Wat is er
mis met
het bintje?
Winkels stonden met de gevels richting de sluizen
Helft stadsbewoners
wil in natuur wonen
Nieuwe Raadkaart
De Friese hoofdonder
wijzer Klaas de Vries
uit het dorpje Suameer, die
als grootste hobby het telen
van aardappels had, ontdek
te in 1905 een nieuw ras.
Voor het eerst was dat een
aardappel die je niet alleen
heel goed kon koken, maar
ook bakken, pureren en
frituren. Hij noemde de
aardappel naar een van zijn
leerlingen, Bintje Jansma. In
1910 kwam het bintje in de
handel.
Het bintje was jarenlang de
meest verkochte pieper in
ons land. Tot vorig jaar. De na
tionale trots van de eettafel ver
liest aan populariteit. Dat komt
omdat het bintje een naam heeft
gekregen als 'gifpieper'. De
aardappel zou gevoelig zijn
voor aardappelziekten, waar
door hij extreem veel bespoten
zou moeten worden. Veel grote
supermarkten hebben het daar
om uit de schappen gehaald.
Dat zeer tot ongenoegen van
aardappeltelers, die zeggen dat
er niks mis is met het bintje.
Feit is in ieder geval dat het
bintje de eerste plaats op de ver
kooplijst heeft moeten inleve
ren. Haalt het bintje, 97 jaar nu,
de honderd?
Als het aan Eric van Wesemael,
eigenaar van een landbouwbe
drijf in Emmapolder in Zeeuws-
Vlaanderen ligt, zal het bintje
tot in lengte van jaren geteeld en
verkocht worden. Een ideale
aardappel vindt hijeen van de
weinige rassen die je voor meer
doeleinden kunt gebruiken.
,,Het is pertinent niet waar dat
het bintje gevoeliger is voor de
ziekte phytophtora. Rassen als
redstar en victoria moeten drie
tot vier keer zoveel bespoten
worden."
Het bintje zal 2005 makkelijk
halen, denkt Bas Rijk, directeur
van Verhagen BV uit Dintel-
oord, een van de grootste aard
appelhandelaren in Zuid- Ne
derland. „Gewoon omdat het
een heel goed aardappelras is,
waar je alles mee kan." Er wor
den nog volop bintjes verkocht,
zo'n 20 tot 30 procent van het to
tale aanbod. Veel wordt geëx
porteerd, ook gaan er veel
bintjes naar de verwerkingsin
dustrie, zoals de puree- en
fritesfabrieken. „Maar dat
wordt wel minder."
Nee hoor, het bintje haalt zijn
honderdste verjaardag niet, is
de mening van Hans Muileman,
medewerker duurzaam onder
nemen van de Stichting Natuur
en Milieu. „Met een beetje maz
zel is er in 2005 geen bintje meer
te krijgen", zegt hij.
Begin jaren negentig heeft Na
tuur en Milieu de oorlog ver
klaard aan het bintje. „Omdat
het gewoon een heel slechte
aardappel is die ontzettend veel
gif nodig heeft om te kunnen
groeien. Altijd al geweest. Er
zijn er meer, maar het bintje
spant wel de kroon. Dat blijkt
uit allerlei onderzoeken. Boven
dien heeft dit ras veel mest no
dig, en ook dat is niet best voor
ons milieu. Het heeft lang ge
duurd, maar gelukkig heeft de
consument dat nu in de gaten."
Wat dan wel een goed aardap
pelras is? „De victoria en de red-
star."
„Een paar jaar geleden hebben
we met Natuur en Milieu af-
Het kabinet-Balkenende zet
flink het mes in de uitgaven
voor nieuwe natuur. Van een
door de vorige regeringsploeg
voorgenomen inhaalslag komt
dus niks terecht. Het is twijfel
achtig of het tempo waarin in
Zeeland de afgelopen jaren na
tuurontwikkeling gestalte
kreeg, gehandhaafd kan blij
ven. Of de insteek van minister
Veerman van Landbouw, Na
tuurbeheer en Visserij strookt
met de opvattingen van het volk
is zeer de vraag. Een representa
tieve enquête van het Wage-
ningse onderzoekinstituut
Alterra wijst een heel andere
richting uit.
De enquête is gehouden onder
twee bevolkingsgroepen: bewo
ners van de stad en bewoners
van het platteland. Onder
vraagd zijn achthonderd men
sen, gelijk verdeeld over beide
groepen. Er blijkt onder meer
uit dat mensen natuur in de di
recte leefomgeving heel belang
rijk vinden. Ongeveer de helft
van de bevolking geniet graag
van natuur - zeg maar 'groen' -
rondom het huis, in de eigen
buurt of in parken in de stad.
Volgens het onderzoek wil de
helft van de stadsbewoners
graag zelf in de natuur wonen,
waar dan het landelijk gebied
mee bedoeld wordt.
Gevraagd is naar de mening
over de aandacht die het kabi
net voor de natuur heeft. Van de
stadsbewoners vindt 53 procent
dat de nieuwe coalitie hierin te
kort schiet en 12 procent meent
dat het voldoende is. De platte
landsbewoners denken er wat
anders over. Daarvan vindt
maar 40 procent dat er te weinig
aandacht is voor de natuur, 7
procent geeft het kabinet een
voldoende en 2 procent is van
mening dat de natuur in het be
leid zelfs te veel nadruk krijgt.
Beide bevolkingsgroepen zien
een bredere taak voor de land
bouw weggelegd dan alleen de
traditionele productie van
voedsel. De agrariërs moeten
hun werkveld verbreden en zich
meer richten op bij voox-beeld
natuur- en landschapsbehoud.
Van de stadsbewoners vindt 68
procent deze verbreding goed en
van de plattelandsbewoners
zelfs 80 procent. Dat strookt
met de opvattingen onder de
boeren zelf, die immers niet
voor niets stichtingen en vereni
gingen in het leven hebben ge
roepen om het 'groen' te exploi
teren in de vorm van agrarisch
natuurbeheer.
Voedsel
De boeren hoeven voor twee
derde van de ondervraagden de
nieuwe taken niet zelf te beta
len. Van zowel de stadsbevol
king als de inwoners van het
platteland merkt 67 procent op
dat de overheid hiervoor moet
opdraaien. Een kleine minder
heid, onder de 10 procent, geeft
aan dat de boeren zich gewoon
moeten beperken tot de taak die
ze van oudsher hebben, name
lijk het telen van gewassen voor
de voedselproductie.
Het buitengebied is de laatste
jaren nogal aan veranderingen
onderhevig, mede door de acti
viteiten voor een vitaal platte
land. Een groot deel van de on
dervraagden, 49 procent van de
stadsbewoners en 40 procent
van de plattelanders, be
schouwt deze veranderingen als
een goede zaak. Ze hebben
daarbij het oog gericht op onder
meer windmolens, struisvogel
boerderijen, boerderijcam
pings, overloopgebieden voor
wateroverlast en toch ook ver
keerswegen. Dergelijke activi
teiten ziet 27 procent (stad) en
29 procent (platteland) als een
noodzakelijk kwaad.
De onderzoekers noemen het
opvallend dat er heel weinig
verschillen zijn tussen de me
ning van de stads- en platte
landsbewoners over de inrich
ting van het landelijk gebied.
Vaak wordt aangenomen dat
deze bevolkingsgroepen daar
heel verschillend over denken,
maar volgens het onderzoek
blijkt dat niet te kloppen. Zelfs
als het gaat om de vraag wie er
mag beslissen over wat er ge
beurt met het landelijk gebied
rondom steden, zijn de menin
gen vrijwel gelijk: 72 procent
van de stedelingen en 81 procent
van de plattelandsbewoners
vindt dat de mensen die in dit
gebied wonen, daar zelf over
mogen beslissen.
Gevraagd is ook wat als de be
langrijkste functies van het
platteland worden gezien. De
voedselproductie scoort hierbij
het hoogst, bij driekwart van de
deelnemers aan het onderzoek.
Daarna komt natuurschoon
(rond 60 procent), gevolgd door
recreatie (rond 30 procent). Het
verplaatsen van intensieve vor
men van veeteelt en tuinbouw
naar speciale industrieterrei
nen, zoals bouw van een var
kensflat, wordt verworpen door
64 procent en 74 procent. Dat
geldt eveneens voor het verhui
zen van grootschalige agrari
sche bedrijven naar het buiten
land, waar meer ruimte is dan in
het Nederlandse landelijk ge
bied. Plattelanders zijn over
verkassen iets negatiever dan
stedelingen.
De gedachte over het beperken
van woningbouw op het platte
land, zoals door ex-minister
Pronk vastgelegd in zijn inmid
dels verguisde Vijfde Nota voor
de Ruimtelijk Ordening, krijgt
veel steun. Extra woningbouw
wordt afgewezen. Van de onder
vraagden vindt 79 procent van
de stadsbevolking en 76 procent
van de plattelandsbevolking
dat de provincie ervoor moet
zorgen dat nieuwe huizen vlak
bij bestaande steden komen en
niet op het platteland. Ook niet
als daar boerenbedrijven ver
dwijnen en er nieuwe ruimte
ontstaat.
Rinus Antonisse
dinsdag 8 oktober 2002 gjf
Aardappels rooien bij Serooskerke (S).
spraken gemaakt om geen bint
jes meer te gebruiken voor het
maken van frites", zegt Piet de
Bruijne, algemeen directeur van
Farm Frites. „We luisteren wel
vaker naar groeperingen en
overheden. We hebben ons laten
overtuigen dat het bintje toch
een 'te giftige pieper' is. Daarbij
komt ook dat andere rassen, er
zijn er de laatste tien jaar ont
zettend veel bijgekomen, beter
zijn voor het maken van frites.
We gebruiken een hele waslijst
aan rassen. Het bintje zal voor
lopig nog wel verkocht blijven
worden, denk ik, maar toch op
kleinere schaal."
Joris van Waes is voorzitter van
de vakgroep Akkerbouw van de
Zuidelijke Land- en Tuinbouw
Organisatie ZLTO. „Het bintje
wordt zo langzamerhand inge
haald door andere rassen, zeg
maar de specialisten. De groot
ste afnemers van aardappels
zijn tegenwoordig de aardap-
pelverwerkende fabrieken
(frites, chips en puree). Die stel
len net iets meer eisen aan de
aardappel. Dat gaat ten koste
van de 'alleskunner' bintje.
Mensen eten bovendien steeds
minder aardappels. De opkomst
van pasta's, pizza's en rijst,
maar ook van de kant-en-
klaarmaaltijden heeft de aard
appel naar de achtergrond ge
drukt. Het is al heel bijzonder
dat een aardappelras het hon
derd jaar uit houdt. Het markt
aandeel van het bintje neemt
ieder jaar af, maar helemaal
verdwijnen, nee, dat zal voorlo
pig niet gebeuren."
Voor Albert Heijn bestaat het
bintje al lang niet meer. Het con
cern besloot in 2000 te stoppen
met de verkoop van het ras,
omdat het een milieu- onvrien
delijke aardappel is", zegt
Lilian van Heeteren, woord
foto's Dirk-Jan Gjeltema
voerster van Albert Heijn. „Wij
hebben het bintje onder andere
vervangen door de turbo, een
goed alternatief en een stuk mi
lieu vriendelij ker.
„Waarom zou het bintje de hon
derd niet halen?" vraagt Ben
Kimmann, beleidsmedewerker
van de commissie aardappelen
en teeltaangelegenheden van
het Hoofdproductschap Akker
bouw, zich af. „Het is niet te
recht dat veel supermarkten het
ras uit de schappen halen. Bo
vendien, Albert Heijn verkoopt
wel voorgekookte aardappelen
en dat zijn ook vaak bintjes."
Het succes van het bintj e zit hem
ook in de export (naar onder an
dere België, Frankrijk en Duits
land) en de verwerking tot pa
tat. „Omdat er nog steeds geen
goede opvolger voor het bintj eis
gevonden houdt het ras het nog
wel even vol."
Ron Gregoor
bouwd. Het pand staat er nu
nog. Het grote pand daarnaast
was dus het postkantoor, erg
groot voor een klein dorp, maar
ook de schippers maakten er ge
bruik van. Zo'n tien jaar gele
den is het afgebroken. Daar
naast was een pad, dat naar een
paar kleine huisjes liep. De wo
ning daarnaast is afgebroken.
In het hoge huis op de hoek met
de Nieuwstraat woonde Van Ac
ker, die het pand had laten bou
wen. Later werd het bewoond
door de familie Leendertse die
een busbedrijf had dat later ver
huisde naar Kruiningen.
Rechts op de foto zijn volkstuin-
tjes te zien. Daar is nu het dorps
plein, waar volgende maand het
nieuwe dorpshuis Kaj Munk
wordt geopend. Het oude Kaj
Munk werd na de watersnood
ramp geschonken door Noorwe
gen. Het gebouw rechts was een
school. J. Ie Clercq, geboren in
1916, schrijft dat hij op zijn der
dedus in 1919in het gebouwtj e
rechts op de foto op de bewaar
school heeft gezeten. In de jaren
vijftig/zestig, zo meldt Leon
Janssens uit Goes, deed het ge
bouw dienst als badhuis, „waar
je op vrijdagavond en de hele
zaterdag tegen betaling kon
douchen in plaats van thuis in
de teil of aan de gootsteen de
wekelijkse wasbeurt te doen.
Het meest linkse gedeelte van
het gebouwtje was het 'kotje'...
Voor het spelen in een noodge
bouw van de Koninklijke Mare
chaussee heb ik met een paar
vriendjes er op zaterdagmiddag
ook eens een paar uur doorge
bracht. Naast dit badhuis werd
later de openbare lagere school
gebouwd." Ook veel andere in-
Op de raadkaart van vorige
week staat de Schoolstraat
in Hansweert (vroeger gespeld
met een d op het eind) afgebeeld,
met links het post-en telegraaf
kantoor. Van de zestig inzenders
- waaronder veel uit Hansweert
-hebben 57 de juiste plaats ge
noemd. Velen vermelden bij hun
oplossing bijzonderheden over
de foto.
De opname stamt uit 1912, al
dus L. Poley uit Hansweert, die
kaarten spaart en deze ook in de
collectie heeft. De foto is geno
men vanaf de Kanaaldijk en het
sluizencomplex richting Boom-
dijk. De Boomdijk is inmiddels
verdwenen. Ook veel gebouwen
op de foto zijn al lang of recent
afgebroken, zoals het huis links,
met 'No. 7' op de muur. Dit was
café Thalia annex slijterij en
concertzaal van de familie Den
Boer, zo melden veel inzenders.
Kaartenverzamelaar J. Mol uit
Middelburg beschrijft de func
tie van het pand in de tijd dat de
foto werd gemaakt. „Links zien
we het winkelpand van A. den
Boei'. Op de voorgevel onder de
dakgoot lezen we: 'Broodbak
kerij en kruidenierswaren A.
den Boer'. Op de zijgevel (ge
zicht naar het sluizencomplex)
een uitgebreide opsomming van
vele artikelen die er te koop wa
ren. Van de nok tot beneden:
'borstelwerk - aardappelen -
boter en eieren - geldersch spek
- tabak en sigaren - koloniale
waren - brood en beschuitbak
kerij (de ij is nog te zien op de fo
to) - café biljart, telefoon pu
bliek No. 7 - vergunning A. den
Boer'. Dit moest de schippers
naar de winkel lokken. In Plans-
weert waren meer van deze ge
vels te vinden, alle gericht op de
sluizen." Vandaar ook het hoge
bord op het postkantoor.
Het tweede huisje vanaf links
werd bewoond door de familie
Stevense. Het werd later afge
broken en op die plek heeft P.
den Boer, broer van de caféhou
der, een bakkerij met winkel ge-
Dit is de nieuwe opgave uit de kaartencollectie van Hans Linden- herworden gestuurd naar: Redactie PZC Buitengebied. Postbus 18,
bergh. De vraag is weer: In welk dorp is de foto gemaakt? Nade- 4380 AA Vlissingen, fax 0118-470102, e-mailredactie@pzc.nl. On-
re informatie over de plaats en de mensen is welkom bij de redactie der de inzenders van goede oplossingen worden drie waardebonnen
van Buitengebied. Oplossingen kunnen tot en met zaterdag 12 okto- verloot.
zenders noemen het badhuis,
arrestantenlokaal en de lagere
school. Op de plaats van het
badhuis staan nu seniorenwo
ningen (Sluisbrug). Op de plek
van het postkantoor heeft de fa
milie Saarloos acht jaar geleden
een huis gebouwd, zo schrijft de
familie zelf. Ook op de plek van
café Thalia staat nu een huis.
De winnaars van de waarde
bonnen zijn: J. Ie Clercq uit
Goes, Peter Schouwenaar uit
Vlissingen en A.J. Oele uit
Hansweert.
Carla van de Merbel