Nederlands Film Festival Utrecht Benauwde taferelen in een Russische duikboot Moderne sprokkelaars Monster moet dood Film over Ramses Shaffy vrijdag 20 september 2002 In Utrecht begint volgende week woensdag (25 septem ber) het 22ste Nederlands Film Festival. Gedurende het festi- val. dat duurt tot en met vrijdag I 4 oktober, zijn ruim driehon derd films, documentaires, kor te fihns en televisiefilms te zien en kunnen bezoekers talk- 1 shows, tentoonstellingen en feesten bijwonen. Voor het eerst opent het festival niet met een speelfim maar met de documentaire Shaffy, die Pieter Fleury maakte over zan ger/acteur Ramses Shaffy. Deze film gaat woensdag op het festi val in première. Andere films die in Utrecht hun première be leven zijn onder meer Ja Zuster, Nee Zuster (met Loes Luca), Loenatik - de Moevie, Moon light, Swingers en Valentin. Een deel van de vertoonde produc ties dingt mee naar de Gouden Kalf-publieksprijs. Een jury be slist over de andere Gouden Kalveren, die tijdens de slot- avond worden uitgereikt. Het Nederlands Film Festival vertoont het filmprogramma in de bioscopen Rembrandt, Ca mera/Studio en Filmtheater 't Hoogt. In de Stadsschouw burg vinden de openingsavond en galapremières plaats. Diver se locaties in de binnenstad bie den een tijdelijk onderkomen voor premièreborrels, exposi ties, workshops en talkshows. De centrale kassa is dagelijks open van 10.00 tot 20.00 uur. De kassa is vanaf vandaag t/m dinsdag 24 september te vinden in de Serre van de Winkel van Sinkel, Oudegracht 158 en van woensdag 25 september t/m woensdag 2 oktober in het Grol- sch Festivalpaviljoen op de Neude. Telefonisch bereikbaar op 030-2322684. Op de dag van de voorstelling zijn kaarten uit sluitend verkrijgbaar aan de kassa van de betreffende bio scoop. Reserveren is mogelijk tot een dag voor aanvang van de voorstelling. Meer informatie via www.filmfestival.nl Met films als Clép de 5 a 7 (1962) en Le Bonheur (1965) ontpopte de Belgische re gisseuse Agnès Varda zich als de belangrijkste vrouwelijke ver tegenwoordiger van de Nouvel le Vague, de Franse rebellenclub die in de jaren 1960 het aanzien van de internationale filmwe reld ingrijpend veranderde. De inmiddels bijna 74-jarige film maakster houdt zich al lang niet meer op aan de frontlinies van de cinema. Na de uit 1995 stam mende documentaire L'univers de Jacques Demy, een liefdevol le documentaire over wijlen haar filmende echtgenoot, leek het er zelfs op, dat Varda genoot van haar welverdiende pensi oen. Dat ze niet helemaal zonder filmen kan blijkt uit Les gla- neurs et la glaneuse, een char mante mengeling tussen docu mentaire en ego-document. De titel is ontleend aan het schilderij 'Les Glaneuses' van de 19de eeuwse meester Jean- Franpois Millet, waarop we een aantal figuren zien die na de oogst het land afstruinen, op zoek naar achtergebleven voed- selresten. In haar film ging Var da op zoek naar moderne gla- neurs, oftewel sprokkelaars, die proberen te leven van de krui mels van de welvaartsmaat schappij. We maken onder meer kennis met een biologieleraar die zich voedt met weggegooide marktgroenten, en een chef-kok met een Michelinster, die iedere dag de heuvels intrekt om verse kruiden en vruchten te verza melen. Een barvrouw haalt her inneringen op aan de tijd dat ze het graan moest verzamelen dat bleef liggen na de oogst. Er mocht immers niets verloren gaan. Varda laat zien dat de heden daagse sprokkelaar het niet al tijd makkelijk heeft. En dat ter wijl aardappeltelers zonder blikken of blozen bergen pie pers weggooien. Niet omdat ze oneetbaar zijn, maar omdat ze niet het goede model zouden hebben. De scharrelaars die zich tegoed willen doen aan de ze overdaad krijgen echter het deksel op de neus. Wijnboeren laten achtergebleven druiven trossen liever wegrotten dan dat ze vreemden op hun land toela ten na de oogst. Hoewel de film aanzet tot na denken over de manier waarop de westerse wereld omgaat met zijn voedselproductie blijft de film nergens steken in een maat schappelijk relevante verhan deling - daarvoor is Varda een veel te speelse cineaste. In haar film benadrukt ze vooral de schoonheid van het sprokkelen. De parallel tussen de gefilmde personages en Varda's werkwij ze valt daarbij niet te missen. De regisseuse scharrelt beelden en onderwerpen bij elkaar, en is blij als een kind wanneer ze te gen iets bijzonders oploopt, zo als een klokje zonder wijzers dat volgens haar ideaal is, omdat het de tijd niet aangeeft. Het is de kracht van Varda dat ze dat enthousiasme voor haar gevon den beelden ook op de kijker weet over te brengen. Fritz de Jong Les glaneurs et la glaneuse: regie Agnès Varda, te zien in Schutters hoftheater Middelburg. et Nederlands Film Festival in Utrecht m wordt op 25 B september geopend met de film M Ramses. Voor deze door Pieter M Fleury vervaardigde M documentaire over Ramses JÊt Shaffy was ook een andere titel Ms '-1M denkbaar geweest:'Laat Me'. In 'TSw verhaal van zijn turbulente leven, zijn niet te stuiten drang verzorgingshuis Sarphati, waar ij*2 ""'Ju hij dankzij een lobby van Liesbeth List een kamer kreeg, f'I 9hL I twinkelt er nog iets van bravoure MÊÊÊm kWÊ jj ff Ba 1 in de vermoeide ogen. Documentairemaker Pieter Fleury bij het hek van Artis, waar hij met een van Ramses Shaffy gekregen cameraatje zijn eerste foto's maakte. foto Marc van der Kort/GPD Shaffy (69), zoon van een Rus sische moeder en Egypti sche vader en opgegroeid in een liefdevol Hollands pleeggezin, bereidt, zegt hij in het portret dat Fleury van hem maakte, in gedachten een terugkeer naar zijn woning voor. Hij praat, voor zijn doen, omzichtig over de ziekte die hem bijkans had ge veld. „Ik kan het me niet herin neren, ik vind het onbelang rijk." Dan: „Het had in elk geval met drinken te maken." Ik ken de kroegen en kathedra len van Amsterdam tot aan Maas tricht. Toch zal ik elke dag verdwalen, dat houdt de zaak in evenwicht. Ramses. Zo heet de man en zo heet de film. Verwacht geen do cumentaire met keurig netjes gerangschikt de hoogte- en dieptepunten, zijn mooiste lied jes, zijn memorabele optredens en de onuitwisbare herinnerin gen van een zielige artiest, weg kwijnend tussen de oudjes met looprekken en te hoge bloed druk. Shaffy behoudt zijn waar digheid, duikt niet in het verle den, springt niet naar de toekomst. Hij leeft, hier en nu, één meter 85 mens, de haren dunner en grijs, diepe groeven inhet nog altijd mooie gelaat, een wat sleetse gang, zoekend naar woorden, soms moeizaam formulerend, maar nog wel ge woon Ramses Shaffy. Heel Amsterdam houdt van Ramses. Liesbeth List, vriend Joop Admiraal, Shireen Strooker en Louis van Dijk, hun genegenheid voor Shaffy is on gebroken, ook al kon hij er een vreselijke bende van maken, ook al dwaalde hij als een onge leid projectiel door zijn geliefde Amsterdam, ook al dreigde de drank meer kapot te maken dan iemand lief was. Shaffy gaf en nam veel liefde. Ramseszegt filmmaker Fleury, „gaat over de liefde, over iemand die een en al liefde is." Dat Fleury als kind in de Derde Weteringdwarsstraat schuin tegenover Ramses Shaf fy en Joop Admiraal woonde, vormde niet de aanleiding, maar verschafte Fleury wel de ruimte zijn film op onderdelen persoonlijkin te Meuren. Shaffy en Admiraal weten nog wel van het Meine kereltje dat nieuws gierig door de brievenbus keek. „Ik was een jaar of vijf en vond het allemaal wel spannend wat er aan de overkant gebeurde, al die feestjes en zo. Ik mocht bij Ramses en Joop naar binnen. Spannend en leuk, het voelde als een veilig plekje. Zij behan delden mij als mens, niet als kind. Ik speelde bij hen in huis. Een enorme troep, er liepen kat ten en eekhoorns rond. Toen ik acht werd, kreeg ik van Ramses een fotocameraatje. Mijn eerste foto's maakte ik in Artis." Op zijn zeventiende verliet Fleury het ouderlijk huis. Hij verloor Shaffy en Admiraal uit het oog. Nooit zal hij vergeten wat Ramses tegen hem zei toen ze elkaar 's avonds laat tegen het lijf liepen. „Ikpuberde heftig als veertienjarige, worstelde met de gevoelens die daarbij ho ren en hoorde opeens Ramses zeggen: 'Jezus, je bent opeens een man geworden.' Dat mo ment was heel belangrijk voor mij." Zo is Ramses Shaffy, kind of volwassene, jong of oud, man of vrouw, voor hem zijn wij alle maal mensen, leeftijd en status spelen geen rol. Shaffy laat ie dereen in zijn waarde, zal nooit iemand veroordelen om 'zijn da den en zijn gangen'. Fleury: „Een opgeheven vingertje is hem volkomen vreemd, voor oordelen kent hij niet, hij wil niemands gedrag verbeteren. Intussen doet hij uitsluitend wat hij leuk vindt, hij leeft zijn leven op zijn manier." Ik ben gelukkig niet veranderd, soms woon ik hier, soms woon ik daar. Ik heb mijn leven niet verkan kerd. 'k heb geen bezit en geen be zwaar. Pieter Fleury hoefde niet na te denken over Shaffy's aanbod om voor de film een nummer te spelen. Shaffy zorgt zelf voor een ontroerend slotakkoord. Met verstikte stem laat hij zich zelf door Amsterdam dolen, de vingers dansen stram, maar re soluut over de toetsen. Het is stil in de stad, niemand om mee te praten. Shaffy zingt met die nog altijd herkenbare theatrale stem, op volle kracht of fluiste rend, murmelend, en dan iets van een oerkreet. Er vloeien tra nen, niet de tranen van verbitte ring, eerder de tranen van wee moed en verlangen, geen tranen van verdriet. Hij is geen zielepoot als hij op het binnenplein van het verzor gingshuis zit en met zijn mede bewoners naar Willeke Alberti luistert. Of wanneer hij met Joop Admiraal en Kitty Cour- bois op visite met de verbazing van een kind met een gsm-tje pielt. Joop heeft zijn zakken volgestopt met miniflesjes wijn. „Ik vond het niet fijn als Ramses 's nachts niet naar huis kwam." Ik zal m'n vrienden niet verge ten, want wie mij lief is, blijft me lief. En waar ze wonen, moest ik we ten, maar ik verloor hun laatste brief. Vrienden kwamen tot bloei in zijn omgeving, hij maakte onge kende gevoelens los bij starre fi guren. Shaffy straalde vitaliteit en levenslust uit, hij ging tot de bodem, bracht vrolijkheid en te leurstelling en werd met liefde omringd. Zondebesef, schuld gevoelens en spijt zijn hem vreemd, zekerheden heeft Shaf fy nooit gezocht, aan materie hecht hij geen enkele waarde. Ook in zijn Baghwanperiode, volgens Joop Admiraal een epi sode waarin Ramses zich goed, gezond en gelukkig voelde, gaf hij niets van zijn identiteit prijs. Hij nam wel een piano mee. Dat hij bij de Baghwan niet aan een verwachtingspatroon hoefde te voldoen, moet hem rustig en evenwichtig hebben gestemd. Pieter Fleury heeft mooi ar chiefmateriaal uit die tijd in zijn film verwerkt, zoals beelden van Shaffy die in het gemeente huis van Amsterdam dan einde lijk een Nederlands paspoort kreeg en het uitkraaide van ple zier. 'Niet te geloven, ik hoor er bij ik hoor er echt helemaal bij Ik ben misschien te laat geboren, of in een land met ander licht. Ik voel me altijd wat verloren, al toont de spiegel mijn gezicht. Zijn Russische moeder liet hem op jonge leeftijd in de steek, zijn Egyptische vader zag hij voor 't eerst toen hij groot en volwassen was geworden. Shaffy vertelt over die ontmoeting in Parijs in spaarzame bewoordingen. Aan doenlijk. Hij en zijn vader ston den in een lange gang, zijn va der, een man van zijn postuur, kwam op hem af en zei: 'Het lijkt alsof ik uw ogen heb en uw han den.' Shaffy: 'Dat was mijn va der, mijn vader! Ik had hem nooit eerder gezien. Zijn naam? Shaffy, Ramses Shaffy.' Als Mnd was Ramses Shaffy een aparte, de prins van zijn natuur lijke moeder, de zoon van zijn pleegmoeder voor wie hij, voor de keus gesteld, onvoorwaarde lijk koos. Hij belandde in het warme nest van zijn pleegou ders om er later als een creatief, eigenzinnig en volstrekt au thentiek mens uit te vliegen. Hij was acteur voordat hij zanger werd, trok samen met Joop Ad miraal zonder een cent op zak naar Rome, op zoek naar werk in de filmstudio's ('we hadden niet eens geld voor de bus en moesten zeven kilometer heen en zeven kilometer terug lo pen'), beleefde er wilde Romein se nachten en keerde onverrich- terzake terug naar Nederland. Als tekstschrijver van Neder landstalige chansons oogstte hij meer succes. Hij componeerde er vaak ook de muziek bij, maar noteerde nooit iets, speelde het Louis van Dijk één keertje voor en liet de uitwerking aan hem over. Van Dijk hoort er nog steeds Ramses' Slavische ach tergrond in terug. Shaffy trad graag met Louis van Dijk op en Louis van Dijk op zijn beurt vond het spelen met Shaffy een genoegen, al werd het soms wel een beetje spannend, want met Ramses wist je het nooit en je wist zeker dat het mis zou gaan als hij achter de coulissen de brandwachten begon op te til len. Geen van de personen die Pieter Fleury aan het woord laat, prijst Ramses Shaffy de hemel in. „Gelukkig verMaren ze hem niet zalig, dat zou ongepast zijn. Iedereen praat vol respect over Ramses, niemand sluit de ogen voor zijn minder plezierige trekjes. Ramses kan heus wel van zich afbijten en tekeer gaan, maar doet dat nooit om iemand bewust te beschadigen. Geen mens zal er ooit over piekeren hem te laten vallen." Ik zal ze heus wel weer ontmoe ten, misschien vandaag of volgend jaar. Ik zal ze kussen en begroeten, het komt vanzelf weer voor el kaar. Ramses is dus een film over de liefde. De liefde van zijn vrien den voor hem, zijn liefde voor iedereen die zijn pad kruist en hem in zijn waarde laat, de lief de van Joop Admiraal, de ver liefdheid van Liesbeth List. Fleury: „Ramses bewijst datje in het leven kunt kiezen voor de liefde en kwetsbaarheid, dat je je bestaan niet hoeft te verdedi gen, maar het ook kunt krijgen door je open en eerlijk op te stel len. Ik hoop dat mijn film dat uitdraagt, dat de kijker eerder een oordeel over zichzelf dan over Ramses Shaffy zal vellen." In het Sarphatihuis heeft Shaffy de structuur gevonden die in de ze fase van zijn leven bij hem past. Pieter Fleury, die hem ook bleef opzoeken toen hij in het ziekenhuis lag, denkt dat Ram ses toch nog eens terug zal gaan naar zijn woning aan de Heren gracht en Shaffy zelf is in zijn hoofd al bezig met een mogelij ke terugkeer. Hij speelt graag zijn eigen muziek, wil dat ook in het verzorgingstehuis doen, maar voelt zich daarvoor toch nog niet rustig genoeg. „Als hij maar goed blijft eten", zegt Fleury met iets van bezorgdheid in zijn stem. Eerst aansterken dus. En dan...? Ik zal ook wel een keertje ster ven, daar kom ik echt niet onderuit. Ik laat mijn liedjes dan maar zwerven en verder zoek je het zelf maar uit. Citaten uit 'Laat Me (gewoon mijn gang maar gaan)'. Robin Bruinsma De documentaire Ramses opent 25 september het Nederlands Film Fes tival in Utrecht. De openingsavond in de Stadsschouwburg begint om 20.00 uur. Het festival duurt tot en met 4 oktober. Op de cover van Time staat een stad in vlammen. In Schotland pi'obeert een groepje overlevenden onder leiding van Christian Bale zich schuil te houden voor de terreur die de aarde in de as heeft gelegd. Wanneer op een dag een com mando van Amerikaanse vrij buiters opduikt wordt dit niet met open armen ontvangen. Hebben zij met hun atoombom men alles niet nog veel erger ge maakt? De zelfverzekerde bevrijder - een vrijwel onher kenbare Matthew McCo- naughey met tatoeages en dikke sigaar - maakt echter duidelijk dat er maar één de leiding kan hebben in de voortgaande strijd. Het monster dat met zijn zaad de aarde blijft vergiftigen moet in zijn hol worden opge zocht en vernietigd. Met de gebeurtenissen van het afgelopen jaar in het achter hoofd is het verleidelij k om in de post-apocalyptische actiefilm Reign of Fire een politieke me tafoor te zien. Het pas afgestu deerde duo Gregg Chabot en Kevin Peterka verzon echter al in 1966 dit verhaal over vuur spuwende draken die na het uit roeien van de dinosauriërs en het veroorzaken van de ijstijd (vraag niet hoe) tijdelijk in win terslaap geraakten. X-Files- re gisseur Rob Bowman was ook al rxiim voor de aanslagen van 11 september druk doende op dra matisch ogende Ierse locaties. Wat in het begin nog even doet denken aan een uit de hand ge lopen kinderfilm ontpopt zich als snel als een kruising tussen Dragonslayer en Mad Max. In deze Bx-its-Ierse coproductie is veel werk gemaakt van het spookachtige visioen van een verschroeide aax-de, vervaarlij ke krijgers met hun zware be wapening en het met veel vuur- stormen gepaard gaande treffen met de draken die nu eens niet bedacht lijken te zijn door een speelgoedfabrikant. In hun streven naar een ruig realisme bogen de makers zich zelfs seri eus over de vraag hoe dergelijke monsters vuur zouden kunnen spuwen zonder hun tong te ver blinden Dat het Rob Bowman is gelukt om zich met de gevechten tussen draken, tanks en helikopters niet volstrekt belachelijk te ma ken mag je zeker een verdienste noemen, al heeft Reign of Fire verder niet zo heel veel meer te bieden. De slogan 'fight fire with fire' blijkt nergens op te slaan, en veel logica valt er in de ideeënwereld van de scenaris ten niette ontdekken. De weinig efficiënte strijdmethode bij voorbeeld, waai"bij de soldaten van helikopteipilote Izabella Scorupco een vrijwel zekere dood tegemoet springen, lijkt vooral bedacht met het oog op de verbluffende, in vrije val ge maakte opnamen. Na een lange, en op den duur toch wat eento nige onderdompeling in een hel waarin vechters en overleven den elkaar nodig blijken te heb ben, wordt het ongedierte dat met kernbommen niet was Mein te krijgen alsnog verslagen door drie dappere helden, uitgerust met een boog met explosieve pijlen. Leo Bankersen Reign of Fireregie Rob Bowman, met Matthew McConaughey, Chris tian Bale, Izabella Scorupco, te zien in Cine City Vlissingen en Cinemac- tueel Bergen op Zoom. Matthew McConaughey in Reign of Fire. Het moet in de jaren zestig, tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog, geen pretje zijn geweest om dienst te doen op een van de eerste kernonderzeeërs. Aan Ameri kaanse kant gingen er twee met man en muis naar de kelder, de Russen verloren er drie. En afgaande op het recente ongeluk met de Koersk is er weinig veranderd. Dan kwam de bemanning van de K-19 er nog betrekke lijk genadig vanaf. Twintig doden was de prijs die in 1961 betaald moest worden voor de haast die de politieke top had met een voor Amerikaanse ogen bestemde nucleaire proeflancering vanuit het poolgebied. Die rampzalige eerste reis is nu gerecon strueerd in de door Kathryp Bigelow (Strange Days) geregisseei-de film K-19: The Widowmaker. die vorige week al te zien was tijdens Film by the Sea. De titel verwijst naar de bijnaam die dit gedoemde Russische schip door de vele ongelukken tijdens de bouw had gekregen. Bij de eerste duik drupt het water in de nek van de bemanning, en we zien een technicus al ongerust op de meter- tjes tikken. Op weg naar een spionagemissie voor de Amerikaanse kust ontstaat er een lek in de koeling van de reactor, die zichzelf vervolgens dreigt op te blazen. Het is moge lijk dat de filmmakers de zaak wat extra dramatiseren door te suggerei'en dat dit tot een derde wereldooi'log had kunnen leiden, maar de taferelen die zich in het benauwde binnenste van de verlamde duikboot afspe len zijn er niet minder aangrijpend om. Met ware doodsverachting begeven de las sers zich in de verzengende straling van de reactoiruimte. Beschermende pakken blij ken niet aan boord te zijn, en dat gewone overalls niets helpen hoeven ze niet te we ten. Na tien minuten komen ze kotsend en met afbladderende huid weer naar buiten. Hoewel de reparatie lukt is het binnenste van het schip inmiddels vergeven van radio activiteit. De wijzer van de geigerteller slaat bij ieder bemanningslid onheilspel lend uit, maar de dokter geeft geen krimp. „Niets aan de hand, alles in orde", zo stelt hij als een rechtgeaarde Sovjet-ambtenaar iedereen genist. De tot het uiterste gezags- getrouwe kapitein (Harrison Ford) wijst aanvankelijk de hulp van een Amerikaans slagschip af, maar wordt desondanks bij thuiskomst verdacht van heulen met de vij and. Bitter zal hij constateren dat zijn om gekomen bemanningsleden hun erkenning als held van de Sovjet-Unie misliepen om dat het 'maar een ongeluk' was. De Duits-Brits-Amerikaanse coproductie K-19: The Widowmaker is ongeveer zo rea listisch als je van een grote commerciële pu blieksfilm mag vexrvachten. Dat betekent opnamen op locatie in Moskou, alle knopjes, wijzertjes en Russische opschriften in de machinekamer van de K-19 volledig au thentiek, maar wel acteurs die Engels met een accentje spreken. Om tegemoet te ko men aan de vermeende behoefte van de kijker aan permanente actie zijn er voort durend chaotisch verlopende en zelfs ge vaarlijke oefeningen waarmee de pas aan gestelde bevelhebber zichzelf wil bewijzen. Alsof dat allemaal nog niet hectisch genoeg is vecht hij bovendien een conflict uit met zijn tweede man (Liam Neeson) die wel het vertrouwen van de bemanning geniet. In dat opzicht is de dramatisering wat door geschoten, en de voorbeelden van loyaliteit en heldenmoed blijven betx-ekkelijk stereo tiep .Die ene bangerik die zichzelf uiteinde- lijk overtreft ontbreekt uiteraard niet. Zelfs de keuze voor Harrison Ford als hoogge plaatste dienstMopper is in dit geval een beetje onhandig, want zijn gezicht is ge woon net iets te betrouwbaar voor die rol. Dat zijn zo wat kanttekeningen bij een de gelijk bioscoopavontuur waarvan we geen speciale visie op de Koude Oorlog hoeven te verwachtenmaar waarin wel eer wordt be wezen aan de jongens en mannen die hun oprechte trouw verspilden aan een systeem dat dit niet verdiende. Leo Bankersen K-19: The Widowmaker: regie Kathryn Bigelow, met Harrison Ford, Liam Neeson, te zien in Cine City Vlissingen en De Koning Hulst.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 29