Hans Warren's strijd aan het Pijkeswegje
PZC
Geheim
Dagboek
over het
laatste
levensjaar
Vooral een dichter
2:
vrijdag 25 oktober 2002
e krant ziet er fraai uit, sommige foto's zijn zeer
geslaagd. Dat noteerde Hans Warren in zijn
dagboek op 20 november 2001, de dag waarop de
PZC het katern Tachtig jaar leven, vijftig jaar Kroniek aan
hem wijdde. Die tachtigste verjaardag en de halve eeuw
medewerking aan de krant dateerden al van oktober, maar
Hans Warren werd maandenlang gefêteerd. Daags na het
verschijnen van het krantenkatern stond een officiële
ontvangst in 'Het Prinsenlogement' van Middelburg op het
programma. De gevierde werd er bewierookt, zijn nieuwe
dichtbundel Een stip op de wereldkaart werd er gedoopt.
Twee dagen later zond Omroep Zeeland een programma over
hem uit. 'Ik heb er met plezier naar gekeken,' noteerde hij
diezelfde avond, in een aantekening die begint met wat als
een samenvatting van het hele najaar kan worden gelezen:
'Heen en weer geslingerd tussen geluk en ellende,
vernedering en roem.'
Want de feestelijkheid had
een keerzijde: ouderdom
en ziekte. 'De huid, de buik, de
lever, de pillen. Lopen met een
stok. Trappen taboe. Vallen en
opstaan', somde de zieke zelf op
in een interview voor het kran
tenkatern. De gretigheid waar
mee hij at, dronk, leefde, had in
de loop van de jaren zijn li
chaam aangetast. Zijn afkeer
voor dokters, lak aan preventie,
onkunde in ziektenleer en
schaamte om ziekenzorg ver
snelden de aftakeling. Als hij
viel, kon hij tenslotte niet op
staan en moest hij met man en
macht overeind geholpen wor
den. Mario Molegraafzijn part
ner die ook zijn verzorger was
geworden, moest daarbij soms
de hulp van hun buurman inroe
pen.
De vrienden van Hans en Mario,
onder wie ook ik, deelden volop
in de feestelijkheid en nauwe
lijks in de ellende. Hans wilde
het immers niet over zijn kwa
len hebben en Mario beweerde
alle problemen onder controle
te hebben. In huize H&M aan
het Pijkeswegje in Kloetinge
scheen alles dan ook als van
ouds zijn gang te gaan, het goe
de leven van het hechte duo en
het prima werk in wat zij hun
'boekenfabriekje' noemden. Al
tijd hadden ze een interessante
tentoonstelling of plek bezocht,
altijd hadden ze een mooi stuk
voor hun kunstverzameling ge
kocht. En als het schikte, namen
ze hun gasten mee naar een van
hun favoriete restaurants. Hans
mocht geen alcohol meer drin
ken, op dringend, zeg maar
dwingend, advies van de Belgi
sche huisarts die hij node aan
zijn medische entourage had
toegevoegd - mijn broer Jos, 'de
wonderdokter' volgens H&M,
en dat wilde ik graag geloven.
Toen ik aan de vooravond van
Hans' tachtigste verjaardag op
bezoek kwam, had ik in naam
van mijn broer geen fles cham-
pagne, wel een doos van tachtig
bonbons bij me. Snoepen
mocht, en zoet is ook feestelijk.
'Graag had ik zo kort voor m'n
tachtigste verjaardag een paar
wijze, memorabele uitspraken
gedaan', schreef Hans diezelfde
avond in zijn dagboek. 'Het zal
niet mogen zijn. Ik ben al tevre
den als ik van wat rust en har
monie kan getuigen, van het
geluk nog tussen mijn kunst
schatten te verkeren, Mario nog
aan mijn zijde te mogen hebben.
En, toch niet onbelangrijk, van
de voldoening meer waardering
voor mijn werk te ondervinden
dan ooit. Als dichter en als dag
boekschrijver mag ik misschien
op een blijvende plaats in onze
literatuur rekenen.'
Dat laatste, de erkenning van
zijn oeuvre, achtte Hans Warren
al verworven én betrachtte hij
nog. Hij maakte in 2001 mooi
werk van De stip op de wereld
kaart, poëzie over zijn 'kleine
heelal' vol kunstschatten. En hij
maakte dagelijks aantekenin
gen in zijn dagboek. Dat werd
gemis om die twee onbeholpen
kerels aan het Pijkeswegje. Wist
ik veel dat Hans zo onkundig
was van zijn eigen kwalen en
ook veel voor zijn dokters ver
zweeg, wist ik veel dat Mario zo
onkundig was van senioren-
comfort en minder gezond ver
stand heeft dan een vrouw, wist
ik veel dat beiden even klunge
lig wai'en in ziekenzorg als ze
bedreven waren in het vertalen
van Plato. Voorlopig, vooruit
geschoven, is Geheim dagboek
2001 een rauw ego-document,
de uitlaatklep van een onzekere
en eenzame oude man van tach
tig. Maar zoals de dood het haalt
op het leven, haalt het mooie het
op het erge. Ooit is dit verhaal
van terminale aftakeling de
apotheose van een schitterend
levensrelaas. Het is een goede en
sterke gedachte dat Hans War
ren dit al die tijd van ellende oo
zelf heeft beseft. Zijn allerlaat
ste aantekening begint zo: 'Dit
rustige zitten aan m'n bureau
waaraan zoveel is ontstaan, j
veel dagboekaantekeningen en
gedichten, is zegenrijk.'
Brigitte Raski
Hans Warren: Geheim dagboek 20i
- Uitgeverij Bert Bakker, 352 pag.,
€19,95. Vorig jaar verscheen Han
Warren: Om het behoud der eei
zaamheid. Hoogtepunten uit veen
jaar Geheim dagboek - Uitgever
Bert Bakker, 400 pag., €20,42.
Hans Warren: Een stip op de wereh
kaart. Gedichten - Uitgeverij Be
Bakker, 84 pag., €13,50. Onder
titel van deze bundel loopt een ter
toonstelling van de Afrika-collectu
Liefde, schoonheid, dood.
Verval. De hoge top en het
diepe dal. Volheid en gemis. De
vervliegende droom, de onthut
sende werkelijkheid: hybris en
vergaan. Hans Warren is - de la-
wineuze reacties op de specta
culaire kanten van zijn Geheim
dagboek ten spijt - vooral een
dichter. Kort na zijn dood, de
cember 2001, is de derde editie
van zijn Verzamelde Gedichten
verschenen. Daarmee heeft de
presentatie van het dich-
tersoeuvre een afronding ge
vonden. Hij heeft er nog zelf in
bepalende mate aan kunnen
werken. De laatste voorkeur
van de dichter is aangehouden:
deze versie kan als definitief
worden beschouwd. Dat bete
kent dat niet gerekend kan wor
den op nadere bundeling van
'losse, verspreide en nagelaten'
gedichten.
Al in 1972 zag Hans Warren een
eerste verzameling van zijn
dichtwerk - de periode 1941-
1971. De uitgever Bert Bakker
breidde deze in 1981 uit tot 740
pagina's dundruk - de periode
1941-1981. Deze verzameling is
nu, in 2002, aangevuld met de
bundels Tijd (1986) en Een stip
op de wereldkaart (2001) én een
enkel niet eerder gepubliceerd
vers, op 884 pagina's afgerond
als dé Verzamelde Gedichten.
Het is niet zonder ingrepen tot
stand gekomen. Collectie roept
recollectie op. In de loop van de
jaren heeft Warren zijn werk
aangepast, vanuit een kritische
benadering. In deze tussentijdse
toetsing werden gedichten en ti
tels aangepast en herschreven.
Bundels verdwenen en werden
ten dele ondergebracht in nieu
we verbanden. Een pseudoniem
werd verlaten. In de tijd werd
ook, op basis van heroverwe
ging en voortschrijdend inzicht,
een nieuw bestaan voor reeds
geschrapte gedichten gevon
den. Andere verdwenen - voor
goed, naar nu blijkt.
Het fraai uitgegeven boek biedt,
in het overzicht van zestig jaren
de ontwikkelingsgang van eei
dichter, een vloeiende verdel in|
van 'het eigen geluid', door all
stille en luidruchtige stromin
gen heen. Het metrische ven
het met zorg geconstrueerd
sonnet, ze bieden doorgang naa
het vrije vers. Het 'alles' wille
zeggen en duiden verkeert i
zuivere evocatie. Er ontstaat,
dit proces van afleren en redu
ceren, ruimte voor het moment
de notitie, de anekdote, de me
dedeling, poésie pure.
Duidelijk wordt ook, dat Han
Warren enkele breuken in de
productielijn heeft gekend. Ze
vertonen samenhang met zijl
levensgang, zoals het Geheii
dagboek leert en - naar alle
waarschijnlijkheid - nader za
leren. Na het bekroonde Sa'u
(1957) duurt het bijna tien jarei
vooraleer hij weer tot een be
scheiden bundeling komt: Eeri
roos van Jericho (1966) leverti
niet zeer veel nieuwe gedichtera
op. De bundel Tussen hybris en
vergaan (1969) staat aan het be-j
gin van een grote opleving. Nog
voor 1980 ontstaat een tweede
periode van spaarzame publi-j
catie. Tussen De vondst in hei
wrak (1987) waarmee de vorige
editie van Verzamelde Gedich\
ten afsloot, en Tijd (1986) liggen
acht jaren en tussen Tijd en Een
stip op de wereldkaart (20011
zelfs vijftien.
De uitgever die het werk van
Hans Warren velen jaren bege
leidde, spreekt nu - niet zondei
trots - van 'de volledige editie-
en voorts over 'een onverwissel
bare toon, gekenmerkt door een
ogenschijnlijk gemak en een ve
derlicht raffinement'. Tom
Lanoye eindigde zijn laatste
brief aan Hans Warren aldus: 'Ik
groet de tovenaar'. De tover ligt
over deze gedichten.
Andreas Oosthoek1
Hans Warren: Verzamelde Gedick
ten - Uitgeverij Bert Bakker, 884 pa
gina's, €39,95.
Hans Warren tijdens de viering van zijn tachtigste verjaardag in Het Prinsenlogement van Middelburg.
foto Lex de Meester
aan veranderen: zijn laatste
dagboek toont dat hij alleen was
en ik alleen was.Dat is een rake
maar verhullende omschrijving
van wat zich dag na dag in de
aantekeningen aftekent, een
strijd op leven en dood, het
tweegevecht van een jonge man
vol levenslust en een oude man
vol doodsverlangen. 'M. is on
verdraaglijk. Voortdurend zit
hij op me te katten. Hij zou eens
vijf minuten moeten ervaren
wat ik ervaar. Dan zou hij niet zo
gevoellos beweren: jij mankeert
niets, je moet niet de hele dag
klagen, alles wordt voor jou ge
daan. Morgen zal hij genadeloos
het uiterste van me vergen.'
Hans beukt in zijn dagboek op
Mario in zoals Mario in hun da
gelij kse leven op Hans inbeukte,
hoe langer hoe machtelozer en
radelozer, tot h ijde j onge en vi
tale man, de strijd verloor.
De lectuur van Geheim dagboek
2001 is een ontstellende erva
ring, a fortiori voor de vrienden
van de protagonisten. Ik las en
herlas het boek met verbijste
ring, medeleven en ook grote er-
- zo blijkt nu, achteraf - meer
dan ooit het houvast in zijn le
ven, zijn liefste en meest gedre
ven activiteit. 'Wat betekent dit
dagboek veel voor me', schreef
hij eind oktober. 'Dat ik het ie
der moment grijp om iets op te
schrijven, het is als ademhalen.
Ik besta nog, hoe dan ook.'
Wat hij in gesprekken verzweeg,
beschreef hij in zijn cahiers mi
nutieus en honderduit - het ver
haal van terminale aftakeling,
gedoe met eten, medicijnen en
stoelgang, gehaspel bij iedere
beweging, het doodmoe zijn en
het slechte slapen, de pijn. Eind
oktober. 'Het opstaan uit een
stoel is nu regelrecht gevaarlijk,
ik dreig voorover te slaan.' Mid
den november. 'En dan het ge
zeur van M. Hij is oprecht be
zorgd, ik weet het wel, maar ik
word er dol van.' Begin decem
ber. 'Een nacht met pijn en
wanen. Ik weet nauwelijks
waarover ze gingen, iets met
restanten voedsel die moesten
worden opgeruimd.' Twee da
gen later. 'Een slechte nacht met
buitensporige waanideeën. On-
en voor onze verzameling, be
loof is beloofd', schreef Mario
op de sterfdag van Hans. Het
blijken geen loze woorden te
zijn. Mario behartigt het oeuvre
van Hans nu al voorbeeldig én
zet hun gezamenlijke werk
voort. Een van zijn bekommer
nissen is natuurlijk het bezor
gen van de vervolgdelen van Ge
heim dagboek, het magnum
opus dat ooit als de uitlaatklep
van een onzekere en eenzame
twintiger begon. De unieke pu
blicatie is opgeschoten tot deel
15 en de jaren tachtig,,al volop
de glorietijd van het duo H&M.
Maar in plaats van tegen dit na
jaar van 2002 deel 16 klaar te
stomen, heeft Mario Geheim
dagboek 2001 samengesteld, nu
een vooruitgeschoven en ooit
het finale deel van de reeks.
Werken aan dit deel over het
laatste levensjaar van zijn ge
liefde vriend, moet voor Mario
een extra beproeving geweest
zijn, én een schuldaflossing. In
een nog ongepubliceerde tekst
over zijn rouw, schrijft Mario:
'Geen 'had ik maar' kan er iets
begrijpelijk, allemaal over
eten.' 15 december. 'Ik doe m'n
uiterste best leesbaar te schrij
ven, maar ik val ieder moment
in slaap, ik kwijl, m'n pen schiet
uit.' 16 december. 'Ook verstan
delijk raak ik meer en meer in
een impasse. Vreselijk is de
overeenkomst die ik met de ach
teruitgang van mijn lichaam
zie.'
Woensdag 19 december 2001, op
de valreep van de herfst van ju
bilea, overleed Hans Warren.
Tot en met zondag had hij zijn
dagboek bijgehouden. Maan
dag was hij naar het Ooster-
scheldeziekenhuis, vlakbij het
Pijkeswegje, gebracht. Dinsdag
was Mario ermee begonnen
aantekeningen te maken over
die laatste dagen. 'Zo'n dagboek
is een leugenboek. Fraai je ge
dachten ordenen, terwijl Hans
ligt te sterven.' Dag op dag een
maand na zijn viering in Mid
delburg klepte het klokje van
Borssele ter begeleiding van
zijn begrafenisstoet.
'Ik zal alles doen voor ons werk
Rudy Kousbroek
weerloosheid
ijdens de recente tournee van
Poets Anonymous door Indo
nesië heb ik Mustafa Stitou
meermalen een gedicht horen
voordragen waarin hij de geluiden nadoet
waarmee zijn moeder in Marokko de boerde
rijdieren riep. Hij deed dat op een onweer
staanbare, ontroerende manier, ik wou dat ik
er een geluidsopname van had. Voor elk van de
diersoorten - koeien, geiten, eenden, kippen -
had zijn moeder bepaalde geluiden, die mij ook
zo troffen omdat ze verwant zijn aan degene
die ik mij uit mijn jeugd in Indië herinner. Zo
hoor ik nog duidelijk het geluid dat mijn moe
der maakte wanneer ze de kippen wilde roe
pen, iets als kroe! kroe! Dan kwam het pluim
vee van alle kanten aanstuiven om het voer op
te pikken dat mijn moeder strooide.
De kip is nog steeds alomtegenwoordig in In
donesië. Zoals gezegd werd dat je in dat eilan
denrijk altijd wel de zee kon horen ruisen,
waar je ook was, zo kun je ook zeggen dat er
daar, waar je ook kijkt, altijd wel een kip je
blikveld binnenwandelt. Mager, hoog op de
poten, dun in de veren, met hun kop schuin als
of ze naar je luisteren; dat lijkt zo omdat hun
ogen zitten waar wij onze oren hebben. Iets dat
ik ook vaak heb kunnen observeren is de bij
zondere band, in Indonesië, tussen kinderen en
hoenders, betergezegd jongens en hanen. Een
vertrouwd beeld: een jongetje met een volko
men tamme haan, die hij allerlei kunstjes kon
laten doen - ondersteboven houden, uit de
hand laten eten, om zijn as in de rondte laten
lopen, vleugels uitspreiden, in elke houding
waarin hij werd neergelegd als dood blijven
liggen - en strelen natuurlijk, en aan het hart
drukken - soms leek het wel of ze het dier beto
verd hadden. Het onvergetelijke was de diepe
wederzijdse affectie die uit al die gedragingen
sprak, het blinde vertrouwen dat er geen mis
bruik zou worden gemaakt van weerloosheid.
Deze opmerkelijke symbiose tussen hanen en
kleine jongetjes heb ik nooit ergens beschreven
gezien en ik verwachtte al helemaal niet er ooit
een foto van te zien; hier blijkt weer dat alles
bestaat op de wereld, zij het vaak in een onver
wachte vorm. Zo zou ik gezworen hebben dat
deze foto alleen maar in Indonesië kon zijn ge
nomen, maar zie, hij komt uit de Filippijnen.
Het was een uit de krant geknipte foto: kinde
ren na een brand in een weeshuis. Wat mij aan
greep was de herkenbaarheid, het zou een
kampfoto kunnen zijn.
Brandend van hoenderliefde kocht ik een boek
over kippen (Verhoef en Rijs, De geïllustreerde
kippen-encyclopedie, Rebo 2002) en zo vond ik
het ontbrekende deel van de puzzle. Daar las ik
dat de vroegst gedomesticeerde kippen naar
alle waarschijnlijkheid niet werden gehouden
voor consumptie maar voor hanengevechten,
en niet alleen in Azië maar ook in het Westen.
Ook nu en bij ons heten veel kippensoorten nog
steeds heel gewoon 'vechthoenderrassen', een
foto AP
Ach, Lucebert dichtte al:
...en schande tergt hen dat het hent
dat het hent t hent het haant
dat het henthaant.
(uit: De dieren der democratie IX)
aanduiding die tientallen soorten omvat.
In Indië hoorde je vaak over hanengevechten
en ik heb er ook meer dan eens een gezien. Toch
stond ik er als kind niet bij stil: die door kleine
jongens al gekoesterde hanen, dat waren
vechthanen. Het dier dat het weeskind van de
foto aan zijn hart drukt is een vechthaan. En zo
word je weer een blik gegund in de mysteries
van het leven: zulke hanen zijn het liefst. Ik had
als kind al ontdekt wat ik hier weer in dit kip-
penboek bevestigd vond: gewone hoenders,
daar heb je niet veel binding mee, maar de aan
haligste, slimste en intelligentste soorten, dat
zijn de vechtrassen. Onderling zijn ze agressief
en lastig, maar 'tegenover deze nadelen staat
dat de meeste vechthoenders uiterst tam en
vertrouwelijk zijn ten opzichte van hun ver
zorgers. Dat maakt ze zeer geschikt voor men
sen die rustige dieren willen en er een band mee
willen opbouwen.' Nog verdere verrassingen:
'haan en hen (bij de vechtrassen) blijven elkaar
meestal een leven lang trouw'; en de hennen
hebben ook een sterkere aanleg om broeds te
worden: 'de moeders zijn felle, sterk verdedi
gende en zeer zorgzame kloeken.'