Distel verdringt de meidoorn
Groede was al vroeg een bekende asielzoekersplaats
Controverses binnen
Rijkswaterstaat drukten
stempel op Deltaplan
Opknapbeurt
voor bloemdijken
f/
Nieuwe Raadkaart
dinsdag 5 november 2002
Het mooiste dijkenlandschap bevindt zich in de Zak van Zuid-Beveland, vooral in het voorjaar als onder andere het fluitenkruid bloeit.
foto Dirk-Jan Gjeltema
Het gaat niet goed met de
befaamde Zeeuwse
bloemdijken. Ze worden
nauwelijks meer begraasd
en daardoor verruigen ze.
Brandnetel, braam, distel,
riet en ruig gras overheersen
en verdringen bijzondere,
soms zeer zeldzame, soorten.
Als er niks aan gedaan
wordt, kwijnen de bloemdij
ken weg. De provincie werkt
al geruime tijd aan een actie
plan. De Stichting Land
schapsbeheer Zeeland (SLZ)
wacht dat niet af en is begon
nen met een reddingsopera
tie. In een periode van vijf
jaar moet dertig kilometer
bloemdijk in de provincie
opgeknapt worden. Zodat ze
weer als vanouds kunnen
pronken.
De Zeeuwse binnendijken
zijn voor natuur en land
schap zeer waardevol. Vooral de
op het zuiden gerichte hellingen
bieden plaats aan bloemdijk-
planten. Veel van deze planten
behoren in Nederland tot de
minder algemene tot zeer zeld
zame soorten. De dijken zijn ook
voor veel dieren een belangrijk
leef - en verspreidingsgebied.
Sommige dieren zijn aangewe
zen op dijken met gevarieerd
grasland vol bloeiende planten,
andere op ruigtes en struweel of
bomen. Veel dieren hebben be
lang bij een combinatie hiervan.
Het landschap rond de dijken is
meestal vrij kaal en wordt agra
risch bewerkt. Daardoor zijn de
dijken voor veel diersoorten
(bijna) de enige leef- en ver
spreidingsgebieden. Zonder de
dijken kunnen ze niet overle
ven. De volgroeide en natuurlijk
opgeslagen struwelen die hier
en daar in beperkte omvang op
de dijken aanwezig zijn - door
gaans doornstruiken als mei
doorn, sleedoorn, hondsroos,
dauw- en koebraam - zijn van
een bi internationaal opzicht
zeldzaam type. Het mooiste dij
kenlandschap bevindt zich in de
Zak van Zuid-Beveland. Niet
voor niets aangewezen als
Waardevol Cultuurlandschap.
De dijken zijn niet alleen waar
devol voor de natuur en land
schap. Door hun hoge ligging
ten opzichte van de omringende
polders bieden ze weidse verge
zichten. Aan de andere kant ge
ven vooral de met bomen be
plante dijken het polderland
een besloten karakter (het cou-
lis'senlandschap). Vooral in het
voorjaar als de meidoorn en het
fluitenkruid bloeien, zijn ze in
trek bij recreanten. De dijken
zijn ook in cultuurhistorisch op
zicht van belang. Ze vertellen
veel over de ontstaansgeschie
denis van Zeeland: ontworsteld
land.
Tussengroep
De reddingsoperatie van de
Stichting Landschapsbeheer
Zeeland richt zich niet op de dij
ken die er het allerslechtst aan
toe zijn, maar op een tussen
groep. „De dijken die tien tot
twintig jaar lang aan hun lot
overgelaten zijn", vertelt coör
dinator FoortMinnaard. „Ooit
liep er vee en werden ze af en toe
afgebrand en daarna zijn ze ge
woon blijven liggen. De eigena
ren, vaak particulieren en boe
ren, deden er niks mee." Hij
wijst er op dat er sprake is van
onderbegrazing, in plaats van
overbegrazing. „Het is een raar
probleem. In Brabant worden
de dijken juist intensief be
graasd en wij moeten het beheer
van de dijken in feite intensive
ren."
Voor het onderhoud van dijken
kunnen eigenaren een beheers
overeenkomst sluiten. Maar de
dijken die onder de reddings
operatie van de SLZ vallen zijn
zo verwaarloosd, dat ze eerst
een grote opknapbeurt nodig
hebben, voordat er weer nor
maal onderhoud gepleegd kan
worden. Vervelende bijkom
stigheid is dat de subsidieregels
van het ministerie van Land
bouw Natuurbeheer en Visserij
geen speciaal pakket voor
bloemdijken kennen. Ze wor
den op één lijn gesteld met gras
land, terwijl het beheer duurder
uitpakt. „Het is heel anders dan
een stuk veenweidegrasland in
Zuid-Holland", stelt Minnaard.
Hij pleit voor een apart Zeeuws
bloemdijkpakket, waardoor de
bijzondere positie ook in geld
erkend wordt.
Afgelopen zomer zijn de eerste
kilometers dijk op Schouwen-
Duiveland en Zuid-Beveland
onder handen genomen. Ko
mende jaren komt overig Zee
land aan de beurt. Het zwaarte
punt ligt op Zuid-Beveland,
omdat daar volgens de SLZ-co-
ordinator de meest interessante
dijkgedeelten liggen. In begin
sel worden particuliere dijken
aangepakt, met aanvullend ook
wat dijken van natuurorganisa
ties (die op het gebied van
dijkonderhoud ook met een
achterstand kampen). De
noordhellingen van de op te
knappen dijken blijven gewoon
liggen, omdat daar minder na
tuurwaarden te vinden zijn.
De reddingsoperatie is simpel.
Met een trekker worden de dij
ken gemaaid en het maalsel
wordt afgevoerd. In enkele ge
vallen moet opslag van struiken
weggezaagd worden. Afhanke
lijk van wat een eigenaar wil,
worden er veerasters geplaatst.
Met één ronde is het karwei niet
geklaard; het werk moet enkele
jaren achtereen herhaald wor
den, wil de dijk enigszins in orde
komen. Daarom moet er flink
wat tijd en geld geïnvesteerd
worden. „Je hebt wel drie tot
vier jaar nodig", zegt Minnaard.
„Dat valt dan nog mee. Vaak lig
gen ze al twintig jaar niks te
doen."
De SLZ hoopt dat een deel van
de opgeknapte dijken weer als
vroeger begraasd zal worden.
„Het allerbeste is een combina
tie van schapen en koeien en in
een enkel geval ook paarden",
weet Minnaard. Hij maakt dui
delijk dat elke vorm van begra-
zing eigen gevolgen heeft voor
de toestand van de dijken en
daarmee voor de planten en die
ren. Het is niet de bedoeling dat
straks élle dijken begraasd wor
den; er moet ook ruimte zijn
voor dijken die alleen gemaaid
worden.
Op de bloemdijken komen veel
planten voor die op de Rode
Lijst van bedreigde soorten
staan, zoals ruige anjer, ogen
troost, moeslook, graslathyrus
en fijne ooievaarsbek. In de Zak
van Zuid-Beveland komen veel
marjoleindijken voor, met als
bijzondere plant de wollige dis
tel. Dieren die de dijken nodig
hebben zijn kleine zoogdieren,
hagedissen, salemanders, pad
den, kikkers, loopkevers, slak
ken en vlinders.
Op de ruigere dijken zitten veel
muizen, die weer roofdieren
aantrekken als bunzing, wezel
en hermelijn. Ook roofvogels en
uilen jagen er op muizen. Door
trekkende en overwinterende
(zang)vogels vinden er beschut
ting en voedsel. Op boomdijken
voelen paddestoelen als flu
weelpootje, viltig judasoor en
zadelzwam zich thuis.
Rinus Antonisse
Achteraf beschouwd mag het
een klein wonder heten dat
het Deltaplan tot aan de bevei li
ging van het Oosterschelde-ge-
bied zonder grote kleerscheuren
en tijdverlies is uitgevoerd. Niet
alleen moesten veel water
bouwkundige problemen wor
den overwonnen, er was binnen
Rijkswaterstaat ook sprake van
organisatorische knelpunten en
persoonlijke tegenstellingen.
Die traden door het enthousias
me over de huzarenstukjes van
de waterbouwers niet zo aan het
licht. Rijkswaterstaat had er
trouwens alle belang bij ze te
verdoezelen, maar ze hebben
wel degelijk een stempel ge
drukt op de werken.
In het boek Afsluitingstechnie
ken in de Nederlandse Delta
belicht de in 1998 overleden
hoogleraar waterbouwkunde
E. Stamhuis posthuum een aan
tal controverses. Het zijn deze
passages die, veel meer dan cle
technische beschrijvingen van
de deltawerken, het in 1997 al
voltooide manuscript tot een
boeiend tijdsdocument maken.
Het wordt door Rijkswaterstaat
uitgegeven met het oog op de
vijftigjarige herdenking van de
Februariramp5 3D at het zover
komt, geeft overigens wel aan
dat het Deltaplan bij Rijkswa
terstaat voor enige cultuurver
andering heeft gezorgd.
Strijd om macht
De benaming Staat in de Staat
was een halve eeuw geleden
naadloos van toepassing op
Rijkswaterstaat. Een invloed
rijke dienst, sterk naar binnen
gekeerd, waar de hogere func
tionarissen, zeg maar de ingeni
eurs, voortdurend in een strijd
om posities en macht waren ver
wikkeld. Een dienst ook die be
stond uit verschillende konink
rijkjes, waarvan de grenzen
zorgvuldig werden bewaakt. De
functies van arrondisse
mentsingenieur en hoofdinge
nieur-directeur in een bepaalde
regio werden als belangrijkste
gezien, omdat daar behalve
technische ook bestuurlijke be
voegdheden bij hoorden.
Die hadden de ingenieurs van de
specialistische diensten als
Sluizen en Stuwen, de Delta
dienst en Bruggen niet. Stam
huis schrijft dat de verantwoor
delijkheden bij Rijkswaterstaat
te zeer versnipperd waren om
kennis van de mechanicavak-
ken betreffende beton en staal,
water en grond, gebundeld toe
te passen, 'terwijl de onderlinge
rivaliteit een optimaal resultaat
eveneens soms in de weg stond'.
Niemand had een overzicht en
zo dit al bestond kon het niet tot
gelding worden gebracht, con
stateert Stamhuis. In die situa
tie kon een eindverantwoorde
lijk ingenieur een persoonlijk
stempel op een waterbouwkun
dig kunstwerk drukken.
Karakter
Stamhuis geeft aan dat het ka
rakter en het gevoelsleven van
de ontwerper grote invloed had
den op de vormgeving van een
technisch kunstwerk. Een
zwaarmoedig type koos eerder
voor plompe kunstwerken, een
artistieker en gevoel iger ingeni
eur voor sierlijker constructies.
De persoonlijke opvattingen en
ervaringen speelden ook een
rol bij de keus voor een afslui-
tmgsmethode. Zo was de af
sluiter van de Braakman (1952),
H. Dibbits warm voorstander
van de toepassing van (door-
laat)caissons voor het bedwin
gen van de zeegaten. Hij voelde
niks voor het beproeven van an
dere sluitmethodes, zoals een
geleidelijke blokkensluiting
met inzet van een kabelbaan.
Onorthodox
Dat die methode toch werd on
derzocht en de voorkeur kreeg
bij aanleg van de Grevelingen-
dam, Brouwersdam en (als die
was doorgegaan) Oosterschel-
dedam, was vooral te danken
aan het inzicht van hoofd Delta
dienst P. Jansen. Die had bij de
droogmaking van Walcheren
zijn toevlucht moeten nemen tot
onorthodoxe methoden, omdat
de gebruikelijke sluittechnie-
ken faalden. Volgens Stamhuis
was Jansen ook de man die er
voor zorgde dat het tijdschema
van de werken strak gehand
haafd bleef(al veroorzaakten
het ontwerp van de uitwate
ringssluizen in het Haringvliet
en het optuigen van de kabel
baan in de Grevelingen onge
veer één jaar vertraging).
Jansen liet de Deltadienst in
1962 abrupt in de steek, om te
rug te keren als hoogleraar aan
de Technische Hogeschool
Delft. Hij wilde grotere be
voegdheden voor uitvoering
van de Deltawet langs de hele
Nederlandse kust en kreeg die
niet, uit vrees dat de Deltadienst
té zelfstandig zou worden De
verwachte benoeming van zijn
rechterhand P. van de Velde in
zijn plaats, ging niet door. J. Vol
kers, die van het Noordzeeka
naal kwam, werd het nieuwe
hoofd Deltadienst. Er ontstond
een 'kritieke fase', die net niet
tot brokken leidde.
Noviteit
Stamhuis zelf vertrok bij de del
ta wex-ken toen bleek dat de Oos-
terschelde niet met een dichte
dam werd afgesloten. De bouw
van de stormvloedkering werd
pas écht een waterbouwkundi
ge noviteit. De andere afsluitin
gen waren dat in feite niet, hoe
wel ze wel steeds opgehemeld
zijn. Er werd voortgeborduurd
op de ervaring van Walcheren
Braakman en het rampherstel.
Toepassing van doorlaatcais-
sons was al in 1922 bedacht door
J. de Booy (voor de Afsluitdijk),
maar nooit uitgevoerd. Nieuw
was wel het gebruik van een ka
belbaanvoor het dichtgooien
van de sluitgaten.
Rinus Antonisse
Afsluitingstechnieken in de Ne
derlandse Delta. Een overzicht
van de ontwikkeling van deze
techniek. Door Eize Stamhuis.
Uitgave Rijkswaterstaat, Den
Haag.
zichtbare panden in de Noord
straat was de bakkerswinkel
van Van der Hoofd." Deze in
zender schrijft dat Groede al
heel vroeg een bekende asiel
zoekersplaats was.
Noodhospitaal
„In 1600 en 1700 kwamen veel
Waalse protestanten naar Groe
de gevlucht, die daar een eigen
Waalse kerk stichtten. Latei-
volgden de Lutheranen die uit
Oostenrijk kwamen en een Lu
therse kerk oprichten, die zich
in de Molenstraat bevindt. Maai
de grootste toevloed kreeg
Groede in oktober 1944, want
toen het dorp tij dens de oorlogs
handelingen werd aangeduid
tot Rode Kruisdorp, vluchtten
zo'n 8000 West-Zeeuws-Vla-
mingen naar Groede. De Lu
therse kerk werd ingericht als
noodhospitaal. Niets dan lof
voor de kleine gemeenschap die
een grote groep vluchtel i ngen zo
goed heeft opgevangen", aldus
Woittiez. Ook J. Hoste uit Mid
delburg schrijft daarover.
G. Oosterling uit Middelburg
wijst erop dat de Markt ook
Prinses Marijkeplein werd ge
noemd. Hij geeft aan dat De
Drie Koningen nu een eigentijd
se kroeg is geworden en atten
deert op de opvallend aanwezi
ge dorpspomp. „In de Noord-
straat waren twee bakkers, bak
ker Van Halst en bakker Van der
Hoofd, die ook schrijfwaren
verkocht en een eindje verder
was kapper Brakman, die ook
tabakswaren verkocht. Daarte
genover had je de speelgoed
winkel van de gezusters Ver
meulen en de winkel aan het
eind van de straat was de manu
facturenwinkel van Risseeuw-
Boidin. Overigens, de kastanje
bomen op de markt staan er nog
altijd en kinderen gooien nog
steeds stokken in de bomen om
de kastanjes te pakken te krij
gen."
Wilhelminaboom
M.M. Vinke-Lauret uit Goes be
waart goede herinneringen aan
haar geboortedorp 'de Groe',
met name ook aan het Sinter
klaasfeest in De Drie Koningen
en de roombroodjes van bakker
Van der Hoofd. „Ook reed op
Sinterklaasdag, dus 5 decem
ber, de Sint op zijn paard met de
muziekvereniging EMM door
het dorp." J. de Smit uit Sint-
Kruis noemt Groede het enige
dorp in West-Zeeuws-Vlaande-
ren met een Brink. Op deze Ring
plantten in 1947 de oudste in
woners, Pieter Cornelis en Pie-
ter van Petegem, ter herinne
ring aan de bevrijding een
Wilhelminaboom
De winnaars van de waarde
bonnen zijn: M. Traas-d'Haens,
Groede, A.E. Dierkx, Goes en
J. A. van Hanegem, Aardenburg.
Rinus Antonisse
Uit de collectie van Hans Lindenbergh deze
keer een afbeelding van een van Zeelands
kleinste dorpen, met vroeger landelijke naamsbe
kendheid. Vraag is uiteraard: wat is denaam van
het dorp? Nadere bijzonderheden zijn welkom bij
de redactie.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag
9 november worden gezonden naar: redactie PZC
Buitengebied, postbus 18, 4380 AA Vlissingen,
fax 0118-470102 of e-mail redactie@pzc.nl. Voor
de inzenders van goede oplossingen zijn drie
waardebonnen beschikbaar.
De raadkaart betreft de
Markt van Groede, meldt
W.M. Luteijn uit Breskens. „De
kaart spreekt ons zeer aan, om
dat wij in het derde huis vanaf
de hoek gedurende elf dagen on
derdak vonden, tot de bevrij
ding door de Canadezen in het
najaar van 1944. We waren in
totaal met 27 vluchtelingen,
waaronder drie kraamvrouwen
en drie baby's. De avond van de
aankomst beschoten dronken
Duitse artilleristen de Markt
met granaten."
Luteijn herinnert zich dat de
Nederlands hervormde pastorie
en het woonhuis van de veearts
werden getroffen. „Praktisch
alle bewoners keken buiten
naar cte brandbestrijding van de
pastorie. Na tien minuten gin
gen allen terug naar binnen. Na
het sluiten van de voordeur ont
plofte er een granaat op de
stoep. Niemand raakte gewond,
allen hebben het overleefd. Was
d it een wonder? Tien dagen later
werden we bevrijd en onmiddel
lijk geëvacueerd naar Oost-
Zeeuws-Vlaanderen."
W.P. Woittiez-Zegwaard uit
Breskens schrijft dat op de hoek
van de Markt en de Noordstraat
logement De Drie Koningen
was gevestigd. „Hotel-café-res-
taurant van de familie Beun,
waar ook alle dorpsevenemen
ten van plaatselijke verenigin
gen plaats vonden. In het rijtje