Lusthoven in het land van vrede
Onderwaterleven in beeld tijdens duikexcursie
Walcherse
buitens
23
weerwoord
Biesbos
verbonden
met het Zwin
Aandacht
voor oude
fruitrassen
Ruiters,
stuken en
schelven
En noe zitt'n
judder 'iere
in de polder
dinsdag 1 oktober 2002
Ooit waren op Walcheren
122 buitenplaatsen te
vinden. Al die pracht en
praal is nu zo goed als ver
dwenen. Een paar toegangs
poorten voor een boerderij,
enkele drinkputten en een
paar bijzondere gebouwtjes
herinneren nog aan de tijd
van toen. En natuurlijk
staan hier en daar nog bui
tens te pronken, zoals Zee
duin en Duinbeek in Oostka-
pelle, Duinvliet in Domburg
en Ter Hooge bij Middel-
burg.
Was september mild,
wordt de winter wild.
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC, postbus 18,
4380 AA, Viissingen, fax 0118-
470102, e-mail redactie@pzc.nl.
Walcheren overtrof in de ze
ventiende en achttiende
eeuw erkende buitengebieden
als de oevers van de Vecht en het
zuidelijk deel van Utrecht. In de
Nieuwe Cronyk van Zeeland
van M. Smallegange uit 1696
staat zelfs: 'De dorpen, heerlijke
huizen en lusthoven liggen zo
dicht op malkander, dat die den
anderen als met een steen kun
nen bewerpen.'
Peter Blom, medewerker van
het Zeeuws Archiefwijst naar
een kaart van Walcheren. Een
bijna ononderbroken groene
band geeft de oorspronkelijke
buitenplaatsen aan. Sommige,
zoals het Huys van Oost-Cap-
pelle, waren vele tientallen hec
taren groot. „Het besloeg half
het dorp." Blom laat een teke
ning zien waarophet dorp dui
delijk wegvalt bij de immens
grote buitenplaats. Het hoofd
gebouw zelf valt nog mee. Me
nig Engels kasteeltje is enkele
malen groter. Het zijn echter de
tuinen van Oost-Cappelle die
een enorme oppervlakte be
slaan.
Eind zestiende eeuw begon de
trek van welgestelde kooplie
den uit vooral Middelburg en in
mindere mate Veere en Viissin
gen naar het platteland. Ze
zochten daar verpozen, aldus
Blom. Hij citeert de Veerse dich
ter/notaris Adriaan Valerius die
in een van zijn gedichten over
zijn wandeling vanuit het 'bom
volle' stadje Veere naar zijn bui
ten aan de Zanddijk beschrijft
hoe hij vogeltjes hoort fluiten en
de kraaien ziet fladderen.
De trek naar buiten zette zich in
de zeventiende en achttiende
eeuw onverminderd voort.
Blom trekt parallellen met de
huidige tijd nu menig inwoner
van de (Rand)stad ook een
weekendhuisje heeft op het
platteland om te ontspannen.
„Het stadsleven werd en wordt
als hectisch ervaren." Het leven
in Arcadia, het land van on
schuld en vrede, was zowel toen
als nu dan ook in trek. Het leven
in de stad was destijds ook rond
uit ongezond, zegt Blom. Vooral
in de warme zomermaanden
kon het in de stad geweldig stin
ken. Hij beschrijft hoe leerlooie
rijen, zoutziederijen en allerlei
andere bedrijfjes midden tussen
de woningen gevestigd waren
en voor veel overlast zorgden.
De eigenaren van de buiten
plaatsen waren vaak puissant
rijk, weet Blom. In een inventa
ris van een buitenplaats las hij
dat de halsbandjes van de hon
den afgezet waren met diaman
ten. Ook kwam hij een324-delig
Hek van voormalig buiten Zandvoortbij Buttinge.
Prent van Sint Jan ten Heere (de achterste dreef)
servies tegen, voorzien van het
familiewapen. De kooplieden
lieten ook vaak VOC-schepen
naar hun buitenplaatsen ver
noemen. Zo werd de Ravesteyn
vernoemd naar een buitenver
blijf nabij Grijpskerke en de
Niet altijd Somer naar een bui
tenplaats bij Aagtekerke.
Het waren trouwens niet alleen
kooplieden die naar buiten
trokken. Hoge militairen en ma
gistraten hadden daar ook veel
al een mooi tweede huis. En hoe
rijker ze waren hoe mooier het
buiten. Zo werd veel aandacht
besteed aan de tuin. Daar wer
den vaak tal van uitheemse
planten verzorgd en menigeen
had ook een mooie volière. Blom
las ooit de brief van de eigenaar
van Elzenoord, nabij Vrouwen
polder. In 17 7 0 verzocht die man
een compagnon, werkzaam bij
de West Indische Compagnie,
om vreemde planten en vogels
voor hem te verzamelen. Hoe
collectie Zeeuws Archief
vreemder hoe beter, moeten
destijds veel eigenaren hebben
gedacht. Op een Domburgse
buitenplaats werd zelfs enige
tijd een zwerver in dienst geno
men als levend standbeeld.
Bij de bouw en uitbouw van de
buitens speelde mode een be
langrijke rol. Zo waaide in het
fotoDirk-Jan Gjeltema
midden van de achttiende eeuw
een Chinese golf over West-Eu
ropa en werden overal Chinees
achtige tempeltjes en gebouwen
neergezet. Bij Overduin, tussen
Vrouwenpolder en Oostkapelle,
is zo 'n tempeltj e nog te bezichti
gen.
De Franse Revolutie van 1795
maakte een einde aan de macht
van de ambachtheren. De Fran
se tijd en de periode vlak daarna
is voor Walcheren een tijdperk
van diep verval. Als gevolg van
de economische- en bestuurlij
ke crisis komen dan ook veel
buitens leeg te staan. Vanaf dat
moment begint de periode van
afbraak. Veel buitenplaatsen
worden gesloopt en de uitge
breide tuin- en boscomplexen
raken in verval. Rond 1840 is er
nog even een kleine opleving
van de economie en worden her
en der nog enkele buitens ge
bouwd, zoals Duinvliet,
Schoonoord en Ipenoord nabij
Oostkapelle.
In de tweede helft van de negen
tiende eeuw breekt de tweede
afbraakperiode aan. Allerlei
landhuizen worden letterlijk tot
de grond toe gesloopt waarna de
stenen gebruikt worden voor de
aanleg van wegen en dijken.
Blom stelt dat Middelburgse
slopers die buitens vaak op
kochten om daarna steen voor
steen te slopen en alles van
waarde te verkopen. „Het wa
ren gewoon open steengroeves
geworden."
Emile Calon
De provinciale commissie Zee
land van de Bond Heemschut
houdt zaterdag 12 oktober voor
leden een excursie met als on
derwerp: woningen van koop
lieden in de VOC-tijd. Daarbij
wordt speciale aandacht gege
ven aan de Walcherse buiten
plaatsen.
Buitengebied, is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus
18, 4380 AA, Viissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl
Al jarenlang is het kijken
naar wat er in de Ooster-
schelde leeft een vast onderdeel
van de excursies op Neeltje
Jans. Het begon allemaal op de
passantensteiger in de betonha-
ven. Min of meer bij toeval werd
ontdekt dat die steiger een rijke
aangroei van allerlei bijzondere
planten en dieren heeft. Er
groeien groene, bruine en rode
wieren en tussen die dichte be
groeiing wemelt het van de bij
zondere dieren.
Het meest in het oog springend
zijn altijd de zakpijpen. Dat zijn
eenvoudige, laag ontwikkelde
organismen, die aan de kost ko
men door het zeven van zeewa
ter. Ze zijn gevuld met water, en
als je in zo'n zakpijp knijpt spuit
het water met kracht uit de uit
stroomopening. Dit weinig
diervriendelijke experiment is
vanouds in trek bij de school
jeugd en het heeft geleid tot de
plastische dialectnaam 'zij
kers'.
Vaste prik zijn ook de zeester
ren. Die hebben een enorme
voedselvoorraad bij de hand
vanwege de vele duizenden
mossels die aan de meerpalen
van de steiger zijn vastgegroeid.
Sommige j aren zijn er ook fami
lieleden van de gewone zeester,
de brokkelsterren, te zien en al
tijd zijn er zeeanemonen in di
verse kleuren, Portugese oesters
en fraai met de zwenkarmpjes
bewegende zeepokken. Vissen
zijn er ook altijd te bewonderen;
in groepjes zwemmende koor-
naarvisjes, maar ook de enorme
harders met hun sierlijk ge
stroomlijnde lichaam.
Nu het stormseizoen weer is
aangebroken, is de steiger uit
het water gehaald. En daarmee
begon het grote doodgaan. Al
het aangroeisel van de afgelo
pen zomer ging binnen enkele
uren tot dagen kapot. Dat was
een bijzonder treurig gezicht,
temeer omdat je pas op het mo-
De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het
gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben-
kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de
Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort
bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be
houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij
drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw'
wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien
komen er regelma tig vertegenwoordigers van de unieke flora
en fauna ter sprake.
De laatste excursie Wandelen
rondom de Vloedlijn van 2002 is
komende zaterdag (5 oktober)
om 14.00 uur. Vertrek bij het
bord 'Startpunt Natuurexcur-
sies' op de parkeerplaats bij Wa
terland Neeltje Jans (aan de
Oosterscheldekant). Deelname:
volwassenen 3,50; kinderen
tot en met 12 jaar 1,-; volwas
senen die lid zijn van Het
Zeeuwse Landschap of Vereni
ging Natuurmonumenten:
€2,-.
Informatie en aanmelden (niet
verplicht, voor groepen wel ge
wenst): Stichting Het Zeeuwse
Landschap (0113-569110) of
Dominique Willemse, Biologi
sche Werkgroep NOB (0118-
642532).
Spookkreeftje
ment dat de steiger vlak voor je
neus lag nog allerlei ontdekkin
gen kon doen.
De meest bizarre verschijning
op de liggers van de steiger wa
ren de zogenaamde spook-
kreeftjes. Die zien eruit als wan
delende skeletten en ze hebben
dan ook navenante Nederland
se namen. Zo bestaat er naast
het spookkreeftje, het teringlij-
dertje en het wandelend ge
raamte.
De mooiste momenten om ken
nis te maken met het onderwa
terleven zijn toch duikexcur
sies. In samenwerking met de
biologische werkgroep van de
Nederlandse Onderwatersport
bond (NOB) worden excursies
gehouden, waarbij duikers al
lerlei planten en dieren uit het
water halen om die vervolgens
in bakken te laten zien aan het
publiek. Het is een unieke mo
gelijkheid om kennis te maken
met de meest onverwachte en
bijzondere planten en dieren uit
de Oosterschelde.
foto Het Zeeuwse Landschap Chiel Jacobusse