Reiziger verhaalt van Afrika PZC Jazz vanuit de allereerste gedachte Onthaasten en terugkijken Joe Zawinul Mark Knopfler 29 Pure liefde Leonardo Leo verrassend Onmiskenbaar het Kollektief Mory Kante akoestisch .ÏSiK Een vrouw die bereid is te sterven om het leven van haar man te redden. Daarover gaat het drama 'Alceste' van de Griekse schrijver Euripides. Het inspireerde Christoph Wil- libald von Cluck in 1767 te We nen tot de gelijknamige opera. In 1776 maakte hij voor Parijs een Franse versie en die is nu on der leiding van John Eliot Gar diner op cd gezet. Het onwrikbaar stevige muzi kale fundament voor dit drama met goede afloop wordt gelegd door zijn 'authentieke' English Baroque Soloists en de stemmen van het eveneens door hem ge vormde Monteverdi Choir. Ze zijn de voorwaarde voor een muzikaal enerverende gebeur tenis vol wisselende tempi, klankleuren en sferen; energiek, galant en hoogst sereen. De klank blijft daarbij intiem en dus voor de luisteraar onont koombaar dichtbij Bevlogen zingt Anne Sofie von Otter de titelrol, de koningin die koning Admetes wil redden. Maar heeft ze in de dramatische passages niet net iets te veel vi brato? Toch vormt ze samen met Paul Groves als Admetes een fraai warm zangerig gepassio neerd klinkend liefdespaar, zo- als blijkt in de tweede acte met de Alcestes aria 'Ah, malgré moi, mon faible choeur' als een ontroerend juweel. Hans Visser Alceste - opera van C. W von Gluck o.l.v. Gardiner. Philips. 470 293-2. 2 cd's. Tijd: 134.57. Leonardo Leo is zeker niet de bekendste tijdgenoot van Bach. Maar deze Napolitaan uit de sfeer van Scarlatti, naast wie hij ook werd begraven, heeft niettemin een aardig oeuvre achtergelaten van alleen al vijf tig opera's. Leo stierf in het har nas toen hij in 1744, sleutelend aan een van zijn komische ope ra's, werd overvallen door een hartstilstand. De laatste jaren van zijn leven schreef hij vooral veel kerkmu ziek en het valt te prijzen dat Christophe Rousset en zijn en semble Les Talents Lyriques zijn composities op cd hebben gezet. Fraaie melodieuze mu ziek, waarin het soms is alsof zich daarin een jonge Mozart laat horen. Hans Visser Leonardo Leo en Les Talents Lyri ques o.l.v. Christophe Rousset: Sa cred Music, Decca 460 020-2, tijd: 69.56. Of het Willem Breuken Kol lektief nou een 18e-eeuwse musette speelt, vooroorlogse swingmuziek nieuw leven in blaast of met voorbedachte rade en zeer vakkundig de jazzklas- sieker 'I Remember April' om zeep helpt, het geluid blijft on miskenbaar het Kollektief: een combinatie van vrije jazz en klassieke precisie, met vrolijke uitstapjes richting theatrale, circus- en marsmuziek. Misery is na de cd's Hunger (1999) en Thirst (2000) het laatste deel van een trilogie. Op de voorgan gers namen Loes Luca en Denise Jannah de zangpartijen voor hun rekening, Hier probeert Breuker het zelf een keer. Hij is geen zanger, maar zijn zangstijl versmelt prima met de eigen muziek. Illand Pietersma Willem Breuker Kollektief: Misery - BVHaast, tijd 58.50 min. e Feu Sur Scène zegt als bijnaam genoeg over zijn actuele podiumprestaties. Daarnaast is Mory Kante sinds een jaar druk doende als ambassadeur van de voedselorganisatie F.A.O. van de Verenigde Naties. Nu is hij gast van 'Windows to the World'de multiculturele driedaagse in Las Palmas Rotterdam, met muziek, dans, stand up comedy, vertelkunst, poëzie, video en culinaire exotica. Veertien jaar na dato is Mory Kante bij ons nog steeds slechts de zanger van die ene monsterhit 'Yéké Yéké'. Merk waardig, want in talloze andere landen heeft de Guineese griot (rondtrekkende verhalenvertel ler) een zoveel bredere publieke status. Waarmee hem dan ook volledig recht wordt gedaan, ge zien de actieradius van de intus sen 52-jarige West-Afrikaan op meerdere terreinen. Zijn agenda mag overlopen, voor nieuwe artistieke uitda gingen vindt Mory Kante altijd wel een gaatje. Zoals voor het verrassende een-tweetje met de j onge Britse'arrenbie'-zangeres Shola Ama op zijn jongste stu dio-album Tamala. Of, zoals nu, voor het verzoek vanuit Rotter dam om zich in het kader van een (ver)nieuw(end) festival eens akoestisch te presenteren. „Spannend, was meteen mijn eerste gedachte, omdat die kans me eigenlijk maar zelden wordt geboden", bekent Mory Kante. „Ik trek bij wijze van spreken voortdurend de hele planeet over om te spelen, maar bijna al tijd wil men dat ik met volle kracht er tegenaan ga. Dat ter wijl toch een nummer als 'Yéké Yéké in eerste instantie niet meer was dan een simpel liedje dat ik in mijn eentje vertolkte. Helemaal terug naar akoestisch zit er alleen niet meer in, omdat je dan het risico loopt dat som mige instrumenten niet meer uit de verf komen. Neemt niet weg dat we deze gelegenheid zullen aangrijpen voor iets speciaals." Wat hem betreft mag benadrukt worden dat aan de presentatie veel noeste repetitie-arbeid met zijn (minimaal) negenkoppige band is voorafgegaan. „Zoals in feite altijd", verduidelijkt hij maar al te graag. „Iedereen die een concert van ons bijwoont, denkt al gauw dat het allemaal maar vanzelf gaat. Niets is min der waar. Elke noot, alle bewe gingen, alle andere effecten, ze zijn wel degelijk doordacht en volop voorbereid. Natuurlijk is er ook altijd sprake van sponta niteit, vooral vanwege je reac ties op de energie die je terug krijgt van je publiek. Maar langer boeien kun je slechts als je beslagen ten ijs het podium opstapt. Heel veel tijd moet ik dan ook steken in nadenken, passen en meten, uitproberen." Intuïtie Zijn intuïtie is zijn kompas. Met soms als gevolg dat hij moet ont dekken tegen de stroom in te roeien. „Ik heb altijd openge staan voor experimenten. Voor al in het begin van m'n carrière werd dat in Afrika niet altijd in Joe Zawinul schuift zijn nieuwste cd Fa- ces Places even opzij. Bijna achteloos. „Die muziek, dat weet je toch wel? Ik ben een verhalenverteller." De beweging lijkt te zeggen: muziek spreekt voor zichzélf, daar moet je niet te veel woorden aan vuil maken, gewoon luisteren. Dat is grappig voor een man voor wie muziek, jazz in het bijzonder, zijn leven is. Joe Zawinul is een Hoofdstuk Apart. Hij is de eerste en enige Europeaan die een essen tiële rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de moderne jazz. Een Oostenrijker nota bene, die nog altijd het Weense dialect spreekt alsof hij dagelijks zijn koffie drinkt bij Bauerl Gustav en zijn schnitzels eet bij Fieglmüller. Sinds 1959 woont en werkt hij in de Verenigde Staten. Hij ging er heen met een studentenvisum en speelde zich in een paar weken de top vijftig van de jazzmuziek binnen. Er is geen ander die dat lukte. Hij zit in een Amsterdams ho tel aan een tafeltj e alsof j e hem al j aren kent probeert een kruidig shaggie, Made in Hol land ('Dutch cocktail' noemt hij het), maakt dat weer uit en grijpt onder tafel:Wil j e ook een slivovitz?" begint hij„Ik was in Wenen toen ik voor Mi- les Davis 'In a silent way' schreef. Ik keek vanuit mijn hotelkamer uit op het huis waar mijn ouders mij maakten. Het sneeuwde en jekonHübnerszien, imStadtpark. Enjaren later zal daar de allereerste Europese ten toonstelling van Miles' schilderijen te zien zijn. Toeval." Zawinul verdiende na het conservatorium in Wenen zijn eerste geld als accordeonist, stapte over op jazz en piano en scoorde zijn eerste successen met Fatty George en de Au strian All Stars. Na zijn 27ste in Amerika kwam het echte spektakel: hij werd pianist van Cannonball Adderiey's Quintet, het meest succesvolle jazzensemble van die tijd. Zijn nummer 'Mercy Mercy' groeide uit tot een grote jazzhit. Later vroeg Miles Davis hem en componeer de hij voor diens band. Ook maakte hij deel uit van het historische album 'Bitches Brew'. Nog later vormde hij met Wayne Shorter de jazzrock-combinatie Weather Report (1970) en zorgde hij voor een nieuwe standaard in de jazz. Hij incorporeerde internationale ritmen in zijn werk en verwerkte elektronische ele menten in wat toen 'fusion' genoemd zou worden. Er zijn kenners die zeggen dat de 'hip hop beat' van Zawinul komt. Ook over zijn ervaring met zangeres Dinah Washington vertelt hij graag. Hij werkte in Amerika bij de big band van trompettist Maynard Ferguson in Atlanta, Georgia. Daar zong Dinah Washington. Toen was er nog segregatie in Amerika. De blanke muzi kanten verbleven in een blank hotel. Na af loop van een concert 'jamden' de musici graag met de hele band in een club. „Ik speelde een bluesje en opeens voelde ik een hand op m'n schouder. Dinah Washington, toen een beroemdheid, gaf een papiertje met haar naam er op. Ze vond mijn spel goed en zei dat ik haar moest bellen." Hij vergat het, tot hij door Maynard Ferguson werd ontsla gen. Hij ging naar New York en ontmoette Dinah Washington opnieuw. „Jij bent toch de man van die blues in Atlanta, Georgia?", zei ze tegen hem. „Kom vanavond luisteren want ik open de Village Vanguard." Hij bezocht het concert en ze riep hem op het toneel om wat te spelen. „Ze huurde me in, daar op die Bühne." Een paar dagen geleden had hij een inter view van een uur op de Duitse radio. Met zijn favoriete platen. „Ellington, Billy Holi day, Art Tatum. Ik zette een plaat op van Marvin Gaye, 'What's going on', en vertelde dat het de favoriete popplaat van mijn vrouw was. Die stond altijd aan in de auto. Ik vertelde toen dat ik destijds op 1 april in Chicago speelde, en hoorde dat Marvin Gaye overleden was. Doodgeschoten, 'Jaa', lachte ik nog, 'April Fooi zeker'. Ik geloofde 't niet. Op het moment dat ik dit verhaal voor de radio vertel, gaat mijn mobiele tele foontje dat ik had vergeten uit te zetten. Mijn vrouw, die me nóóit belt. Toeval." Welke naam je er ook aan wilt geven, toeval, inspiratie, de eerste opwelling, het speelt een even grote rol in de muziek van Zawinul Muziek waarin hij klanken uit de hele we reld binnenhaalt, Afrika, Turkije, India. Hij gaat met dat materiaal om zoals Miles Davis dat met zijn band deed. „Hier", zegt Zawinul. Hij komt uiteindelijk toch bij zijn cd Faces places terecht. „Al les is improvisatie. Net zoals al mijn platen. Ik luister naar mijn improvisaties en schrijf ze uit." Hij fluistert bijna wanneer hij het zegt. Alsof hij zijn grootste geheim verklapt. „Weetje, je moet vertrouwen in het allereer ste dat in je opkomt. Die eerste gedachte, dat eerste gevoel. Wanneer je geïnspireerd bent, telt het rationele niet meer." Zeventig is Zawinul geworden. Voor deze gelegenheid schreef de journalist Gunther Baumann het boek Joe Zawinul, een leven in muziek. Hij is er laaiend enthousiast over en spreekt van de weeromstuit weer Duits. Fout. Weens. „Nee, ik ben nooit één letter greep van m'n Weense dialect kwijtge raakt", biecht hij op. „Nee, Wenen kan ik niet vergeten, het is een van de mooiste ste den ter wereld." Bert Jansma Joe Zawinul speelt met. zijn band op 13 oktober in De Boerderij, Zoetermeer, hel enige concert in Nederland. dank afgenomen. Traditionele muziek mengen met andere genres, dat was een soort heilig schennis, dus werd ik verket terd. Later is alleen maar geble ken dat ik bij lange na niet de enige was die behoefte had aan dergelijke nieuwe vormen. Te genwoordig hoor je Afrikaanse muziek in verband gebracht met die van andere werelddelen. Het is een ideale manier om de cultuur van ons continent te verspreiden en interesse ervoor te kweken. Taal is daarbij van ondergeschikt belang, als ieder een maar aan je muziek kan voe len wat je op je lever hebt. De respons op mijn website is het bewijs. Heel treffend zijn soms de ontboezemingen die fans je sturen. Ze sterken me keer op keer in de overtuiging dat we in principe allemaal hetzelfde zijn. Datzelfde klankbord leert me trouwens ook dat mijn mu ziek van alle leeftijden is. Ik ont vang mailtjes van oude, zieke mensen, die als ze Mory Kante horen helemaal opknappen, maar ook van kinderen die zeg gen dat ze er zo vrolijk van wor den." Temidden van alle muzikale 'mengpraktijken' is Moiy Kante een echte 'griot' gebleven. Of wel een verteller van verhalen met een sociale betekenis. De el lende waar zo'n beetje heel zwart Afrika iedere dag weer door wordt geteisterd raakt hem dan ook diep. Reden voor hem om, na allerlei incidentele hulp acties voor Rode Kruis en Uni cef, zich structureler in te zetten voor een beter lot van de be dreigde medemens: op de vorige Wereldvoedseldag (16 oktober 2001) benoemde secretaris-ge neraal Kofi Annan van de Verenigde Naties hem tot am bassadeur van de F.A.O., de or ganisatie die honger bestrijdt en landbouw bevordert. „Ik ken de problemen in Afrika als geen ander en heb als bekende per soonlijkheid bovendien de mo gelijkheden om een heleboel mensen erop te wijzen, dus is het niet meer dan logisch dat ik me inzet", vindt Mory Kante. „Hoe? Door als het even kan, zoals nu, aan te geven dat het de hoogste tijd is dat er redelijke prijzen be taald gaan worden voor export artikelen als koffie, katoen, ca cao, palmolie. Zodat om te beginnen de boeren eindelijk meer kans krijgen op een nor maal bestaan en vervolgens de trek naar de stad eens kan gaan afnemen." Waar Mory Kante meer directe grip op denkt te hebben is een samenwerkingsproject opgezet in zijn geboorteland. De droom van een moderne opnamestudio voor alle muzikanten in heel West-Afrika krijgt daar, in Conakry, binnenkort nog veel meer gestalte dan lange tijd voor mogelijk gehouden. „Het wordt zelfs een heel dorp in het teken van het amusement. Dat wil zeggen dat er ook een mu ziekschool, een theater, een congrescentrum en een flink ho tel wordt neergezet. Het wordt dus meer dan een werkplaats voor artiesten en vakmensen, het moet evenzeer een vorm van toerisme teweegbrengen. Daar is de locatie ook op gekozen, want het is een schitterende plek, tussen de heuvels met uit zicht op zee, evenzeer ontspan nend als inspirerend", aldus de ondernemende zanger. Het in aanbouw zijnde dorp staat ter plaatse al beter bekend als Mory Kantea. „Of ik er ooit zal wo nen? Ik heb me voorgenomen om er minstens om de twee maan den te zijn, om de zaken te sti muleren en te controleren. Maar, ik blijf natuurlijk een tamala, een reiziger, altijd on derweg." Louis Du Moulin Mory Kante is vandaag t/m zondag gast van het festival Windoivs to the World in Las Palmas Rotterdam. Zie ook: ioww.windowstotheworld.nl Joe Zawinul zit op de praatstoel. Eigenlijk zit hij daar altijd op, of hij nu speelt of niet. ,Mijn leven zit vol Zuf alle, toevalligheden" vrijdag 11 oktober 2002 Mory Kante: „Ik blijf natuurlijk een Tamala, een reiziger, altijd onderweg." foto Cees Kuiper/GPD Met enige weemoed en nostalgie kijkt hij terug naar hoe het ooit was. „De wereld maakte de laatste vijftig jaar een explosie ve ontwikkeling door. Ik weet nog dat ik in de jaren tachtig met Dire Straits van de oostkust naar de westkust van Amerika vloog en dan zag ik vanuit het vliegtuig tussen de grote steden van die enorme gapend lege vlaktes liggen. Toen ik The Rag picker's Dream in Nashville op nam ben ik wederom een paar keer op en neer gevlogen en ik merkte tot mijn schrik dat op heel veel van die lege plekken nu huizen zijn gebouwd. Pak bij voorbeeld de befaamde Galla tin Road in Tennessee. Dat was vroeger een pad maar nu is het een autoweg met acht banen ge worden waar elke ochtend heli kopters boven hangen om beeldverslag te doen van de files. De wereld is een soort freakshow geworden. In de song 'Devil Baby' zing ik daarover. Vijftig jaar terug was een lelijke baby met uitstekende oren de trekpleister op een kermis. Nu is die baby vervangen door de Jer ry Springer-show en Big Bro ther. Het verschil is dat mensen nu zelf graag de freak willen uit hangen. Je belt een nummer en je honger wordt gestild. Ik vind dat de schaamte voorbij. Door afwijkend gedrag te vertonen kan je zomaar in één dag een te levisiester worden en dat vind ik beangstigend omdat het juist datgene is dat ik altijd heb pro beren te vermijden." Knopfler ziet The Ragpicker's Dream niet zozeer als een aan klacht tegen de snelle, moderne maatschappij maar meer als pleidooi voor een pas op de plaats. Een moment om terug te kijken naar het verleden. „On langs reed ik terug naar het dorp waar ik ben geboren en wilde mijn oude lagere school bezoe ken. Het gebouwtje bestond echter niet meer. Op zo'n mo ment vraag ik mij af: willen wij nog wel dat zo'n schooltje moet blijven staan of hebben we het gewoon geaccepteerd dat ons verleden tot,puin wordt verma len?" Voor een'introvert en re trospectief mens als Knopfler schiet de wereld van nu veel te snel aan hem voorbij. De muzi kant lijkt onthaasting te predi ken. „Vijftig jaar terug maakten we ons geen zorgen om dit soort problemen omdat we te maken hadden met veel ergere dingen zoals honger en ziekten. Nu is dat anders. We hebben de tijd en het geld om met de mooie dingen uit het verleden respectvol om te gaan. Ik vind dat we compassie voor de wereld moeten tonen." Overigens vindt Knopfler dat zijn folky, bijna rootsachtige muzikale benadering op The Ragpicker's Dream een voor hem logisch vervolg is op het toch vrij Dire Straits-achtige Sailing To Philadelphia. „Op dat album was ik al bezig met het vermengen van oude Ameri kaanse muziek in mijn songs. Ik noem het zelf mijn verbinding tussen de deltamuziek van het Amerikaanse zuiden en de En gelse folksongs waarmee ik als Noord-Engelsman mee opge groeide. Het is ook de eerste keer in mijn leven dat ik alle liedjes met de hele band live in de stu dio heb opgenomen. Dat is voor mij een grote overwinning om dat Dire Straits in het verleden toch gelijk stond aan technische en muzikale perfectie. Toen het succes van die band met het al bum Brother In Arms zo bela chelijk groot werd was er maar één intelligente reactie: Er hard van wegrennen. Na Dire Straits wilde ik gewoon weer die j ongen zijn met z'n gitaar op de bank. Dat punt heb ik nu bereikt en ik kan weer genieten van mijn suc ces zonder dat ik mijn fans moet behagen." Jean-Paul Heek Het album The Ragpicker's Dream ligt sinds kort in de winkel. wm - Mark Knopfler: „Het succes greep mij zo bij de keel dat ik afwijkend gedrag begon te vertonen." fotoGPD Twee jaar terug verraste Mark Knopfler vriend en vijand met het fraaie album Sai ling To Philadelphia. Het werd het eerste echte solosucces van de voormalige voorman van Di re Straits. Nu is hij terug met een ingetogen nieuwe cd: The Rag picker's Dream. Of hij speelt de vermoorde on schuld of hij meent het echt. „Zijn er vier miljoen exempla ren verkocht van Sailing To Phi ladelphia. Echt? Ongelooflijk toch." Mark Knopfler haalt zijn schouders op en wrijft zijn han den langs de grijzende slapen. Even wacht hij en merkt dan op: „Al de mensen die mijn vorige cd hebben gekocht zullen wel schrikken van The Ragpicker's Dream." Knopfler kent zijn fans blijk baar erg goed. Dat zijn laatste solo-cd Sailing To Philadelphia twee jaar terug een megasucces werd had toch vooral te maken met de duidelijke muzikale as sociaties met het onvolprezen Dire Straits. Die referentie is so wieso altijd goed voor een mil joenenverkoop. Zijn nieuwe cd The Ragpicker's Dreamis echter in de eerste plaats een werkstuk van Mark Knopfler. Bijna weg zijn de lyrische gitaaruithalen, weg is de rock, maar helemaal terug is zijn wat epische vertel structuur. The Ragpicker's Dream is soms onvervalste Americana waarin de donkere stem van Knopfler en diens fa buleuze gitaartechniek perfect tot wasdom komen. De vriendelijke Engelsman is in een exclusieve club van de Lon- dense wijk Chelsea ondanks een hardnekkige pijn m de onderrug in een prima bui. Na het slikken van een paar pijnstillers moet er echter nog een ander klusje worden geklaard. In een zaaltje naast de interviewruimte gilt een muzikant zijn ziel en zalig heid door een paar boxen. Het gezicht van Knopfler speelt ver bazing. „Zullen we hem even een toontje lager laten zingen", merkt hij op. De bewuste on ruststoker zit gebukt achter zijn zanginstallatie waarop Knopf ler met zijn ring een paar tikken geeft. De amateurzanger kijkt op en staart meteen in het oerbe- kende gezicht. „Zou je het ding wat zachter kunnen zeggen", vraagt Knopfler bedeesd. De jongen stottert, loopt rood aan en kan net uitbrengen: „Na tuurlijk Mister Dire Straits." Knopfler schiet meteen in de lach en merkt op: „Zeg maar Mark, hoor." Knopfler, één van de succesvolste Engelse muzi kanten uit de pophistorie, kan de lol van dit soort momenten wel inzien. „Ik ben gek op succes maar ik haat bekendheid. Als zo'n knul niet meteen de naam bij mijn kop raadt dan heb ik toch iets goed gedaan." De iro nie druipt van Knopflers woor den. De man zit duidelijk goed in zijn vel. „Tijdens de laatste promotietours van Dire Straits was ik geen gemakkelijk mens. Ik kon eerlijk gezegd mezelf niet meer zijn. Van nature ben ik een vrij opgewekte vogel, maar het succes greep mij zo bij de keel, dat ik afwijkend gedrag begon te vertonen. Ik kon er gewoon niet mee omgaan. Als het mij nu even te veel wordt dan boek ik samen met mijn vrouw een vlucht en gaan we er op uit. Zo ben ik een maandje terug zo maar naar Amsterdam gevlo gen. We hebben er een auto ge huurd en zijn ritjes gaan maken langs de polders en de oude stadjes in het midden van Ne derland. Prachtig vind ik dat en geen mens die mij herkent." Toch is Knopfler er de man niet naar om zijn oude successen met Dire Straits te verloochenen en hij kan dan ook met een goed ge voel op die periode terugkijken. De meeste leden van de succes formatie ziet hij zelfs nog regel matig. „Deze zomer hebben we voor een goed doel nog een paar concerten in Londen gedaan. We hebben tijdens de repetities enorm veel herinneringen opge haald en het spelen was ook fan tastisch.' Die jongens kennen mij.beter dan wie dan ook." Knopfler geeft toe dat hij met zijn voormalige bandleden The Ragpicker's Dream nooit had kunnen maken. „Dat is zo, maar ik had tien jaar terug ook nooit dit soort songs kunnen schrij ven." Op The Ragpicker's Dream maakt Knopfler zich duidelijk zorgen over het belachelijke leeftempo op deze aardkloot.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 29