens.
Veel minder (kans op) bijko
mende schade. Betere verdo
ving dus veel minder pijn. Het is
minder invasief en toch veel ra
dicaler (met minder snijden
meer weghalen). Minder nabe
handeling. Een makkelijke pro
cedure: see one, do one zeggen ze
in de States. En de snelheid, in
Duitsland en de VS werken ze
haast met lopendeband-syste-
men en dan gaat het echt twee
keer zo snel."
Twee handen met voordelen. En
nadelen? Van der Linden weet er
twee. De patiënt heeft veel
bloeduitstortingen, maar die
zijn binnen enkele weken weg."
Het tweede nadeel laat zich ra
den: het prijskaartje. Het lijken
breipennen, maar ze zijn com
putergestuurd en moesten he
lemaal ontwikkeld worden. An
derzijds. als je zo snel kunt wer
ken, maar zo kort hoeft bij te ko
men en beter geholpen bent, ziet
het totale kostenplaatje er heel
anders uit. Het woord is dan aan
de verzekeraars."GPD
Vaatchirurg Van der Linden (rechts) met de nieuwe apparatuur ter behandeling van spataders. foto TondeHond/GPD
door Joke Castelein
Anja is een vrolijk 15-jarig
meisje. Ze is heel druk in de
klas, heeft veel vrienden en zet
graag de boel op stelten. Ze
wordt vaak uit de les gestuurd.
Ze rookt, gebruikt alcohol en
misschien ook wel drugs. Haar
schoolprestaties zijn beneden
haar kunnen.
Karei is een serieuze jongen van
18 jaar. Hij leert hard en heeft
een goed stel hersens. Toch lijkt
het hem moeite te kosten de
aandacht bij de lessen te hou
den. Hij heeft op school weinig
vrienden. Als de leerlingbege
leider met hem in gesprek gaat,
begint hij te huilen. Hij kan er
geen reden voor aangeven.
Anja en Karei zijn twee leerlin
gen, van twee verschillende
scholen, met wie ik het afgelo
penjaar in gesprek ben geweest.
Hun school maakte zich zorgen
en meldde hen aan bij het Soci
aal Medisch Team. Dit team, be
staande uit een maatschappe
lijk werkende en een jeugdarts,
adviseert de school en onder
steunt leerlingen met psycho
sociale problemen.
Ongelukkig
Op het oog heel verschillend,
hadden beide leerlingen toch
iets gemeenschappelijks. Dit
bleek tijdens de gesprekken die
ik met ze had. Beiden gaven aan
ongelukkig te zijn en denken er
wel eens aan hoeveel opluchting
het zou geven als ze er niet meer
zouden zijn.
Zelfdoding, een paar feiten:
zelfdoding is, na overlijden
door verkeersongevallen, de
tweede doodsoorzaak bij jonge
ren;
depressiviteit is één van de be
langrijkste oorzaken van suï
cidaal gedrag onder jongeren;
depressiviteit komt onder jon
geren tussen 12 en 18 jaar vaak
voor (jaarlijks 3-8 procent);
depressiviteit onder jongeren
uit zich anders dan bij andere
leeftijdscategorieën. Dit heeft
te maken met hun ontwikke
lingsfase: juist in de periode dat
ze onafhankelijk willen zijn,
hebben ze hulp nodig;
depressiviteit wordt (daar
door) in 7 5 procent van de ge
vallen niet herkend bij jonge
ren;
een depressie is vaak goed te
behandelen.
Kwelling
Anja gedraagt zich heel anders
dan ze zich voelt. Het lijkt wel
alsof ze haar gevoelens over
schreeuwt. Op school jaagt ze de
leerkrachten tegen zich in het
harnas, thuis zijn haar ouders
boos als ze er achter komen dat
ze stiekem rookt en drinkt. Het
gevolg is dat ze zich steeds rotter
gaat voelen. Ze krijgt het idee
dat ze niet goed genoeg is, dat ze
tekort schiet. Ze vindt het leven
een kwelling en ziet geen oplos
sing. Het moet stoppen, ze is een
ander alleen maar tot last. Als
enige manier ziet zij de dood.
Haar echte wens is niet de dood,
maar een oplossing van het pro
bleem.
Karei voelt zich leeg. Hij vindt
zichzelf niets waard, 's Avonds
zit hij thuis met zijn boeken
open, maar hij doet niets. Hij
slaapt slecht. Hij kan het niet
opbrengen om te gaan sporten.
Hij is moe en geniet nergens
meer van. Zijn rappoi't valt te
gen. Hij heeft het idee zijn ou
ders tot last te zijn. Hij wil dat
het stopt. Was hij maar dood.
Wat zij beiden willen is een eind
maken aan hun probleem, niet
aan hun leven.
Gelukkig zijn Anja en Karei
door hun school gesignaleerd en
doorverwezen en waren zij be
reid om te praten over wat ze
voelden. Daardoor stelden ze de
omgeving in staat om ze te hel
pen, om ze duidelijk te maken
dat ze er niet alleen voor ston
den. Samen met Anja en Karei
kan nu gekeken worden welke
andere oplossingen er zijn.
Zelfdoding is helaas niet altijd
te voorkomen, maar het tijdig
herkennen en oppakken van
signalen kan daartoe in ieder
geval een bijdrage leveren.
De namen in dit artikel zijn om
privacyredenen veranderd.
Joke Castelein is jeugdarts bij
de GGD Zeeland en lid van het
Sociaal Medisch Team. Tele
foonnummer 0113-249400. In
ternet: www.ggdzeeland.nl
door Cees van Hoore
LEIDEN - Lekker zuipen en
daar dan deskundige in wor
den. Dat is, oneerbiedig ge
zegd, Frits Grötzinger gelukt.
Zo'n vijfentwintig jaar gele
den, na een kliniekopname,
koos deze Hagenaar, die bij de
daklozen even bekend is als bij
de hofstedelijke penose, voor
een droog leven. Binnenkort
neemt hij als een van de be
kendste Nederlandse 'erva
ringsdeskundigen' afscheid
bij het Centrum voor Alcohol
en Drugs in Leiden.
„Ik heb het destijds als een
schok ervaren dat de directeur
van de Jellinekkliniek open
lijk verklaarde dat hij weer
ging drinken. Die man had een
voorbeeldfunctie. Zat-ie voor
de televisie te lullen over een
fijne Bourgogne die hij met de
bisschop had gedronken. Wat
moet je daarmee? Dan denk je
toch: zo, zo, jongens, de kome
dianten trekken voorbij."
Grötzinger werd tussen de
drank geboren. „Mijn ouders
hadden een café aan de Am-
munitiehaven in Den Haag.
Later zijn mijn ouders een tent
in de Kazernestraat begonnen.
De Luifel. Dat was in de oor
log. Als de sirenes op het dak
van Hotel Des Indes begonnen
te loeien, kwam ik uit mijn
bedje. Zag ik al die temeiers en
die kerels zitten zuipen en la
chen. Hatsekee, jongens,
schenk de kelken maar weer
vol. Toen al sprak die wereld
mij aan. Mijn moeder deed al
les. Mijn vader had een we
reldleven. Samen met de ande
re kasteleins naar de Haagse
dierentuin om naar het boksen
te kijken. Een happie d'r bij.
Maar hij is als alcoholist ge
ëindigd. Ik heb hem nog opge
zocht. Hij woonde op een klein
kamertje, helemaal potjelos.
Hij is de zee in gelopen. Een
ongeluk? Weet jij veel? Mis-
sctoen heeft ie-gedacht: ha,
daar is het schuimende bier.
Frits Grötzinger wurgt zij n zo
veelste slok Spa Rood weg.
Zijn bewegingen zijn opval
lend energiek. Af en toe, bij
voorbeeld als hij een vecht
partij met Engelse zeelui in
Durban wil illustreren, slaat
hij kort met zijn beringde vuist
in de palm van zijn linker-
Frits Grötzinger, scheidend ervaringsdeskundige bij het Cen
trum voor Alcohol en Drugs in Leiden: „Er is een categorie men
sen die nooit van de drank kan afblijven."
foto Taco van der Eb/GPD
hand. Klets! „Ik zat toen op de
Holland-Afrikalijn als bell
boy, later als steward. Mocht
ik met de stokers en de boots
mannen mee naar een of ande
re bar. Echt van die grote gas
ten waren dat. Ik was een
dwerg. Ik heb jongens gekend,
die hadden aan elke vinger een
lijk hangen, maar voor mij wa
ren het moordgasten. Ik was
geen echte zeeman. Al snel zag
ik dat ik de horeca in moest. Ik
heb het tot oberkelner ge
bracht. En maar zuipen, zui
pen, zuipen. Voor ik naar het
werk ging had ik al een fles
sherry in mijn trut. Ik functio
neerde prima. Maakte de bal-
lesjans aan de tafels. Tourne-
dos Stroganoff. Flamberen
met wodka. En de rest van de
wodka in de jus d'orange en
kolken maar. Prachtige tijden.
Je voelde je de koopman. Mijn
bloeitijd. Maar het was een
giftige bloei. Bekeuringen,
aanrijdingen, ik heb tegen het
verkeer in gereden. Als ik er
ergens niet meer binnen
mocht, kankerstraalde ik zo
een asbak door de ruiten. Tja."
Geschrokken
„Op een dag zeg ik tegen mijn
vrouw Christien: 'Nog effe een
borreltje voor we aan tafel
gaan. Nog eentje.' Normaal
ging ze altijd de strijd met me
aan, maar op die dag zette ze
de fles voor me neer. 'Doe
maar', zegt ze, 'drink maar.
Het maakt niet uit.' Toen ben
ik enorm geschrokken. Toen
drong het tot me door."
„Het was in die tijd heel erg
met me. Ik kon niet meer uit
een glas drinken. Dat redde ik
niet meer. Alleen nog uit de
fles. Je werd temmes. Ik her
kende mezelf niet. Als ik in een
café zat en er was een vent in de
buurt, dan zei ik: 'Is dat uw au
to die buiten staat, meneer?'
En als-ie dan even niet keek,
bracht ik met mijn trillende
klauwen vlug die fles naar
mijn mond en zoop hem in een
keer leeg. En dan ging het weer
een beetje. Piet, een kok met
wie ik bevriend was, had al
eens tegen me gezegd: als je
van de drank af wilt, bel me.
Hij heeft een opname voor me
geregeld in de Zeestraat in
Den Haag. Het kon me niet
verrotten, al moest ik naar de
Veluwe. Ik wilde d'r vanaf.
Daar is het begonnen. Ik was
zo maf toen. We moesten als
opdracht een huis tekenen. Ik
tekende de deur bovenin het
huis. Ze lachten zich gek."
„Vanaf die tijd heb ik geen
druppel meer gedronken. Ik
ben in een nazorggroep gegaan
die onder leiding stond van
Carel Stegwey, een grote man
in onze kringenAls je in de na
righeid zat, kon je hem altijd
bellen. Als je maar niet zoop.
Talloze mensen hebben hun le
ven aan hem te danken. Toen-
ie ermee ophield is-ie jammer
genoeg weer gaan drinken. Op
mijn beurt stond ik toen voor
hem klaar, samen met een gab
ber van me. We hebben aan
zijn sterfbed gezeten."
,In de twintig j a ar dat i k nu bij
Parnassia in Leiden heb ge
werkt, heb ik van alles de re
vue zien passeren. Ik werkte
met Roelie Hetj es, een psycho
therapeute met wie ik kon le
zen en schrijvenEr is een cate
gorie mensen die nooit van de
drank kan afblijven. Als je al
coholisten de les gaat lezen,
red je het nooit. Als ze weer
willen gaan drinken, zeg ik:
'Ja, jöh, moetje doen. Ga maar
weer lekker. Niks aan de hand
toch.' Je moet er altijd zijn
voor die gasten, maar niet
gaan stx-ijden. Dat is ook de
fout die de meeste partners
maken. Ik heb samen met Roe
lie een partnergroep geleid. Er
was een vrouw bij die altijd
achter haar man de tx-ap op
liep als-ie lazerus was. Om te
zoi'gen dat hij niet viel. 'Waar
om doe je dat?', zei ik. 'Ga nou
eens gewoon voor hem lopen.
Je moet hem niet beschermen.'
Dat heeft ze gedaan. En ja,
hoor, daar ging-ie. O, o, ik val,
ik val! Mooi laten vallen. Dan
komt-ie d'r wel achter. Kijk,
voor die alcoholisten wordt
van alles gedaan. Dokter, psy
chotherapeut, ze komen in een
gespreid bedje. Maar voor die
partners is er niks."
Korsakov
„Ik heb verschrikkelijk veel
verkeerd gedaan in mijn leven.
Maar ik ben ermee gestopt.
Dat betekent niet dat ik mijn
streken kwijt ben. Iedereen
heeft streken. Pas ben ik naar
een instelling geweest waar
Korsakov-patiënten zitten.
Dat heeft grote indruk op me
gemaakt. Ik zit met zo'n jon
gen te praten en plotseling
zegt-ie: 'Meneer, heb ik nu net
zitten eten of niet?' Dan loop je
aan de rand van de hel. Dat
had mij ook kunnen gebeuren.
Maar spijt van mijn leven heb
ik niet Ik ben nu zeven tien
tjes. Dan kun je wel een paar
suède schoentjes aantrekken
en knap in de klof zitten, maar
de never-come-back-box
wacht. Ik zit in de reservetijd
en pluk de dag." GPD
door Marieke van Schie
Ongeduldig trekt mevrouw
Abessou haar dochtertje
naar binnen. „Fatima, komen!"
Haar moeder zakt neer in een
stoel aan mijn bux*eau. Ze ziet er
moe en mager uit. Ik ken haar al
jaren. Ze heeft twee dochters, de
oudste, Mariam, is zes jaar, uit
een eerdei'e relatie. De vader
van Mariam is er niet meer. Ik
ben er nooit achter gekomen
waar hij heen gegaan is.
Toen mevrouw Abessou van
haar huidige echtgenoot het
aanbod kreeg om met hem te
trouwen dacht ze niet lang na.
Het was een uitkomst voor haar,
ze was ook snel in verwachting.
Stralend heb ik haar nooit ge
zien, ze moest hard werken voor
de kost - haar man was werk
loos. Ik merkte aan haar handen
dat ze veel water gebruikte in
haar werk, steeds eczeem, en
vervellende handen. De Nedex--
landse taal was ze niet machtig
in die tijd, dus deden we alles
met handen en voeten, en dan
kom je ook ver. Later bleek ze in
een wasserij te werken. Zwaar
wei'k, wassen en mangelen, met
haar dikke buik. Mariam bleef
bij een vriendin, haar man zat in
het koffiehuis.
Blauwe plekken
Toen Fatima geboren was leek
het even beter te gaan. Maar al
snel kon haar vader het gehuil
niet aan. Moeder kwam steeds
met haar op het spreekuur, al
tijd verkouden, ooxpijn, huilen
midden in de nacht. Zelf zag ze
er ook niet best uit: hard wei'ken
met twee jonge kinderen en een
man die geen hand uitsteekt,
eist zijn tol. Wat ik vreesde
kwam uit, Mariam had regel
matig blauwe plekken, vaders
handen zaten los. Mevrouw
Abessou ging in de zomer naar
haar ouders en liet haar doch-
ters achter, zo had ze haar han
den vrij om te werken en geld te
verdienen. Haar man raakte aan
de drugs en dronk alcohol. Offi
cieel liet zijn geloof dat niet toe,
maar alles groeide hem boven
het hoofd. In zijn onmacht werd
hij agressief, zijn vrouw dook
onder bij een vriendin. In die
tijd zag ik haar niet. Ze was als
de dood dat ze hem bij mij in de
wachtkamer zou tegenkomen.
Maar nu is ze terug en dan rijst
de vraag wat haar de moed gaf
om te komen? Als ik haar vraag
waar haar man is, haalt ze een
dikke stapel papieren te voor
schijn. „Lezen, politie!", zegt
ze. Ik neem het pak papier in vo
gelvlucht door. Terwijl ik er
stukken uit lees, gebaart ze
wat er gebeurd is. „Keel dicht",
wijst ze terwijl ze haar hand om
haar keel klemt. „En allemaal
bloed!" Ze laat geelbruine plek
ken op de armen en benen zien.
Bloeduitstortingen, die aan het
wegtrekken zijn. „Mariam ook
geslagenMariam is verdiept
in haar spel, lijkt niets te horen
Ik vraag mijn assistente de pa
pieren te kopiëren, om ze straks
rustig door te kunnen lezen. De
wachtkamer zit vol, mevrouw
Abessou is een van de eersten
vandaag. Ze heeft pijn, wil
graag pillen. Handen en voeten
completeren het verhaal. Mari
am heeft ook nog plekken op
haar lichaam die hun eigen taal
spreken.
Machteloos
Ik ben sprakeloos en machte
loos. Tranen vergieten moeder
en dochter niet meer, daarvoor
is te veel gebeurd. De politie
heeft hun man en vader over
meesterd en ingerekend, op ver
denking van mishandeling, en
wacht in een nabije stad zijn
rechtspraak af. „Ik kan ook niet
slapen", zegt mevrouw Abessou
weer. Dat kan ik me indenken, ik
geef haar een paar tabletjes, en
zalf voor Mariam. Tevens laat ik
haar bij de assistente een nieu
we afspraak maken voor de vol
gende week. „Dank je wel", zegt
ze zacht, terwijl ze vertrekt.
Ik realiseer me hoe Mariam al
geterroiiseerd is in haar jonge
leven. Haar moeder heeft haar
leven te danken aan haar oudste
dochter, die de buren heeft ge
haald, toen haar vader door het
dolle heen was. Het is gelukkig
zo afgelopen dat er geen doden
zijn gevallen. Maar het zal een
tijd duren voordat dit gezin
weer vaste grond onder zij n voe
ten heeft. Mishandeling maakt
machteloos. De taalbarrière
maakt het me moeilijk om alle
achtergrondinformatie te ach
terhalen. Voorlopig ben ik blij
dat ze de weg naar de praktijk
terug gevonden heeft. Haar man
moet een andere huisarts gaan
zoeken als hij vrij komt. En voor
mevrouw Abessou en haar twee
kinderen ga ik proberen des
kundige hulp in te schakelen,
die hen leert leven met het
trauma dat zij moeten verwer
ken. GPD
Marieke van Schie is huisarts.