Als de dood voor de donder a Een café vol gebaren PZC Miraculeuze genezingen Diplomatie op het schoolplein Onweerfobie valt moeilijk te overwinnen Nuchter naar operatie verleden tijd Actie tegen overgewicht kinderen Hartfalen wordt epidemie Doornappel tegen hersenkanker Longtransplantatie kan goedkoper opvoeding maandag 21 oktober 2002 doorTanja Olyslager NIJMEGEN - Een knipperende tl-buis, een straaljager die met veel kabaal overvliegt. Niets om bang voor te zijn. Maar voor mensen met een onbeschrijflij ke angst voor onweer ligt dat anders. Lawaai in de lucht en flitsende lichten doen hen den ken aan donder en bliksem. En dat is het ergste dat ze overko men kan. Als weerman Erwin Krol aan kondigt dat er kans op onweer is, heeft Frans de Groot (67) het niet meer. Uit pure angst luistert hij ieder uur naar de weerbe richten, bekijkt om de haver klap de teletekstpagina's van het weer en staat de hele dag voor het raam om de wolken te bestuderen. „Als ik zie dat er donkere wolken aankomen, ga ik de deur niet meer uit. Stel je voor dat ik midden in het on weer terechtkom, daar moet ik niet aan denken. Zodra het weer betrekt, word ik bang." Frans de Groot heeft een on weerfobie, ook wel astrafobie genoemd. „Hoe dat zo gekomen is, weet ik niet. Maar van de ene op de andere dag was ik als de dood voor onweer. Zelf denk ik dat het door mijn jeugd komt. Als het onweerde moesten we van onze ouders met het hele ge zin naar beneden. We zaten dan met z'n allen op de bank en ba den dat het onweer maar zo snel mogelijk over mocht zijn. Pure angst Bij dreigend onweer loopt Frans soms midden in de nacht door zijn woonkamer te ijsbe ren. „Ik kan gewoon niet rusten als ik niet weet wanneer het be gint te donderen en te blikse men. Dan kan ik maar het best rondlopen op de plek waar ik me het veiligst voel." Wanneer het dan eindelijk losbarst, kruipt hij pijlsnel onder de wol op zijn slaapbank. „Ik ben dan hele maal verstijfd, heb hartklop pingen en zweet nie een onge luk. Het is pure angst wat ik voel. Het IPZO, Instituut voor Psy chologische Zelfhulp en Onder- Bij ongeveer dertig procent van de patiënten met een onweerfobie is de angst overgedragen door de ou ders. foto G PD steuning in Nijmegen, is gespe cialiseerd in de behandeling van fobieën. „Natuurlijk is onweer niet prettig", erkent psycholoog Jan van den Berg. „Van de harde knallen en de bliksemflitsen kun je best schrikken. Dat doet iedereen wel eens. Maar bij mensen met een onweerfobie is er sprake van een uit de hand ge lopen angstklacht voor onweer en de kans daarop. Zij zijn echt panisch." De kans om getroffen te worden door een blikseminslag is overi gens gering. Jaarlijks sterven er in Nederland zo'n 200 koeien aan, terwijl er gemiddeld zeven mensen door worden verwond of gedood. „Mensen met een on weerfobie beseffen wel dat ze nauwelijks gevaar lopen, maar hun panische reactie laat zich heel moeilijk sturen", meent Van den Berg. „Ze zijn de hele dag bezig met het volgen van de weerberichten. Vooral als er een kans op onweer is voorspeld, worden ze angstig. Ze gaan dan niet naar de familiebarbecue waar ze 's avonds naar toe zou den moeten, ze durven niet meer te kamperen, of gaan zelfs hele maal niet meer op vakantie. Bij sommigen kan de angst zulke grote vormen aannemen dat ze al schrikken van een tl-buis die knippert of van het geluid van een straaljager. En er zijn zelfs mensen die bang worden als ze anderen woorden horen uit spreken die met onw... begin nen, zoals onweerstaanbaar of onwerkelijk. Ze lopen dan echt weg." Tijdens het onweer willen ze op de begane grond van hun wo ning zijn. Van den Berg: „Ze lo pen continu heen en weer of zit ten op de bank hevig in paniek te wachten tot het weer beter wordt. Maar er zijn er ook ge noeg die de hele tijd op het toilet zitten of in de kelder. En een en keling vlucht het huis uit. Zo heb ik een vrouw in behandeling gehad die telkens uit voorzorg met een slaapzak naar het zie kenhuis vertrok. Alleen daar voelde zij zich veilig." Het ontstaan van een panische angst voor onweer kan verschil lende oorzaken hebben. „Bij on geveer dertig procent van de cli ënten is de angst overgedragen door de ouders", zegt Van den Berg. „De kinderen werden door hun vader en moeder uit bed gehaald om beneden met z'n allen te bidden voor beter weer. Vroeger gebeurde dat in veel ge zinnen. Dan is er nog een groep, ook dertig procent, die zelf een negatieve ervaring met onweer heeft gehad. Ze hebben bijvoor beeld meegemaakt dat de blik sem bij hen in huis is ingeslagen In veertig procent van de geval len wordt nooit helemaal duide lijk wat de oorzaak van de on weerangst is." Dë meeste fobielijders krijgen als eerste ontspannings- en ademhalingstherapie. Ze leren hoe ze rustig kunnen blijven tij dens het onweer. „Verder maken we samen met de cliënt een draaiboek waarin staat wat ze moeten doen als er onweer op komst is en krijgen ze een regi stratieformulier mee naar huis waarop ze tijdens het onweer invullen hoe zwaar de donder en bliksem is, hoe ze zich voelen en wat ze dan doen. Ook is het de bedoeling dat ze ophouden met het controleren van de weerbe richten en dat ze zich niet meer verstoppen voor het onweerEn verder gaan we met ze naar een weerman die vertelt hoe onweer ontstaat." Stap voor stap Op die manier gaan ze stap voor stap de praktijk in. „Want uit eindelijk is het natuurlij kwel de bedoeling dat ze weer normaal reageren op onweer. Dat ze voor het raam durven staan om naar de bliksem te kijken en dat ze gewoon hun dagelijkse dingen blijven doen, zonder dat ze met het onweer bezig zijn. Maar het is een lange weg. Al met al over wint tachtig procent z'n angst. Twintig procent blijft klachten houden." Frans de Groot heeft inmiddels twee sessies achter de rug bij het IPZO. „Ikhoop datik beter word, maar op dit moment kan ik me dat nog niet voorstel len. Onweer vind ik echt nog heel erg eng." GPD In verband met de privacy is de naam Frans de Groot verzon- door Paul van Dijk Samen staan ze op de foto. Dokter Theillier, strenge blik, strak in 't pak, lid van het medisch comité dat in Lourdes de wonderbaarlijke genezingen controleert. Daarnaast Jean- Pierre Bely, een glimlach op het gezicht, gestoken in een blauw jasje over een witte trui. Hij is de kersverse (en 66ste) patiënt die door het medisch comité gene zen is verklaard. Jaarlijks brengen vijf miljoen mensen een bezoek aan Lourdes, onder wie 20.000 Ne derlanders. Het verhaal over hoe het begon past in een poë ziealbum. Op 11 februari 1858 sprokkelt een veertienjarig meisje, Bernadette Soubirous, met haar zusje en een vriendin hout aan de rand van Lourdes. Ze ziet in een grot een wonder schone dame, het is Maria. Ber nadette is een ziekelijk kind, dochter van een molenaar. Haar ouders geloven haar niet en de kerk hecht geen waarde aan haar woorden. Maar de ver schijningen komen terug. Maria wijst haar een bron met genees krachtig water. Het volk stroomt toe en er gebeuren me disch onverklaarbare dingen. Er worden treinverbindingen aangelegd, kerken en hotels ge bouwd. En de oneindige stroom zieken en gehandicapten kan terecht in ziekenhuizen en ver- pleegzalen. In 1883 vertrok de eerste Neder landse bedevaart naar Lourdes onder leiding van pater Michael Reuser. Al in 1899 bestond er een fonds om minder vermogen de zieken mee te nemen naar Lourdes. In 1963 telde dit fonds 80.000 leden. Anno 2002 is Lourdes nog steeds dé bede vaartplaats voor zieken. Hoogtepunt van het bezoek is de begroeting van Maria in de grot waar ze verscheen aan Berna dette. Hier is ook de bron die vanaf de verschijning is ont sproten. De bron levert 120.000 liter water per dag. Aan de kraantjes bij de grot drinken mensen Lourdeswater en vullen zeflessen om mee naar huis te nemen. Onderdompeling in het gewijde water gebeurt op eigen verzoek en alleen met toestem ming van de bedevaartarts. Ver der is er voor zieken en gezon den een speciale plechtigheid met handoplegging. Aanvankelijk waren er geen cri teria voor wonderbaarlijke ge nezingen. Later stelde de katho lieke kerk regels op voor wat men onder een wondergenezing verstaat. Een genezing wordt als wonder geboekt als: het een ernstige ziekte betreft, die zon der succes medisch is behandeld en waarbij de genezing plotse ling in Lourdes is ingetreden. De genezing moet volledig zijn en de ziektemag zich na korte tijd niet opnieuw openbaren. Sinds Bernadette Maria ont moette, zijn er nu 66 wonderen gedocumenteerd door het Bu reau Constatations Médicales. Dat is opmerkelijk weinig. Bo vendien bleek uit een onder zoek, gepubliceerd in het Bri tish Medical Journal, dat er zelfs over deze miraculeuze ge nezingen twijfels bestaan. De onderzoeker onderzocht elf van de 66 patiënten die door het me disch bureau in Lourdes waren geclassificeerd onder het kopjes 'wondergenezing'. Hij kwam tot de conclusie dat bij geen van de elf patiënten voldoende duide lijk was dat er sprake was van een bovennatuurlijke genezing. In de meeste gevallen was er een andere verklaring voor het wonderbaarlijke herstel van de patiënt. Een Britse arts, P. A. Moms, stelde echter dat patiënten er na een Lourdesbedevaart psycho logisch beter aan toe zijn. Ang sten en spanningen worden minder en depressies worden gunstig beïnvloed. Zieken gaan niet naar Lourdes voor de mirakels. Zij zijn slechts op zoek naar troost en kracht, zaken waar de moderne dokter geen pillen voor heeft. Het per spectief van hoop en uitzicht om verder te kunnen, geeft mensen weer moed om hun ziekte te dra gen. Ik ken een wielrenner die zijn bidon regelmatig vult met Lourdeswater. Hij is nog nooit eerste geworden, maar hij fietst met veel plezier. GPD Paul van Dijk is huisarts Het gebarencafé in Zwolle. foto Martin Oordijk/GPD door Nico Hotter ZWOLLE - Gebarencafés: er zijn er maar een paar in Nederland, in Ede en 's Herto genbosch bijvoorbeeld. Sinds, begin okto ber heeft ook Zwolle zijn 'eigen' café, ni'et alleen voor doven en slechthorenden, maar ook voor mensen zonder gehoorstoornis. Het gaat erom, zegt initiatiefneemster Petra Essink (35; moeder van een twee jaar oud doof dochtertje) dat de gebarentaal een vol waardige plaats krijgt in de Nederlandse samenleving. Essink beschouwt haar inzet voor de gebarentaal als 'iets wat op mijn le venspad gekomen is.' De gebarentaal is een volledige taal, inclusief bijbehorende gram matica, zegt ze met overtuiging. Twee jaar geleden werd Tonja geboren. Na zo'n zeven maanden kregen haar ouders het 'sterke vermoeden' dat er iets mankeerde aan haar gehoor: „Ze reageerde niet als we geluiden maakten. Direct bij haar geboorte al dacht ik: 'er is iets bijzonders met haar aan de hand, maar wat?' Ze had wel meteen twee heel scherpe kijkoogjes die je bij alles extra alert leken te volgen. In augustus 2001 wees een test bij het Au- diologisch Centrum onomstotelijk uit dat Tonja niets hoort. Van meet af aan verdiep ten Petra en haar man Jac zich in de wereld van de doven. Ze lazen onder meer het boek Stemmen Zien van de Amerikaan Oliver Sacks. Hij onderstreepte het belang van de gebarentaal bij de ontwikkeling van het jonge kind. Petra Essink:,De gebarentaal is een eeuw lang verboden geweest. Dat kwam vooral door een Wereldcongres in 1880 waar de vraag centraal stond: 'Wat maakt een mens tot mens?' Het antwoord toen luidde: 'Dat hij kan praten!' Door die opstelling werd, ook in Nederland, tientallen jaren lang, de dove mens niet gerespecteerd. De dove moest maar leren liplezen en liever nog: gewoon praten. De gebarentaal werd als iets minderwaardigs beschouwd." Pas na de jaren zestig van de vorige eeuw kwam er geleidelijk verandering in dat beeld. De gebarentaal keerde geleidelijk aan als 'volwaardige, volledige taal' terug in de vijf grote dovenscholen (en dependances) die ons land kent. Elk mens heeft voor zijn/haar ontwikkeling tot zelfstandig denken en handelend mens een taal nodig. Als iemand niets hoort is de gebarentaal een 'fantasti sche' uitkomst; hoe vroeger je er mee begint, hoe beter. In het gezin van Petra en Jac neemt de gebarentaal nu al een grote plaats in. Zelfvertrouwen Petra Essink: „Ik kan Tonja al veel vertellen met mijn handen; sommige gebaren doet ze ook na, net zoals een horend kind de woor den nabootst die het opvangt. Zelfvertrou wen is het beste wat je een kind kunt geven. De wereld van de dove mens is toevallig op ons pad gekomen en daar dóen we dus wat mee. Ik vind het nuttig en nodig, maar voor al ook leuk, om de gebarentaalde gebaren- cultuur in Nederland te stimuleren. Tonja was de aanleiding, maar de doelstelling is breder: er moet meer begrip komen voor de doventaal waarbij je in feite praat met je handen." „Je praat met je hele lichaam, je hele mi miek die het timbre van je stem vervangt. Naar verhouding praat je minder met je hoofd maar misschien wel meer met je hart." Deze zomer kwam Petra op het idee om in Zwolle het Gebarencafé te beginnen. „Nederland telt duizenden dove mensen, vaak ook heel jonge mensen. En die vinden het het fijn als horende mensen moeite wil len doen om via gebaren met hen te commu niceren. De dove mens heeft óók behoefte aan contact." Tijdens het eerste do vencafé - in september, de opkomst was nog gering - kreeg Petra al dankbare reacties. „Er kwam een dove ou dere mevrouw die heel blij was dat er nu een plek voor haar is." Begin oktober was de aanloop al veel groter, een 'bont gezelschap van ruim twintig mensen - de ene helft doof, de andere helft horend - gaf acte de presen ce. Petra Essink: „Dat vind ik nou zo mooi: dat er een brug wordt geslagen tussen doof en horend De opzet is niet om dove mensen uit een eventueel isolement te halen, maar om een plek te creëren waar gebarentaal ge sproken wordt." Essink heeft 'strenge' spelregels opgesteld voor het Zwolse Gebarencafé. „Er wordt niet hardop gepraat, behalve eventuele woorden om elkaar te helpen de gebaren te begrijpen of nieuwe gebaren te leren. Schrijven mag en als je er niet uitkomt en het onbegrip de overhand neemt, kun je naar buiten gaan om te praten', schrijft ze in een informatiebriefje. „In de praktijk zijn we natuurlijk wel wat soepeler, want het is heel vermoeiend om met gebaren té spreken, zeker als je elkaar én die taal nog nauwelijks kent. Maar al blijven de mensen maar een uurtje, dan bën ik al dik tevreden." GPD ROTTERDAM - Patiënten die in het Rotterdamse Ikazia Zie kenhuis geopereerd worden, hoeven voor de ingreep niet meer nuchter te blijven. Het ziekenhuis gebruikt sinds ongeveer een halfjaar een speciaal drankje, dat dankzij een hoge dose ring koolhydraten de conditie van het lichaam op peil houdt Bovendien zorgt het ervoor dat de patiënt sneller aansterkt na de operatie. Ikazia-artsen spreken over 'een wereld van ver schil' tussen nuchter blijven en het gebruik van het drankje De patiënt is niet meer misselijk en slap voor hij onder het mes moet, hoewel misselijkheid na de ingreep niet in alle gevalles voorkomen kan worden. „Wij hebben er goede ervaringen mee", bevestigt een woordvoerster van het ziekenhuis. GPD DEN HAAG (GPD) - De Nederlandse diëtisten komen in actie tegen overgewicht bij kinderen. Op dit moment is al één op de acht schoolkinderen (4 -12 jaar) te dik of dreigt dat te worden De Nederlandse diëtisten gaan het overgewicht bij schoolkin deren te lijf met de campagne: 'Terug naar de gezonde basis' Daarmee bedoelen zij terug naar het eetpatroon van ontbijt, lunch en avondeten gecombineerd met voldoende lichaams beweging. Kinderen die te zwaar zijn, kunnen lichamelijke klachten krijgen. Op latere leeftijd hebben ze een verhoogde sterfte- kans. Maar er zijn ook psychische gevolgen; dikke kinderen worden vaker gepest dan hun 'dunne' leeftijdgenootjes. GPD NIJMEGEN - Hartfalen ofwel een haperende hartpomp wordt de 'epidemie van de toekomst'. De verwachting xsdat met het ouder worden van de Nederlandse bevolking, het aantal patiënten met hartfalen jaarlijks toeneemt met lOpro- centNu li j den in ons land zo'n 2 0000 0 mensen aan hartfalen De prognose voor de volksziekte hartfalen is slecht. Ongeves de helft van de patiënten overlijdt binnen drie jaar aan deze kwaal. In 1999 - dit zijn de meest recente,beschikbai-ecijferc- stierven in ons land 5500 personen aan hartfalen. Voor de Ne- dexiandse Hartstichting zijn deze feiten reden om meer voor lichting over een haperende hartpomp te geven en om extra onderzoeksprogramma's te financieren. GPD TOKIO - De giftige en bedwelmende zaden en bladeren vande doornappel kunnen wellicht mensen met hersenkanker hel penhebben Japanse onderzoekers ontdekt. De Japanse wetenschappers merkten dat de ongecontroleer de groei van bepaalde kankercellen vrijwel compleet to: staan kan worden gebracht door een molecuul dat in de doornappel is gevonden. Extracten van de plant, die tot d: nachtschade-familie behoort, worden al gebruikt in de be handeling tegen astma, darmkrampen en diarree. De ontdek king is gepubliceerd in het British Journal óf Cancer. DPA GRONINGEN - Bij een longtransplantatie kan ongeves 45.000 euro worden bespaard door een aantal routinematig (en soms zeer belastende) onderzoeken vóór en na de tras- plantatie achterwege te laten of minder vaak uit te voere. zonder dat dit ten koste gaat van het resultaat. Dat stelt Ji Ouwens (universiteit Groningen) in een proefschrift. De tota le kosten van een longtransplantatie bedragen nu ongeveer 220.000 euro. GPD door Annie de Vreugd Je mag nooit zelf beginnen met slaan. Maar als ze je op school schoppen, schop je maar hard terug. Een veel gehoord advies van ouders aan hun kinderen. We zien onder meer in Israël wat er gebeurt als er over en weer klappen vallen: daar komt oorlog van. Ook op het schoolplein komt er oorlog van als kinderen elkaar terug schoppen en slaan. Steeds harder, steeds venijniger. De agressiespiraal gaat in wer king en het geweld lijkt niet meer te stoppen. Natuurlijk hoef t een kind dat wordt geslagen niet in een hoekje weg te kruipen. Het hoeft niet naar de pijpen van agressieve kinderen te dan sen, het hoeft geen speelbal te worden van de jongen met de grootste spierballen. Het antwoord op slaan kan echter ook bestaan uit nu eens niet terugslaan, er zijn goede alternatieven. In in ternationale betrekkingen wordt terecht voortdurend gehamerd op uitputtend in zetten van diplomatie alvo rens tot inzet van geweld over te gaan. Ook op het schoolplein en in de straat moet diplomatie een grote rol spelen. Kinderen moeten leren te zeggen waarom ze zo boos zijn. Met het klimmen der ja ren breidt hun vocabulaire zich uit, waardoor ze steeds beter hun woede onder woor den kunnen brengen. Vech tende partijen behoeven een bemiddelaar in de persoon van een leerkracht, een ouder of een jeugdwerker die hen helpt deze woorden in te zet ten bij een conflict. Die hen helpen afspraken te maken, zodat het probleem beheers baar wordt. Perspectief Als driftkikkers leren pra ten, zullen ze inzien dat dit perspectieven biedt om pro blemen echt op te lossen. De inmenging van ouders moet zeker niet zijn dat ze zelf dat vervelende joch wel eens on derhanden zullen nemen, die rotmeid eens een lesje zullen leren. Dan is het hek hele maal van de dam. Ouders van strijdende kemphanen doen er goed aan niet bij elkaar verhaal te gaan halen, daar voor is de situatie meestal veel te beladen. Kinderen die naar de juf of de meneer lopen als ze geslagen worden, zijn geen watjes en klikspanen. Dat mag in de klas gerust hardop gezegd worden. Deze kinderen doen een goede poging het pro bleem werkelijk op te lossen. Als niemand begint met pra ten, wordt de situatie van kwaad tot erger. Alles goed en wel, maar als iemand boven op mijn kind ligt en bezig is de tanden uit zijn mond te slaan, mag het zich dan misschien verwe ren? Er zijn uiteraard situaties I denkbaar dat snel handelen geboden is, dat terugslaan op dat moment de enige optie is zich van de aanvaller te ont doen. Er zijn misbaksels van kin deren die er de hele dag op uit zij n het gezicht van een ander te verbouwen. Natuurlijk mag een kind zich daaxiegen Verweren. Ook het kind dat ziet dat zijn vriend dit rob bertje vechten gaat verliezen en dreigt flink toegetakeld te worden, is nobel als hij te hulp schiet. Maar dan nog moeten kemphanen na af loop apart genomen worden om de situatie alsnog be spreekbaar te maken. Advies Er zijn kinderen die best wel anders dan door slaan met el kaar willen communiceren, maar gewoon niet weten hoe dat moet. Het gaat erom dat niet het allereerste en enige advies van ouders is vooral hard terug te slaan. Een kind moet leren de situatie in te schatten. Is het in dit geval wel slim terug te slaan? Is het wel nodig er.vol in te gaan of liggen er nog andere moge lijkheden open om het ge weld in te dammen? Het is als bij de zwarte band karate: wel de kracht hebben in noodgevallen je te weren, maar tegelijk de beheersing kunnen opbrengen om deze kracht niet in te zetten als dit niet per se nodig is. GPD Annie de Vreugd is orthope-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 4