Za'k m'n puupje uutkloppe?
Met zoveel mensen is de klus snel gepiept
Da was noe 's
'n lekkere bolus
Op közg*
De natuur ging vroeger
voor een groot deel haar
eigen gang op het Zeeuwse
boerenerf. Paren, baren,
sterven, verliep in het ritme
dat de seizoenen en de na
tuur aangaven. Natuurlijk,
voor zover mogelij k regelden
boer en boerin bij hun zoog
dieren en pluimvee de aan
tallen. Bij de kippen liep een
haan, en als een koe tochtig
waswerd ze naar de stier ge
bracht. De hengst kwam
naar de merries, de ram deed
z'n werk in de kudde scha
pen. Maar verder moest je
dan, zoals bij alles in de na
tuur, maar afwachten.
In dat hele kader paste ook het
menselijk handelen, inclusief
seks. Het hoorde erbij. Het had
vaak grote gevolgen maar toch,
het was een onderdeel van het
leven en het levensritme. Laatst
werd dit nog mooi geïllustreerd
met het verhaal van een oude
Walcherse boer; ,,Na de inunda
tie van Walcheren in 1944 en de
drooglegging daarna was het
vroeger zo lommerrij ke Walche
ren kaal. Geen plaats meer voor
de vogels om te nestelen, geen
plaats meer voor de jeugd om te
vrijen. Maar de mensen waren
ook toen vindingrijk. D'r werd
in de buurt van Westkapelle een
grote noodschuur gebouwd
voor de koeien van een heleboel
boeren. De grote zolder van de
schuur was voor hooiberging
voor de hele buurt. Het was te
vens een ideale wij-plaats voor
verliefde paren, 's Avonds ging
de boer die als beheerder van de
schuur fungeerde altijd de zaak
afsluiten. Dan rammelde hij
wat extra met z'n schep en em
mers. Het sein voor de eventueel
aanwezige jongelui om de
schuur te verlaten. Op een keer
toen hij na het gebruikelijke la
waai weer wilde afsluiten, riep
een stel van boven vriendelijk
doch dringend: even wachten
asjeblieft, we zijn nog niet
klaar."
Bedstee
In de Westhoek van Schouwen
leefde een stel waarvan de man
tamelijk oud was. Als jonge man
was hij vóór 1900 naar Zuid-
Afrika gegaan, en had daar
meegedolven naar goud. Toen
de Boerenoorlog uitbrak, keer
de hij terug als rijk man met vele
Kruger-rands in z'n zak. Helaas
was z'n stem ook heel hoog ge
worden door een tropische ziek
te. Hij trouwde met een mooie
jonge wouw die voor zichzelf
een café begon. De man was
vaak op pad voor veehandel en
andere negotie. Omdat het café
aan het haventje van Oude Sluis
lag, was er ten gerieve van de
schippers en anderen die
Zeg, da was anders vanmor
gen nog 's even 'n bui ee, zegt
een oudere man tegen me, als we
samen De Vroone in Kapelle in
stappen. Tussen Axel en Zaom-
slag dao regende 't 's eventjes. Ik
knik en doe m'n jas uit om die op
te hangen in de garderobe. Noe
is da daorom nik nieuws 'óór,
wan in Zaomslag reegent 't om-
merst altied, gaat ie verder en
verdwijnt ook in de garderobe.
Het is Dialectendag, deze derde
zaterdag van oktober. Een soort
feestdag voor wie van de
Zeeuwse cultuur houdt .Uit heel
de provincie komen ze dan, de
chalectliefhebbers. Om te luis
teren naar verhalen, samen te
zingen en vooral om veel boeken
te kopen. Want elk jaar biedt de
boekenmarkt de oogst van de
afgelopen jaren, vooral van het
voorbije seizoen. Geef mien mae
twi kaolènders, zegt een vrouw
met een te korte arm om bij de
stapel kalenders te komen. Doe
mien mae 'n paer boeksjes van
de Prediker, zegt een mannetje
met een plastic zak in z'n hand.
Aol voe niks, staet 'r op, zegt ie
en kijkt in z'n portemonee. Daer
'ao 'k nie op 'erekend, gaat ie
verder. Hij tovert een biljet van
vijftig euro voor d'n dag. Da's
móói 'epast, zegt de mevrouw
van de boekenkraam en ver
dwijnt mopperend in de hoek
van d'r stalletje, waar de kassa
staat. Dae gae aol mien klein
geld, zucht ze, terwijl ze over de
bodem van de kassa krauwt. Ao
ta dan gezegd, zegt het manne
tje-met-de-plastic zak, dan 'ao
k wa klein geld mee genoome
van 'uus, mae 't is tegenwoordig
allemae zoo vee mieters diere.
En hij verdwijnt tussen de ande
re dialectpraters. Zijn buit is
binnen. Daar komt hij de win
teravonden wel mee door.
Het moet gezegd worden, de
meeste mensen zijn deze dag
toch wel voor het dialect, maar
ook voor de minister-president
gekomen. Jan Peter Balkenen
de. Niet dat die de laatste dagen
te weinig in het nieuws is ge
weest, maar misschien juist
daardoor. En nu in levende lijve
op de Zeeuwse Dialectendag.
Midden onder de vergadering
zeg ik tegen de voorzitter; Dao
komt ie. Inderdaad, een grote
witte auto rijdt langzaam langs
De Vroone en stopt voor het ge
bouw. Ik zie dat allemaal schit
terend vanaf het podium door
het raam aan de andere kant van
de zaal. De voorzitter, die naast
me zit, had me vantevoren ste
vig geïnstrueerd daar vooral op
te letten. Nu waren er al heel wat
auto's door de straat gereden,
maar deze moest het zijn. Een
paor opgeschoten gasten van
eenjaor of tiene kwaomen op
udder fietsen d'r achteran ge-
ree j'n. De auto mindert vaart en
stopt voor de ingang. De verga
dering wordt even geschorst en
samen met de commissaris van
de koningin en de burgemeester
van Kapelle, snelt de voorzitter
naar de deur. Op een holletje
komt hij terug: m'n 'oed ver-
geete. De heren verdwijnen door
de deur. De zaal zit vol spanning
te wachten. Hier en daar gaat er
al eens iemand rechtop staan om
te kijken waar de heer Balke
nende straks zal gaan zitten.
Dan gaat plotseling de deur
open en roept de voorzitter: Ie
was 'r nie. D'n verkeerden auto.
De commissaris en de burge
meester gaan naar hun stoel: de
zitplaats tussen hen blijft vrij,
die is voor de premier. De voor
zitter gaat verder met de verga
dering, terwijl hij nog een paar
opmerkingen maakt over mijn
bril en m'n ogen. Ik schaam me
diep en denk: Dao moe je noe
toch wee wè voo van Zêêuws-
Vlaonderen komm'n ee. Maar
dat gevoel verandert snel in ge
paste trots.
Applaus
Als Jan Peter een kwartier later
de zaal glunderend binnen
stapt, is het applaus tot in Goes
te horen. Na zijn koffie met een
bolus, stapt ie het podium op,
zoekt de microfoon en begint
aan z'n thuiswedstrijd. Da was
noe 's 'n lekkere bolus. Die
smaekte lekker. Bie ons in 'Ol-
land verkoope ze die ook. Bolus.
Zêêuwse bolus staet 'r op. Ze
moste ulder schaeme. Diesmae-
ke nae niks. De zaal buldert; het
eerste doelpunt is gemaakt. Na
tuurlijk had hij er geen moment
aan getwijfeld om naar deze
dialectendag te komen. Of dia
lect een handicap is? Bel nêê
mense, 'oe kom je dae bie? 't Is
een gróót voordêël om dialect te
praete. En hij zegt er nog net
niet bijKiek mae nae mien. Als
of hij bedoelt: Dialect, daar zit
gevoel in, daar zit uitdruk
kingskracht in en dat is trefze
ker. Bovendien hoort het bij de
Zeeuwse cultuur, zoals de dij
ken, kreken, de zee en de na
jaarsluchten. Nu horen we het
van een echte Zeeuw, die terug
komt en niet praat over, maar fn
het Zeeuws. Vanzelfsprekend
duikt hij even terug in de tijd,
toen het nog in was wollen trui
en te dragen, die door moeder of
oma gebreid waren. De tijd van
de breipatronenboeken. En die
truien die prikkende toch zóó
ee?, gaat onze Jan Peter verder,
en dat op je dunne kindervelle
tje. En die vintjes in die breipa-
tröónenboekjes die keeke alle
mae zóó braeve. As Balkenende.
Ik bin wè braeve, mae ook dap
per en ik neême mien verant
woordelijk'eid, gaat hij verder,
wijzend naar zijn werk in Den
Haag. Hij besluit zijn toespraak
met een anekdote toen hij een
poosje geleden naar zijn ouders
ging, in gezelschap van kennis
sen uit de Randstad. Ik stapte
d'n blommenwienkel binne en
zei teegen 'Ermes de blommist:
'n Boeket blomm'n, heel-en-wit.
Heel-en-wit? vroeg dien 'Ollan-
der die bie mien was. Was da?
Rinus YVillemsen
Agenda
Dinsdag 29 oktober wordt om
2000 uur in de kerk van Hengst
dijk een video met tien verhalen
in het dialect van het Land van
Hulst en de grenskant gepresen
teerd. Tijdens de avond is de
band te koop voor 12,50,
daarna in de bibliotheken voor
13.00.
dinsdag 22 oktober 2002
streek van Zeeuws-Vlaanderen.
Die kroeg kwam als volgt aan
z'n naam. Een jonge onafhanke
lijke vrouw zo omstreeks 1860
had geen enkele zin om dienst
meid te worden op een boerderij
- de gebruikelijke bestemming
van een arbeidersmeisje. Via
haar grootmoeder had ze een
gammel oud huisje geërfd. Het
huisje - veel meer dan een kotje
was het niet - stond op een afge
legen plaats in de polder bij een
viersprong van wegen, ver weg
van alle dorpen in de buurt.
Maar geen nood, de jonge
vrouw, ongehuwd, aantrekke
lijk, met een wilde bos rood haar
en met een meute van sproeten
op haar blanke huid, betrok het
huisje en begon een cafeetje. Ie
dereen verklaarde haar voor
gek: 'Wie begint er nou een
kroeg op een plaats waar nooit
iemand komt, zo afgelegen tus
sen de palingkreken aan onver
harde modderige wegjes?' Maar
na een paar maanden bleek toch
dat aardig wat jonge en oudere
mannen de weg naar het kroegje
hadden weten te vinden. 'De
Rooie' schonk een gulle borrel
en was opvallend mooi, vrien
delijk, en af en toe een beetje
uitdagend aanwezig in haar af
gelegen behuizing, en al gauw
dongen alle jonge mannen naar
haar gunsten. Maar niemand
lukte het haar te veroveren. Ook
's avonds laat niet, als ze zelf op
stoom was na een aantal borrels.
Want ze was bepaald niet vies
van een brandewijntje. Ze werd
dan wel uitdagender, ze maakte
eens een extra knoop los, haar
groene ogen schitterden, ze
danste wel eens op de tafel
waarbij haar rokken hoog op-
zwierden, maar ze liet zich niet
verleiden.
Klomp
Natuurlijk kwam er een nacht
dat haar bloed een beetje over
kookte en een jongeman haar de
klomp paste, om het maar eens
Schouws uit te drukken. Die
jonge vent was zo trots als een
pauw dat het hem gelukt was
haar te verleiden, en vertelde
het al snel aan een paar kornui
ten. En zoals dat onder jongens
gaat, kwam al gauw de vraag:
'en dat prachtige rooie haar,
heeft ze dat ook elders?' 'Jaze
ker', pronkte de minnaar: 'ze
heeft de mooiste rosse muus van
de wereld.' Diezelfde avond
werd de waardin al aangespro
ken met Rosse (of Roste) Muus.
Eerst geneerde het meisje zich,
maar al snel besefte ze met het
groeien van haar klandizie dat
'Rosse Muus' een klantentrek
ker van jewelste was. Dus kwam
er een groot bord met 'Rosse
Muus' op het cafeetje dat uit
groeide tot het best bezochte ca
fé van de streek. De Rosse Muus
stond zelf achter de bar en lach
te naar alle mannen maar
schonk slechts hoogst zelden
haar gunsten aan één van hen.
Maar die laatsten bleven ko
men. want je wist maar nooit...
De Rosse Muus, of Roste zoals ze
in de grensstreek ook wel zeg
gen, bouwde gedurig een stukje
aan haar cafeetje aan. Ze is al
jong gaan rentenieren in het
Belgische. Langzaam verander
de ze in een dame met wild grijs
haar. Haar ogen bleven groen en
een tikje ondeugend. Het café
De Rosse Muus bestaat nog
steeds. Ver in de polder, net over
de grens, leidt het nog steeds een
bloeiend bestaan.
Gerard Smallegange
's nachts niet voeren een bedstee
in de gelagkamer. Het was een
gezellige en drukbeklante
kroeg. Niet in het minst dankzij
de voortvarende, knappe jonge
vrouw achter de toog. Soms, als
het seizoen was, kookte de
waardin een pan mossels voor
haar vaste klanten. Na de maal
tijd werd er dan extra stevig ge
dronken - mossels moeten
zwemmen. Rond half elf 's a-
vonds draaide Dirkje, de waar
din, de olielamp wat lager; het
sein dat iedereen naar huis
moest. Soms, heel soms, na zo'n
mosselfestijn deed Dirkje met
het neerdraaien van de olielamp
ook de bedsteedeurtjes open.
Dan bleef de man die al eerder
een seintje had gekregen, als
laatste achter. Samen dronken
ze dan een brandenwijntje,
waarop de gelukkige de ter
plaatse gebruikelijke stan
daardzin uitsprak: 'Dirkje, zul
len we de klomp maar eens gaan
aanpassen in de bedstee?' Dan
nam Dirkje nog een extra glaas
je zeewater onder het motto:
'Da's goed voor m'n mossel', en
daarna pasten ze samen de
klomp in de bedstee
'De klomp passen' is een West-
Schouwse uitdrukking. In de
Zak van Zuid-Beveland zeiden
ze'Za'k m'n puupje mae eens
gaen uutkloppe?' Maar ze be
doelden allemaal hetzelfde. In
het Schouwse verhaal sprak de
vrouw van haar 'mossel'. Dat
gebeurde vaak in Zeeland, maar
vooral aan de waterkant. Meest
gebruikelijk was - en is soms
nog - de naam 'muus', als aan
duiding van het vrouwelijk ge
slachtsorgaan. 'Mien muus mot
toch af en toe ok eten', zei een
vrouw ergens op de rand van
Walcheren en de Bevelanden.
Haar man had een klap van een
paard gekregen en toonde daar
na geen enkeie belangstelling
meer voor de 'lijfelijke aspec
ten' van zijn vrouw. Hij was in
het ziekenhuis na de klap 'aan
zijn water' geopereerd. Dat zei
den ze vroeger altijd van een
man. Alle operaties onder de na
vel hadden betrekking op 'het
water', bij een vrouw betrof het
altijd 'vrouwenkwaaltjes'. De
man had in het ziekenhuis van
de pastoor een paar goede siga
ren gekregen. Sedert die tijd
was hij slechts verzot op goede
sigaren ei nergens anders op.
Maar ja, als arbeider verdiende
hij niet genoeg voor sigaren.
Omdat zijn actieve jonge vrouw
nogal verkommerde, hadden ze
samen een voor beide partijen
bevredigende oplossing gevon
den: zij ontving af en toe een
man, en liet zich in goede siga
ren betalen. Die werden na af
loop besmuikt op de schoor
steenmantel gelegd. De vrouw
leefde weer op en de man rookte
af en toe een mooie sigaar na het
eten.
Rosse Muus
Over muus gesproken: de be
roemdste muus is de 'Rosse
Muus'. Dat is vanouds de naam
van een kroegje in de grens
De Bierkreek tussen IJ-
zendijke en Schoondijke
is de eerste biologische ro
zenkwekerij van Neder
land. Wat begon als een
hobby van vier vrienden,
is drie jaar later een pro
fessionele kwekerij, waar
idealisme en dadendrang
gelijk op gaan met zake
lijk inzicht en behoefte
aan perfectie. Wat blijft is
het deeltijd-ondernemer
schap. Want Geertje van
der Krogt, Eric de Millia-
no, Marianne Lundahl en
Hans van Hage hebben er
allevier een baan bij.
V
Het zoetwaterbassin krijgt een kunststof bekleding. Deze moet voorkomen dat het opgevangen regen
water de grond in zakt. foto Peter Nicolai
Vrijdagochtend was het een
gezellige boel op De Bier
kreek. Minstens twintig boeren,
kennissen en andere bekenden
uit de buurt waren komen opda
gen om een enorme kunststof
zak in het nieuwe zoetwater
bassin vlakbij het pottenveld te
leggen en uit te vouwen. Vanwe
ge de grootte van het gevaarte
was het absoluut nodig de hulp
van bekenden uit de omgeving
in te schakelen. De zak is be
doeld om te voorkomen dat het
opgevangen regenwater de
grond in zakt. „Omdat we met
zovelen waren, was het eigenlijk
zo gepiept. Ook de mensen had
ik in een mum van tijd bij elkaar.
Even een paar belletjes en het
was geregeld. Na afloop hadden
we koffie met koeken. Het leek
wel een ouderwetse bijeen
komst van landarbeiders", zegt
Geertje lachend.
Het waterbassin heeft een in
houd van ruim elfhonderd ku
bieke meter en wordt gebruik
voor de bewatering van de rozen
op het pottenveld en de eventu
eel pas geplante struiken op het
rozenveld. Omdat de waterpar
tij met zijn aarden wal net als
het pottenveld geen echte aan
winst voor het landschap is, is
hij zo diep mogelijk gemaakt.
„De wal er omheen steekt daar
door max. 1,50 meter boven het
maaiveld uit. Lager kon niet,
omdat we niet dieper konden
graven door de stand van het
grondwater en de zak dan zou
gaan drijven", legt Geertje uit.
Zeeuwse haag
De werkzaamheden aan het
bassin duren nog een kleine
week. Daarna is het de bedoe
ling om er een Zeeuwse haag
met fleurige en kleurige strui
ken als de meidoorn en de slee
doorn rond te planten, waar
door de bak uiteindelijk aan het
zicht wordt onttrokken. Geer
tje: „En dan zijn we voorlopig
klaar dit jaar. Alles is precies
volgens planning en binnen de
gestelde termijn uitgevoerd.
Daar ben ik heel blij om, omdat
we hierdoor aanzienlijke Euro
pese subsidies (veertig procent
van de totale kosten) hebben
kunnen binnenhalen."
Het opgevangen regenwater
functioneert straks in een geslo
ten systeem. Hierin vindt een
vermenging plaats met het
gootwater van het pottenveld,
dat met behulp van een pomp
terugkomt in het systeem en
vervolgens weer richting het ro
zenveld gaat. Om te voorkomen
dat het bassin tot over de rand
wordt gevuld, is er ook een over
loop ingebouwd. „We voorzien
straks volledig in onze waterbe
hoefte. Die is afgestemd op de
hoeveelheid die het pottenveld
nodig heeft. Elfhonderd kuub
moet ruim voldoende zijn, maar
als er in periodes met extreme
droogte meer nodig is, pompen
we desnoods grondwater op",
verklaart Marianne.
Om een gezonde plantengroei te
garanderen, worden biologisch
meststoffen aan het water toe
gevoegd. De hoeveelheid wordt
precies afgestemd op de behoef
te van de rozen en is noodzake
lijk om ongewenste algengroei
in het bassin te voorkomen. Er
wordt nog nagedacht over an
dere maatregelen die helpen het
zoete water zuiver te houden.
Marianne noemt drijvende wa-
ter(zuurstof)planten als reële
mogelijkheid. „Misschien zet
ten we wel wilde zilten uit. Deze
grijs/bruine vis werd vroeger in
oude wellen gebruikt om het
drinkwater van het vee zuiver te
houden. Voor ons zou dat een
aardige oplossing zijn, al was
bet maar omdat het heel leuk is
die beestjes druk bezig te zien."
René van Stee