Een feest is zelden een feest 23 Le Corbusier in de Beurs van Berlage Altijd in gesprek, altijd in beweging Document Nederland j Jan Fabre (Antwerpen, 1958) is het wonder vrijdag 1 november 2002 Corbusier in de villabouw vee] meerheeft kunnen doen. Dat le verde meesterwerken op als de Villa Savoye bij Poissy, ge bouwd voor de directeur van een verzekeringsmaatschappij Op de tentoonstelling wordt verder veel aandacht besteed aan de zogeheten Unité d'habi- tation in Marseille (1947), een groot appartementencomplex. Dit gebouw is gebaseerd op het door Le Corbusier ontwikkelde systeem van maten en verhou dingen Modulor, waarin de menselijke maat centraal staat. Het complex bevat behalve wo ningen ook centrale voorzienin gen en een dak dat is afgeleid van een cruiseschip, met een zwembad en terrassen. De ar chitect wilde eigenlijk complete stadsdelen met dit soort gebou wen ontwikkelen. Maar dit con cept van 'de stralende stad' is nooit uitgevoerd. Wel zijn ele menten uit Le Corbusiers ge dachtegoed later met niet al te veel succes toepgepast in de Amsterdamse Bijlmermeer. Boshut Eén van de aardigste onderde len van de expositie is een model op ware grootte van het interi eur van Le Cabanon, een boshut die Le Corbusier in 1952 voor zichzelf bouwde in Roquebru- ne-Cap-Martin aan de Middel landse Zee. 'J'ai un chateau sur la Cóte d'Azur', zei hij hier schertsend over. Wat hij bedoel de wordt duidelijk bij het bin nengaan van het model. Op een minimale plattegrond 3.66 bij 3.66 meter (2.26 hoog) - de ma ten zijn afgeleid van Modulor - deed de architect het maximale. Er zijn twee bedden, een wasta fel, kasten, kortom, een com pleet vakantiehuis. Hier waren Le Corbusier en zijn vrouw elke zomer te vinden. En hier voltrok zich het noodlot op 27 augustus 1965. Le Corbusier kreeg tijdens het zwemmen in zee een hartaanval en overleed. Dat alles krijgen we te zien in de monumentale omgeving van Berlages Beurs. Het contrast is het grootst op het moment dat de bezoeker, lopend van het ene naar het andere zaaltje, opeens vanuit een soort loggia een schitterende zaal inkijkt. Het is de ruimte boven het Beurscafé, die oorspronkelijk was bedoeld als vergaderzaal voor de Am sterdamse Kamer van Koop handel. We zien hier een Berla- giaans Gesammtkunstwerk in optima forma. Indrukwekkend meubilair, rijke betimmerin gen, wandtapijten, een zware balkenzoldering, gebrandschil derde ramen - de afstand tussen de twee architecten kan niét groter zijn dan hier. Herman Rosenberg Expositie: Le Corbusier ontmoet Berlage -tot 13 januari in de Beurs van Berlage, Beursplein 1, Amster dam; dinsdag t/m zondag 11-17 uur Is feesten leuk? Bouchakour beantwoordt die vraag ont kennend: er wordt op zijn foto's heel wat afgelachen, maar ver veling, teleurstelling en een zaamheid strijden er om voor rang. Bouchakour, sinds 1996 succes vol freelance fotograaf met ex posities in onder meer New York, Londen en Parijs, kreeg toegang tot een grote variëteit aan feesten uit alle autochtone en allochtone lagen van de be volking. Van studentenbal tot yuppenparty en van carnaval tot huwelijks- en besnijdenis feest kroop hij als een kameleon in de huid van de aanwezigen en maakte zich zó onzichtbaar dat hij ongemoeid zijn haarscherpe registraties kon maken. De fo tograaf geeft toe dat zijn speur tocht naar het ultieme moment lang niet altijd een pretje was: 'Ik vond veel van die feesten niet leuk, maar dat deed niet terza ke. Het vertrouwen van de aan wezigen winnen stond voorop, ze moesten mijn camera tenslot te vergeten.' Bouchakour eiste vooraf carte blanche: na eenmaal gegeven toestemming te fotograferen, hadden de geportretteerden geen inspraak meer. Hij wilde de keus voor deze tentoonstelling in eigen hand houden. Dat was een verstandige constructie, in een aantal gevallen ogen de feestgangers zo ontluisterend dat het goed denkbaar is dat ze zichzelf liever niet groot afge drukt in kleur op de muren van het Rij ksmuseum hadden terug gezien. Op een huwelijksfeest is een vrouw op haar paasbest bezig met het voorlezen van een lange toespraak, een man op de voor grond eet intussen rustig door van zijn bord met saté. In de Ba- ja Beach Club likt een man slag room van de buik van een perso neelslid in bikini en op een feest in Wassenaar voor de achttien jarige Dexter (viert onder meer dat hij definitief de naam van zijn biologische vader heeft aangenomen, vroegere vriend van de familie, ouders weer bij elkaar) zitten zijn vriendjes en vriendinnetjes erbij als verveel de overjarige duplicaten van volwassenen. De hoofdprijs voor het meest ontluisterende tafereel gaat naar het echtpaar dat zich op een parkeerplaats omkleedt voor een fetish-fan- tasyparty in Wasteland in Zaan dam. De kledingcode bestaat uit lak, leer, of rubber en veel bloot, een outfit die dit mollige echtpaar ronduit belachelijk staat. Gelukkig biedt Bouchakour af en toe ook ruimte voor ontroe ring. Zo'n voorbeeld is de op recht lieve blik waarmee een prins Carnaval in Eindhoven kijkt naar de vrouw die haar man teder over de wang streelt. Het negenjarige Algerijnse jon getje Firat is net besneden en zit er nog danig aangeslagen bij maar dankzij cadeautjes zal hij de schrik vast snel te boven zijn. De enige foto met oprechte pret toont drie meisjes op de huwe lijksdag van Willem-Alexander en Maxima. Ze speelden met gepaste zelfspot de rol van Oranje-fan en zijn een verade ming tussen de opgeklopte Wat hebben Berlage en Le Corbusier met elkaar? Niet zo veel op het eerste ge zicht. De een bouwde in bak steen, de ander in beton. De een is wegbereider van het Moder nismede ander Is het Modernis me. De titel van de tentoonstel ling in de Amsterdamse Beurs is daarom intrigerend: Le Corbu sier ontmoet Berlage. Jammer- genoeg wordt de belofte van de titel niet echt waargemaakt. De ontmoeting blijkt uit niet meer te bestaan dan de confrontatie tussen maquettes van 'Corbu' en het gebouw er omheen. De bezoeker mag verder zelf uit maken hoe hij die tegenstelling beoordeelt. In het begeleidende boekje wordt slechts één halfslachtige poging gedaan de twee groothe den met elkaar in verband te brengen. Er wordt melding ge maakt van een architectencon gres in Parijs waar Le Corbusier gastheer was en Berlage ere gast. Bedoeld is vermoedelijk de oprichting van het CIAM in 1928. Het Congrès internatio- naux d'architecture moderne kwam toen bijeen in Zwitser land (niet in Parijs!). Namens Nederland waren daar aanwe zig Gerrit Rietveld, Mart Stam en Berlage. Dat de link Berlage-Le Corbu sier niet uit de verf komt wil niet zeggen dat de expositie niet in teressant is. Te zien is een verza meling maquettes van de be langrijkste werken van de Frans-Zwitserse meester, die is gemaakt door studenten van de Pedro Barrié de la Maza School of Architecture in het Spaanse Coruna. Het verhaal begint in de Eerste Wereldoorlog. De uit Zwitser land afkomstige kunstenaar architect Charles-Édouard Jeanneret (1887) heeft zijn op leiding voltooid. Hij heeft vele groten van de moderne archi tectuur ontmoet: Josef Hoff mann in Wenen, Tony Gamier en Auguste Perret in Parijs en Peter BehrensinBerlijn. In 1914 komt hij met het 'Dom-Ino Sys teem', dat een poging is de wo ningbouw te standaardiseren, zodat goedkope seriebouw mo gelijk wordt. Het standaardhuis bestaat uit betonnen vloeren op betonnen palen met een trap als verbinding. In de gevels komen brede 'bandvensters', die veel licht binnenlaten. In 1925 ver rezen in Pessac 51 arbeiderswo ningen volgens de nieuwe prin cipes. Het probleem van Le Corbusiers theorieën was dat de beoogde doelgroep er niet aan wilde. Daardoor slaagde hij er net zo min als Rietveld in Nederland in om een doorbraak in de volks huisvesting te bewerkstelligen. Ironisch genoeg was het, alweer net als bij Rietveld, de ruimden kende elite die zich wél aangetrokken voelde tot het Mondernisme. Vandaar dat Le vrolijkheid elders aan de muren. Feesten horen bij ieders leven en moeten vooral gevierd blijven worden, maar in de spiegel die Bouchakour ons voorhoudt le zen we zijn niet mis te verstane boodschap: blijf op feesten vooral jezelf en ga vooral weg als je er niks aan vindt. Wie dat ooit heeft gedaan, zal beamen hoe buitengewoon opluchtend dat is. Frangoise Ledeboer ExpositieDocument Nederland: FEEST! - Rijksmuseum Amster dam, t/m 5 januari. Geopend: dage lijks van 10.00 tot 17.00 uur behalve op 1 januari. Wasteland Fetish-fantasy-party, Zaandam, 2002. Villa Savoye van Le Corbusier. Nationale haringparty, Breukelen, 2002. Feyenoord wint de UEFA-cup, 2002. Carnaval, Vrijthof Maastricht, 2002. Huwelijksfeest, Den Haag, 2001 p de feesten die fotograaf Morad Bouchakour (1965, Algerijnse vader, Nederlandse moeder) het afgelopen jaar in opdracht van het Rijksmuseum in Amsterdam en NRC Handelsblad bezocht, bleef hij altijd tot het eind. Het resultaat van zijn uithoudingsvermogen op maar liefst vierentachtig feesten is te zien op de expositie DocuiWent Nederland, de vijfde van de reeks jaarlijkse tentoonstellingen waarin fotografen de Nederlandse samenleving een spiegel voorhouden. Balmasqué, studentenvereniging Unitas Amsterdam, 2002. fotografie Morad Bouchakour Scène uit de film The Problem (2001 Jan Fabre is een artistieke duizendpoot. Hij is regisseur, choreograaf, operama- j ker, schrijver en beeldend kunstenaar. Het SMAK in Gent toont een overzicht van zijn tekeningen en films. De tentoonstelling van theatermaker, cho- reograaf en beeldend kunstenaar Jan Fabre begint bij de deur. Vanaf daar neemt Jan Fa- bre het heft in handen. Op de eerste verdie ping van SMAK in Gent presenteert hij zijn films en tekeningen in een waar doolhof aan de bezoeker. Gangetjes links en rechts, don kere ruimtes, doodlopende steegjes. Uiter- aard heeft Fabre zelf de inrichting van zijn expositie bedacht. In totaal wist hij 25 ruimtes te creëren voor het overzicht van i zijn films en tekeningen. De toeschouwer raakt in een wirwar van gangen en zalen al snel het gevoel voor rich ting kwijt. Maar dat labyrinth-achtige ge voel past ook weer wonderwel bij de werken j die van Fabre getoond worden. Want ook het werk van Fabre zit vol met dwaalsporen I en doodlopende wegen waardoor je soms gedwongen wordt terug te keren en nog eens opnieuw te kijken. kind van de Belgische kunstwereld. Hij is afwisselend theatermaker, choreograaf en beeldend kunstenaar. Binnen die laatste discipline vallen zijn activiteiten ook uit een. Zijn beeldende kunst bestaat uit instal laties, beelden, tekeningen en films. Nadat zijn installaties en beelden een paar jaar ge leden in Antwerpen te zien waren, biedt het SMAK nu een overzicht van zijn tekeningen en films? Wie zijn vinger wil leggen op het overkoepe lende in het totale oeuvre van Fabre komt tot de conclusie dat hij zich niet zo snel laat vastgrijpen. Ook in zijn beeldende werk is de man ongekend veelzijdig. Hij haaltinspi- ratie uit de dieren- en insectenwereld, de fi losofie, mythologie en uit het banale en alle daagse. Misschien dat het kenmerkende van Fabre nog het meeste ligt in de beweging. De be weging van lichamen op een theaterbühne en in de ruimte, de beweging van de pen op het papier, de bewegingen van insecten. Ook zoekt hij voortdurend de dialoog op. Dialoog met de ruimte, de grenzen van het gekozen genre, of - soms letterlijk - met vooraanstaande filosofen of collega-kun stenaars. Zo is de recente film The Problem, uit 2001 te zien waarin Fabre en de Duitse filosofen Pe ter Sloterdijk en de onlangs overleden D iet- mar Kamper op een glooiend weiland grote aarden ballen voortduwen. Ondertussen praten ze over het leven en de dood. Soms probeert een van de drie de aarden bal op zijn schouder te tillen, een verwijzing naar Atlas die de last van de wereld op zijn schouder droeg. Het doet in de verte ook een beetje denken aan Herenleed het VPRO- programma van Armando en Cherry Duyns. De filosofie en de insectenwereld komen weer samen in de hilarische film die Fabre maakte met de Russische kunstenaar Ilya Kabakov. Kabakov is vooral bekend door dat hij zijn persoonlijke beleving van het communisme in een museale vorm wist te gieten. Voor A Meeting (1997) trok hij een vliegenkostuum aan, terwijl Fabre zich hul de in een mestkeverkostuum. Zo staan ze te genover elkaar op een dak in New York en produceren onzinnige en zinnige teksten over de invloed van vliegen op beurskoer sen. De invloed van de dans is uiteraard ook te rug te vinden in Fabre's films. De film Het gevecht (1981) is niet meer dan de vastleg ging, sterk vertraagd, van een botsing tus sen twee lichamen en een daarop volgende klap. In Zelfmoord (1980) maakt Fabre een 'loop' van het aan zijn slaap zetten van een pistool. 'In essentie is mijn werkproces een onderzoek naar de verscheidene manieren van herhaling en de betekenis ervan', schreef Fabre in 1982. Ook het banale heeft Fabres belangstelling. Het bekendst zijn eigenlijk nog de tekenin gen die de Vlaming maakte met een doodge wone Bic-pen. Deze pen met zijn vettige blauwe inkt, het minste van het minste on der de pennen, gebruikte Fabre om de meest verheven tekeningen te maken. Tekeningen van het uitspansel, zoals zij n metersgrote op zijde gebicte De weg van de aarde naar de sterren is niet effen (1987), dat overigens niet in Gent te zien is. De Bic leverde hem ook een van zijn mooiste kunstwerken op. Voor de film Tivoli (1990) liet Fabre het kasteel van Tivoli bij Meche- len blauw biccen. Vervolgens filmde hij het blauwe kasteel 24 uur lang. Door de opname sterk te versnellen, laat Fabre die 24 uur in tien minuten voorbijschieten. Blauwe wol ken jagen over het kasteel, rimpelingen ko men in het wateroppervlak dat het kasteel weerspiegelt. Tijd, herhaling, beweging en het magische Bic-blauw, in Tivoli lijkt het allemaal samen te komen. Gerrit van den Hoven Jan Fabre: Gaude Succurrere Vitae - t/m 2 feb 2003 SMAK, Citadelpark Gent; geopend: di t/m zo 10-18. uur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 23