Nederlands Film Festival Utrecht
Benauwde taferelen in een Russische duikboot
Moderne sprokkelaars
Monster moet dood
Film over Ramses Shaffy
vrijdag 20 september 2002
In Utrecht begint volgende
week woensdag (25 septem
ber) het 22ste Nederlands Film
Festival. Gedurende het festi-
val. dat duurt tot en met vrijdag
I 4 oktober, zijn ruim driehon
derd films, documentaires, kor
te fihns en televisiefilms te zien
en kunnen bezoekers talk-
1 shows, tentoonstellingen en
feesten bijwonen.
Voor het eerst opent het festival
niet met een speelfim maar met
de documentaire Shaffy, die
Pieter Fleury maakte over zan
ger/acteur Ramses Shaffy. Deze
film gaat woensdag op het festi
val in première. Andere films
die in Utrecht hun première be
leven zijn onder meer Ja Zuster,
Nee Zuster (met Loes Luca),
Loenatik - de Moevie, Moon
light, Swingers en Valentin. Een
deel van de vertoonde produc
ties dingt mee naar de Gouden
Kalf-publieksprijs. Een jury be
slist over de andere Gouden
Kalveren, die tijdens de slot-
avond worden uitgereikt.
Het Nederlands Film Festival
vertoont het filmprogramma in
de bioscopen Rembrandt, Ca
mera/Studio en Filmtheater
't Hoogt. In de Stadsschouw
burg vinden de openingsavond
en galapremières plaats. Diver
se locaties in de binnenstad bie
den een tijdelijk onderkomen
voor premièreborrels, exposi
ties, workshops en talkshows.
De centrale kassa is dagelijks
open van 10.00 tot 20.00 uur. De
kassa is vanaf vandaag t/m
dinsdag 24 september te vinden
in de Serre van de Winkel van
Sinkel, Oudegracht 158 en van
woensdag 25 september t/m
woensdag 2 oktober in het Grol-
sch Festivalpaviljoen op de
Neude. Telefonisch bereikbaar
op 030-2322684. Op de dag van
de voorstelling zijn kaarten uit
sluitend verkrijgbaar aan de
kassa van de betreffende bio
scoop. Reserveren is mogelijk
tot een dag voor aanvang van de
voorstelling. Meer informatie
via www.filmfestival.nl
Met films als Clép de 5 a 7
(1962) en Le Bonheur
(1965) ontpopte de Belgische re
gisseuse Agnès Varda zich als de
belangrijkste vrouwelijke ver
tegenwoordiger van de Nouvel
le Vague, de Franse rebellenclub
die in de jaren 1960 het aanzien
van de internationale filmwe
reld ingrijpend veranderde. De
inmiddels bijna 74-jarige film
maakster houdt zich al lang niet
meer op aan de frontlinies van
de cinema. Na de uit 1995 stam
mende documentaire L'univers
de Jacques Demy, een liefdevol
le documentaire over wijlen
haar filmende echtgenoot, leek
het er zelfs op, dat Varda genoot
van haar welverdiende pensi
oen. Dat ze niet helemaal zonder
filmen kan blijkt uit Les gla-
neurs et la glaneuse, een char
mante mengeling tussen docu
mentaire en ego-document.
De titel is ontleend aan het
schilderij 'Les Glaneuses' van
de 19de eeuwse meester Jean-
Franpois Millet, waarop we een
aantal figuren zien die na de
oogst het land afstruinen, op
zoek naar achtergebleven voed-
selresten. In haar film ging Var
da op zoek naar moderne gla-
neurs, oftewel sprokkelaars, die
proberen te leven van de krui
mels van de welvaartsmaat
schappij. We maken onder meer
kennis met een biologieleraar
die zich voedt met weggegooide
marktgroenten, en een chef-kok
met een Michelinster, die iedere
dag de heuvels intrekt om verse
kruiden en vruchten te verza
melen. Een barvrouw haalt her
inneringen op aan de tijd dat ze
het graan moest verzamelen dat
bleef liggen na de oogst. Er
mocht immers niets verloren
gaan.
Varda laat zien dat de heden
daagse sprokkelaar het niet al
tijd makkelijk heeft. En dat ter
wijl aardappeltelers zonder
blikken of blozen bergen pie
pers weggooien. Niet omdat ze
oneetbaar zijn, maar omdat ze
niet het goede model zouden
hebben. De scharrelaars die
zich tegoed willen doen aan de
ze overdaad krijgen echter het
deksel op de neus. Wijnboeren
laten achtergebleven druiven
trossen liever wegrotten dan dat
ze vreemden op hun land toela
ten na de oogst.
Hoewel de film aanzet tot na
denken over de manier waarop
de westerse wereld omgaat met
zijn voedselproductie blijft de
film nergens steken in een maat
schappelijk relevante verhan
deling - daarvoor is Varda een
veel te speelse cineaste. In haar
film benadrukt ze vooral de
schoonheid van het sprokkelen.
De parallel tussen de gefilmde
personages en Varda's werkwij
ze valt daarbij niet te missen. De
regisseuse scharrelt beelden en
onderwerpen bij elkaar, en is
blij als een kind wanneer ze te
gen iets bijzonders oploopt, zo
als een klokje zonder wijzers dat
volgens haar ideaal is, omdat
het de tijd niet aangeeft. Het is
de kracht van Varda dat ze dat
enthousiasme voor haar gevon
den beelden ook op de kijker
weet over te brengen.
Fritz de Jong
Les glaneurs et la glaneuse: regie
Agnès Varda, te zien in Schutters
hoftheater Middelburg.
et Nederlands Film
Festival in Utrecht m
wordt op 25 B
september geopend met de film M
Ramses. Voor deze door Pieter M
Fleury vervaardigde M
documentaire over Ramses JÊt
Shaffy was ook een andere titel Ms '-1M
denkbaar geweest:'Laat Me'. In 'TSw
verhaal van zijn turbulente
leven, zijn niet te stuiten drang
verzorgingshuis Sarphati, waar ij*2 ""'Ju
hij dankzij een lobby van
Liesbeth List een kamer kreeg, f'I 9hL I
twinkelt er nog iets van bravoure MÊÊÊm kWÊ jj ff Ba 1
in de vermoeide ogen. Documentairemaker Pieter Fleury bij het hek van Artis, waar hij met een van Ramses Shaffy gekregen cameraatje zijn eerste foto's maakte. foto Marc van der Kort/GPD
Shaffy (69), zoon van een Rus
sische moeder en Egypti
sche vader en opgegroeid in een
liefdevol Hollands pleeggezin,
bereidt, zegt hij in het portret
dat Fleury van hem maakte, in
gedachten een terugkeer naar
zijn woning voor. Hij praat, voor
zijn doen, omzichtig over de
ziekte die hem bijkans had ge
veld. „Ik kan het me niet herin
neren, ik vind het onbelang
rijk." Dan: „Het had in elk geval
met drinken te maken."
Ik ken de kroegen en kathedra
len
van Amsterdam tot aan Maas
tricht.
Toch zal ik elke dag verdwalen,
dat houdt de zaak in evenwicht.
Ramses. Zo heet de man en zo
heet de film. Verwacht geen do
cumentaire met keurig netjes
gerangschikt de hoogte- en
dieptepunten, zijn mooiste lied
jes, zijn memorabele optredens
en de onuitwisbare herinnerin
gen van een zielige artiest, weg
kwijnend tussen de oudjes met
looprekken en te hoge bloed
druk. Shaffy behoudt zijn waar
digheid, duikt niet in het verle
den, springt niet naar de
toekomst. Hij leeft, hier en nu,
één meter 85 mens, de haren
dunner en grijs, diepe groeven
inhet nog altijd mooie gelaat,
een wat sleetse gang, zoekend
naar woorden, soms moeizaam
formulerend, maar nog wel ge
woon Ramses Shaffy.
Heel Amsterdam houdt van
Ramses. Liesbeth List, vriend
Joop Admiraal, Shireen
Strooker en Louis van Dijk, hun
genegenheid voor Shaffy is on
gebroken, ook al kon hij er een
vreselijke bende van maken,
ook al dwaalde hij als een onge
leid projectiel door zijn geliefde
Amsterdam, ook al dreigde de
drank meer kapot te maken dan
iemand lief was.
Shaffy gaf en nam veel liefde.
Ramseszegt filmmaker
Fleury, „gaat over de liefde,
over iemand die een en al liefde
is." Dat Fleury als kind in de
Derde Weteringdwarsstraat
schuin tegenover Ramses Shaf
fy en Joop Admiraal woonde,
vormde niet de aanleiding,
maar verschafte Fleury wel de
ruimte zijn film op onderdelen
persoonlijkin te Meuren. Shaffy
en Admiraal weten nog wel van
het Meine kereltje dat nieuws
gierig door de brievenbus keek.
„Ik was een jaar of vijf en vond
het allemaal wel spannend wat
er aan de overkant gebeurde, al
die feestjes en zo. Ik mocht bij
Ramses en Joop naar binnen.
Spannend en leuk, het voelde
als een veilig plekje. Zij behan
delden mij als mens, niet als
kind. Ik speelde bij hen in huis.
Een enorme troep, er liepen kat
ten en eekhoorns rond. Toen ik
acht werd, kreeg ik van Ramses
een fotocameraatje. Mijn eerste
foto's maakte ik in Artis."
Op zijn zeventiende verliet
Fleury het ouderlijk huis. Hij
verloor Shaffy en Admiraal uit
het oog. Nooit zal hij vergeten
wat Ramses tegen hem zei toen
ze elkaar 's avonds laat tegen het
lijf liepen. „Ikpuberde heftig
als veertienjarige, worstelde
met de gevoelens die daarbij ho
ren en hoorde opeens Ramses
zeggen: 'Jezus, je bent opeens
een man geworden.' Dat mo
ment was heel belangrijk voor
mij."
Zo is Ramses Shaffy, kind of
volwassene, jong of oud, man of
vrouw, voor hem zijn wij alle
maal mensen, leeftijd en status
spelen geen rol. Shaffy laat ie
dereen in zijn waarde, zal nooit
iemand veroordelen om 'zijn da
den en zijn gangen'. Fleury:
„Een opgeheven vingertje is
hem volkomen vreemd, voor
oordelen kent hij niet, hij wil
niemands gedrag verbeteren.
Intussen doet hij uitsluitend
wat hij leuk vindt, hij leeft zijn
leven op zijn manier."
Ik ben gelukkig niet veranderd,
soms woon ik hier, soms woon ik
daar.
Ik heb mijn leven niet verkan
kerd.
'k heb geen bezit en geen be
zwaar.
Pieter Fleury hoefde niet na te
denken over Shaffy's aanbod
om voor de film een nummer te
spelen. Shaffy zorgt zelf voor
een ontroerend slotakkoord.
Met verstikte stem laat hij zich
zelf door Amsterdam dolen, de
vingers dansen stram, maar re
soluut over de toetsen. Het is stil
in de stad, niemand om mee te
praten. Shaffy zingt met die nog
altijd herkenbare theatrale
stem, op volle kracht of fluiste
rend, murmelend, en dan iets
van een oerkreet. Er vloeien tra
nen, niet de tranen van verbitte
ring, eerder de tranen van wee
moed en verlangen, geen tranen
van verdriet.
Hij is geen zielepoot als hij op
het binnenplein van het verzor
gingshuis zit en met zijn mede
bewoners naar Willeke Alberti
luistert. Of wanneer hij met
Joop Admiraal en Kitty Cour-
bois op visite met de verbazing
van een kind met een gsm-tje
pielt. Joop heeft zijn zakken
volgestopt met miniflesjes wijn.
„Ik vond het niet fijn als Ramses
's nachts niet naar huis kwam."
Ik zal m'n vrienden niet verge
ten,
want wie mij lief is, blijft me lief.
En waar ze wonen, moest ik we
ten,
maar ik verloor hun laatste
brief.
Vrienden kwamen tot bloei in
zijn omgeving, hij maakte onge
kende gevoelens los bij starre fi
guren. Shaffy straalde vitaliteit
en levenslust uit, hij ging tot de
bodem, bracht vrolijkheid en te
leurstelling en werd met liefde
omringd. Zondebesef, schuld
gevoelens en spijt zijn hem
vreemd, zekerheden heeft Shaf
fy nooit gezocht, aan materie
hecht hij geen enkele waarde.
Ook in zijn Baghwanperiode,
volgens Joop Admiraal een epi
sode waarin Ramses zich goed,
gezond en gelukkig voelde, gaf
hij niets van zijn identiteit prijs.
Hij nam wel een piano mee. Dat
hij bij de Baghwan niet aan een
verwachtingspatroon hoefde te
voldoen, moet hem rustig en
evenwichtig hebben gestemd.
Pieter Fleury heeft mooi ar
chiefmateriaal uit die tijd in zijn
film verwerkt, zoals beelden
van Shaffy die in het gemeente
huis van Amsterdam dan einde
lijk een Nederlands paspoort
kreeg en het uitkraaide van ple
zier. 'Niet te geloven, ik hoor er
bij ik hoor er echt helemaal bij
Ik ben misschien te laat geboren,
of in een land met ander licht.
Ik voel me altijd wat verloren,
al toont de spiegel mijn gezicht.
Zijn Russische moeder liet hem
op jonge leeftijd in de steek, zijn
Egyptische vader zag hij voor 't
eerst toen hij groot en volwassen
was geworden. Shaffy vertelt
over die ontmoeting in Parijs in
spaarzame bewoordingen. Aan
doenlijk. Hij en zijn vader ston
den in een lange gang, zijn va
der, een man van zijn postuur,
kwam op hem af en zei: 'Het lijkt
alsof ik uw ogen heb en uw han
den.' Shaffy: 'Dat was mijn va
der, mijn vader! Ik had hem
nooit eerder gezien. Zijn naam?
Shaffy, Ramses Shaffy.'
Als Mnd was Ramses Shaffy een
aparte, de prins van zijn natuur
lijke moeder, de zoon van zijn
pleegmoeder voor wie hij, voor
de keus gesteld, onvoorwaarde
lijk koos. Hij belandde in het
warme nest van zijn pleegou
ders om er later als een creatief,
eigenzinnig en volstrekt au
thentiek mens uit te vliegen. Hij
was acteur voordat hij zanger
werd, trok samen met Joop Ad
miraal zonder een cent op zak
naar Rome, op zoek naar werk
in de filmstudio's ('we hadden
niet eens geld voor de bus en
moesten zeven kilometer heen
en zeven kilometer terug lo
pen'), beleefde er wilde Romein
se nachten en keerde onverrich-
terzake terug naar Nederland.
Als tekstschrijver van Neder
landstalige chansons oogstte hij
meer succes. Hij componeerde
er vaak ook de muziek bij, maar
noteerde nooit iets, speelde het
Louis van Dijk één keertje voor
en liet de uitwerking aan hem
over. Van Dijk hoort er nog
steeds Ramses' Slavische ach
tergrond in terug. Shaffy trad
graag met Louis van Dijk op en
Louis van Dijk op zijn beurt
vond het spelen met Shaffy een
genoegen, al werd het soms wel
een beetje spannend, want met
Ramses wist je het nooit en je
wist zeker dat het mis zou gaan
als hij achter de coulissen de
brandwachten begon op te til
len.
Geen van de personen die Pieter
Fleury aan het woord laat, prijst
Ramses Shaffy de hemel in.
„Gelukkig verMaren ze hem
niet zalig, dat zou ongepast zijn.
Iedereen praat vol respect over
Ramses, niemand sluit de ogen
voor zijn minder plezierige
trekjes. Ramses kan heus wel
van zich afbijten en tekeer gaan,
maar doet dat nooit om iemand
bewust te beschadigen. Geen
mens zal er ooit over piekeren
hem te laten vallen."
Ik zal ze heus wel weer ontmoe
ten,
misschien vandaag of volgend
jaar.
Ik zal ze kussen en begroeten,
het komt vanzelf weer voor el
kaar.
Ramses is dus een film over de
liefde. De liefde van zijn vrien
den voor hem, zijn liefde voor
iedereen die zijn pad kruist en
hem in zijn waarde laat, de lief
de van Joop Admiraal, de ver
liefdheid van Liesbeth List.
Fleury: „Ramses bewijst datje
in het leven kunt kiezen voor de
liefde en kwetsbaarheid, dat je
je bestaan niet hoeft te verdedi
gen, maar het ook kunt krijgen
door je open en eerlijk op te stel
len. Ik hoop dat mijn film dat
uitdraagt, dat de kijker eerder
een oordeel over zichzelf dan
over Ramses Shaffy zal vellen."
In het Sarphatihuis heeft Shaffy
de structuur gevonden die in de
ze fase van zijn leven bij hem
past. Pieter Fleury, die hem ook
bleef opzoeken toen hij in het
ziekenhuis lag, denkt dat Ram
ses toch nog eens terug zal gaan
naar zijn woning aan de Heren
gracht en Shaffy zelf is in zijn
hoofd al bezig met een mogelij
ke terugkeer. Hij speelt graag
zijn eigen muziek, wil dat ook in
het verzorgingstehuis doen,
maar voelt zich daarvoor toch
nog niet rustig genoeg. „Als hij
maar goed blijft eten", zegt
Fleury met iets van bezorgdheid
in zijn stem. Eerst aansterken
dus. En dan...?
Ik zal ook wel een keertje ster
ven,
daar kom ik echt niet onderuit.
Ik laat mijn liedjes dan maar
zwerven
en verder zoek je het zelf maar
uit.
Citaten uit 'Laat Me (gewoon
mijn gang maar gaan)'.
Robin Bruinsma
De documentaire Ramses opent 25
september het Nederlands Film Fes
tival in Utrecht. De openingsavond
in de Stadsschouwburg begint om
20.00 uur. Het festival duurt tot en
met 4 oktober.
Op de cover van Time staat
een stad in vlammen. In
Schotland pi'obeert een groepje
overlevenden onder leiding van
Christian Bale zich schuil te
houden voor de terreur die de
aarde in de as heeft gelegd.
Wanneer op een dag een com
mando van Amerikaanse vrij
buiters opduikt wordt dit niet
met open armen ontvangen.
Hebben zij met hun atoombom
men alles niet nog veel erger ge
maakt? De zelfverzekerde
bevrijder - een vrijwel onher
kenbare Matthew McCo-
naughey met tatoeages en dikke
sigaar - maakt echter duidelijk
dat er maar één de leiding kan
hebben in de voortgaande
strijd. Het monster dat met zijn
zaad de aarde blijft vergiftigen
moet in zijn hol worden opge
zocht en vernietigd.
Met de gebeurtenissen van het
afgelopen jaar in het achter
hoofd is het verleidelij k om in de
post-apocalyptische actiefilm
Reign of Fire een politieke me
tafoor te zien. Het pas afgestu
deerde duo Gregg Chabot en
Kevin Peterka verzon echter al
in 1966 dit verhaal over vuur
spuwende draken die na het uit
roeien van de dinosauriërs en
het veroorzaken van de ijstijd
(vraag niet hoe) tijdelijk in win
terslaap geraakten. X-Files- re
gisseur Rob Bowman was ook al
rxiim voor de aanslagen van 11
september druk doende op dra
matisch ogende Ierse locaties.
Wat in het begin nog even doet
denken aan een uit de hand ge
lopen kinderfilm ontpopt zich
als snel als een kruising tussen
Dragonslayer en Mad Max. In
deze Bx-its-Ierse coproductie is
veel werk gemaakt van het
spookachtige visioen van een
verschroeide aax-de, vervaarlij
ke krijgers met hun zware be
wapening en het met veel vuur-
stormen gepaard gaande treffen
met de draken die nu eens niet
bedacht lijken te zijn door een
speelgoedfabrikant. In hun
streven naar een ruig realisme
bogen de makers zich zelfs seri
eus over de vraag hoe dergelijke
monsters vuur zouden kunnen
spuwen zonder hun tong te ver
blinden
Dat het Rob Bowman is gelukt
om zich met de gevechten tussen
draken, tanks en helikopters
niet volstrekt belachelijk te ma
ken mag je zeker een verdienste
noemen, al heeft Reign of Fire
verder niet zo heel veel meer te
bieden. De slogan 'fight fire
with fire' blijkt nergens op te
slaan, en veel logica valt er in de
ideeënwereld van de scenaris
ten niette ontdekken. De weinig
efficiënte strijdmethode bij
voorbeeld, waai"bij de soldaten
van helikopteipilote Izabella
Scorupco een vrijwel zekere
dood tegemoet springen, lijkt
vooral bedacht met het oog op
de verbluffende, in vrije val ge
maakte opnamen. Na een lange,
en op den duur toch wat eento
nige onderdompeling in een hel
waarin vechters en overleven
den elkaar nodig blijken te heb
ben, wordt het ongedierte dat
met kernbommen niet was Mein
te krijgen alsnog verslagen door
drie dappere helden, uitgerust
met een boog met explosieve
pijlen.
Leo Bankersen
Reign of Fireregie Rob Bowman,
met Matthew McConaughey, Chris
tian Bale, Izabella Scorupco, te zien
in Cine City Vlissingen en Cinemac-
tueel Bergen op Zoom.
Matthew McConaughey in Reign of Fire.
Het moet in de jaren zestig, tijdens het
hoogtepunt van de Koude Oorlog, geen
pretje zijn geweest om dienst te doen op een
van de eerste kernonderzeeërs. Aan Ameri
kaanse kant gingen er twee met man en muis
naar de kelder, de Russen verloren er drie.
En afgaande op het recente ongeluk met de
Koersk is er weinig veranderd. Dan kwam
de bemanning van de K-19 er nog betrekke
lijk genadig vanaf. Twintig doden was de
prijs die in 1961 betaald moest worden voor
de haast die de politieke top had met een
voor Amerikaanse ogen bestemde nucleaire
proeflancering vanuit het poolgebied.
Die rampzalige eerste reis is nu gerecon
strueerd in de door Kathryp Bigelow
(Strange Days) geregisseei-de film K-19: The
Widowmaker. die vorige week al te zien was
tijdens Film by the Sea. De titel verwijst
naar de bijnaam die dit gedoemde Russische
schip door de vele ongelukken tijdens de
bouw had gekregen. Bij de eerste duik drupt
het water in de nek van de bemanning, en we
zien een technicus al ongerust op de meter-
tjes tikken. Op weg naar een spionagemissie
voor de Amerikaanse kust ontstaat er een
lek in de koeling van de reactor, die zichzelf
vervolgens dreigt op te blazen. Het is moge
lijk dat de filmmakers de zaak wat extra
dramatiseren door te suggerei'en dat dit tot
een derde wereldooi'log had kunnen leiden,
maar de taferelen die zich in het benauwde
binnenste van de verlamde duikboot afspe
len zijn er niet minder aangrijpend om.
Met ware doodsverachting begeven de las
sers zich in de verzengende straling van de
reactoiruimte. Beschermende pakken blij
ken niet aan boord te zijn, en dat gewone
overalls niets helpen hoeven ze niet te we
ten. Na tien minuten komen ze kotsend en
met afbladderende huid weer naar buiten.
Hoewel de reparatie lukt is het binnenste
van het schip inmiddels vergeven van radio
activiteit. De wijzer van de geigerteller
slaat bij ieder bemanningslid onheilspel
lend uit, maar de dokter geeft geen krimp.
„Niets aan de hand, alles in orde", zo stelt
hij als een rechtgeaarde Sovjet-ambtenaar
iedereen genist. De tot het uiterste gezags-
getrouwe kapitein (Harrison Ford) wijst
aanvankelijk de hulp van een Amerikaans
slagschip af, maar wordt desondanks bij
thuiskomst verdacht van heulen met de vij
and. Bitter zal hij constateren dat zijn om
gekomen bemanningsleden hun erkenning
als held van de Sovjet-Unie misliepen om
dat het 'maar een ongeluk' was.
De Duits-Brits-Amerikaanse coproductie
K-19: The Widowmaker is ongeveer zo rea
listisch als je van een grote commerciële pu
blieksfilm mag vexrvachten. Dat betekent
opnamen op locatie in Moskou, alle knopjes,
wijzertjes en Russische opschriften in de
machinekamer van de K-19 volledig au
thentiek, maar wel acteurs die Engels met
een accentje spreken. Om tegemoet te ko
men aan de vermeende behoefte van de
kijker aan permanente actie zijn er voort
durend chaotisch verlopende en zelfs ge
vaarlijke oefeningen waarmee de pas aan
gestelde bevelhebber zichzelf wil bewijzen.
Alsof dat allemaal nog niet hectisch genoeg
is vecht hij bovendien een conflict uit met
zijn tweede man (Liam Neeson) die wel het
vertrouwen van de bemanning geniet.
In dat opzicht is de dramatisering wat door
geschoten, en de voorbeelden van loyaliteit
en heldenmoed blijven betx-ekkelijk stereo
tiep .Die ene bangerik die zichzelf uiteinde-
lijk overtreft ontbreekt uiteraard niet. Zelfs
de keuze voor Harrison Ford als hoogge
plaatste dienstMopper is in dit geval een
beetje onhandig, want zijn gezicht is ge
woon net iets te betrouwbaar voor die rol.
Dat zijn zo wat kanttekeningen bij een de
gelijk bioscoopavontuur waarvan we geen
speciale visie op de Koude Oorlog hoeven te
verwachtenmaar waarin wel eer wordt be
wezen aan de jongens en mannen die hun
oprechte trouw verspilden aan een systeem
dat dit niet verdiende.
Leo Bankersen
K-19: The Widowmaker: regie Kathryn Bigelow,
met Harrison Ford, Liam Neeson, te zien in Cine
City Vlissingen en De Koning Hulst.