Alles voor de muziek
PZC
Moeilijk moederschap
Een gevaarlijk dun jurkje
The Band stelde alle andere bands in de schaduw
Filmische
klanken
Valeri
Gergjev
27
Scènes uit
grote opera' s
Resident Evil
The Last Waltz
vrijdag 13 september 2002
Met zangeressen als Callas
en Sutherland als voor
beeld begon ook de Amerikaan
se Renée Fleming aan een zang
carrière. En dan vooral omdat
ze destijds viel voor de manier
waarop die vrouwen het bijna
onder het stof verdwenen bel
canto weer tot leven wekten.
Ook Fleming zong aanvankelijk
veel van die rollen vol even dra
matische als flitsende coloratu
ren. Bekender werd ze uiteinde
lijk met onder anderen Mahler,
Rachmaninov, Handel en voor
al Mozart en Strauss. Maar Bel
lini, Donizetti en Rossini bleven
voor haar de ultieme uitdaging.
Want: die muziek heeft alles wat
van een zangeres kan worden
gevraagd. Gevoel voor drama
en grote technische virtuositeit
gaan hier hand in hand. Haar
jongste cd Belcanto is daar een
mooi bewijs van.
Ze zingt daar complete scènes
uit zes opera's die speciaal voor
haar lijken te zijn geschreven.
Geluk en verdriet wisselen el
kaar af in de aria's en cavatina's
uit Bellini's 'La Somnabula' en
'II Pirate', in Rossini's 'Semira-
mide' en 'Armida' en in Doni
zetti's 'Maria Padilla' en 'Lucre-
zia Borgia'. Allemaal werk dat
ze jaren geleden al heeft gezon
gen, dat ze nu heeft herontdekt
en waarvoor ze nu bovendien,
ouder en wijzer geworden, de
volle rijpheid heeft. Het Orches
tra of St. Luke's past prachtig
bij haar stijl en geurt onder lei
ding van Patrick Summers
heerlijk Italiaans. En haar vroe
gere angst voor de hoge 'C'?
Geen spoortje.
Hans Visser
Belcanto: Renée Fleming zingt
aria's van Bellini, Donizetti en Ros
sini. Decca, 467101-2. Tijd: 71.48.
Het zou niet eerlijk zijn een
Hongaars zigeunerorkest
te verwijten dat het open staat
voor jazzinvloeden. Roby Laka-
tos laat al jaren horen hoe de
muziek van de Balkan soms
aangenaam vanuit het Westen
kan worden bestoven. Maar of
het een gelukkig idee is om op
zijn jongste cd As times goes by
in een enkel nummer een jazz-
trompettist meespeelt? Het zij
zo. De individuele prestaties lie
gen er niet om en de in meer dan
één opzicht kolossale Lakatos
blijft een echte warme sfeer be
palende Stehgeiger.
Bovendien is er voor de puristen
op dit album vol muzikale the
ma's uit films als 'Casablacna',
'The Godfather' en 'The third
man' genoeg te beleven. Muziek
die opeens opvallend veel zigeu
nerbloed blijkt te hebben. 'Fid
dler on the Roof' doet het prima
en in de films 'Time of the gyp
sies' en 'Queen of the gypsies'
zijn zelfs een paar echte brok
ken zigeunermuziek te vinden.
Het zijn de parels van deze cd,
die het in zijn geheel ook uitste
kend doet bij een karaktervolle
maaltijd en een glas wijn van
enige allure. Het is trouwens
met Lakatos en de zijnen niet zo
moeilijk dat alles er eventueel
bij te denken.
H.V.
Roby Lakatos and his Ensemble: As
times goes by - Deutsche
Grammophon 471-562-2. Tijd:
67.58.
Valeri Gergjev: Superdirigent van Rotterdam.
foto Cees Kuiper/GPD
iemand anders kan zo'n zinderende klank
oproepen, meent de omroepchef. Het talent
spatte er meteen vanaf, zegt de hoboïst. Hij geeft
ons nog altijd een sensatiegevoel, vindt de orkestdirecteur.
Aldus Jan Zekveld, Bart Schneemann en Rob Overman,
sprekend over Valeri Gergjev.
Zekveld, chef van de VARA-
muziekafdeling, haalde de
Russische dirigent in 1987 naar
Nederland en is nog steeds met
hem bevriend. Schneemann,
lange tijd eerste hoboïst in het
Rotterdams Philharmonisch
Orkest herinnert zich als de dag
van gisteren het eerste optreden
van Gergjev in de Doelen, een
jaar later. Rob Overman heeft
als directeur van hetzelfde or
kest nu de taak 's werelds drukst
bezette dirigent in bedwang te
houden.
Vaak krijgen de orkestmusici in
Rotterdam hun chef-dirigent
niet te zien. Met een paar weken
per j aar zijn ze daar al blijMaal
ais hij opduikt is het menens.
Dan wordt de stormbal gehesen
Dan weten de dames en heren
musici plotseling weer hoe het
voelt om te spelen onder leiding
van een dirigent die het onder
ste uit de kan haalt. Bart Sch
neemann heeft het enkele jaren
meegemaakt: „Dan merk je hoe
geweldig dit vak is. Maar ik geef
toe: niet iedereen houdt van die
aanpak. Sommigen vinden dat
ze teveel worden opgejut. Maar
voor mij was het geweldig inspi
rerend."
De hele muziekwereld heeft met
Gergjev te maken. Bovenal als
alleenheerser van het Peters-
burgse Marijinski Theater.
Verder als 'eerste vaste gastdiri-
gent' van de Metropolitan Ope
ra in New York, een speciaal
voor hem gecreëerde functie.
Als gastdirigent bovendien - als
hij daar tijd voor heeft - van
's werelds beste orkesten, waar
onder de Wiener Philharmoni-
ker. En daarnaast als chef-diri
gent in Rotterdam, waar men
bereid is de maestro in een met
bladgoud verfraaide draag
koets van het Hilton Hotel naar
de Doelen vice versa te trans
porteren als hij dat zou willen.
De muziekwereld bejubelt Vale
ri Gergjev in koor. Alleen over
de Brit Simon Rattle, onlangs
benoemd bij de Berliner Phil-
harmoniker, wordt in dezelfde
bewoordingen gesproken. Maar
al dragen de musici ook Rattle
op handen, bij het publiek
spreekt hij toch net iets minder
tot de verbeelding dan diens
Russische collega met zijn vi
brerende handen en gekwelde
gelaat.
Rotterdam heeft hem tot 'super
dirigent' benoemd. 'Gewone'
abonnementsconcerten diri
geert hij daar niet of nauwelijks.
Hij is iemand voor bijzondere
projecten en prestigieuze bui
tenlandse tournees. Hij zette in
1995 zijn handtekening op
voorwaarde dat er een jaarlijks
festival zou komen. Onder zijn
leiding uiteraard. Een festival
bovendien waarin hij zijn ar
tiesten uit Sint-Petersburg kon
laten optreden. Want het gezel
schap van het Marijinski Thea
ter - voor de ontbinding van de
Sovjet-Unie Kirov Theater - is
mede afhankelijk van buiten
landse gages. En het voortbe
staan van dat bedrijf, met onge
veer duizend werknemers, is
prioriteit nummer één voor Va
leri Gergjev, hoe hard elders op
de wereld ook aan hem getrok
ken wordt.
Dit jaar wordt het festival niet
alleen gedirigeex-d door Gerg
jev, hij vormt tevens het thema.
Want hij wordt vijftig. Het pro
gramma moet een overzicht van
zijn carrière woi-den, met de
muziek die hij belangrijk vindt
en de solisten wier medewer
king hij op prijs stelt. Het soort
eerbetoon dat kunstenaars ge
woonlijk pas na hun dood ovei'-
komt krijgt Gergjev nu al, an-
derhalve week lang.
Maar het feestvai'ken krijgt het
niet cadeau. Hij dirigeert vrij
wel elke avond een ander pro
gramma, of met het Rotterdams
Philharmonisch Orkest, of met
het Orkest van het Marijinski
Theater in Sint-Petersburg. En
het zijn geen luchtige wei'kjes:
symfonieën van Mahler,
Sjostakovitsj en Stravinsky,
cantates van Prokof jev, een ora-
torium van Goebaidoelina...
Gelukkig zijn er wat stukken bij
die de dames en heren al kennen.
Want veel tijd om te x-epeteren is
er natuurlijk niet. Zo gaat het
altijd bij Gergjev.
Het was de oude rot Hans Kerk-
hoffde eerste chef van de
VAR A-matinee, die Gergjev
voor Nederland heeft ontdekt.
Hij bezocht in het begin van de
jaren tachtig in Sint-Petersburg
het Kirov Theater, zag en hoor
de Tsjaikovski's 'Mazeppa' en
raakte onder de indruk van de
onbekende assistent-dirigent,
die de leiding had. Kerkhoff gaf
Zekveld, die hem kort daarvoor
was opgevolgd, een tip: die man
is bijzonder, grijp hem.
In 1987 maakte Gergjev - hij
kende het Westen nauwelijks -
zijn Nederlandse debuut in het
kader van de VARA-matinees,
met het Radio Filharmonisch
Orkest. Zekveld: „Meteen was
duidelijk op wat voor een on
conventionele manier hij met
een orkest omgaat. Hij is heel
De grazige heuvels die voor
bijglijden doen met hun
rondingen aan een vrouwenli
chaam denken, en dat is in Le
lait de la tendresse humaine
geen toeval. In de voorstad zien
we het landschap alleen nog
weerspiegeld in de ramen van
zo'n modern, onpersoonlijk
flatgebouw. Achter het glas is
een vrouw gedachteloos bezig
met het huishouden. Net zo rus
tig komt het water onder de
deur van de badkamer door
stromen. De moeder is haar
kindje even vergeten. Ze
schrikt, en vlucht in paniek het
huis uit om als een bang hoopje
ellende opgevangen te worden
door een vriendelijke boven
buurvrouw.
Le lait de la tendresse humaine
kan redelijk adequaat omschre
ven worden als een nauwkeurig
en gevoelig verslag van een
postnatale depressie, al is ook
duidelijk dat i"egisseuse en co-
scenariste Dominique Cabrera
meer op haar lever had. De on
verwachte crisis van de moeder
(Marilyne Canto), die op haar
werk toch zo'n evenwichtige in
druk maakte, veroorzaakt een
kleine schokgolf in haar naaste
omgeving. De echtgenoot (Pa
trick Bruel) heeft geen idee
waar zijn vrouw gebleven is en
begint tijdens zijn speurtocht
langs familie en vrienden steeds
meer te twijfelen aan zichzelf.
Ook voor anderen zal deze plot
selinge verstoring van de alle
daagse vanzelfsprekendheden
meer of minder ingrijpende ge
volgen voor hun liefdesleven en
relaties hebben. Intussen koes
tert de neurotische moeder zich
in de goede zorgen van de buur
vrouw (Dominique Blanc) en
piekert er niet over om naar huis
te gaan.
De in Algerije geboren en in
Frankrijk opgegroeide film
maakster heeft voor deze
intieme bespiegeling over de
ongemakkelijk kanten van
moederschap en liefde een ide
aal acteursensemble om zich
heen verzameld. Uit de betrok
kenheid en aandacht die ze
toont proef je haar ervaring als
documentairemaakster, al is het
gebruik van de onrustig wer
kende handcamera in dit geval
minder op zijn plaats. Het ge
toonde zal, bij wie daar gevoelig
voor is, ongetwijfeld veel her-
kenning oproepen en mogelijk
zelfs inzicht bieden. Toch hou je
het gevoel dat de pointe van de
ze tamelijk geruisloos aflopen
de verkenning tamelijk vaag
blijft.
Op zeker moment slaat de zorg
zaamheid van de buurvrouw om
in walging wanneer ze per onge
luk de afgekolfde melk van haar
gast opdrinkt. Een heftig en
beeldend moment, maar wat we
daar in lezen moeten is minder
helder Elders blijft het even
aangestipte thema werk en
werkloosheid in de aanzet ste
ken. Zo is er wel vaker het ge
voel dat de diepere bedoelingen
van de maakster grotendeels
verborgen blijven achter een
losse verzameling schetsen en
impressies. Die mooi en ontroe
rend zijn, dat moeten we Cabre
ra na geven.
Leo Bankersen
Le lait de la tendresse humainere
gie Dominique Cabrera, met Marily-
ne Canto, Patrick Bruel, Dominique
Blanc, Valeria Bruni Tedeschi; te
zien in Schuttershof Middelburg.
vrij, slaat minder duidelijk de
maat dan andere dirigenten, zo
dat iedereen goed moet oplet
ten. En intussen vormt hij de
klank met zijn handen." Het
klikte meteen tussen Gergjev en
Zekveld. Al snel maakten ze
plannen voor de volgende jaren.
Er kwam een omvangrijke
Sjostakovitsj-cyclus in het Con
certgebouw, waaraan behalve
het Hilversumse orkest ook het
Rotterdams PhilhaiTnonisch
Orkest en het toenmalige Kirov-
orkest meewerkten.
Nederland werd de springplank
van Gergjevs unieke carrière. Er
ontwikkelde zich ook iets moois
tussen hem en Rotterdam. In
1989 werd de Rus daar vaste
gastdirigent en in 1995 stemde
hij, na lang aarzelen en eindelo
ze onderhandeling er mee in dat
hij de titel chef-dirigent kreeg.
Beide partijen streefden er naar
jaarlijks zo'n acht weken samen
te werken, maar dat werd zel
den gehaald. Gergjev zette zijn
handtekening zonder dat zijn
zakelijke vertegenwoordiging',
het machtige Columbia Artists
Management in New York, daar
iets van wist. Later kreeg hij te
horen dat het verstandiger was
geweest een contract met een
meer prestigieus orkest te slui
ten. Rotterdam? Wat betekende
dat nu in de muziekwereld?
Wat Gergjev in Rotterdam nog
steeds aanspreekt is de wil van
het orkest om zijn nek uit te ste
ken. Festivals, opera's al dan
niet in de open lucht, bijzondere
projecten, media: het heeft alle
maal zijn warme belangstelling.
En wat hij in Rotterdam doet
bouwt hij vaak elders uit. Zoals
in het Finse stadje Mikkeli, dat
een eigen Gergjev Zomerfesti
val kreeg. Daar kan hij met de
musici van het Marijinski Thea
ter wanneer het seizoen thuis
stil ligt en er geen andere festi
vals zijn het vertrouwde reper
toire herhalen.
Aad van derVen
Rotterdams Philharmonisch Gerg
jev Festival: De Doelen en Nieuwe
Luxor Theater, Rotterdam - t/m 21
september, info@gergievfestival.nl
De aantrekkelijke Milla Jo-
vovich draagt een dun
jurkje en een indrukwekkend
wapen waarmee ze dodelijke
salvo's afvuurt. Daarmee is de
op het gelijknamige computer
spel gebaseerde actiefilm Resi
dent Evil in hoofdlijnen samen
gevat. Wie een spannend
verhaal verkiest boven doorda
verend geweld met horroreffec
ten zal opnieuw constateren dat
een spel een slechte basis is voor
een scenario. Regisseur en sce
narioschrijver Paul W.S. Ander-
son heeft zich door die overwe
ging echter op geen enkele
manier laten afremmen. Nadat
hij de kijker murw heeft ge
beukt komt hij nog wel op de
proppen met iets ingewikkelds
over vrijheidsstrijders tegen
over een wereldbeheersende
multinational, maar dat zal ons
dan allang een zorg zijn.
Resident Evil is zo'n film waarin
een griezelig virus en een eigen
machtig opti-edende computer
niet bestreden worden door we
tenschappers en technici, maar
door een zwaarbewapende
commando-eenheid. Anderson
stoffeerde deze futuristische
nachtmerrie in een ondergronds
bunkercomplex met hordes
vraatzuchtige zombies en helle
honden die bij voorkeur in ge
vilde staat rondlopen. Zoals
bekend is gewoon overhoop
schieten niet genoeg om derge-
lijke ondoden uit de weg te rui
men. Jovovich (The Fifth Ele
ment) wordt dapper terzijde
gestaan door Michelle Rodri
guez die twee jaar geleden zo
sterk debuteerde in Girlfight.
Van haar talent wordt in Resi
dent Evil slechts een fractie ge
bruikt. Eenmaal besmet met het
virus mag ze heel akelig met
haar ogen draaien.
Anderson kan mooie plaatjes
schieten en de paniek, die in het
begin van Resident Evil uit
breekt wanneer de centrale he-
sturing van de virusfabriek tot
rigoureuze ontsmetting over
gaat, is zelfs veelbelovend. Na
dere beschouwing leert echter al
snel dat de filmmaker vooral be
dreven is in creatief jatwerk. Hij
zet Jovovich in als een wat mirt-
der rondborstige kloon van La-
ra Croft en waagt het zelfs om
bij wijze van artistiek effect een
paar Kubrick-achtige beelden
toe te voegen. Omgeven door
een onheilspellend wit licht
rukt Jovovich zich in een labo-
ratorium los van de behandelta-
fel. Dat levert weer een naakt
scène op die het goed zal doen in
de natte dromen van aan com
putergames verslaafde jongens.
Leo Bankersen
Resident Evil: regie Paul W.S. An
derson, met Milla Jovovich, Michel
le Rodriguez; in CineCity Vlissingen
en Roxy Bergen op Zoom.
Resident Evil met Milla Jovovich (links) en Michelle Rodriguez.
The Last Waltz van The Band, heruitge-
bracht in een luxe box met vier cd's. Een
dure doublure voor de liefhebbers die de el
pees al hadden? Ja, maar ook méér.
Het gerucht ging dat Bob Dylan overgestapt
zou zijn op 'elektrisch', dat hij zich zou laten
begeleiden door een heuse rockband. Voor
de fundamentalistische fans van het eerste
uur, van 'The times they are a-changin', een
cultuurschok van jewelste. De rockband in
kwestie zou The Band heten, een naam die
tegelijk simpel, doeltreffend en arrogant
was: de suggestie was immers dat deze for
matie alle andere rockbands overbodig
maakte. Het maakte nieuwsgierig.
En daar lag ineens in de platenbak, in de uit
verkoop, een 45-toeren-single van The
Band. Eén gulden moest-ie kosten. The
Band, dat zou toch niet die groep van Bob
Dylan zijn? Uitverkoopplaatjes kon je in de
platenzaak niet laten voordraaien, dus de
gok maar gewaagd: plaatje gekocht. Thuis
op de platenspeler, en die middag ging, eind
jaren zestig, mijn kijk op de popmuziek de
finitief ondersteboven.
Die rockgroep, The Band, dat was inder
daad een band die zo'n beetje alle andere
bands in de schaduw stelde. Die twee num
mertjes op die single waren met afstand het
beste wat ik op popgebied ooit had gehoord.
The night they drove Old Dixie down', ge
koppeld aan 'Up on Cripple Creek': magi
strale muziek waarin alle vitale elementen
van de Amerikaanse lichte muziek samen
kwamen. Rock 'n roll, soul, gospel, blues,
funk, jazz: van alles kwam erin langs, en dat
in een meeslepend muzikaal cqncept dat
Bandsleden Robbie Robertson (rechts) en Rick Danko (links) in 1968 met Bob Dylan in Carnegie Hall
New York. foto AP
volstrekt natuurlijk aanvoelde: zo móest
het gewoon.
Vanaf dat moment was ik verkocht, een
Band-adept. Ik moest alles hebben wat van
ze op de plaat beschikbaar kwam. De twee
singlekantjes bleken van de tweede elpee te
komen The Band), en zodra ik geld genoeg
had werd die aangeschaft. En de eerste na-
tuurlijk ook (Music from Big Pink, genoemd
naar de boerderij waar The Band in 1965 sa
men met Bob Dylan had gewerkt aan diens
'elektrische' comeback na het roemruchte
motorongeluk). En alle platen daarna, en de
platen die in het illegale circuit uitkwamen:
witte elpees met of zonder Dylan Little
White Wónder
Niet alles was even geniaal, even imposant
als de nummers van die eerste confrontatie.
Achteraf gezien was die tweede elpee in al
lerlei opzichten het absolute meesterwerk
uit de kleurrijke Band-historie, ooit in Ca
nada begonnen als The Hawks, de begelei
dingsband van rock 'n rollzanger Ronnie
Hawkins. Op die elpee was élk nummer ma
gistraal, dat niveau was niet vol te houden,
zelfs niet voor een songwriter met de allure
van Robbie Robertson, het muzikale brein.
Maar op elke opvolgende elpee kwamen wel
een of meer nummers voor die aan dat ni
veau raakten, en zodoende verplichte luis-
terkost werden.
En toen was het ineens over. The Band be
sloot in 1976 ermee op te houden. Het was
genoeg, het was volbracht. Het sluitstuk
werd een nostalgische f eestconcert onder de
titel The Last Waltz (met een Thanksgiving-
dinner vooraf voor alle geïnviteerden) in de
concertzaal Winterland Arena in San Fran
cisco. Op het podium The Band, versterkt
met een blazerssectie, en een keurkorps aan
muzikale vrienden die een grotere of kleine
re bijdrage aan het concert zouden geven.
Bob Dylan natuurlijk en Ronnie Hawkins,
en Neil Young en Joni Mitchell en Van Mor
rison, en Dr, John en Bobby Charles en Paul
Butterfield en Muddy Waters, en Eric Clap
ton en Neil Diamond en Emmylou Harris.
Meespelend en -zingend met The Band, of
solerend met The Band als unieke begelei
dingsgroep: iemand als Neil Young heeft
nog nooit in zijn lange lange loopbaan zo'n
goeie backing gehad. Het concert werd op
genomen en op elpee uitgebracht: een drie-
dubbelelpee in een mooie doos. En het werd
gefilmd, door niemand minder dan Martin
Scorsese, met de bioscoopfilm The Last
Waltz als resultaat, een schoolvoorbeeld
van hoe je popmuziek en popmuzikanten
treffend in beeld kunt brengen.
Ook die driedubbelelpeedoos heb ik. Na
tuurlijk. Maar nu komt The Last Waltz op
nieuw uit, 25 jaar na dato. En moet ik als
verklaard Band-adept weer aan de bak. Al
le geluidsbanden zijn opnieuw gemixt, on-
der super-visie van Robbie Robertson, en het
is op cd gezet, inclusief alle materiaal dat
niet op die drie elpees paste. Het resultaat:
een boekwerkje met foto's en teksten rond
The Band en het afscheidsconcert, met vier
cd's meeverpakt. Het schijnt ook op dvd-au-
dio in aantocht te zijn, en de film (ook met
opnieuw gemixt geluid) komt ook op dvd
beschikbaar.
Moet j e dit nieuwe (maar tegelij k natuurlij k
ook oude) materiaal alsnog aanschaffen,
deels als een dure doublure met wat je al
hebt? Er zit weinig anders op. De nieuwe re
lease bevat maar liefst 24 tracks die nooit
eerder zijn uitgebracht. Daarvan is niet al
les even essentieel, zoals de stukjes concert
repetities en wat studioprobeersels rond de
wat pathetische 'Last Waltz Suite' die het
slot van het concert vormde.
Maar er zitten ook nummers bij die zó essen
tieel zijn in het historische Band-oeuvre dat
het eigenlijk heel vreemd is dat ze al die ja
ren op de plank zijn blijven liggen, dat er
niet meteen een vierde elpee in die doos zat.
'The Weight' bijvoorbeeld is zo'n nummer,
een soort herkenningsmelodie, en 'This
Wheel's on Fire', en 'Rag Mama Rag', en
'Acadian Di-iftwood'. Ook de sets met Bob
Dylan en Neil Young blijken meer nummers
te hebben omvat dan we altijd dachten: 'Ha-
zei', 'Four Strong Winds'Deze cd-box is zo
doende, nog meer dan de elpeebox van wel
eer, een monument van de Amerikaanse
pophistorie.
Ik heb zelf The Band nooit live gezien. Eén
keer kwamen Robbie Robertson, Levon
Helm, Garth Hudson, Richard Manuel en
Rick Danko naar Nederland, om een con
cert te geven, ik geloof in het Concertge
bouw. Die avond was ik niet in Nederland.
Ik heb daar altijd spijt van gehad. Ik moet
het qua beeld doen met The Last Waltz op
video, en met een van de VPRO-tv opgeno
men reportage van een concert in Pitts
burgh. En ik zal straks die dvd wel moeten
kopen van de film, en dan ook eindelijk een
dvd-speler.
René de Cocq
The Band: The Last Waltz. 4-cd album, Rhino En
tertainment/Warner Music Group, R278278.