Meer aandacht voor stervenszorg
PZC
Urinetest toont prostaatkanker
Kinderen met
een eigen wil
Alles kan snel
veranderen
Consultatief Palliatief Team voor Oosterschelderegio
Whiplashpatiënten snel aan de slag
Anticonceptiepil maakt niet dikker
Rechts leidt tot meer zelfmoorden
Parasiet nekt mannen
Fruit helpt rokers
opvoeding
spreekuur
donderdag 3 oktober 2002
door Claudia Sondervan
GOES - „Hoe was het ook weer? Leven
toevoegen aan dagen, wanneer je geen
dagen meer aan het leven kunt toevoe
gen", citeert Ellen Koopen van Stich
ting Thuiszorg Nederland in Goes. Ddt
is de essentie van palliatieve zorg: de
zorg voor de stervende mens. Sinds een
paar jaar kiezen steeds meer ongenees
lijk zieke mensen ervoor om thuis te
sterven. Om de professionele verzor
gers van die mensen te ondersteunen
met kennis en ervaring, gaat in de Oos
terschelderegio het Consultatief Palli
atief Team van start.
Het kernteam van vier huisartsen, een
internist-oncoloog, verpleeghuisarts,
oncologieverpleegkundige en wijkver
pleegkundige gebruikt de expertise
van specialisten uit de regio als pijnbe-
strijdingsspecialist, apotheker, psy
choloog en pastorale verzorger. De
Oosterschelderegio is één van de laat
ste regio's in Nederland waar zo'n team
actief wordt. In Zeeuws-Vlaanderen is
een consultatieteam voor stervenszorg
in oprichting. Op Walcheren werkt al
langer een consultatieteam.
Het CPT wil ervaring en kennis bunde
len en beschikbaar maken voor artsen
en verplegenden. „Zie ons als een help
desk voor kwaliteit", oppert Ellen
Koopen. Veel huisartsen moeten wen
nen aan palliatieve zorg, zegt de Kloe-
tingse huisarts Marjan Oortman.
„Palliatieve zorg kwam in mijn basis
opleiding tot arts niet aan bod. In de
opleiding tot huisarts maar een beetje.
Sterven deden mensen in het zieken
huis. Pas de laatste jaren gaan steeds
meer mensen die terminaal zijn naar
huis om te sterven. Huisartsen hebben
daar heel lang niet mee te maken ge
had."
„Ik heb soms wel het gevoel: doe ik deze
patiënt niet tekort," zegt Oortman. „Er
is zoveel bij scholing dat het onmogelijk
is om dat allemaal te volgen. Elke keer
als ik een bijscholing afrond, realiseer
ik me hoeveel meer er te weten is", lacht
ze. Bekennen dat ze als dokter niet alles
weet, daar heeft Oortman geen moeite
mee.,Ik ben huisarts, ik ben generalist.
Ik weet overal een beetje van. Weet ik
iets niet, dan roep ik een specialist in.
Die is daarvoor."
Geruststellend
Zo'n specialist wordt het CPT voor
huisartsen, wijkverpleegkundigen en
thuiszorgmedewerkers. De weten-
Huisarts Marj an Oortman (1)internist-oncoloog Henk van Halteren (m) en coördinator Ellen Koopen van Stichting Thuiszorg Nederland. foto Dirk-Jan Gjeltema
schap dat het team meekijkt, kan ge
ruststellend zijn voor de stervende en
diens familie, meent internist-onco
loog Henk van Halteren van de Ooster-
scheldeziekenhuizen. Als een patiënt
wordt 'opgegeven', kan de overgang
van het zwaarbewaakte bed in het zie
kenhuis naar het eigen bed thuis heel
groot zi jnAls mensen zich veilig voel
den in de sfeer van een ziekenhuis. Voor
anderen kan de ziekenhuisomgeving
heel bedreigend zijn. Het hangt er van
af wat je er hebt doorstaan", denkt hij.
Cruciaal voor de afweging of een pati
ent thuis kan sterven is de relatie die cle
patiënt met zijn huisarts heeft, vinden
Van Plalteren en Koopen. „Ik schrik
daar een beetje van", reageert Ooi"t-
man. „Het is soms heel moeilijk om een
relatie te beoordelen. Soms denk je dat
de patiëntrelatie heel goed is en vervol
gens vallen er harde woorden. Anders
om krijg je ineens bloemen van een pa
tiënt die je eens per jaar ziet.
Piano
De nadruk bij palliatieve zorg in Ne
derland ligt vaak op pijnbestrijding.
Oortman: „Mijn ïndirnk is dat pijnbe
strijding voor familie en arts belangrij
ker is dan voor de patiënt. Volgens mij
is dat voor patiënten helemaal geen
zorgwens nummer één. Ik weet van een
patiënte die door cle morfine geen pia
no meer kon spelen. Ze was het gevoel
in haar handen kwijt. Zij wilde liever in
haar laatste dagen piano spelen mèt
pijn, dan pijnloos sterven zonder mu
ziek. In die keus ligt kwaliteit van le
ven."
De interpretatie van een klacht is be
langrijk, duidt Oortman. „Klassiek is
dat de stervende en zijn familie niet ge
lijk opgaan in hun gevoel. Dan duikt
het 'deurknop-fenomeen' op; de huis
arts wordt bij het weggaan nog even
aangeklampt met een probleem dat ei
genlijk aan het bed besproken moet
worden. Een klacht kan symptoom zijn
van omstandigheden. Neem kortade
migheid: dat is heel bedreigend voor de
patiënt en de familie. Soms is de pati
ent letterlijk en figuurlijk benauwd
door de manier waarop hij zijn leven
geleefd heeft. Iemand kan letterlijk
stikken in hoe hij in het leven staat."
Het symposium 'Pallatieve zorg: Wie is
er benauwd?' waarmee het Consulta
tief Palliatief Team zich maandag 28
oktober in Nieuwdorp aan de Ooster-
schelde-zorgsector presenteert, moet
voor alle beroepsgroepen die betrok
ken zijn bij palliatieve zorg een eyeope-
ner worden. Hoofdspreker dr. Z. Zylicz,
internist aan het hospice Rozenheuvel
te Rozendaal geldt als dé palliater van
Nederland. Hij geeft een lezing over de
somatische aspecten van kortademig
heid en onrust bij stervende patiënten.
Huisarts en consulent Palliatieve Zorg
Drenthe dr. F. van Heest behandelt de
psychosociale zijde
MAASTRICHT - Mensen met klachten na een whiplashtrau-
ma willen wel werken, maar ze denken dat ze moeilijke situa
ties in hun werk niet aankunnen. Daarom is het belangrijk
hen goed te begeleiden, zodat ze snel weer aan de slag kunnen.
Gezondheidswetenschapper drs. J. van Casteren, verbonden
aan de Universiteit Maastrichttrekt deze conclusie uit een
onderzoek onder 143 mensen met een whiplashtrauma.
Het is van belang dat whiplashpatiënten niet te lang verzui
men, want dan wordt de stap om weer aan het werk te gaan te
groot. Of hervatting van het werk kans van slagen heeft,
hangt af van persoonlijke factoren, maar ook van het bedrijf
en de aard het werk. Door met dit alles rekening te houden,
kan de begeleiding bij arbeidsreïntegratie van whiplashpati
ënten op een snelle en effectieve manier verlopen, vindt Van
Casteren.
In Nederland lopen jaarlijks tussen 15.000 en 30.000 mensen
een whiplashletsel op. In 1999 stond whiplashletsel op plaats
5 in de top 15 van oorzaken van een WAO-uitkering. De totale
kosten op jaarbasis bedragen in Nederland ruim 450 miljoen
euro. ANP
HERSE Y - Meisjes die de anticonceptiepil gebruiken, worden
hierdoor niet zwaarder, concludeert T. Lloyd (Penn State
University, Hersey) in het vakblad Obstetrics and Gynacolo-
gy op basis van een onderzoek onder jonge pilgebruiksters en
niet-gebruiksters (12-21 jaar). Wel veroorzaakt de pil een
lichte stijging van cle cholesterolwaarde in het bloed van de
jonge gebruiksters. De gevolgen op termijn hiervan zijn on
duidelijk. GPD
BRISTOL - Ten tijde van rechtse regeringen ligt het aantal
zelfmoorden bijna 20 procent hoger dan onder linkse regerin
gen. Althans in Australië en Groot Brittannië, zo blijkt uit
twee publicaties in het vakblad Joiumal of Epidemiology and
Community Health, waarin de zelfmoordcijfers van de afge
lopen eeuw werden onderzocht. Rechtse regeringen verster
ken doorgaans het 'winnaars tegenover verliezers-gevoel' in
de samenleving. Dit kan de 'verliezers' hun levenslust ontne
men, geeft M. Shaw (universiteit Bristol) als mogelijke ver
klaring. GPD
STERLING - Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen
omdat ze gemiddeld minder besmet raken met parasieten.
Dat concludeert S. Moore (University of Stirling) in het we
tenschappelijk tijdschrift Science op grond van een analyse
van 355 zoogdiersoorten. Ook bij mensen is dit mogelijk het
geval, meent Moore. De grotere gevoeligheid voor parasieten
is volgens haar het gevolg van de gemiddeld grotere omvang
van mannen. GPD
SOUTHAMPTON - Door voldoende groente en fruit (100
gram groente en 2 stuks fruit per dag) te eten kunnen rokers de
kans verkleinen dat zij door hun rookgedrag chronische long
klachten (COPD) ontwikkelen. Dat schrijft L. Watson (uni
versiteit Southampton) in het vakblad European Respiratory
Journal. Ongeveer 20 procent van alle rokers krijgt COPD, 90
procent van de mensen met COPD rookt of heeft gerookt.
GPD
door Annie de Vreugd
Sandra komt opgewekt uit
school. „Ik wil met de lego
spelen." Een prima idee, moeder
trekt de doos tevoorschijn en
Sandra begint aan een mooi
huis. Na vijf minuten staakt ze
haar bezigheden met de mede
deling dat ze nu Barbi gaat om
kleden. Als de pop in haar bloot
je staat, bedenkt Sandra dat ze
nog een kleurplaat heeft liggen
die nodig moet worden inge
kleurd. Wanneer moeder na een
kwartiertje de huiskamer in
komt, ligt de vloer bezaaid met
speelgoed en fietst Sandra bui
ten rondjes op het plein. „Ik
krijg een punthoofd van dat
kind", verzucht moeder. „Ze
weet gewoon niet wat ze wil.
Dan weer dit en dan weer dat en
ze maakt nooit iets af."
Niets is zo veranderlijk als een
mens. Dat geldt al helemaal
voor kinderen. Vandaag wensen
ze een gameboy voor hun ver
jaardag, morgen is het een vi
deo. Vanochtend nog wil de
kleuter na schooltijd met Den
nis spelen, als puntje bij paaltje
komt valt de keuze op Tamara.
De tiener wil nu rode schoenen,
een week later blauwe en dan
toch maar weer rode.
Consequenties
Iets willen, heeft alles te maken
i met het dragen van verantwoor
delijkheid. Als een mens voor
iets kiest, moet hij daarvan de
consequenties dragen. Het is te
simpel te veronderstellen dat
een kind vanzelf wel zijn wille-
i tje zal ontwikkelen. Met name
besluiteloze kinderen als San
dra zijn beter af met sturing dan
met meegaandheid. Als een
kind niet leert duidelijke keu
zen te maken, heeft het later een
probleem. Het gevaar is dat het
kind ook als volwassene impul
sief blijft reageren op prikkels,
wensen en gevoelens. Wat hij of
zij in de winkel ziet, moet me
teen gekocht, om er gelijk spijt
van te hebben. Een baan wordt
al na een maand weer opgezegd.
Het ene vriendinnetje na het an
dere passeert de revue. Mensen
met een achtergebleven wils-
ontwikkeling hebben het heel
moeilijk met zichzelf.
Ouders kunnen hun besluitelo-
ze kroost helpen door hen eraan
1 te herinneren dat ze voor iets
hebben gekozen en dat ze zich
daaraan moeten houden. Als het
kind besluit met Dennis te spe- -
len, dan blijft dat Dennis en
maakt hij maar een nieuwe af
spraak met Tamara. Als een
kind mag kiezen voor een club,
dan kan de ouder daar meteen
de consequentie aan verbinden
dat het kind dan minimaal een
winter bij zijn keuze moet blij
ven. Kiest het voor voetbal, dan
blijft het voetbal en is het niet
halverwege het seizoen opeens
weer judo. Het is niet zielig een
kind aan zijn keuze te houden.
Zo leert het af te wegen en na te
denken over wat hij nu eigenlijk
echt wil.
Een heel lastig punt is, dat de
ene keuze van het kind de ouder
beter uitkomt dan de ander.
Soms komt het beter uit dat het
kind buiten speelt dan binnen.
Als ouder ben je geneigd het
kind toe te geven als het eerst
binnen en dan toch maar buiten
wil spelen. De wensen van de
ouders lopen soms niet parallel
met die van de kinderen. Het
vergt heel wat kunst- en vlieg
werk om die twee met elkaar in
de pas te houden. De wilsont-
wikkeling van een kind is een
van de moeilijkste opgaven.
Er zijn ook kinderen die heel ze
ker weten wat ze willen. Jasper
weet voor honderd procent ze
ker dat hij op een hete zomerdag
een lange broek aan wil. Vader
heeft hem gewaai-schuwd dat
het net zo heet woi'dt als giste
ren. „Als je voor een lange bi'oek
kiest, houd je hem ook de hele
dag aan." Jasper wil en zal een
lange broek, hij zal er wel zijn
reden voor hebben. Aan hem de
keus. Vader doet er goed aan op
dit moment de wil van Jasper
niet te breken.
Het betekent niet, dat een mens
nooit op zijn keuze terug mag
komen. Dat leveit stoer en star
gedrag op, het kind groeit dan
uit tot een volwassene die door
een koker in de verte tuurt, nooit
links of ï-echts kijkt en nimmer
op eenmaal genomen besluit te
rug zal komen. Dan wordt het
een mens die rechtlijnig op zijn
doel afstormt zonder op of om te
kijken. De weg moet wel open
blijven voor verandering, die
wordt ingegeven door nieuwe
ervai'ingen of nieuwe omstan
digheden. Een mens woixlt ou
der en hopelijk wijzer: Een kind
moet zijn oorspronkelijke
zienswijze kunnen herzien. Jas
per moet de volgende dag op
nieuw de kans krijgen om voor
een korte of een lange broek te
kiezen. GPD
Annie de Vreugd is orthopedagoge
Onderzoek van prostaatweefsel in een laboratorium.
foto GPD
door Hélène van Beek
NIJMEGEN - Prostaatkanker kan alleen
worden genezen als die vroeg wordt ont
dekt. Een urinetest, ontwikkeld in het
UMC St Radboud in Nijmegen, kan uit
komst bicden. Prof. dr. J. Schalken werkt
er hard aan om die test op de markt te krij
gen; prostaatkanker zien door 'piskijke-
rij'.
Kijk naar de urine en oordeel. Uroscopie
ofwel 'piskijkei-ij' is een niet te onder
schatten medische activiteit, meent de
Nijmeegse hoogleraar Schalleen. Werd
piskijker ij cle afgelopen eeuwen steeds
meer afgedaan als kwakzalverij, voor
Schalken is het een hoogst serieuze aan
gelegenheid. „De kleur, de geur, transpa
rantie van dit lichaamsvocht kan een eer
ste aanwijzing zijn voor de ziekte die de
patiënt onder de leden heeft."
Prostaatkanker, de meest voorkomende
vorm van kanker bij mannen, is aan te to
nen in de uiine, met behulp van een
zogeheten PCA3-test, die in het Nijmeegs
centrum voor moleculaire levensweten
schappen (NCMLS) is ontwikkeld en
thans uitvoerig wordt getest. Artsen zien
uit naar de komst ervan. Want voor de op
sporing van pi-ostaatkanker is een vroege
diagnose essentieel. Alleen wanneer- cle
tumor tot in de prostaat beperkt blijft, is
de aandoening te behandelen. De prostaat
is een klier die het vocht pi-oduceert dat
dient voor de stabilisatie en het transport
van zaadcellen tijdens de ejaculatie. De
prostaat ligt aan de basis van de blaas en
omsluit de piasbuis. Voor de Nijmeegse
pi-ostaat-test is rectaal toucher ofwel
massei-en van de prostaat via het rectum
nodig. Door flink op de prostaat te di-uk-
ken, komen eventuele kankercellen los en
uiteindelijk in de piasbuis terecht. In de
urine die de eerste keer na het onderzoek
wordt uitgeplast, is zo prostaatkanker
aan te tonen met behulp van de PCA3-
test.
Octrooi
Over de resultaten is Schalken bijzonder
enthousiast: „Het ziet er supei-be uit." De
PCA3-test woi'dt sinds een half jaar op
patiënten uitgeprobeerd en de verwach
ting is dat het klinisch ondei*zoek nog een
jaar zal duren, omdat de test op veel meer
pei-sonen moet worden toegepast. Want in
de wetenschappelijke wereld tellen alleen
grote aantallen, dan pas wordt een vin
ding geaccepteerd. Schalken doet er alles
aan om de test zo snel mogelijk bij de pati
ent te krijgen. Het octi-ooi op de PCA3-
test is in handen van de Nijmeegse univer-
siteit. In samenwerking met twee farma
ceutische concerns, Diagnocure en Roche
Diagnostics, moet de test worden ontwik
keld en op de markt worden gebx-acht. De
'Nijmeegse' test zal straks niet de enige
test zijn om prostaatkanker aan te tonen.
Sinds begin jax-en negentig is de PSA-test
(Prostaat Specifiek Antigeen) beschik
baar. Bij een verhoogde concentratie PS A
in het bloed kan er sprake zijn van pros
taatkanker. Thans loopt een grote, inter
nationale studie onder 36.000 mannen die
moet aantonen of het zinvol is om mannen
standaard met behulp van de PSA-test op
prostaatkanker te screenen.
In de Verenigde Staten worden mannen
boven de vij ftig tegenwoordig al vaak met
de PSA-test op prostaatkanker ge
screend. Schalken: „In Nederland
gebexxrt dat niet omdat de gezondheids-
autoriteiten hier zeggen dat de zin van
screenen eerst dient te worden bewezen.
Maar goed geïnformeei-de, veelal hoger
opgeleide mannen willen de test toch
graag doen. En dan is het ook mogelijk in
Nederland." De 'Nijmeegse' PCA3-urine-
test zal de reeds bestaande PSA bloedtest
in de toekomst echter niet gaan vervan
gen, denkt de hoogleraar. „Wel aanvxxllen.
De kracht van onze test is dat die veel ge
voeliger is. Maar de zwakte kan weer zijn
dat die te gevoelig is. Hij kan ook txxmoren
vinden die anders nooit gevonden zouden
zijn, en dat kunnen ook tumoren zijn zon
der symptomen, zonder dat iemand daar
dus last van zal krijgen." GPD
door Marieke van Schie
Ik kom eens even langs, dokter,
want ik heb last van slaap
stoornissen en lig maar te pieke
ren. Ik heb een eigen bedrijf, de
wind zit niet mee, en dan ook
slecht slapen. Dat doet me de
das om", zegt Arnoud Winter.
Ik ken hem al lang. Hij is zelden
ziek, komt zo één keer per twee
jaar. Hij is bijna veertig jaar,
aardige vent. Als we elkaar zien,
hebben we altijd even een
praatje, om bij te praten hoe het
met hem gaat.
Hij ziet nu wat bleek, is moe.
Niet verwonderlijk, vindt hij
zelf. Zijn zus is vorig jaar heel
ziek geweest, daar is hij van on
der de indruk. Zomaar geveld
door een hei'senvliesontsteking,
zijn familie heeft weken in grote
zorgen gezeten, maar is er won
derwel doorheen gekomen.
„Geef me maar een slaaptablet
je, voor een paar dagen, dan
kom ik er wel bovenop
Helemaal gerust ben ik er niet
op, dus vraag ik hem terug te ko
men als het niet lukt. Binnen een
week zie ik hem weer. „Ik ga
achteruit", zegt hij. „Kan niet
meer joggen, en ik heb nauwe
lijks puf om op de fiets naar de
stad te gaan." Zijn bloeddruk is
goed, maar wel heeft hij wat
wallen onder zijn ogen. „Ik
slaap nog steeds slecht, kan 's
morgens niet op gang komen",
zegt hijIk vraag nog eens na hoe
het gekomen is, en als hij vertelt
dat hij vroeger tuberculose
heeft gehad besluit ik aanvul
lend röntgenfoto's en een bloed
onderzoek aan te vragen. „Kom
maandag bij me terug", stel ik
voor, „dan hoop ik meer te we
ten, en doe wat rustig aan."
Maandag word ik gebeld uit het
ziekenhuis - de arts van de in
tensive care. „Collega, uw pati
ent Arnoud Winter hebben we
met spoed opgenomen met een
nauwelijks functionerend hart.
Hij is naar de weekend-arts ge
gaan, omdat hij dikke handen
en benen kreeg. Hij hield kenne
lijk vocht vast, daarop is hij met
spoed bekeken door de cardio
loog, die hem met spoed heeft
opgenomen. Hartfalen, op zo'n
jonge leeftijd! Kunt u me zijn
voorgeschiedenis vertellen?" Ik
blader verbijsterd door zijn dos
sier, er valt weinig te melden,
geen ziektebeeld in de voorge
schiedenis.
„Hoe maakt hij het?", vraag ik.
Het antwoord: „Hij heeft dit
weekend gevochten voor zij n le
ven, maar nu lijkt hij stabiel.
Voorlopig althans, hij blijft op
de hartbewaking liggen."
Een paar dagen later zie ik kans
om langs te gaan „Dat is
schrikken", zeg ik. „Hoe is het
zo gekomen?" Hij ligt met vier
monitors om zich heen, die zijn
hartacties zorgvxxldig vastleg
gen. „Ik werd almaar vermoei
der, kon mijn slaapetage niet
meer in één keer bex-eiken.
Moest uitrusten halverwege de
trap, maar gek genoeg ging er
geen waarschuwingslichtje
branden! Toen mijn benen zo
dik werden, besloot ik naar de
weekendarts te gaan. Ik bleek
negen kilo in een week z waai'der
te zijn geworden. Allemaal
vocht, bleek achteraf. Ik blijk
een infectie van mijn haxtspier
te hebben, waarschijnlijk een
virusinfectie. Mijn hart heeft
nog maar 10 procent van de ca
paciteit. Daarom hebben ze een
externe hartpomp aangesloten,
die de bloedsomloop in stand
houdt. Gelukkig hebben de nie
ren en de lever geen schade op
gelopen, maar het is afwachten
hoe liet hart zich herstelt. Tot
dat dat duidelijk is lig ik hier,
dat kan weken dui-en, hebben ze
me verteld."
Ik luister en bedenk hoe groot de
overgang moet zijn. Zo uit een
actief en sportief leven gerukt,
vol plannen voor de toekomst,
en nu binnen een week van nooit
ziek naar een hartpatiënt met
ernstige klachten. Zijn bedrijf
ligt stil en zijn toekomst is onze
ker. „Fijn datje even langs bent-
gekomen", zegt hij. Op weg naai
de lift realiseer ik me weer, hoe
onzeker de toekomst is. Van het
ene op het andere moment kan
i de toekomst volledig verande-
ren. Gezondheid is een kostbaar
goed. GPD
Marieke van Schie is huisarts