Veilig verkeer op een oude schans
Geneeskracht van brandnetels nog steeds buiten kijf
3f ji AA
mm 1
23
25
25
27
27
Archeologisch
monument
bij Oostburg
weerwoord
Het bintje
verliest aan
populariteit
Enquête
over landelijk
natuurbeleid
Reisje langs
boerderijen
in Normandië
Jongeneertje
gieng 's jaège
bijzonder blauw
dinsdag 8 oktober 2002
Vierhonderd jaar geleden
is de Republiek der Ze
ven Verenigde Nederlanden
verwikkeld in de Tachtigja
rige Oorlog tegen overheer
ser Spanje. Zeeuws-Vlaan-
deren ligt in de frontlinie. In
1586 boekt de dan 18-jarige
prins Maurits van Nassau er
zijn eerste overwinning,
door Axel in te nemen. In
1604 verovert hij het Land
van Cadzand en Sluis. De
Staatse troepen leggen me
teen een verdedigingslinie
aan bij Oostburg. Daarin
worden door de Spanjaar
den gebouwde forten opge
nomen en enkele nieuwe
schansen. Door aanleg van
de Passageule-linie en diver
se inpolderingen, heeft de li
nie van Oostburg al rond
1673 geen militaire waarde
meer. De forten en schansen
worden geslecht.
Zeeuws-Vlaanderen ligt vier
eeuwen later nog steeds in
de frontlinie. Alleen wordt er nu
gestreden voor een veiliger ver
keer. In het kader van het zowel
bejubelde als verguisde project
Duurzaam Veilig worden overal
in het gebied opnieuw barrières
opgeworpen. Drempels, roton
des, kantel wegen en nog zo het
een en ander, worden in de strijd
geworpen. Vooral op rotondes
zijn de uitvoerders van het pro
ject dol. Ze verschijnen overal in
het landschap als moderne ver
dedigingswerken tegen de op
rukkende mobiliteit. En dan
kan het gebeuren dat de eigen
tijdse liniebouwers ongewild in
contact komen met hun voor
gangers uit de 17e eeuw.
Want hoewel veel van de vroe
gere Staats-Spaanse linies van
de aardbodem zijn verdwenen,
op sommige plaatsen zijn er nog
resten van bewaard gebleven.
Vaak verstopt in de bodem en al
leen zichtbaar via opgravingen
en luchtfoto's. Maar ook duide
lijker aanwezig in de vorm van
verhogingen in het terrein en
resten van grachten. De auto
mobilist die er langs of overheen
zoeft, heeft er geen weet van dat
hij in aanraking komt met cul
tuurhistorisch erfgoed. Het kan
ook anders, zoals blijkt uit de
plannen voor de Hans Vrieze-
schans.
Rotonde
Verkeersdeskundigen en arche
ologen hebben elkaar gevon
den. Er is een plan ontstaan voor
aanleg van een rotonde, in com
binatie met enig herstel van de
voormalige schans nabij de
buurtschap Oostburgse Brug,
ongeveer halverwege de weg
Zuidzande-Oostburg. Het past
aardig in de plannen voor het
opknappen van de Staats-
Spaanse linies, vindt provinci
aal archeoloog Robert van Die-
rendonck. „Onze principiële
stellingname in het kader van
het provinciaal archeologiebe-
De Hans Vriezeschans nabij de buurtschap Oostburgse Brug, ongeveer halverwege de weg Zuidzande-Oostburg.
foto Peter Nicolai
Onderzoek heeft uitgewezen dat er onder het weiland nog duidelijke sporen en restanten van de 17e-
eeuwse schans te vinden zijn.
leid is: daar waar waarden te be
houden zijn, moeten we dat
doen. Het werk wordt wel een
stuk duurder, maar een prachtig
archeologisch monument wordt
goed verzorgd."
Nog even terug in de tijd, naar
1604, toen de Hans Vrieze
schans werd aangelegd. Waar
schijnlijk heeft het verdedi
gingswerk de naam gekregen
van ene Hans Vries, die als 'con
ducteur der fortificaties' van IJ-
zendijke actief was. De schans
had vier bolwerken, een groot
buitenwerk aan de oostzijde en
een versterkte uitgang aan de
noordkant. Met inbegrip van
grachten en wallen was het
schansterrein 200 bij 200 meter.
Over bebouwing in de schans is
in de archieven niets te vinden,
maar onderzoek geeft aanwij
zingen dat er twee, mogelijk
drie gebouwen stonden. In 1674,
na 70 jaar dienst te hebben ge
daan, wordt de Hans Vrieze
schans gesloopt.
Het plan voor een rotonde op de
plaats van de schans zette de ar
cheologen aan tot actie, temeer
daar een deel van het terrein -
hollebollig weiland, met een
restje gracht en een verhoging -
op de archeologische monu-
mentenkaart staat. Van Die-
rendonck: „We hebben gezegd:
eerst een onderzoek uitvoeren,
want we willen weten waar en
op welke diepte resten zitten.
De resultaten van het onder
zoek waren schokkend. We
dachten dat er van het centrum
van de schans niks meer over
zou zijn en nu blijkt er nog ont
zettend veel aanwezig te zijn,
deels zichtbaar, de rest onder de
bouwvoor."
De provinciaal archeoloog is er
nog steeds een beetje opgetogen
over. „We hebben te maken met
een veel groter terrein van ar
cheologische waarden dan wij
veiwachtten. De contouren zijn
nog bijna geheel aanwezig; ook
zijn er opgevulde grachten in de
bodem, evenals resten van bin-
nenbebouwing. Het is gerecht
vaardigd het hele terrein op de
archeologische monumenten-
kaart te zetten."
Waarden
Die conclusie heeft gevolgen
voor het rotondeplan van Duur
zaam Veilig. Volgens Van Die-
rendonck is er een opzet uit de
Geeft oktober
zonnegoud,
volgt een winter
snel en koud.
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC. postbus 18,
4380 AA Vlissingen, fax 0118- -
470102, e-mail redactie@pzc.nl
bus gekomen waarbij de histo
rische waarden zoveel mogelijk
worden gespaard en de ver
keersveiligheid wordt verbe
terd.
In plaats van de rotonde dwars
over de bodem van de oude
schans aan te leggen, wordt het
huidige niveau van de weg, die
over een dijk loopt, flink ver
hoogd. De rotonde komt als een
hoger eiland in de schans te lig
gen. Het betekent wel dat een
grote hoeveelheid grond opge
bracht moet worden en dat
maakt de uitvoering duurder.
Een nog aanwezige boerderij
wordt gesloopt. Aan de noord
en zuidzijde wordt een groenge
bied ingericht, met als uit
gangspunt de aanwezigheid van
de archeologische waarden en
natuurontwikkeling.
Dat door het ophogen van de
weg en het vervolgens daarop
aanleggen van de rotonde, een
deel van de schansresten wordt
bedekt met een laag grond, is
niet erg, stelt de provinciaal ar
cheoloog. Dat past juist prima
in het uitgangspunt dat tegen
woordig gehanteerd wordt: af
dekken is cle beste manier om
waarden te bewaren en te be
schermen. Robert van Die-
rendonck is blij met de gekozen
oplossing. Het doet recht aan
het cultureel erfgoed dat de
Staats-Spaanse linies vormen.
„En er is nu ook eens positief
nieuws te melden over de schan
sen."
Rinus Antonisse
jBuitengebied is een wekelijkse
bijlage over. natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC,
postbus 18,
4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl
Voor brandnetels bestaan tal
van streeknamen. Broeiers,
prikkers, en tiengels zijn enkele
van cle bekendste. Vrijwel zon
der uitzondering hebben die na
men betrekking op de onaange
name gevolgen die het aanraken
van de plant met zich mee
brengt. De hele plant is overdekt
met stekelige haren, die bij aan
raking afbreken. Daarbij dringt
de afgebroken haar door de huid
om vervolgens als een injectie
naald wat gif achter te laten.
Dat veroorzaakt een branderig
gevoel en plaatselijke huiduit
slag.
Brandnetels zijn in heel Neder
land algemeen, maar het zwaar
tepunt van de verspreiding ligt
toch wel op de voedselrijke klei
gronden in het noorden en wes
ten van ons land. Dat geldt al
thans voor de bekendste van de
twee inheemse soorten: de grote
brandnetel (Urtica dioica).
Vooral in jonge bossen kan de
grote brandnetel daar over gro
te oppervlakten de allesover-
heex-sende plant zijn. Men zou
de grote brandnetel kunnen ty
peren als een liefhebber van
voedselrijke, beschaduwde
standplaatsen.
Voor de kleine brandnetel (Urti-
De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het
gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben-
kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de
Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort
bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be
houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij
drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw'
wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien
komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora
en fauna ter sprake.
ca urens) geldt wat betreft de
bodemvoorkeur zo'n beetje het
omgekeerde. Juist op zandbo
dems, zoals in onze duinen ma
nifesteert zich de kleine het tal
rijkst. Maar ook de kleine
brandnetel is in het hele land te
vinden; heel vaak als onkruid in
moestuinen en op rommelige
boerenerven. De Latijnse naam
van de grote brandnetel 'dioica'
geeft aan dat het gaat om een
tweehuizige plant; dat wil zeg
gen dat er mannelijke en vrou
welijke exemplaren van be
staan. Die zijn overigens voor de
gewone wandelaar niet zo ge
makkelijk uit elkaar te houden.
Dat geldt ook als het gaat om het
verschil tussen de grote en de
kleine brandnetel. Het beste
aanknopingspunt is wellicht
nog dat de kleine brandnetel
veel feller prikt, en daarop slaat
ook de wetenschappelijke naam
'urens' (brandend).
Het komt nogal eens voor dat
brandnetels in het weiland
groeien. Zolang de boer niet met
de gifspuit komt, dijen dat soort
groeiplaatsen voortdurend uit.
Want het vee mijdt de brandne
tels als de pest en doordat het
gras rond zo'n brandnetelgroei
plaats wel weggegraasd wordt,
komt de plant in een heel floris
sante concurrentiepositie te
recht. Overigens zijn er ook
dieren genoeg die door de weer
baarheid van brandnetels heen
prikken. Geiten zijn dol op jon
ge brandnetels en onder de in
secten is er een hele reeks van
soorten die als pure brandnetel-
specialisten gelden. Bekende
vlinders als de dagpauwoog, de
kleine vos en de atalanta zijn al
lemaal grootgebracht op een
menu van alleen maar brandne
tels.
Wie onverhoopt een pijnlijke
confrontatie met de brandnetel
ondergaat, kan het natuurlijke
geneesmiddel tegen de pijn
veelal in de directe omgeving
vinden. De bladeren van weeg
bree, maar vooral die van
hondsdraf verlichten de pijn di
rect en doeltreffend. Beide plan
ten hebben een groeiplaats
voorkeur die sterk op die van
brandnetels lijkt.
Hoestdrankje
Het gif van de brandnetel geldt
als een effectief middel tegen
reuma. Onze grootouders wis
ten voor reumalijders nog het
meedogenloze recept op te lepe
len om zich heen en weer door de
brandnetels te laten rollen. Nou
ja, het was dezelfde generatie
die oranje tuinslakken kookte
als probaat hoestdrankje. Maar
de geneeskracht van brandne
tels staat nog steeds buiten kijf.
De jonge loten in het voorjaar
zijn zeer rijk aan vitamine C en
als groente gekookt zeer ge
schikt tegen 'voorjaarsmoe
heid'. Voorts werkt de plant sti
mulerend op lever en nieren, en
het bevordert de spijsvertering.
De grote brandnetel bevordert
bovendien de aanmaak van rode
bloedlichaampjes. De kleine
brandnetel bevat voor een deel
dezelfde stoffen, maar wordt in
de geneeskunde nauwelijks toe
gepast.
Behalve als geneesmiddel zijn
brandnetels vanouds ook in ge
bruik voor andere doeleinden.
De bekendste toepassing is wel
dat de taaie stengelvezels ver
werkt werden tot neteldoek.
Maar ook voor de consumptie
wordt de brandnetel allang ge
waardeerd. Brandnetelsla,
brandnetelkaas en brandnetel
soep zijn maar een paar heden
daagse voorbeelden, die met tal
van andere uit te breiden zijn.
Chiel Jacobusse
'T*v 7 f J
Brandnetels hebben een voorkeur voor de voedselrijke kleigronden
in het noorden en westen van ons land. foto Chiel Jacobusse