De bescheidenheid is verdwenen
Gezocht: een goede advocaat
B&W-presentatrice Inge Diepman
25
Orde van Advocaten
bestaat een halve eeuw
zaterdag 28 september 2002
Zit ze eindelijk op haar plek, is het ineens
allemaal minder belangrijk. Inge Diep
man (39) verloor vorig jaar een zoontje.
„Als je je kind verliest, ben je je zekerheid
kwijt. In het begin was de angst heel groot
om nog meer mensen te verliezen van wie
je intens houdt. Maar dat gaat over, want
anders kun je niet meer leven."
Overal hangen slingers en ballonnen. Op de
grond ligt een door ezeltj e prik gehavende
prins Willem-Alexander. Gefeliciteerd! Hoe
oud zijn de kinderen nu? „Dagmar is net vijf.
David is overleden." Grote, vriendelijke ogen
„Ik heb er niet eerder over verteld. Ik was te
kwetsbaar. David is vorig jaar mei overleden.
Hij heeft vijf weken geleefd, een leven lang."
De laatste opnames voor de derde serie van
Het Zwarte Schaap zaten er vorig jaar net op,
toen Inge Diepman in het ziekenhuis werd op
genomen. Ze had weeën, terwijlhet baby'tje in
haar buik nog geen zes maanden was. „Ik heb
een week aan de weeënremmers gezeten, maar
het hielp niet. Hij kwam toch. Ondanks zijn 26
weken deed hij het heel goed. Het was een vi
taal, krachtig mannetje. Heel aanwezig. Het
heeft me verwonderd dat een kind dat op zo'n
jonge leeftijd naar buiten komt al zo'n eigen
persoonlijkheid heeft. Het is veel meer mens
dan ik had verwacht.
David werd om onbekende redenen veel te
vroeg geboren en ging om onbekende redenen
vijf weken later dood. „We hebben hem mee
naar huis genomen. Dagmar heeft haar broer
tje thuis dood in haar armen gehad, 's Avonds
sloot ze de gordijnen voor hem en in een mand
je stopte ze wat plastic geld en auto's. Handig
voor in de hemel. Een kind zorgt ervoor dat je
alles benoemt. Dat is goed, maar ook moeilijk.
Want een kind trekt ook heel erg je verdriet
aan. Je moet je verdriet niet verbergen, maar je
hoeft het ook niet steeds te tonen. We wilden
geen jaar met Dagmar verliezen."
De vader van Dagmar en David is een anonie
me zaacldonor. David groeide in de buik van
Diepman, Dagmar in die van haar echtgenote.
In het ziekenhuis waarschuwden mensen hen
dat het verdriet om de dood van een kind part
ners uit elkaar kan trekken. „Misschien is het
een voordeel dat wij allebei vrouw zijn. We
gaan ongeveer hetzelfde met ons verdriet om.
Mijn vriendin weet ook wat het is om een kind
te dragen en te bevallen. Wij zitten op dezelfde
golflengte. Mannen gaan vaak weer aan het
werk en omzeilen het verdriet. Vrouwen heb
ben meer behoefte om erover te praten, zij
kunnen verdriet niet rationaliseren."
Eerste klus
In het najaar van 2001 ging Inge Diepman
weer aan het wex-k„Mijn eerste klus was een
u itzending van B&W, invallen voorSonja. Het
ging over single zijn, rammelende eierstok
ken, kinderwensen. Dat klinkt raar, maar het
ging me heel goed af. Het was een heel leuke,
levendige uitzending. De opnames voor een
nieuwe serie Herexamens waren wel vreemd."
Ze zet een luide vrolijk quizstem op: 'En de
stand isMoest ik drievier keer per dag een
toneelstukje opvoeren terwijl er de week er
voor een herdenkingsdienst was in het zieken
huis waar David is geboren en gestorven. Er is
een soort harde wet. Op het moment dat j e op j e
werk verschijnt, ben je niet meer de moeder
die een kind verloor, maar een collega die moet
functioneren. Van de ene kant is dat prettig,
maar dat is het niet als je een zwarte dag hebt."
De onderzetter die ze voortdurend door haar
hand laat glijden, rolt op de grond. „Zeg, we
gaan het toch wel vooral over het werk hebben
hè, anders krijg ik weer zo'n etiket. Eerst was
ik lesbisch, toen de lesbische moeder en straks
zeker de lesbische moeder die haar kind heeft
verloren. Ik ben moeder, partner en presenta
tor. Van BW. Zes j aar geleden werd ze de op
volgster van Sonja Barend genoemd. Nu zit ze
op haar stoel in het bijna dagelijkse program
ma B(Barend)&W(Witteman). „Ik heb lang in
de wachtkamer gezeten en met de vuisten op
de deur getimmerd. Het was moeilijk om bij de
Vara door te breken. Ik riep wel eens, jongens,
ik ben 38 en ik ben de jongste hier! Er was echt
een elite, een toplaag, en dan even niks. Dat zie
Inge Diepman.
je ook in de rest van de maatschappij. De ba-
ÏDyboomers hebben heel lang de maat aange
geven. Voor mijn gevoel mocht ik daardoor pas
laat wat gaan proberen. Mijn plek had wel eer
der mijn plek mogen zijn. Aan de andere kant
ontwikkel je je wel sterk als je moet vechten.
Met Het Zwarte Schaap heb ik een punt gezet,
mezelf bewezen."
Niettemin is het nog altijd B&W. Een bijna fo
netische D ligt erg voor de hand. Ze lacht en
pakt van tafel een verjaardagskaartje van Ivo
de Wijs oud-collega in het radiopx-ogramma
Vi'oege Vogels) gericht aan Inge Biepman. „Ik
heb ook steeds geroepen dat D toch klinkt als
gramma kan leiden met 'verstotenen' als Olt-
mans, Aantjes, Janmaat of Ratelband ener
zijds en de kudde andex'zi j dsEigenlij k liepen
we met dat programma vooruit. Het laatste
jaar zie je heel duidelijk dat de voor-keur is uit
gegaan naar mensen die voor de kudde uitlo
pen. Maar de maatschappij heeft niet de ver
andering ondergaan waarop ik had gehoopt.
Ik had zo graag een omwenteling gezien waar
bij je een soort passie zou voelen. Met van die
wijze mannen en vrouwen die je het gevoel ge
ven dat ze het leven kennen als je ze in de ogen
kijkt. Maar die zijn nu niet aan de macht. Ie
dereen wil gehoord woxxlen, maar dat is wat
vend. De atmosfeer, de tweehonderd procent
concentratie, de spanning. Mensen moeten in
een korte tijd alles geven. Dat geeft een kick.
Ik treed graag op de voorgx-ond. Niets liever
dan een vol B&W-café. Ik vind het leuk om
groepen mensen tot leven te brengen en te ver
maken. Als ik grappig was, zoals Brigitte
Kaandorp dat bij voox-beeld is, clan was ik ca
baretière geworden
Naarmate haar zelfverzekerdheid groeit,
durft ze steeds meer. De gespreksleidster
wordt steeds meer een televisiepersoonlijk
heid. Een uitzending over het al dan niet dis
criminerende woord 'neger' besluit ze met:
B, maar de discussie was niet te winnen." Het
is niet dat de geest van Sonja nog cloor de stu
dio waait, meent Diepman. „Ik heb er hele
maal geen last van dat Sonja dit wex-k lang
heeft gedaan. De Vara vond gewoon dat je een
stex-ke merknaam niet moest verandex-en."
Diepman heeft er verder niet moeilijk over ge
daan. Niet uit bescheidenheid. „Die is met Het
Zwarte Schaap verdwenen. Maar als je zo'n
jaar achter de rug hebt als ik, dan dempt je dat..
Ik ben mezelf meer gaan ^relativeren. Mijn
vriendin heeft daar een groot aandeel in ge
had. Ik ben meer gaan lachen om mezelf. Ik
ben een groot voor-stander van zelfspot. Lang
leve de EngelsenKritiek vind ik nog steeds
niet leuk, maar ik schud het gemakkelijker
van me af of ik zoek het niet eens meer op."
In het programma Het Zwarte Schaap heeft
Diepman laten zien dat ze een boeiend pro
anders dan wijsheid. Ken je die behoefte aan
wijze mensen? Zo iemand als die Somalische
vrouw die nu wordt bedreigd. Die breekt door
haar eigen gx-enzen heen. Zulke gasten blijven
ook het best in mijn geheugen hangen. Nee,
zulke gesprekspartners draag ik zelf niet aan.
Ik ben de slechtste x-edacteur die ik ken! Het
kan niet andei-s of ik ben uit nood presentator
gewox-clen."
Een beroepskeuzeadviseur zei de jonge Inge
Diepman ooit, dat journalistiek veel te vluch
tig is voor haar. Nu vertellen mensen haar
soms hun diepste zielenroerselen in vijfen
twintig minuten. „Ik ben daar ook heel
ambivalent over. Ik kan me voorstellen dat ik
goed gedocumenteerde portretten maak over
mensen, maar het interview vind ik ook een
fascinex-ende vorm om mensen te leren ken
nen. En het werk in een studio is ook zo versla-
„Deze pot neemt afscheid van u.Als onderne
mer en schaakmecenas Anfried Pagel in het
Zwarte Schaap meent dat homoseksuelen zich
niet kunnen voortplanten, dan werpt Diep
man tegen: „Dat zegt u geloof ik tegen de ver
keerde." Aan het einde van het gesprek met
Jenny Goeree zegt ze: „Ik kom vast niet in uw
hemel."
Vervolgens stux-en er alleiiei mensen lieve
brieven die haar een plekje toezeggen in hun
hemel. Ze gelooft er niet in, maar ze wil het zo
gi-aag. „Zit Davicl nu ook met opa op een bank
je een ijsje te eten?, vroeg Dagmar deze zomer.
Ja, zei ik. Dat geloof ik niet, maar ik wil dat het
zo is. Ik ben geen atheïst; ik hoop. Ik heb nooit
een hekel gehad aan mijn katholieke opvoe
ding, maar ik heb er ook geen steun aan gehad
bij de dood van David. Wat is gebleven is de
liefde voor mystiek, traditie, Gregoriaanse
foto Harmen de Jong/GPD
muziek, rituelen, kaarsjes en kei-ststallen. Ik
steek wat kaarsjes aan met Dagmar. Maar op
de waarom-vragen krijg je toch geen ant
woord. Die vraag stellen, is alleen maar jezelf
pijnigen. Je moet het vooral van elkaar heb
ben. Je moet eikaar er doorheen helpen. Dat is
moeilijk. Je moet niet steeds tegelijkertijd
zwai'e dagen hebben."
„Met een kind kom je in de wereld van de on
voorwaardelijke liefde. Als je je kind verliest,
ben je je zekerheid kwijt. In het begin was de
angst heel groot om nog meer mensen te verlie
zen van wie je intens houdt. Maar dat gaat
over, want anders kun je niet meer leven."
Uitgesproken ambities heeft ze niet meer. „Ik
was heel ongeduldig. 'Ik schiet geen meter op'
zei ik wel eens tegen mijn vader, Hij antwoord
de dan dat ik voor mijn veertigste op mijn plek
zou zitten. En inderdaad. Met Het Zwarte
Schaap had ik m'n ei gelegd, het wex'd bewon
derd en erkend. Want dat is wat we allemaal
willen hè, erkenning. Maar als je die eenmaal
hebt, dan is het heel gewoon. Daar moet je ook
voor oppassen. Van die rijke mensen die zeg
gen dat geld ook niet alles is."
„Door mijn privé-omstandigheden weet ik,
dat je wat je doet, met volle overtuiging moet
doen. Als ik ga dromen, doe ik het plezier in
m'n werk tekoxi. Ik zou het ook echt niet we
ten. Praatpx-ogramma's zoals Sonja vroeger
had, vind ik wel leuk, maar die zijn een beetje
uit. Wat ik wel zou willen, is dat ik vei'baal veel
sterker zou zijn, emdieter. Paul (Witteman,
red.) px-aat wel mooi. Er is niet zoiets als bege
leiding bij de Vara, maar ik zie Paul nu vaak en
dat heeft wel effect. Zoals het ook heel leer
zaam was om voor de radio samen te werken
met Felix Meurders en Ivo de Wijs, Dat laat je
niet onberoerd."
Monique de Knegt
Advocaat mr. Gerard Spong: „In de advocatuur heb je een hele hoop kreukels."
foto Sieko Kloosterhuis/GPD
Meivin Belli was een Amerikaanse letselschade
advocaat die een kanon op het dak van zijn kan-
tooi'pand had staan. Als hij een zaak had gewonnen,
schoot hij het kanon af. Hij reed rond in een Rolls
Royce-cabriolet met naast zich een skelet, genaamd
Elmei'. Dat skelet gebruikte hij in rechtszalen om aan
rechters op beeldende wijze de aard van het door zijn
cliënt opgelopen letsel aan te geven. Belli voerde
whisky aan zijn papegaai en prees whisky aan in ad
vertenties. Hij was jux-ylid bij miss-verkiezingen, liet
callgirls zijn nota's in natura betalen. Belli (in 1996
overleden) noemde zichzelf geen 'ambulance-cha
ser', een advocaat die achter de ambulance aanrijdt
om een verkeex-sslachtoffer al op straat zijn diensten
aan te bieden. „Ik was er meestal voor de ambulance.
Types als Belli zijn onder de Nederlandse advocatuur
niet te vinden, al doet een enkele topadvocaat wel
eens een poging tot extravagantie door in tv-quizzen
op te treden, zijn werkkamer te stofferen met opge
zette diex-en en beestenvellen, door in een spot van een
verzekeringsmaatschappij op te treden.
Voor zover bekend koestert geen enkele Nederlandse
advocaat een dronken papegaai en dat moet een ge
ruststellende gedachte zijn voor de deken van de Ox-de
van.Advocaten, rm\ Marek Guensbex-g, die graag stijl
en waardigheid van het advocatenvak promoot. Hij
viert met zijn confrères het vijftigjarig bestaan van cle
Orde.
Op 1 oktober 1952 werd de Advocatenwet van kracht.
Daarin werd bepaald dat iemand alleen advocaat kon
zijn als hij/zij lid was van de inmiddels opgerichte Or
de van Advocaten. Zowel de Advocatenwet als de Or
de vieren dus dit jaar het halve eeuwfeest.
In 1952 telde de Orde duizend leden. In 1960 waren er
bijna tweeduizend advocaten. Er bestonden toen
slechts vijf kantoren met meer dan acht advocaten.
Het grootste kantoor had er twaalf. Inmiddels zijn ex-
meer dan 12.000 advocaten en bestaan er immense
advocatenkantox-en met honderden advocaten, wier
namen niet meer in briefhoofden zijn te vatten. De
grootste is NautaDutilh met ruim driehonderd advo
caten.
Maar in die halve eeuw is er meer verandex-d in de ad
vocatuur. De juridische wex-eld is harder geworden,
mijmei-en drie in 1952 beëdigde advocaten in het Ad
vocatenblad. Veel zittingen zijn een papieren aange
legenheid gewox-den, de omgang is minder hoffelijk,
het is allemaal veel commerciëler De advocaat van de
tegenpai-tij had hem vroeger nog eens heel collegiaal
op een beginnersfout geattendeerd, zo mex-kt een van
de senioren nog altijd dankbaar op. Die mededeling
zal menig advocaat van thans doen glimlachen. Ach,
die goeie, ouwe tijd!
Tegenwoordig gaat dat wel even anders. „Sukkels,
die ook eens in de publiciteit willen komen", riep ad
vocaat Hammerstein over conifèx-es die een klacht te
gen hem indienden. En zijn kantoorgenoot Spong
verklaarde vorig jaar in het Advocatenblad dat je in
elk vak toppers, een middenmoot en kreukels hebt.
„En in de advocatuur heb je een hele hoop kreukels."
Dat is andere koek.
In die halve eeuw heeft het eex-biedwaardige imago
van de advocatuux- een forse deuk opgelopen. In de ja-
i-en vijftig en zestig werd de advocatuur vooral beoe
fend door keurige lieden, die wisten dat een redelijk
belegde boterham op him boi-dje lag. Miljonair wor
den was niet aan cle orde.
Tegenwoox-dig kleeft aan het vak de geur van poen.
Topadvocaten in het strafrecht, die pronken met hun
verwoi-ven miljoenen en cle vraag openlaten of hun
nota's met crimineel geld werden betaald, zijn daar
deels verantwoox-delijlc voor
Het optreden van deze 'topadvocaten' met hun
Rolexen en Jaguars was ook deken Guensberg een
doorn in het oog. „Een advocaat dient wijs en be
trouwbaar te zijn en rust uit te stralen"sprak hij vo
rig jaar tot woede van enkele in hun wiek geschoten
topadvocaten.
Ook nieuw uit pakweg de laatste tien jaar: advocaten
werden beschuldigd van witwaspraktijken, fraude,
het bieden van hulp aan criminele organisaties, het
oplichten van cliënten en het plegen van ontucht met
de vi-ouwelijke clientèle. En ergens inNedexiand
staat regelmatig een advocaat in een gestolen toga te
pleiten. Gejat van een collega uit een kastje bij de
Bredase rechtbank.
Het maakt het imago van de advocatuur er allemaal
niet beter op. Veel advocaten leveren nog altijd goede
juridische hulp, maar het zijn de berichten over dit
soort zaken, die het imago van de advocatuur nega
tief kleuren.
Ook de schaalvergroting in de advocatuur veroor
zaakte een frons op veel rechtzoekende voorhoofden.
Kantoren fuseei-den tot gi-ote maatschappen en ver
huisden naar protserige kantoorpanden. De grote
kantoren werden internationaler. Buitenlandse ad
vocaten kwamen hier werken en Nederlandse advo
caten gingen pleiten in het buitenland. Er ontstond
samenwerking met accountants en notarissen. De so
ciale advocaat, een sympathieke vex-schijning uit de
afgelopen decennia, wordt amper nog waargenomen.
Achter de prijzige max-mex-en en glazen gevels van de
grote kantoren is het omzet gerichte werken niet al
tijd een genoegen. Een enkele keer laat een advocaat
daarover zijn afkeer blijken.
Advocaat mr. Tjakko Knoop Pathuis, partner van een
groot Amsterdams kantoor, liet in het Advocaten
blad optekenen: „De toeneming van de schaal vex-gro-
ting heeft steeds meer regeltjes en richtlijnen tot ge
volg. De autonomie van de individuele advocaat gaat
daardoor verloren. Ook sta ik kritisch tegenover de
intei-nationalisexing. Door Angelsaksische invloeden
neemt de aandacht voor geld, glamour en status toe.
De advocatuur dreigt een hijgerig, neurotisch we
reldje te worden."
Volgens Knoop Pathuis ligt de nadruk te veel op om
zet en winst. Er ontstaat intellectuele oppex-vlakkig-
heid doordat het werk toeneemt en er minder tijd is
om dat werk goed uit te voeren.
Dat er regelmatig woi-clt geklaagd over advocaten er
vaart de Stichting Advocadur in Wehl. Daar kunnen
mensen met 'juridisch letsel' terecht. De tienjarige
stichting heeft na 337 klachten een stop ingesteld,
omdat het wei-k een beetje te veel wordt.
De klachten over advocaten betreffen een gebrek aan
tijd, rust, te weinig inleven in de problemen van de
cliënten, en het sturen van te hoge rekeningen. „Som
mige advocaten zien hun cliënten pas een kwartiertje
voor de zitting", zegt Harry Teernstra van Advoca-
dur.
Ook het tuchtrecht van de advocatuur werkt niet.
„De insteek is niet de waarheidsvinding, maar hoe
komen we zo snel mogelijk van die mensen af", meent
Teernstra, die ook zegt: „Je hoort mij niet zeggen dat
er geen goede advocaten zijn. Maar de meest ge
stelde vraag hier is wèl; Waar vind ik een goede advo
caat?"
Menig advocaat heeft in het verleden geageerd tegen
de steeds poeniger uitstraling van de advocatuur. De
ethiek in het vak moet terug, schreef advocaat en
schrijver Pim de Vos al eens in het boek Achter de
blinddoek van Vrouwe Justitia. De Vos heeft niet veel
op met topadvocaten, die het beeld van de advoca
tuur in de media bepalen.
In een justitieblad schreef hij: „Het wachten is op de
bekende strafpleiter die opstaat en meldt dat hij
overstapt naar de rechterlijke macht, omdat hij op
een ochtend zichzelf in de spiegel zag en zich de vraag
stelde: Waar ben je toch mee bezig, jongen? Je was zo
goed op de univex'siteit en nog een idealist. Je bx-engt
driekwart van je tijd door met het uit de bak houden
van drugshandelaren en andere criminelen die dat ei
genlijk niet verdienen. Je bent er mede de oorzaak
van dat de gemiddelde Nederlander geen respect
meer heeft voor de advocatuur."
Martin Gommers