Reiziger
verhaalt
van Afrika
PZC
Jazz vanuit de allereerste gedachte
Onthaasten en terugkijken
Joe Zawinul
Mark
Knopfler
29
Pure liefde
Leonardo Leo
verrassend
Onmiskenbaar
het Kollektief
Mory Kante
akoestisch
.ÏSiK
Een vrouw die bereid is te
sterven om het leven van
haar man te redden. Daarover
gaat het drama 'Alceste' van de
Griekse schrijver Euripides.
Het inspireerde Christoph Wil-
libald von Cluck in 1767 te We
nen tot de gelijknamige opera.
In 1776 maakte hij voor Parijs
een Franse versie en die is nu on
der leiding van John Eliot Gar
diner op cd gezet.
Het onwrikbaar stevige muzi
kale fundament voor dit drama
met goede afloop wordt gelegd
door zijn 'authentieke' English
Baroque Soloists en de stemmen
van het eveneens door hem ge
vormde Monteverdi Choir. Ze
zijn de voorwaarde voor een
muzikaal enerverende gebeur
tenis vol wisselende tempi,
klankleuren en sferen; energiek,
galant en hoogst sereen. De
klank blijft daarbij intiem en
dus voor de luisteraar onont
koombaar dichtbij
Bevlogen zingt Anne Sofie von
Otter de titelrol, de koningin die
koning Admetes wil redden.
Maar heeft ze in de dramatische
passages niet net iets te veel vi
brato? Toch vormt ze samen met
Paul Groves als Admetes een
fraai warm zangerig gepassio
neerd klinkend liefdespaar, zo-
als blijkt in de tweede acte met
de Alcestes aria 'Ah, malgré
moi, mon faible choeur' als een
ontroerend juweel.
Hans Visser
Alceste - opera van C. W von Gluck
o.l.v. Gardiner. Philips. 470 293-2. 2
cd's. Tijd: 134.57.
Leonardo Leo is zeker niet de
bekendste tijdgenoot van
Bach. Maar deze Napolitaan uit
de sfeer van Scarlatti, naast wie
hij ook werd begraven, heeft
niettemin een aardig oeuvre
achtergelaten van alleen al vijf
tig opera's. Leo stierf in het har
nas toen hij in 1744, sleutelend
aan een van zijn komische ope
ra's, werd overvallen door een
hartstilstand.
De laatste jaren van zijn leven
schreef hij vooral veel kerkmu
ziek en het valt te prijzen dat
Christophe Rousset en zijn en
semble Les Talents Lyriques
zijn composities op cd hebben
gezet. Fraaie melodieuze mu
ziek, waarin het soms is alsof
zich daarin een jonge Mozart
laat horen.
Hans Visser
Leonardo Leo en Les Talents Lyri
ques o.l.v. Christophe Rousset: Sa
cred Music, Decca 460 020-2, tijd:
69.56.
Of het Willem Breuken Kol
lektief nou een 18e-eeuwse
musette speelt, vooroorlogse
swingmuziek nieuw leven in
blaast of met voorbedachte rade
en zeer vakkundig de jazzklas-
sieker 'I Remember April' om
zeep helpt, het geluid blijft on
miskenbaar het Kollektief: een
combinatie van vrije jazz en
klassieke precisie, met vrolijke
uitstapjes richting theatrale,
circus- en marsmuziek. Misery
is na de cd's Hunger (1999) en
Thirst (2000) het laatste deel
van een trilogie. Op de voorgan
gers namen Loes Luca en Denise
Jannah de zangpartijen voor
hun rekening, Hier probeert
Breuker het zelf een keer. Hij is
geen zanger, maar zijn zangstijl
versmelt prima met de eigen
muziek.
Illand Pietersma
Willem Breuker Kollektief: Misery -
BVHaast, tijd 58.50 min.
e Feu Sur Scène
zegt als bijnaam
genoeg over zijn
actuele podiumprestaties.
Daarnaast is Mory Kante
sinds een jaar druk doende
als ambassadeur van de
voedselorganisatie F.A.O.
van de Verenigde Naties. Nu
is hij gast van 'Windows to
the World'de multiculturele
driedaagse in Las Palmas
Rotterdam, met muziek,
dans, stand up comedy,
vertelkunst, poëzie, video en
culinaire exotica.
Veertien jaar na dato is Mory
Kante bij ons nog steeds
slechts de zanger van die ene
monsterhit 'Yéké Yéké'. Merk
waardig, want in talloze andere
landen heeft de Guineese griot
(rondtrekkende verhalenvertel
ler) een zoveel bredere publieke
status. Waarmee hem dan ook
volledig recht wordt gedaan, ge
zien de actieradius van de intus
sen 52-jarige West-Afrikaan op
meerdere terreinen.
Zijn agenda mag overlopen,
voor nieuwe artistieke uitda
gingen vindt Mory Kante altijd
wel een gaatje. Zoals voor het
verrassende een-tweetje met de
j onge Britse'arrenbie'-zangeres
Shola Ama op zijn jongste stu
dio-album Tamala. Of, zoals nu,
voor het verzoek vanuit Rotter
dam om zich in het kader van
een (ver)nieuw(end) festival
eens akoestisch te presenteren.
„Spannend, was meteen mijn
eerste gedachte, omdat die kans
me eigenlijk maar zelden wordt
geboden", bekent Mory Kante.
„Ik trek bij wijze van spreken
voortdurend de hele planeet
over om te spelen, maar bijna al
tijd wil men dat ik met volle
kracht er tegenaan ga. Dat ter
wijl toch een nummer als 'Yéké
Yéké in eerste instantie niet
meer was dan een simpel liedje
dat ik in mijn eentje vertolkte.
Helemaal terug naar akoestisch
zit er alleen niet meer in, omdat
je dan het risico loopt dat som
mige instrumenten niet meer uit
de verf komen. Neemt niet weg
dat we deze gelegenheid zullen
aangrijpen voor iets speciaals."
Wat hem betreft mag benadrukt
worden dat aan de presentatie
veel noeste repetitie-arbeid met
zijn (minimaal) negenkoppige
band is voorafgegaan. „Zoals in
feite altijd", verduidelijkt hij
maar al te graag. „Iedereen die
een concert van ons bijwoont,
denkt al gauw dat het allemaal
maar vanzelf gaat. Niets is min
der waar. Elke noot, alle bewe
gingen, alle andere effecten, ze
zijn wel degelijk doordacht en
volop voorbereid. Natuurlijk is
er ook altijd sprake van sponta
niteit, vooral vanwege je reac
ties op de energie die je terug
krijgt van je publiek. Maar
langer boeien kun je slechts als
je beslagen ten ijs het podium
opstapt. Heel veel tijd moet ik
dan ook steken in nadenken,
passen en meten, uitproberen."
Intuïtie
Zijn intuïtie is zijn kompas. Met
soms als gevolg dat hij moet ont
dekken tegen de stroom in te
roeien. „Ik heb altijd openge
staan voor experimenten. Voor
al in het begin van m'n carrière
werd dat in Afrika niet altijd in
Joe Zawinul schuift zijn nieuwste cd Fa-
ces Places even opzij. Bijna achteloos.
„Die muziek, dat weet je toch wel? Ik ben
een verhalenverteller." De beweging lijkt te
zeggen: muziek spreekt voor zichzélf, daar
moet je niet te veel woorden aan vuil maken,
gewoon luisteren. Dat is grappig voor een
man voor wie muziek, jazz in het bijzonder,
zijn leven is.
Joe Zawinul is een Hoofdstuk Apart. Hij is
de eerste en enige Europeaan die een essen
tiële rol heeft gespeeld in de ontwikkeling
van de moderne jazz. Een Oostenrijker nota
bene, die nog altijd het Weense dialect
spreekt alsof hij dagelijks zijn koffie drinkt
bij Bauerl Gustav en zijn schnitzels eet bij
Fieglmüller. Sinds 1959 woont en werkt hij
in de Verenigde Staten.
Hij ging er heen met een studentenvisum en
speelde zich in een paar weken de top vijftig
van de jazzmuziek binnen. Er is geen ander
die dat lukte. Hij zit in een Amsterdams ho
tel aan een tafeltj e alsof j e hem al j aren kent
probeert een kruidig shaggie, Made in Hol
land ('Dutch cocktail' noemt hij het), maakt
dat weer uit en grijpt onder tafel:Wil j e ook
een slivovitz?"
begint hij„Ik was in Wenen toen ik voor Mi-
les Davis 'In a silent way' schreef. Ik keek
vanuit mijn hotelkamer uit op het huis waar
mijn ouders mij maakten. Het sneeuwde en
jekonHübnerszien, imStadtpark. Enjaren
later zal daar de allereerste Europese ten
toonstelling van Miles' schilderijen te zien
zijn. Toeval."
Zawinul verdiende na het conservatorium
in Wenen zijn eerste geld als accordeonist,
stapte over op jazz en piano en scoorde zijn
eerste successen met Fatty George en de Au
strian All Stars. Na zijn 27ste in Amerika
kwam het echte spektakel: hij werd pianist
van Cannonball Adderiey's Quintet, het
meest succesvolle jazzensemble van die tijd.
Zijn nummer 'Mercy Mercy' groeide uit tot
een grote jazzhit.
Later vroeg Miles Davis hem en componeer
de hij voor diens band. Ook maakte hij deel
uit van het historische album 'Bitches
Brew'. Nog later vormde hij met Wayne
Shorter de jazzrock-combinatie Weather
Report (1970) en zorgde hij voor een nieuwe
standaard in de jazz.
Hij incorporeerde internationale ritmen in
zijn werk en verwerkte elektronische ele
menten in wat toen 'fusion' genoemd zou
worden. Er zijn kenners die zeggen dat de
'hip hop beat' van Zawinul komt.
Ook over zijn ervaring met zangeres Dinah
Washington vertelt hij graag. Hij werkte in
Amerika bij de big band van trompettist
Maynard Ferguson in Atlanta, Georgia.
Daar zong Dinah Washington. Toen was er
nog segregatie in Amerika. De blanke muzi
kanten verbleven in een blank hotel. Na af
loop van een concert 'jamden' de musici
graag met de hele band in een club. „Ik
speelde een bluesje en opeens voelde ik een
hand op m'n schouder. Dinah Washington,
toen een beroemdheid, gaf een papiertje met
haar naam er op. Ze vond mijn spel goed en
zei dat ik haar moest bellen." Hij vergat het,
tot hij door Maynard Ferguson werd ontsla
gen.
Hij ging naar New York en ontmoette Dinah
Washington opnieuw. „Jij bent toch de man
van die blues in Atlanta, Georgia?", zei ze
tegen hem. „Kom vanavond luisteren want
ik open de Village Vanguard." Hij bezocht
het concert en ze riep hem op het toneel om
wat te spelen. „Ze huurde me in, daar op die
Bühne."
Een paar dagen geleden had hij een inter
view van een uur op de Duitse radio. Met
zijn favoriete platen. „Ellington, Billy Holi
day, Art Tatum. Ik zette een plaat op van
Marvin Gaye, 'What's going on', en vertelde
dat het de favoriete popplaat van mijn
vrouw was. Die stond altijd aan in de auto.
Ik vertelde toen dat ik destijds op 1 april in
Chicago speelde, en hoorde dat Marvin
Gaye overleden was. Doodgeschoten, 'Jaa',
lachte ik nog, 'April Fooi zeker'. Ik geloofde
't niet. Op het moment dat ik dit verhaal
voor de radio vertel, gaat mijn mobiele tele
foontje dat ik had vergeten uit te zetten.
Mijn vrouw, die me nóóit belt. Toeval."
Welke naam je er ook aan wilt geven, toeval,
inspiratie, de eerste opwelling, het speelt
een even grote rol in de muziek van Zawinul
Muziek waarin hij klanken uit de hele we
reld binnenhaalt, Afrika, Turkije, India. Hij
gaat met dat materiaal om zoals Miles Davis
dat met zijn band deed.
„Hier", zegt Zawinul. Hij komt uiteindelijk
toch bij zijn cd Faces places terecht. „Al
les is improvisatie. Net zoals al mijn platen.
Ik luister naar mijn improvisaties en schrijf
ze uit." Hij fluistert bijna wanneer hij het
zegt. Alsof hij zijn grootste geheim verklapt.
„Weetje, je moet vertrouwen in het allereer
ste dat in je opkomt. Die eerste gedachte,
dat eerste gevoel. Wanneer je geïnspireerd
bent, telt het rationele niet meer."
Zeventig is Zawinul geworden. Voor deze
gelegenheid schreef de journalist Gunther
Baumann het boek Joe Zawinul, een leven
in muziek. Hij is er laaiend enthousiast over
en spreekt van de weeromstuit weer Duits.
Fout. Weens. „Nee, ik ben nooit één letter
greep van m'n Weense dialect kwijtge
raakt", biecht hij op. „Nee, Wenen kan ik
niet vergeten, het is een van de mooiste ste
den ter wereld."
Bert Jansma
Joe Zawinul speelt met. zijn band op 13 oktober in
De Boerderij, Zoetermeer, hel enige concert in
Nederland.
dank afgenomen. Traditionele
muziek mengen met andere
genres, dat was een soort heilig
schennis, dus werd ik verket
terd. Later is alleen maar geble
ken dat ik bij lange na niet de
enige was die behoefte had aan
dergelijke nieuwe vormen. Te
genwoordig hoor je Afrikaanse
muziek in verband gebracht
met die van andere werelddelen.
Het is een ideale manier om de
cultuur van ons continent te
verspreiden en interesse ervoor
te kweken. Taal is daarbij van
ondergeschikt belang, als ieder
een maar aan je muziek kan voe
len wat je op je lever hebt. De
respons op mijn website is het
bewijs. Heel treffend zijn soms
de ontboezemingen die fans je
sturen. Ze sterken me keer op
keer in de overtuiging dat we in
principe allemaal hetzelfde
zijn. Datzelfde klankbord leert
me trouwens ook dat mijn mu
ziek van alle leeftijden is. Ik ont
vang mailtjes van oude, zieke
mensen, die als ze Mory Kante
horen helemaal opknappen,
maar ook van kinderen die zeg
gen dat ze er zo vrolijk van wor
den."
Temidden van alle muzikale
'mengpraktijken' is Moiy Kante
een echte 'griot' gebleven. Of
wel een verteller van verhalen
met een sociale betekenis. De el
lende waar zo'n beetje heel
zwart Afrika iedere dag weer
door wordt geteisterd raakt hem
dan ook diep. Reden voor hem
om, na allerlei incidentele hulp
acties voor Rode Kruis en Uni
cef, zich structureler in te zetten
voor een beter lot van de be
dreigde medemens: op de vorige
Wereldvoedseldag (16 oktober
2001) benoemde secretaris-ge
neraal Kofi Annan van de
Verenigde Naties hem tot am
bassadeur van de F.A.O., de or
ganisatie die honger bestrijdt en
landbouw bevordert. „Ik ken de
problemen in Afrika als geen
ander en heb als bekende per
soonlijkheid bovendien de mo
gelijkheden om een heleboel
mensen erop te wijzen, dus is het
niet meer dan logisch dat ik me
inzet", vindt Mory Kante. „Hoe?
Door als het even kan, zoals nu,
aan te geven dat het de hoogste
tijd is dat er redelijke prijzen be
taald gaan worden voor export
artikelen als koffie, katoen, ca
cao, palmolie. Zodat om te
beginnen de boeren eindelijk
meer kans krijgen op een nor
maal bestaan en vervolgens de
trek naar de stad eens kan gaan
afnemen."
Waar Mory Kante meer directe
grip op denkt te hebben is een
samenwerkingsproject opgezet
in zijn geboorteland. De droom
van een moderne opnamestudio
voor alle muzikanten in heel
West-Afrika krijgt daar, in
Conakry, binnenkort nog veel
meer gestalte dan lange tijd
voor mogelijk gehouden. „Het
wordt zelfs een heel dorp in het
teken van het amusement. Dat
wil zeggen dat er ook een mu
ziekschool, een theater, een
congrescentrum en een flink ho
tel wordt neergezet. Het wordt
dus meer dan een werkplaats
voor artiesten en vakmensen,
het moet evenzeer een vorm van
toerisme teweegbrengen. Daar
is de locatie ook op gekozen,
want het is een schitterende
plek, tussen de heuvels met uit
zicht op zee, evenzeer ontspan
nend als inspirerend", aldus de
ondernemende zanger. Het in
aanbouw zijnde dorp staat ter
plaatse al beter bekend als Mory
Kantea. „Of ik er ooit zal wo
nen? Ik heb me voorgenomen om
er minstens om de twee maan
den te zijn, om de zaken te sti
muleren en te controleren.
Maar, ik blijf natuurlijk een
tamala, een reiziger, altijd on
derweg."
Louis Du Moulin
Mory Kante is vandaag t/m zondag
gast van het festival Windoivs to the
World in Las Palmas Rotterdam. Zie
ook: ioww.windowstotheworld.nl
Joe Zawinul zit op de praatstoel. Eigenlijk
zit hij daar altijd op, of hij nu speelt of niet.
,Mijn leven zit vol Zuf alle, toevalligheden"
vrijdag 11 oktober 2002
Mory Kante: „Ik blijf natuurlijk een Tamala, een reiziger, altijd onderweg." foto Cees Kuiper/GPD
Met enige weemoed en nostalgie
kijkt hij terug naar hoe het ooit
was. „De wereld maakte de
laatste vijftig jaar een explosie
ve ontwikkeling door. Ik weet
nog dat ik in de jaren tachtig
met Dire Straits van de oostkust
naar de westkust van Amerika
vloog en dan zag ik vanuit het
vliegtuig tussen de grote steden
van die enorme gapend lege
vlaktes liggen. Toen ik The Rag
picker's Dream in Nashville op
nam ben ik wederom een paar
keer op en neer gevlogen en ik
merkte tot mijn schrik dat op
heel veel van die lege plekken nu
huizen zijn gebouwd. Pak bij
voorbeeld de befaamde Galla
tin Road in Tennessee. Dat was
vroeger een pad maar nu is het
een autoweg met acht banen ge
worden waar elke ochtend heli
kopters boven hangen om
beeldverslag te doen van de
files. De wereld is een soort
freakshow geworden. In de song
'Devil Baby' zing ik daarover.
Vijftig jaar terug was een lelijke
baby met uitstekende oren de
trekpleister op een kermis. Nu is
die baby vervangen door de Jer
ry Springer-show en Big Bro
ther. Het verschil is dat mensen
nu zelf graag de freak willen uit
hangen. Je belt een nummer en
je honger wordt gestild. Ik vind
dat de schaamte voorbij. Door
afwijkend gedrag te vertonen
kan je zomaar in één dag een te
levisiester worden en dat vind ik
beangstigend omdat het juist
datgene is dat ik altijd heb pro
beren te vermijden."
Knopfler ziet The Ragpicker's
Dream niet zozeer als een aan
klacht tegen de snelle, moderne
maatschappij maar meer als
pleidooi voor een pas op de
plaats. Een moment om terug te
kijken naar het verleden. „On
langs reed ik terug naar het dorp
waar ik ben geboren en wilde
mijn oude lagere school bezoe
ken. Het gebouwtje bestond
echter niet meer. Op zo'n mo
ment vraag ik mij af: willen wij
nog wel dat zo'n schooltje moet
blijven staan of hebben we het
gewoon geaccepteerd dat ons
verleden tot,puin wordt verma
len?" Voor een'introvert en re
trospectief mens als Knopfler
schiet de wereld van nu veel te
snel aan hem voorbij. De muzi
kant lijkt onthaasting te predi
ken. „Vijftig jaar terug maakten
we ons geen zorgen om dit soort
problemen omdat we te maken
hadden met veel ergere dingen
zoals honger en ziekten. Nu is
dat anders. We hebben de tijd en
het geld om met de mooie dingen
uit het verleden respectvol om te
gaan. Ik vind dat we compassie
voor de wereld moeten tonen."
Overigens vindt Knopfler dat
zijn folky, bijna rootsachtige
muzikale benadering op The
Ragpicker's Dream een voor
hem logisch vervolg is op het
toch vrij Dire Straits-achtige
Sailing To Philadelphia. „Op
dat album was ik al bezig met
het vermengen van oude Ameri
kaanse muziek in mijn songs. Ik
noem het zelf mijn verbinding
tussen de deltamuziek van het
Amerikaanse zuiden en de En
gelse folksongs waarmee ik als
Noord-Engelsman mee opge
groeide. Het is ook de eerste keer
in mijn leven dat ik alle liedjes
met de hele band live in de stu
dio heb opgenomen. Dat is voor
mij een grote overwinning om
dat Dire Straits in het verleden
toch gelijk stond aan technische
en muzikale perfectie. Toen het
succes van die band met het al
bum Brother In Arms zo bela
chelijk groot werd was er maar
één intelligente reactie: Er hard
van wegrennen. Na Dire Straits
wilde ik gewoon weer die j ongen
zijn met z'n gitaar op de bank.
Dat punt heb ik nu bereikt en ik
kan weer genieten van mijn suc
ces zonder dat ik mijn fans moet
behagen."
Jean-Paul Heek
Het album The Ragpicker's Dream
ligt sinds kort in de winkel.
wm
-
Mark Knopfler: „Het succes greep mij zo bij de keel dat ik afwijkend gedrag
begon te vertonen." fotoGPD
Twee jaar terug verraste
Mark Knopfler vriend en
vijand met het fraaie album Sai
ling To Philadelphia. Het werd
het eerste echte solosucces van
de voormalige voorman van Di
re Straits. Nu is hij terug met een
ingetogen nieuwe cd: The Rag
picker's Dream.
Of hij speelt de vermoorde on
schuld of hij meent het echt.
„Zijn er vier miljoen exempla
ren verkocht van Sailing To Phi
ladelphia. Echt? Ongelooflijk
toch." Mark Knopfler haalt zijn
schouders op en wrijft zijn han
den langs de grijzende slapen.
Even wacht hij en merkt dan op:
„Al de mensen die mijn vorige
cd hebben gekocht zullen wel
schrikken van The Ragpicker's
Dream."
Knopfler kent zijn fans blijk
baar erg goed. Dat zijn laatste
solo-cd Sailing To Philadelphia
twee jaar terug een megasucces
werd had toch vooral te maken
met de duidelijke muzikale as
sociaties met het onvolprezen
Dire Straits. Die referentie is so
wieso altijd goed voor een mil
joenenverkoop. Zijn nieuwe cd
The Ragpicker's Dreamis echter
in de eerste plaats een werkstuk
van Mark Knopfler. Bijna weg
zijn de lyrische gitaaruithalen,
weg is de rock, maar helemaal
terug is zijn wat epische vertel
structuur. The Ragpicker's
Dream is soms onvervalste
Americana waarin de donkere
stem van Knopfler en diens fa
buleuze gitaartechniek perfect
tot wasdom komen.
De vriendelijke Engelsman is in
een exclusieve club van de Lon-
dense wijk Chelsea ondanks een
hardnekkige pijn m de onderrug
in een prima bui. Na het slikken
van een paar pijnstillers moet er
echter nog een ander klusje
worden geklaard. In een zaaltje
naast de interviewruimte gilt
een muzikant zijn ziel en zalig
heid door een paar boxen. Het
gezicht van Knopfler speelt ver
bazing. „Zullen we hem even
een toontje lager laten zingen",
merkt hij op. De bewuste on
ruststoker zit gebukt achter zijn
zanginstallatie waarop Knopf
ler met zijn ring een paar tikken
geeft. De amateurzanger kijkt
op en staart meteen in het oerbe-
kende gezicht. „Zou je het ding
wat zachter kunnen zeggen",
vraagt Knopfler bedeesd. De
jongen stottert, loopt rood aan
en kan net uitbrengen: „Na
tuurlijk Mister Dire Straits."
Knopfler schiet meteen in de
lach en merkt op: „Zeg maar
Mark, hoor." Knopfler, één van
de succesvolste Engelse muzi
kanten uit de pophistorie, kan
de lol van dit soort momenten
wel inzien. „Ik ben gek op succes
maar ik haat bekendheid. Als
zo'n knul niet meteen de naam
bij mijn kop raadt dan heb ik
toch iets goed gedaan." De iro
nie druipt van Knopflers woor
den. De man zit duidelijk goed
in zijn vel. „Tijdens de laatste
promotietours van Dire Straits
was ik geen gemakkelijk mens.
Ik kon eerlijk gezegd mezelf niet
meer zijn. Van nature ben ik een
vrij opgewekte vogel, maar het
succes greep mij zo bij de keel,
dat ik afwijkend gedrag begon
te vertonen. Ik kon er gewoon
niet mee omgaan. Als het mij nu
even te veel wordt dan boek ik
samen met mijn vrouw een
vlucht en gaan we er op uit. Zo
ben ik een maandje terug zo
maar naar Amsterdam gevlo
gen. We hebben er een auto ge
huurd en zijn ritjes gaan maken
langs de polders en de oude
stadjes in het midden van Ne
derland. Prachtig vind ik dat en
geen mens die mij herkent."
Toch is Knopfler er de man niet
naar om zijn oude successen met
Dire Straits te verloochenen en
hij kan dan ook met een goed ge
voel op die periode terugkijken.
De meeste leden van de succes
formatie ziet hij zelfs nog regel
matig. „Deze zomer hebben we
voor een goed doel nog een paar
concerten in Londen gedaan.
We hebben tijdens de repetities
enorm veel herinneringen opge
haald en het spelen was ook fan
tastisch.' Die jongens kennen
mij.beter dan wie dan ook."
Knopfler geeft toe dat hij met
zijn voormalige bandleden The
Ragpicker's Dream nooit had
kunnen maken. „Dat is zo, maar
ik had tien jaar terug ook nooit
dit soort songs kunnen schrij
ven."
Op The Ragpicker's Dream
maakt Knopfler zich duidelijk
zorgen over het belachelijke
leeftempo op deze aardkloot.