Liever niet vrolijk dan gemaakt Mensen ontwikkelen zichzelf Claus George Willem Otto Frederik Geert van Amsberg Claus trad later iets uit schaduw Beatrix maandag 7 oktober 2002 Het strakke protocol leek prins Claus op latere leeftijd steeds minder te knellen. Wellicht had hij eindelijk een manier gevonden om ermee te leven in plaats van er conti nu onder gebukt te gaan. Vooral de jaarlijkse uitreiking van de hoofd prijzen van het Prins Claus Fonds werd zijn moment om te schitteren. Dit fonds voor cultuur en ontwikke ling kreeg de prins in 1996 als ca deau voor zijn zeventigste verjaar dag van de Nederlandse regering. De jaarlijkse prijsuitreiking was ei genlijk de enige openbare gebeurte nis waarbij hij niet in de schaduw stond van Beatrix. De koningin was er tot groot genoegen van haar echt genoot echter altijd wel bij als hij enthousiast de gelegenheid greep om zijn gehoor te verrassen. Bij de overhandiging van de prijs aan Afrikaanse modeontwerpers in 1998 bevrijdde Claus zich van het volgens hem 'meest knellende kle dingstuk', de stropdas. „Werp weg die slang rond uw adamsappel!", riep hij. Bijgekomen van de verras sing volgden vele mannen in de zaal het voorbeeld van de prins. Het jaar daarop maakte Claus het in het paleis op de Dam opnieuw bont. „Ik heb een probleem. Alles is al ge zegd, zei hij toen hij na enkele lange redevoeringen zelf aan de beurt was. Hij liet zijn gehoor de keuze: moest hij zijn speech afmaken of wilden de aanwezigen liever meteen aan de borrel? „U weet dat er nog een recep tie komt die veel aantrekkelijker is. De prins stelde een „democratische stemming" voor. Hij beëindigde zijn rede met een frivole ode aan zijn echtgenote: „Als mijn vrouw Bea trix met haar ogen gaat rollen, weet ik dat het tijd is om op te houden," zei hij met een blik op de koningin. „Ja, ze wox-dt nerveus, ik zie het. Ze is bang dat ik te veel nonsens ga pra ten." Toen iedereen uitgelachen was, sprak hij haar echter liefdevol en prijzend toe, eindigend met 'Dank je, Beatrix'. Bij de uitreiking van de Claus-prij zen in december 2000 zorgde de prins alweer voor een verrassing, dit maal puur door aanwezig te zijn. De zieke prins had zoon Willem- Alexander verzocht de honneurs waar te nemen. Hij voerde welis waar niet het woordmaar reikte wel zelf 'zijn' prijzen uit. Bij de uitrei king in 2001 probeex-de Claus het wel, maar die poging bleek te hoog gegrepen. Al na enkele minuten zag hij zich, tot zijn eigen zichtbare ver driet en teleurstelling, gedwongen te stoppen met zijn haperende en veraarde toespraak. Ook bij het hu welijkvan zijn oudste zoon en Maxi ma Zorreguieta viel op hoe verzwakt de prins-gemaal was. Ontroerend was het beeld van zijn hand die als een geïmproviseerde vorm van zwaaien moeizaam uit een auto- raam stak. Cadeau Op Koninginnedag 1999 in Utrecht en Houten wist Claus nog op een vrolijke manier alle aandacht op zich te richten. In Houten stond hij erop net als zijn zoons, neven en aan getrouwde nicht een deel van de rou te per fiets af te leggen. Hij reed zwaaiend rond, hand in hand met prins Mauiats' kersverse echtgenote Marilène en nam even later spon taan een dame uit het publiek ach- tei-op. Ook hier knoopte hij z'n stropdas los af en gaf het kleding stuk zolang ter bewaring aan een persfotograaf. Later kwam hij de das hoogst persoonlijk weer bij op eisen, want het ging hier om een ca deau van z'n schoonvader prins Bernhard. Van de opening van het nieuwe hoofdkantoor van ABNAmro in Amsterdam maakte hij in december 1999 eveneens een onvexwalste 'one man show'. „Kan ik eindelijk weer terugkeren naar mijn core-business: het doorknippen van linten," grapte de prins-gemaal, die de enorme Prins Claus als enthousiast fotograaf. foto Ed Oudenaarden 6 september 1926: Geboren te Dötzingen, Ne- dersaksen, als enige zoon naast zes dochters van Claus von Amsberg en Gosta von Ams- berg-Freiin. 1933-1936: Lagere school in Bad Doberan in Meckelenburg/Kostschool te Lushoto in Tanganjika (Tanzania) 1938-1943: middelbare school aan het inter naat Baltenschule te Misdroy, Pommeren 1943: Middelbare school te Bad Doberan Tot januari 1944: Marinehelfer nabij Kiel Januari 1944: arbeidsdienst te Königsberg- /Neumark Juli 1944: oorlogseinddiploma middelbare school Tot maart 1945: militaire dienst, resexve- pantserafdeling 6 in Neuruppin Pantseropleiding te Viborg, Denemarken. Maart 1945: negentigste pantserdivisie in Ita lië Begin mei 1945: krijgsgevangene van de Amerikanen. Tolk en chauffeur in kamp in Ghedi, nabij Brescia. September 1945: Door Amerikanen als tolk overgebracht naar Amerikaans kamp Lati mer bij Amersham in Engeland. December 1945: Claus vestigt zich in Hitzac- ker Eind 1947herexamen middelbare school te Lüneburg (oorlogsdiploma werd niet erkend) Eind 1948: Universiteit van Hamburg, Rech ten en Staatswetenschappen 1956: staatsexamen en studiereis van vier maanden naar Amerika 1957: vergelijkend selectie-examen voor de Duitse buitenlandse dienst 1958: diplomatiek examen 1958-1961: ambassadeseeretaris op Duitse ambassade te Santa Domingo, Dominicaanse Republiek April 1961: tweede ambassadesecretaxis te Abidjan, Ivoorkust 1963-1965: Ministerie van Buitenlandse Za ken in Bonn, sectie Econoixiische Betrekkin gen met Afrika ten zuiden van de Sahara. Functies - Bijzonder Adviseurschap voor Ont wikkelingssamenwerking - Inspecteur-generaal Ontwikkelings samenwerking - lid Raad van Commissarissen van De Nederlandsche Bank NV (tot 1988) - lid Raad van Commissarissen van de Koninklijke PTT Nederland NV (tot 1988) - voorzitter van het Export Platform Verkeer en Waterstaat - erevoox-zitterschap Stichting Natio naal Contact Monumenten - erevoorzitterschap Koning Willem I Stichting - beschermheerschap Koninklijk Con certgebouworkest - beschermheerschap Scouting Neder land - erevoorzitterschap Prins Claus Fonds (opgericht ter ere van zijn zeventigste verjaardag) Hobby's - fotografie, lezen, muziek, golf, tennis, skiën Berrit de Lange Jeroen Pauw interviewt prins Claus en zijn zoon Willem-Alexan- der tijdens hun reis door Tanzania in 1995. Prins Claus: „Wie een keer door Afrika gebeten is, laat het nooit meer los. foto GPD Prins Claus gooit tijdens de uitreiking van de hoofdprijs van het Prins Claus Fonds in 1998 zijn stropdas af. Hij riep de aanwezigen op zich te bevrijden van die 'slang om de nek'. foto Marcel Antonissé schaar na 'de daad' voor het gemak maar in de zak van zijn colbertje liet glijden. Zijn onbekommerde no-non- sensegedrag deed de populariteit van de toch al geliefde prins-gemaal goed. Hij schopte het jaren achter een tot populairste Oranje. Sommi gen echter meenden dat Claus zich zelf belachelijk maakte omdat de rol van pias de uiterst serieuze man nu eenmaal nooit heeft gelegen. Door zijn langzame spraak en zijn wat starre motox-iek kon het bovendien gemakkelijk ovex'komen alsof de px-ins niet meer helemaal zichzelf was. Het contrast met de stramme, inge togen en strak voor zich uit kijkende Claus aan de zijde van de immer gliixxlachende Beatx-ix, zoals de bui tenwereld hem jarenlang gekend heeft, was inderdaad groot. Mensen die hem goed kennen, waren echter minder verrast. Volgens hen is Claus altijd al gevat en uiterst scherpzin nig geweest. De prins liet de laatste jaren steeds meer plichtplegingen aan zich voor bijgaan. Hij liet verstek gaan bij staatsbezoeken of hield, als hij toch meeging, de middagen vrij. Ook werd er altijd voor gezorgd dat er bij officiële gelegenheden in een hoekje een stoel klaar stond voor het geval hij even wilde uitrusten. Niemand die nog vraagtekens zette als de prins eens niet kwam opdagen. De openheid over zijn kwalen, de depressies, de ziekte van Pai'kinson en de operaties aan prostaatkanker in 1998 en aan zijn nier-en in 2000 en 2001, wekte begrip en sympathie. „Wij zijn ook maar gewone mensen en bij ons kimnen deze dingen ook gebeuren," zei Claus daarover. „Ex- ontstaat zoiets van verbondenheid van mensen met andere mensen die hetzelfde hebben. Ik heb me er ei genlijk altijd prettig bij gevoeld om aan de mensen die met ons meeleef den de waarheid te zeggen." Met zijn soms uitbundige optredens van de laatste jax'en wist Claus zijn hardnekkige imago van diep onge lukkige prins-gemaal die zich nood gedwongen vooi-tsleepte achter de energieke Beatrix wat af te zwak ken. Waarschijnlijk heeft zijn talent om een publiek te ondex-houden de prins zelf ook verbaasd. „Ik ben me exwan bewust dat ik als zeer serieus, als saai, overkom," zei hij tegen Ria Bremer toen die hem interviewde ter gelegenheid van zijn zestigste ver jaardag. „Het niet-uitstralen van vrolijkheid geeft veel meer mijn per soonlijke werkelijkheid weer dan het lolbroekachtige, wat ik niet zou kunnen zijn, zelfs al zou ik het wil len." GPD Berrit de Lange Koninginnedag 1999 in Houten: prins Claus en prinses Marilène genieten van een tochtje op ox-anje fietsen. Op de achtergrond enkele ande re fietsende prinsen. foto Raymond Rutting Mensen wordeix niet ontwikkeld, ze ont- wikkeleix zichzelf." Die uitspraak 'van een Afrikaanse vriend' haalde prins Claus graag en vaak aan om zijn visie op ontwikke lingssamenwerking uit te leggen. Ontwikkelingssamenwerking en 'de arme landen' lopen als een rode draad door zijn le ven. Claus bracht, omdat zijn ouders in Tanza nia woonden (dat toen nog Tanganyika heet te), een aantal jaren door op een kostschool in het noox-doosten van dat land. Als diplomaat werd hij vanaf 1958 gestationeerd in de Domi nicaanse Republiek en later in Ivoorkust. „Zonder die landen was mijn wereld klein ge bleven," legde hij in 2000 in een intexview uit. „Dankzij hen ontdekte ik dat het land waar ik vandaan kwam niet het middelpunt van de. wereld was. Ook heb ik geleerd dat je met heel wat minder materiële goederen gelukkig kunt zijn." Dat besef bracht hij blijkbaar ook op zijn kin deren over, getuige de uitspraak van Willem- Alexander in het voox-jaar van 2000 tijdens het Wereld Water Forum: „Ik ben opgevoed door een vader die de oox-log heeft meegemaakt. Water laten lopen tex*wijl je je tanden poetst en licht aan laten als je de kamer uitgaat, dat kan bij ons niet. Dat is er min of meer ingeslagen". Waaraan hij haastig toevoegde: „Nou ja, in fi guurlijke zin dan, voordat iemand beschxil- digd wordt van kindermishandeling." Claus, tot aan zijn huwelijk met Beatrix in 1966 diplomaat, wilde in geen geval zo'n prins-gemaal worden als prins Bernhard. Aangezien Afrika en arme landen al sinds zijn jeugd zijn belangstelling hadden was het niet meer dan logisch dat hij zich met ontwikke lingssamenwerking zou gaan bezighouden. De prins is tientallen jaren nauw bij het ont wikkelingsbeleid betrokken geweest, eerst als voorzitter van de Nationale Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking (1970-1980), sinds 1978 als bijzonder adviseur van de mi nister en sinds 1984 als inspecteur-generaal ontwikkelingssamenwerking. Hij had een ei gen werkkamer op het depaidement, ging af en toe met bewindslieden mee op werkbezoek, schoof geregeld aan bij belangrijke vergade ringen op het ministerie en adviseerde minis ters, onder wie de CDA'er Jan de Koning, PvdA'er Jan Pronk en WD'er Eegje Schoo. „Hij deed dat door voortdurend vraagtekens te plaatsen bij gewoonte wijsheden," vertelde Pronk op Claus' 70ste verjaaxxlag in 1996. „Hij heeft daarbij een heel persoonlijke stijl. Altijd bedachtzaam beginnend en diplomatiek ein digend, op een zodanige manier dat je denkt dat je het zelf verzonnen hebt. Wat dat betreft heeft de diplomaat in hem zich nooit vexioo- chend. En daar tussendoor altijd een grap om de aandacht vast te houden." Claus nam daarbij geen blad voor de mond. „Nationale hobbyïsmen vieren, nog steeds hoogtij. Wij zijn de fase van steeds maar blij ven experimenteren nog niet ontgroeid," schreef de px-ins in een voorwoord bij het boek voor zijn 70ste verjaardag. „Zo'n veeg uit cle pan trek ik mij persoonlijk aan," reageerde Px-onk, die als minister zijn ambtenaren steeds met nieuw beleid overviel, schuldbewust in zijn feesttoespraak. Westex-se landen leven te veel hun eigen hob by's uit en hebben te weinig oog voor de cul tuur van de landen die ze willen helpen. Het was Claus' filosofie in een notendop. Oftewel: „Mensen wórden niet ontwikkeld, zij ontwik kelen zichzélf." Eveline Hex-fkens, de vorige minister van ontwikkelingssamenwerking, verleide eens dat Claus het nooit wilde horen van 'al die witte deskundigen', maar juist met de Afrikanen zelf een gesprek aanging. Hrxlp is bovendien niet enkel liefdadigheid of een kwestie van goede werken, maar ook noodzakelijk, vond de prins. „Ik heb nooit de missionaris in mijzelf ontdekt, die het vlieg tuig nam om de mensen in Afrika, Azië en La- tijns-Amerika beter te maken. Maar als wij hen niet een deel van de rijkdom in dit deel van de wereld gunnen, komen ze met miljoenen hierheen. Ik ben niet bang voor zwarte of gele mensen, maar je moet je dat wel realiseren." Hulp heeft alleen zin, zo predikte Claus me nigmaal, als de ontwikkelingslanden gaande weg minder in plaats van meer afhankelijk worden van de hulpgever. „Als een donor de bouw van scholen financiert maar er voor af gestudeerden geen werk is en een regering geen geld heeft voor het betalen van de leer krachten en het onderhoud van de gebouwen, dan is dat een slecht project," aldus Claus. Het belangrijkste bij ontwikkelingssamenwer king is dat de 'donoren' de arme landen voor vol aanzien en serieus nemen. „Geef de ont vangers niet het gevoel dat zij outsiders zijn, de paria's van deze wereld voor wie kruimels genoeg zijn. Geld is niet het belangrijkste, geld kan dingen kapot maken. En geef mensen in Afrika niet het gevoel dat zij geen cultuur heb ben," betoogde hij xn 1999. Met die cultuur moet je ook rekening houden bij het geven van hulp. „Als je Jemenitische mannen na de lunch zegt 'je moet naar buiten om aardappels te ï-ooien', Ixeeft dat weinig zin omdat zij dan toch allemaal qat kauwen (een geestveiTuimend plantje, red.) en de waterpijp roken. Dat is hun manier van doen, hun cul tuur. Een ontwikkelingswerker kan roepen wat-ie wil, maar die mensen zijn eenvoudig weg niet af te houden van hun qat." Claus deinsde op reis in ontwikkelingslanden niet terug voor een experiment. Zo vertelde hij eens op een school met een project over Jemen zelf ook eens qat te hebben gekauwd. „Vrese lijk", hield hij zijn giechelend gehoor voor. „Je moet het niet doorslikken, maar achter je wang houden. Het begint als een golfbal en het wordt een tennisbal." GPD Jaco van Lambalgen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 17