Een paling heeft ook gevoel
Daar kochten wij voor vijf cent een bakkes vol
Volkskunst op
het paeremes
Vissenbescherming
Nieuwe Raadkaart
dinsdag 29 oktober 2002
Vis eten is gezond, zo wil
len campagnes doen ge
loven. De mensen geven er
massaal gehoor aan. De
visconsumptie is stijgend.
Jaarlijks gaan er in de Ne
derlandse samenleving on
geveer vier miljard vissen
om. Dat is bijna tienmaal zo
veel dan het aantal dieren
dat in de bio-industrie wordt
omgezet. Vis vangen, doden
en eten wordt als de nor
maalste zaak van de wereld
beschouwd. Weinigen staan
er bij stil dat onder dierwel-
zijn ook dat van de koud
bloedige vissen moet worden
gerekend. De Stichting Vis
senbescherming, nog geen
twee jaar geleden in Heiloo
opgericht, wil daar verande
ring in brengen.
Doel van de Stichting Vissen
bescherming is de houding
van mensen tegenover vissen
diervriendelijker te maken. Dat
is bepaald geen gemakkelijke
opgave, erkent secretaris/pen
ningmeester Marijke Santen. Ze
weet dat nogal wat mensen de
activiteiten van de Vissenbe
scherming onzin vinden en dat
er weinig steun is voor het stre
ven naar een betere wetgeving
voor vissen. Desondanks wil
Santen van luchtfietserij niets
weten. Ze wijst op de succesvol
le resultaten van andere organi
saties op het gebied van dierbe-
scherming. Ook die moeten
vaak opboksen tegen onwil en
onbegrip.
„Er wordt altijd wat meewarig
gedaan. Ook als je varkens uit
hun hokken wilt krijgen en kip
pen meer ruimte wilt geven. Een
stichting als Wakker Dier is ook
al heel lang aan het strijden. Het
is niet ideaal, maar toch moet je
dergelijke activiteiten doorzet
ten", stelt Santen. „Je moet het
gewoon doenOp den duur zul j e
meer mensen voor je doelstel
lingen kunnen winnen. We zijn
nog niet lang bezig, maar we
hebben al gesprekken op het mi
nisterie van Landbouw, Na
tuurbeheer en Visserij gevoerd,
onder meer over strengere re
gels voor het doden van vissen."
Cruciale vraag is: heeft een vis
nu wel of geen gevoel? Veel men
sen denken dat vissen gevoello
ze dieren zijn, die geen angst en
pijn kunnen ervaren. Ze produ
ceren ook geen geluiden die
door de mens kunnen worden
waargenomen. Het voedt de op
vatting dat er daarom geen re
kening hoeft te worden gehou
den met het welzijn van deze
dieren. De Stichting Vissenbe
scherming bestrijdt dat. Een vis
is, net als bijvoorbeeld het var
ken en ook de mens, een gewer
veld dier. En gewervelde dieren
hebben een zenuwstelsel dat
pijnprikkels doorgeeft aan de
hersenen.
Wetenschappelijk onderzoek
heeft volgens de stichting uitge
wezen dat vissen wel degelijk
angst en pijn voelen als zij aan
de haak geslagen en uit het wa
ter getrokken worden. Veel hen
gelaars denken dat als zij ge
vangen vis weer terugzetten,
deze het wel zal overleven. De
foto Dirk-Jan Gjeltema
pen (vooral bij paling). Ruwheid
en langdurigheid zijn kenmer
ken van de dodingsmethoden.
Voor diervriendelijker moge
lijkheden bestaat nauwelijks
belangstelling.
Kweek
Santen beseft dat er voor de
stichting een lange weg te gaan
is. Neem bijvoorbeeld het stre
ven om de hengelsport aan ban
den te leggen. „Mensen vissen
graag. We hebben geen macht
om ze dat te ontzeggen en dat
willen we ook niet. Wel willen
we mensen erop aanspreken. Ze
duidelijk maken dat het ook an
ders kan. Waarom moet je een
vis in een haak laten bijten? Je
kunt ook van het water genieten
zonder dieren kwaad te doen.
En als je per se goudvissen wilt,
doe dat dan zo goed mogelijk. In
ieder geval door ze ruimte te ge
ven, goed voer, plantjes en
steentjes." Ze vindt dat ook de
in opkomst zijnde viskweek -
'een nieuwe vorm van bio-indu
strie'- strenger moet worden ge
volgd.
De stichting is ontstaan uit een
initiatief van een aantal parti
culieren die begaan zijn met het
lot van de vissen. Omdat de
macht van het getal belangrijk
is, zijn steunbetuigingen wel
kom. Een contactpersoon in
Zeeland is er nog niet. Evenmin
kan de Vissenbescherming bo
gen op de actieve inzet van de
'bekende Nederlander', zoals de
varkens door Koos van Zo
meren en Robert Long gesteund
worden. „Dat zou wel leuk
zijn", lacht Marijke Santen,
„maar zover zijn we nog niet."
Rinus Antonisse
Stichting Vissenbescherming:
Postbus 26,2100 AA Heemste
de, info@vissenbescherming.nl
Het gebeurt zelden dat ie
mand een geschenk aange
boden krijgt waarvoor hij moet
betalen. Bij het Zeeuwse paere
mes is dat het geval. Bij de over
handiging is de ontvanger
verplicht zijn portemonnee te
trekken en een klein bedrag aan
de gever te offreren. Letterlijk
bedoeld om de scherpe kantjes
van het geschenk af te slijpen.
Het past helemaal in de symbo
liek die het paardenmes om
geeft en onderstreept het bij
zondere van deze unieke messen
met hun bewerkte houten hef
ten.
Lange tijd is het boerenwerk
mes een gewoon mes, dat ieder
een in de landbouw vrijwel
altijd bij zich draagt. Voor paar
denknechten is het zelfs ver
plicht. Een paard dat via stren
gen van touw een vracht trekt en
via leidsels wordt geleid, wil
nog wel eens in die touwen ver
ward raken. Om een ongeluk te
voorkomen is het dan nodig snel
met een mes de touwen door te
snijden. Dat moet dan wel me
teen bij de hand zijn. Maar ook
voor allerlei karweitjes op het
land en in de schuur is een mes
onontbeerlijk.
In de klederdracht van toen is er
met het dragen van het mes ook
rekening gehouden: in de
zijnaad van de broek zit een spe
ciale zak. Het heft van het mes
steekt zichtbaar boven de zak
uit. In de loop van de negentien
de eeuw ontstaat de gewoonte
het paeremes ook een zekere
status waarde te geven, door de
houten heften te versieren. Een
staaltje huisvlijt, waarvoor tij
dens de wintermaanden volop
tijd bestaat. De heften worden
steeds langer en rijker versierd.
Grote boeren gaan een stapje
verder en dragen op zon- en
feestdagen graag een zilveren
mes.
Over het ontstaan en de ontwik
keling van het Zeeuwse paar
denmes en de technieken van
het heften snijden (snikkeren)
heeft Pieter Brouwer een inte
ressant, aardig en toegankelijk
boek geschreven: 't Paeremes.
Het boerenwerkmes met besne
den heft: tivee eeuwen volks
kunst in Zeeland „Dat in
Zeeland gedurende een paar
eeuwen, een stukje plattelands
cultuur met een uniek karakter
tot ontwikkeling en bloei is ge
komen, is op dit moment vrijwel
niet meer bekend", constateert
Brouwer. „Zelfs de jongeren die
geboren zijn op het Zeeuwse
platteland hebben er, een enke
le uitzondering daargelaten,
geen weet meer van." Goed dat
de inhoud van deze uiting van
volkskunst daarom is vastge
legd.
Brouwer geeft aan dat het ver
sieren van de mesheften vanaf
de negentiende eeuw goed op
gang kwam en zich steeds ver
der ontwikkelde. Er ontstonden
kleine kunstwerkjes in hout en
in beperktere mate ook in zilver.
Het was niet alleen pronkzucht
(waarvan ook de klederdracht
met veel bloedkoraal, goud en
zilver blijk geeft), maar ook
praktisch: een besneden heft
geeft een betere greep dan een
glad heft. In het begin deed de
eigenaar het snijwerk meestal
zelf, later dienden zich echte
vakmensen aan. Een beperkt
aantal liefhebbert er nog steeds
in en houdt zodoende deze
volkskunst in ere. Zij moeten
gekoesterd worden.
De versieringen op het mes be
stonden uit allerlei agrarische
motieven. Heel veel handge
reedschap, een boer in een kar
retje, iemand die aan het ploe
gen is, bloemen, jachttaferelen.
Dikwijls werden de bruinhou
ten heften (bij voorkeur van
buxushout) ingelegd met stuk
jes ebbenhout of de doorns van
meidoorn. Na 1850 kwam er op
het heft een bekroning: een
leeuw, een vogel, een hond, een
ruiter te paard of twee paarden
die uit de voermand (de bagge)
eten. Vooral iemand uit de land
bouw koos voor paarden.
Onderdeel van het heft was ook
het zogenaamde kooitje, een
opengewerkt deel bovenaan,
met daarin het rammelende
'zieltje' (een los stukje hout).
Doorgaans werden een jaartal
en de initialen van de eigenaar
aangebracht. Brouwer schrijft
dat het centrum van de volks
kunst op Walcheren lag. Na
1875 kwamen er ook op Zuid-
Beveland en in West-Zeeuws-
Vlaanderen snijders voor.
Waarschijnlijk ligt de oorzaak
hiervan in de dan tot stand ge
komen betere verbindingen tus
sen de eilanden. Elders in de
provincie was het verschijnsel
vrijwel onbekend.
Volgens Brouwer is de versie
ringstraditie een wereldje apart
geweest, waaraan vorige gene
raties Zeeuwen gestalte gaven.
Het is uniek in Nederland, maar
wel vergelijkbaar met andere
regionale uitingen van volks
kunst. Net als de paardenmes-
kunst verloren deze in de laatste
helft van de twintigste eeuw
hun bestaansgrond.
Rinus Antonisse
't Paeremes. Het boerenwerk
mes met besneden heft: twee
eeuwen volkskunst in Zeeland.
Door Pieter Brouwer. Uitgave
De Koperen Tuin, Goes en Phoe
be, Leuvensheim. Verschijnt tij
dens de Week van het Zeeuwse
Boek.
Paardenmessen
Verse vis op de vismijn.
foto's Dirk-Jan Gjeltema
Sportvisser bij Veere.
Vissenbescherming noemt dat
een fabeltje, vooral bedoeld om
de hengelsport maatschappe
lijk aanvaardbaar te maken. De
dieren kunnen dagenlang nog
zoveel stress ervaren, dat ze als
nog sterven. Om nog maar te
zwijgen over de gevolgen van de
verwondingen die vishaken in
een bek of lijf toebrengen.
Goudviskom
De inzet van de stichting richt
zich op de beroepsvisserij, de
aquacultuur (viskweek), de
hengelsport en het houden van
vissen als huisdier, vooral die in
de bekende goudviskom. Ook
wil de Vissenbescherming de
overheid aanspreken. Gemeen
ten en waterschappen plegen
nogal eens handelingen waar
door vele vissen het loodje leg
gen, zoals het leegpompen van
sloten en vijvers ten behoeve
van onderhoud. Marijke Santen
onderstreept dat vissen niet al
leen op een verkeerde manier
gehouden worden, maar ook op
een bijzonder wrede wijze ge
vangen en gedood worden.
Dat gebeurt ook bij andere dier
soorten, zoals die in de bio-in
dustrie en de jacht. Het grote
verschil is dat hiertegen het pu
blieke protest en dat van be-
schermingsorganisties veel
sterker ontwikkeld is. Deonver-
schilligheid ten opzichte van de
waterdieren wordt in de hand
gewerkt door het feit dat ze niet
'aaibaar' zijn. Biggetjes, kalfjes
en lammetjes roepen enige ver
tedering op. Een paling of een
kabeljauw helemaal niet. Beel
den van het massaal afmaken en
afvoeren van varkens tijdens de
varkenspest-epedemie en van
koeien tijdens de mond- en
klauwzeercrisis veroorzaken
afschuw. Het uitstorten van vol
le netten op het dek van een vis
sersboot veel minder.
De secretaris van de Vissenbe
scherming wijst erop dat het do
den van een zoogdier makkelij
ker is dan het dood maken van
een vis. De enige manier om ze
snel en pijnloos te doden, is door
ze te verdoven of hersendood te
maken. In de praktijk gebeurt
dat niet en worden methoden
toegepast als verstikking, strip
pen, verstikking in combinatie
met strippen, het doorsnijden
van het ruggenmerg door een
neksnede en het laten doorkrui
Mareland, de Beider en Sir
Jansland waren de drie
schorren die al voor de dertien
de eeuw samen een eiland vorm
den: Dreischor. Door de Sint-
Aagtensvloed in december 1287
overstroomde het eiland en het
werd door het nieuwe Dijkwa-
ter in tweeën geknipt. Het oos
telijk deel was in 1305 weer bo
ven water en werd Sir Jansland
of ook wel Nieuw-Dreischor ge
noemd (het westelijk deel was in
1300 al als Dreischorpolder her-
dijkt). In de ruim vijfhonderd
hectare grote polder ontstond
het dorp Sirjansland.
Op de raadkaart vorige week in
Buitengebied stond de Dorps
straat van dit toch wat typisch
ingedeelde dorp afgebeeld. Een
kaart van na 194 5 en nog voor de
Februariramp van 1953, meldt
W. de Widt uit Vlissingen.
„Vooraan rechts de timmer
manswerkplaats van C. Lansen,
die uit Zuid-Beveland afkom
stig was. Hij staat (met pet) mid
den voor het witte huis op de
achtergrond en had de werk
plaats overgenomen van de
vroegere dorpstimmerman
Frans Hanse."
Volgens deze inzender is de jon
gen met step Jacob Klink,
'waarschijnlijk een zoon of
kleinzoon van de postkantoor
houder Leen Klink, welke laat
ste een belangrijke man was
voor de dorpsgemeenschap.De
Widt geeft verder aan dat de
vrouw op de foto Thona de Jon
ge-Van der Have is. „De twee
meisjes zijn de zusjes Mieneke
en Hannie Hanse en het voorste
meisje is Nelly Mol." J.J. Janse
de Braai uit Burgh-Haamstede
weet dat Neeltje Mol op het
Padje buiten het dorp, voorbij
de boerderij van Van Hoeve
woonde.
J. van Eenennaam-Fluyt uit
's-Gravenpolder schrijft dat in
het witte huis op de achtergrond
het winkeltje van Rika was ge
vestigd. „Daar kochten wij als
kinderen voor vijf cent een bak
kes vol: een grote zwart-witte
toffee. Daarnaast staat het huis
van A. Fluijt, mijn geboorte
huis." J. van Driel uit Nieuwer-
kerk noemt als naam van de
kruidenier Van der Have.
C. Hoogerhuis uit Wolphaarts-
dijk, die van 1934 tot 1987 in
'Sir' woonde, wijst erop dat de
mooie leilinden de ramp van
1953 niet overleefden. Timmer
man/wagenmaker Lansen keer
de na de watersnood niet meer
in het dorp terug.
G.J. Bakker uit Renesse geeft
aan dat in het voorste huis links
schilder Daane woonde, daar
naast in het witte huisje steen
zetter De Jonge, vervolgens
fotograaf M. de Reiger, café
bakkerij Bal en aan het eind
landbouwer A. Struik. Rechts
naast het huis en werkplaats
van Lansen, woonde Tinus Bol
le. Achter de bomen bevond zich
het huisje van Jannetje van de
Velde. Tegenwoordig is het
rechterdeel van de werkplaats
van Lansen een groenten- en
fruitwinkel, meldt M.N. Capelle
uit Middelburg.
Er waren alleen maar goede op
lossingen en als winnaars van de
drie waardebonnen zijn tevoor
schijn gekomen: P. Fluijt,
Bruinsse, A. de Jonge, Sirjans
land en C. Bakker-Capelle,
Oost-Souburg.
Rinus Antonisse
Opnieuw uit de collectie van Hans Lindenbergh een afbeelding van een plaats die al vrij vroeg in de
Zeeuwse geschiedenis aanwezig was. De vraag is: om welke plaats gaat het? Bijzonderheden over
de afgebeelde situatie en/of de plaats zijn van harte welkom bij de redactie van Buitengebied.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 2 november worden gezonden aan: redactie PZC Bui
tengebied, postbus 18,4380 AA Vlissingen; fax 0118-470102; e-mail redactie@pzc.nl. Onder de inzen
ders van goede oplossingen worden drie waardebonnen verdeeld.