Ongestoord in het fraaie licht van Alassio
Nog minimaier en het wordt belachelijk
Chinato Foundation bij Marfa in Texas
Edgar Fernhout
Tracey Emin
in Amsterdam
Edgar Fernhout, Dubbelportret, 1932.
Iri een vitrine in het museum staan twee
kleine portretten letterlijk tegenover el
kaar. Rechts een zelfportret van de schilder
Edgar Fernhout uit 1928, en links het even
eens door Fernhout geschilderde portret uit
1929 van zijn moeder, de schilderes Charley
Toorop. Deze jeugdwerken van Fernhout,
geheel in de neorealistische stijl van zijn
moeder, geven in een notendop de tragiek
van Edgar Fernhout weer.
Het artistieke en persoonlijke leven van Ed
gar Fernhout (1912-1974) stond lange tijd
in de schaduw van zijn beroemde moeder
Charley Toorop. Pas toen hij na de oorlog
abstract ging schilderen ontworstelde hij
zich aan haar invloed. In de tweede helft van
zijn leven schoof Edgar Fernhout zijn ab
stracte werk nadrukkelijk naar voren als
zijn enige echte artistieke prestatie.
Dat hij in zijn jonge jaren onder invloed van
Toorop in een overwegend neorealistische
stijl schilderde, probeerde hij uit alle macht
uit ieders geheugen te wissen. Het realisti
sche werk werd rigoureus uit diverse over
zichtstentoonstellingen gebannen. De
expositie In het licht van Alassio. Edgar
Fernhout, neorealist in het Museum voor
Moderne Kunst in Arnhem besteedt de ko
mende maanden voor het eerst nadrukke
lijk aandacht aan het neorealistische oeuvre
van Edgar Fernhout.
De titel van de expositie slaat op de periode
1936 tot 1939, toen Fernhout met zijn eerste
vrouw, de tekenares en illustratrice Rachel
Pellekaan, in het plaatsje Alassio in Italië
woonde en werkte. Het paar was aanvanke
lijk naar het warme zuiden getrokken om
dat het klimaat goed zou zijn voor de zieke
Rachel. Uiteindelijk kregen zowel Fernhout
als Pellekaan een unieke gelegenheid om
ongestoord portretten, landschappen en
stillevens te tekenen en te schilderen in het
fraaie licht van Alassio.
Het beschouwelijke leventje in de Italiaan
se zon werd bekostigd door Charley Toorop
en een aantal van haar kapitaalkrachtige
kunstvrienden. Dergelijke kunstvrienden
waren een bepalende factor in het leven van
Edgar Fernhout, In de expositie in het Mu
seum voor Moderne Kunst is plaats inge
ruimd voor de bijzondere meubelen uit het
huis van zijn mecenas René Radermacher
Schorer, vergezeld van een foto van het oor
spronkelijke interieur, compleet met twee
schilderijen van Fernhout.
Dit detail maakt duidelijk dat het de samen
stellers van de tentoonstelling er veel aan
gelegen is om deze eerste presentatie van
Edgar Fernhouts neorealistische werk zo
compleet mogelijk te laten zijn. Zowel de in
de expositiezalen aangebrachte informatie,
als de bij de tentoonstelling verschenen ca
talogus zorgen voor een stevige kunsthisto
rische onderbouwing. De ongeveer negen
tig schilderijen en tientallen tekeningen
geven een bijna compleet beeld van Fern
houts vroege leven en werk. Daar horen te
vens de potloodtekeningen bij van Rachel
Fernhout-Pellekaan, en nagelaten brieven
en foto's.
De brieven zijn opvallend neutraal. Fern
hout was een gesloten man, die niet graag
over zijn emoties sprak. Zijn jeugdjaren
werden bepaald door de afwezigheid van
zijn vader en de verpletterende aanwezig
heidvan zijn moeder Charley Toorop. Toor
op was een extraverte, krachtdadige vrbuw
die vele minnaars had, en die zich met sou
plesse in de hoogste maatschappelijke krin
gen bewoog. Van 1925 tot de oorlog verbleef
ze veelvuldig in Westkapelle. Dat haar oud
ste zoon Edgar zo'n binnenvetter was en op j
geen enkele wijze haar sociale en artistieke-
vaardigheden scheen te hebben geërfd, leid- -
de regelmatig tot tweestrijd. Aan de ene.
kant werd Edgar door zijn moeder in de -
watten gelegd, aan de andere kant kreeg hijt
zelden de gelegenheid om zelf iets tot stand-
te brengen. 'i
In het licht van Alassio biedt, behalve een
overweldigende hoeveelheid aardige enj
toegankelijke schilderijen, een blik in dei
troebele wereld waarin Edgar Fernhout te-.
gen de verdrukking in zijn eigen weg trachtt
te vinden. In die zin is In het licht van Alas
sio ook een zeer persoonlijk document ge--
worden.
Martin Pieterse
Expositie: In het licht van Alassio. Edgar Fern
hout, neorealist - Museum voor Moderne Kunst, -
Utrechtseweg 87 in Arnhem, tot en met 16 februa
ri 2003. Dinsdag tot en met vrijdag 10.00 tot
17.00, zaterdag en zondag vanaf 11.00 uur.
vrijdag 25 oktober 2002
Het beroemde bed van Tra
cey Emin maakt geen deel
uit van de expositie in het Ste
delijk Museum in Amsterdam.
Maar er staan en hangen nog
voldoende werken met fuck er
op.
Afgelopen voorjaar liep Docket,
de kat van Tracey Emin, van
huis weg. De kunstenares is zeer
gehecht aan het dier. Ten einde
raad hing ze in haar woonbuurt
in Londen tientallen zelfge
maakte posters op, simpele fo
tokopieën met een foto van Doc
ket. Maar Docket is de kat van
Tracey Emin en de affiches wa
ren eigenhandig door haar ge
maakt. De verzamelaars kregen
lucht van de zaak en binnen de
kortste keren waren alle aan
plakbiljetten van de bomen ge
plukt. Naar verluidt doet een
echte Docket-poster momenteel
vijfhonderd pond in het kunst
circuit.
Het waargebeurde verhaal illu
streert hoezeer Tracey Emin
(1963) een hype geworden is.
Daarom is het heel fijn voor het
Stedelijk Museum in Amster
dam, dat het met de expositie
Ten Years Tracey Emin de eerste
overzichtstentoonstelling van
de beroemde Britse kunstenares
in huis heeft.
Er hangt geen Docket-poster in
de Amsterdamse museumzalen.
Er staat wel een ander beroemd
werk van Emin: Everyone I Ha
ve Ever Slept With 1963-1995,
een iglotent met daarin de na
men van de tientallen mannen
met wie Emin 'het' allemaal
heeft gedaan, compleet met her
inneringsstukken
Verder zijn er brieven, met tek
sten versierde dekens, tekenin
gen, video's, medicijnflesjes en
getrokken tanden, stille getui
gen van Emins abortus, de pro
blemen met haar gebit, haar
verkrachting als tiener, haar
onverzadigbare seksuele hun
kering, de kerels die daar mis
bruik van maakten, en al die an
dere heftige privé-dingen die
Tracey tot het onderwerp van
haar kunst heeft gemaakt. Een
Britse commentator vergeleek
Emins werk met het Big Bro-
ther-huis. Het publiek ziet alles,
of denkt dat het alles ziet, en
wordt deelgenoot aan Emins
bewogen leven, compleet met
spermavlekken en gebruikte
tampons.
Ondanks de smoezeligheid van
de uitvoering staat het werk van
Tracey Emin stevig met z'n
pootjes in de traditie van de Eu
ropese Romantiek. Ook in de
negentiende eeuw wilde het
sentimentele burgerpubliek
huiveren om de noodlottige le
vens van misvormden en uitge
stotenen.
Ook Tracey Emin voldoet aan
het archetype van het verzopen
katje: niet knap maar wel wild,
een 'gevallen' vrouw die dron
ken tegen de televisiecamera's
lalt, een mislukkeling die regel
matig aan zelfmoord heeft ge
dacht, en die desondanks haar
zaakjes goed voor elkaar heeft.
Met zulke karakters weet onze
fantasie wel raad.
Wat je er artistiek ook van vindt,
één ding is zeker: wie over hon
derd jaar een overzicht van de
Britse kunst schrijft, komt niet
om Tracey Emin heen.
Martin Pieterse
Expositie: Ten years Tracey Emin -
tot 31 december in het Stedelijk Mu
seum, Paulzts Potterstraat 13 in Am-
sterdam. Dagelijks 11.00 tot 17.00
uur
Tracey Emin, Everyone I Have Ever
Slept With 1963-1995.
Een van de hekken van neonlampen van Dan Flavin. John Chamberlain, Geperste autowrakken. foto's Asing Walthaus/GPD
n het uitgestrekte
binnenland van Texas,
i bij het dorpje Marfa, is
5 een groot museum, met
strenge 'minimal art' in
voormalige legerloodsen en
buiten in het gras.
„Sommige kunst zou moeten
worden neergezet en nooit
meer verplaatst", schreef
stichter Donald Judd.
Het Texaanse dorpje Marfa is
laag, breed en goed onder
houden. De hemel is er enorm,
bet ligt bij een leeg natuurge
bied dat zich uitstrekt tot aan de
Mexicaanse grens, de gebouwen
aan de brede hoofdstraat zijn
westem-ouderwets en fris ge
verfd. De ongewone naam komt
üit De gebroeders Karamazov'
van Dostojevski. In het stadje
èelf is zo goed als niets te bele
ven. Marfa is beroemd om drie
dingen. Midden jaren vijftig
werd hier 'Giant' opgenomen,
de derde speelfilm met James
Dean, die in première ging toen
hij al was omgekomen. Dan zijn
er de Marfa-lights, nachtelijke
lichtjes aan de horizon die te
zien zijn vanaf een bepaald punt
15 kilometer buiten de stad. Er
is een gebouwtje voor neergezet
om het kijken te vergemakkelij
ken. Al bij de stichting van de
stad (1883) werd erover ge
schreven, en ze zijn er nog
steeds. Ik heb ze zelf gezien: hel
dere speldepriklichtjes, alsof in
de verre bergen mensen staan
met felle zaklantaarns. Soms
niks, soms wel zes tegelijk.
Soms bewegen ze. Een man die
hier vaker kwam, zei dat de we
tenschap voor een raadsel staat.
„Wij hopen dat het UFO's zijn."
Dat is allemaal niet de reden dat
tienduizend kunstliefhebbers
jaarlijks Marfa aandoen. Die
komen voor een barakkenter-
rein even zuidelijk van het stad
je, The Chinato Foundation. Die
Chinato-stichting bezit overi
gens ook een aantal van die
westerngebouwen in Marfa,
vandaar dat die er zo goed on
derhouden en tegelijk zo leeg
uitzien, als in een openluchtmu
seum. The Chinato Foundation
is een museum voor moderne
Roni Horn, Things that happen again.
kunst, gesticht door Donald
Judd (1928-1994), die het voor
malige militaire terrein begin
jaren tachtig kocht. Judd is een
minimalistische beeldhouwer
die in de jaren zestig naam
maakte met zijn geometrisch
gerangschikte constructies, die
op dozen of opengeschoven la
den lijken, van gekleurd plexi
glas. metaal of hout.
In 1987 was er een grote ten
toonstelling van zijn werk in het
Van Abbemuseum in Eindho
ven. Die tentoonstellingen moe
ten voor een nauwkeurige kun
stenaar als Donald Judd een
bezoeking zijn geweest. „Het
kost veel tijd en denkwerk, om
werk precies goed te installe
ren", schreef hij in de catalogus
van de Chinati Foundation. „De
meeste kunst is kwetsbaar en
sommige zou moeten worden
neergezet en nooit meer ver
plaatst." Volkomen onver
plaatsbaar zijn de vijftien be
tonnen werken, die Donald
Judd als eerste werk buiten op
het terrein liet plaatsen. Lang
werpige dozen zijn het, die in
een flauwe boog in het stugge
gras staan. Van veraf lijken ze
op identieke bunkers, maar er
zijn verschillen: de een is aan al
le kanten dicht, bij andere ont
breken een of twee zijwanden.
Je kunt erin staan, al mag dat ei
genlijk niet. Om te voorkomen
dat Jan en alleman erin gaat
staan, of kunstwerken aan
raakt, kunnen bezoekers The
Chinati Foundation alleen in
groepjes bezoeken, onder lei
ding van een werkstudent. Zo is
het tempo lekker laag, en ben je
verplicht er een ochtend en een
middag in te steken. Want een
van de opmerkelijkste kunst
werken, van Dan Flavin, zit
achter slot en grendel in zes
U-vormige loodsen, die pas
's middags opengaan. Het zijn
grotachtige schemerdieptes,
met achterin een zoemend hek
van lange tl- buizen, gele, blau
we, roze en groene, in kleur ge
rangschikt. Kleur die lijkt te
veranderen: naast groen lijkt
het roze wel oranje, terwijl het
groen na een tijdje wit lijkt.
Rangschikking - dat is hier het
trefwoord. In twee voormalige
artillerieschuren waar tijdens
de Tweede Wereldoorlog Duitse
krijgsgevangenen zaten Den
Kopfbehalten ist besser als ihn
verlieren, staat er nog op de
muur) zette Judd honderd glan
zende aluminium dozen neer.
Twee jaar deed hij over de op
stelling. Het zijn er zoveel, zo
strak in het gelid, en er zijn zo
veel onderlinge verschillen dat
het duizelt. Dozen zijn open, zij
kanten staan scheef naar bin
nen, ze weerkaatsen het licht
van buiten op allerlei manieren.
Waarom staan ze zo? Zit er een
volgorde in de vèrschillen? Heb
ik deze eerder gezien? Je hebt de
neiging te gaan tellen, of een
kaart te tekenen op ruitjespa
pier. Nog minimaier en het
werkt op de lachspieren. Ene
Fred Sandback heeft in een
loods garen gespannen: één
draad, dwars door de ruimte
naar de muur.
Zandbak
Het is kunst, dus daar hoor je
niet om te lachen, al heeft het
nog zo'n nieuwe-kleren-van-
de-keizerachtigheid. De stu
dent die ons rondleidt waar
schuwt later in een hal met ge
perste autowrakken bij een
vierkante bak vol zand: „Dit is
geen kunstwerk." Vroeger zat
hier een weegschaal, legt hij uit.
De enige ingreep van Judd was
dat hij het gat in de grond met
zand heeft laten vullen. Geluk
kig maar dat de student ons
waarschuwt: anders hadden we
voor niks naar die zandbak
staan kijken! Door de opzette
lijke soberheid van deze kunst
stel je je kunstenaars voor die
een leven van onthouding lei
den, monniken met een hang
naar wiskunde. Dat wordt ver
sterkt door The Arena, de voor
malige manege, waar Judd een
kloosterachtige samenkomst
ruimte van maakte, die doet
denken aan moderne gerefor
meerde kerken. Zijn harde hou
ten stoelen zette Judd op de be-
tonvloer, in een kast liggen
kaarsen en ruwe drinknappen.
Er zijn een paar geestige uit
spattinkjes. Een gebouw is door
Ilya Kabakov ingericht als een
inderhaast achtergelaten Sov-
jetschool, met verbleekte foto's
van het schoolreisje in de vitri
nes.
Een hoefijzervormig beeld van
Claes Oldenburg werpt rond het
middaguur de schaduw van een
hamer en een sikkel op de grond
Er is een reusachtig kussen
waarop een hele groep bezoe
kers tegelijk naar videokunst
kan kijken. Maar het meeste
werk is ongenaakbaar, mooi af
gewerkt en nauwlettend ge
rangschikt. In vitrines liggen
rijen 'gedichten' van Carl An
dre, eigenlijk blokken van
woorden.
Een sonnet bestaat uit veertien
regels met alleen I, of You of Flo
wer. In een andere loods liggen
twee glanzende koperen kegels,
Things that happen again, van
Roni Horn.
Hier is duidelijk waarom de
rondleidingen noodzakelijk
zijn: de kegels mogen dan stevig
zijn en meer dan een ton wegen,
een ervan is een keer aangeraakt
en de vingerafdrukken gaan er
nooit meer af.
Asing Walthaus