Helaas kan Bush niet nadenken Namelijk dat het mens veelal de man is PZC Het grote wit Marilyn French 25 P A 8 S A G E S f ze niet iets kon schrijven als Bridget Jones, had een Amerikaanse uitgeverij haar gevraagd. De nieuwe roman In naam van de vriendschap van Marilyn French (72) verschijnt vooralsnog alleen in Nederlandse vertaling. Geen interesse voor de feministe in het 'gehersenspoelde' Amerika van 'no brain' Bush. „Ze vinden me een rigide, reactionaire oude zeur." vrijdag 13 september 2002 De Rode Hoed in Amsterdam vult zich met vrouwen. Ro mans als 'Het bloedend hart', 'Ruimte voor vrouwen', 'Haar moeders dochter' maakten Ma rilyn French tot feministisch icoon. Een lichamelijk wrak is ze, tien jaar kankervrij maar het gestel ondermijnd door bestra lingen. Spotzucht, schrijf- en strijdlust zijn echter onaange tast. Niks passé die strijd der seksen, houdt ze haar publiek voor, al willen de machthebbers die doen vergeten. „Vrouwen hebben alle verantwoordelijk heden maar geen macht, man nen hebben geen verantwoorde lijkheden maar alle macht." Vergeten is al te gemakkelijk, zegt French de volgende dag. Vrouwen consolideren nu hun positie, de jongere generatie heeft geen zin meer om feminis te te zijn en dus 'de hele tijdboos en op je hoede'. „Ik kan het ze niet kwalijk nemen. Maar ze móeten wel. Want voor je het weet glijden we af naar de oude onderdrukking. Het is veel fij ner om niet bang te zijn, om je geen zorgen te maken, niet boos te hoeven zijn. Veel fijner. Het zou fijn zijn als de wereld zo was dat iedereen aan jouw kant staat, dat iedereen jou wil steu nen. Geweldig. Maar hallo zeg, ben je tien jaar oud?" Om haar lezers te doordringen van het belang van het feminis tisch verleden schreef ze In naam van de Vriendschap, een roman over vier vriendinnen van verschillende generaties en hun geestelijke en maatschap pelijke groei. „Het eerste wat verdwijnt, is de herinnering. Aan hoe het was, aan wat we hebben moeten doen om zover te komen als we nu zijn. Deze vrouwen vormen - met hun doorsnee levens, de diepte van hun belangstelling voor elkaar en him liefde voor elkaar en veel anderen - de ruggengraat van de wereld. Hoezeer het feminisme de wereld heeft veranderd, is impliciet in hun verhaal. De houding in de Verenigde Staten ten opzichte van homoseksuali teit, ten opzichte van ongehuwd samenwonen. We mogen mens zijn, we mogen een beetje adem halen." Maar de 'powers that be', waar schuwt French, cle mannen aan de top van politiek en bedrijfs leven willen 'absoluut' dat de vrouwenstrijd in vergetelheid raakt. „We worden weer gecen sureerd, geen tijdschrift schrijft over feminisme, er is geen dis cussie, niks. Ze willen niet inle veren wat zij hebben, ze willen niet dat vrouwen nog verder ko men dan ze al gekomen zijn. In mijn generatie wilden vrouwen de wereld echt veranderen. Daarin zijn we niet geslaagd en ze willen ons laten vergeten dat we het ooit hebben gewild. Ze denken dat als ze ons goede ba nen geven en tijdschriften vol anti-rimpelmiddelen en sterren de een nog mooier dan de ander, dat als ze de televisie vol kwak ken met meer van hetzelfde, al les weer wordt teruggedraaid. Dat je dan, als je 's ochtends wakker wordt en je ongelukkig voelt, denkt dat het jóuw fout is omdat iedereen om je heen er wél gelukkig uitziet. Zo waren we in de jaren vijftig ook." Het is macht, zegt de schrijfster, die het grootste goed van dit universum is geworden en alles in het leven perverteert. .Vriendschap en liefde zij n geen doelen meer, maar middelen. De wereld moet veranderen, de we reld heeft het nodig en vrouwen hebben het zeker nodig. Het le ven is tragisch en zal altijd on draaglijk zijn, daar valt niets aan te doen. Je wordt ziek, je gaat dood. En als het je zelf nog niet overkomt, gebeurt het ie mand anders en moet je toekij ken. Het leven heeft genoeg in herente pijn zonder dat we ook nog eens regels en wetten op stellen die mensen tot voorwer pen reduceren. Als we als ras willen overleven, zullen we een andere wereld moeten schep pen. En de enige manier waarop ik dat zie gebeuren, is het femi nisme." Ooit zal een toekomstige gene ratie weer in opstand komen, hoopt French. Misschien niet al leen vrouwen, maar ook man nen, een verenigde revolutie te gen ondergeschiktheid en de economische schikking die één procent van de bevolking het al leenrecht over 95 procent van alles geeft. Een samenleving ge organiseerd door vrouwen zou volgens French meer democra tisch, zelfs antihiërarchisch zijn, staan voor compassie en vrede. „Ik zeg niet dat we alle maal voorbeeldig zijn, dat we superieur zijn in moreel opzicht. Maar vrouwen zijn geneigd tot meer vredelievendheid, tot meer tolerantie." Stupiditeit wekt haar ongeduld en in het geval van de Verenigde Staten haar angst. Altijd neemt French in haar boeken wel wraak op iemand, zegt ze. In een eerdere versie van In naam van de vriendschap was dat presi dent Bush. De passage, zo gepassioneerd geschreven in verkiezingstijd, sneuvelde als 'oudbakken' nu Bush' presi dentschap status quo is. Maar het gif op French' pijlen is vers. Fascisme ligt op de loer in de VS waarschuwt ze. „Hij gaat ons in een oorlog met Irak storten en ik denk dat ieder protest gesmoord zal worden. Ik denk dat hij er niet eens een 'hoofd censuur' voor hoeft in te huren maar dat de media zichzelf zullen censu reren. Dat gebeurde tijdens de Golfoorlog ook." Onder het mom van 11 septem ber worden burgerrechten aan banden gelegd, wordt gepraat over identiteitskaarten, het op zetten van een organisatie 'als de Stasi'. „Het is beangstigend. Er hoeft maar dat te gebeuren of je bevindt je in Hitiers Duits land en vraagt je af hoe je daar bent beland. Maar dan is het te laat. De VS als fascistische staat, het is absoluut mogelijk. En Bush is daarbij een belang rijke factor, in die zin dat hij zo stupide is. Zijn vader was ook dom maar die had tenminste Marilyn French:„Ze vinden me een rigide, reactionaire oude zeur." nog een beetje hersens." Bush heeft 'no brain', concludeert French, en hij heeft zich om ringd met 'baddies' zonder daar zelfs maar over na te denken omdat hij niet kan nadenken. „Volslagen rigide oorlogssto kers." Dat tot nu toe geen enkele Ame rikaanse uitgeverij geïnteres seerd was in In naam van de vriendschap, zodat het boek nu eerst in Nederland verschijnt, past volgens French in het hui dige politieke klimaat van het dan niet aantrekkelijk. Van mijn ouders heb ik daar ook nooit iets over gehoord. Ik dacht aan mezelf als een stel hersens, met toevallig een lichaam daar aan gekoppeld." Dat haar scherpe brein nu in al les beperkende broosheid is ge vat, is 'droevig'. „Ik hoop iedere keer dat het volgend jaar beter gaat. Maar het gaat ieder jaar slechter." Het gevoel van 'waar om ik' heeft ze nooit gehad toen ze ernstig ziek werd. „Waarom ik? Waarom niet jij? Wat maakt jou zo speciaal? Dat ben je niet 'gehersenspoelde' Amerika. Of ze niet iets a la 'Het dagboek van Bridget Jones' van Helen Fiel ding kon schrijven, kreeg ze zelfs te horen. „Ze vinden me een rigide, reactionaire oude zeur." „De wereld is fascinerend, zo groot, zoveel meer dan ik ooit kan weten, er is zoveel interes sant in het leven. Als je alleen maar naar je dijen kunt kijken, dan verdien je het leven dat je hebt. Dan verdien je een leven met bubbeldijen en rimpelogen. Je perkt jezelf zo in. Ik had waarschijnlijk niet het meest ideale lichaam, ik had nauwe lijks borsten en was heel tenger. Maar ik vond mezelf prima, mijn identiteit hing niet af van het feit dat ik meisje was en al Die houding maakt, zegt ze, dat ze ook anders dan de meeste New Yorkers tegenover de aan slagen van 11 september staat. Van het World Trade Center zag ze de torens voor haar ogen in storten. „Ik volg de gebeurtenis sen in de wereld te goed om niet te weten dat overal verschrik kelijke dingen gebeuren. Ty foons, overstromingen. Afschu welijke dingen zijn overal en van één ervan ben ik toevallig getuige geweest. Het was ver schrikkelijk om mensen uit de ramen te zien springen. Maar het is deel van het leven. Het is niet iets waarover ik niet schrij f Het is iets waarover ik altijd heb geschreven." Ze genas tegen alle prognoses in van slokdarmkanker, een fase foto Phil Nijhuis/GPD in haar leven die ze beschreef in 'Mijn seizoen in de hel'. „Ik had nog hooguit één jaar te leven, de dokter zei dat ik geen enkele hoop mocht koesteren. Ik ver wachtte niet dat ik het zou ha len, en toch leef ik nog. Dus op wie kan ik boos woorden? Als ik in God had geloofd zou ik boos op God zijn geweest, maar zelfs die troost gunde ik mezelf niet. Toen ik genezen was, zeiden ze dat het vast terug zou komen en dat ze me binnen een jaar, twee jaar wel weer terug zouden zien. Dus als ik afscheid nam van ie mand, zei ik ook nooit 'tot vol gend jaar'." In zekere zin bleek die onzeker heid een 'betere levenswijze', zegt French. Ze was een contro lefreak. Als ze tot vier in de mor gen had zitten schrijven legde ze, hyper van de adrenaline en de geliefde drank en sigaretten die ze heeft moeten afzweren, lange lijsten aan met plannen en ideeën voor toekomstige boe ken. Soms wel vijf jaar vooruit, 'crazy vindt ze nu. Ze had een 'grotesk' huwelijk van zeven tien jaar achter de rug, werd na twintig jaar eenzaam schrijven eindelijk gepubliceerd, kon de gedroomde reizen maken. Een 'fantastisch leven', maar: „Ik probeerde mezelf, mijn leven onder controle te krijgen. Het was een manier om mijn angsten te bedwingen. Ik doe nu geen moeite meer, ik weet dat het niet mogelijk is." Marjolijn de Cocq Marilyn French: In naam van de vriendschap - Uitgeverij Meulen- hoff, 461 pag., 22,50 TTogel, waarheen is uw V vlucht? In Saint-Denis zijn heel wat duiven gelost en uitge zwermd over velden en wegen, over het rijke graanland, glooi end in het Franse Noorden, over asfalt, steenhopen en kerkho ven, België tegemoet. De ko ningsvliegers, ze cirkelen en zwieren boven het kopergroene dak van de basiliek, een baken langs de snelweg aan de Noord kant van Parijs. De binnenkant van het godshuis is minder le vendig. In deze bizarre pronk kamer van de dood wordt fluis terend gesproken. Flauw licht omvaamt de beelden van de dode koningen. Een pompeus laatste gebaar rond de machte loosheid der machtigen? Koud marmer markeert de stappen in de tijd. Glorie en verval: het rijk van zandloper en zeis, de ver stoorde lijn. Hier heersen teke nen en symbolen - de doorboor de zwaan, le grand dauphin, de blazoenen, doornen en lissen, de lelieën der zuiverheid, gebroken kronen. In dit imposant vertoon klinkt het vermaan door dat - in de dood - eenieder gelijk is. Het klinkt zacht en de lispeling wordt met ongeloof doch zonder teken van opstand ontvangen. In kerk en crypte ruisen de ver halen van hoofs verpozen, van de listige moord en de sluipende dood, van slagveld en lusthof. De indruk bestaat, dat de basi liek van Sint Denijs een knekel huis is, een bergplaats van nobel gebeente, een urnenveld, de rustplaats van het Gulden Vlies. De stoffelijke resten zijn even wel spaarzaam vertegenwoor digd. Er is mee gesold. Er is el ders in het geniep begraven. De grote Revolutie heeft tot evacu atie geleid, tot verwijdering en verstrooiing. Na het luwen van de storm, tijdens de Restauratie, was het tijd voor een nationale inzameling en kwam een be scheiden transport richting Saint-Denis op gang: elk prin selijk, hertogelijk of koninklijk geacht bot werd overgebracht naar de ossuaire bourbonien on der het groene dak. Het konink lijk voorgeborchte levert meer gepolitoerd beeld dan knokige werkelijkheid. De recollectie bleek, in omvang, niet van grote betekenis maar ze nam niette min een voorschot op wat veel later een veelbelovende DNA- bank genoemd kon worden. Saint-Denis is de verplaatsing en zelfs een omweg waard. De basiliek trekt bezoek. Er loopt vanuit hartje Parijs een metro lijn naar dit oord. De kerkporta len zijn beroemd en de architect Viollet-le-Duc legde alle eer in met de restauratie van het ro- maans-gothische groeicom- plex. Wie bovengronds komt op het plein waar Dionysos wordt geëerd, hoeft niet lang te zoeken naar het museum. De École de Paris is er aangenaam vertegen woordigd en de surrealisten vinden een vooruitgeschoven post in Paul Éluard, homme de lettres, zoon van Saint-Denis. Hij werd, eens, beschouwd als één van de vele allergrootste dichters van Frankrijk bene vens de streken d'outre-mer. Daar is verandering in geko men; niet ieder die het hoge wonder der Pléiade bereikt, treedt binnen in de Onsterfe lijkheid. Lawine Eugène-Emile-Paul Grindel ziet eind 1895 het licht des le vens in Saint-Denis. Het is een flakkerend lampje. De longen en luchtwegen baren zorgen. De amechtige jongeling zal in zijn korte bestaan enkele malen de helende berglucht van Davos en Arosa opzoeken. Hij heeft er een schoon zicht op de ruiselende Landwasser en de Pfarrkirche van Sankt Johann. Hij knapt er op en zelfs in die mate dat hij la- Paul Eluard, 1948 ter over het kanton Grischun zal zeggen, dat hij er zijn echte ge boorte heeft beleefd. Hij telt ze ventien jaren als hij in het sana torium der Eidgenossen een deeltje Baudelaire ter zijde legt om een heuse lawine te onder gaan: Helena Dimitrievna Diakonova ontdekt potentieel in de jonge dichter. De breed- heupige en onverschrokken Russische patiente (16) die zich Gala noemt, is vast van plan een prijzig kunststuk van haar ge liefde te maken. Eerst maar eens werken aan een naam. Grindel herinnert zich zijn grootmoeder en heet voortaan Éluard. In 1917 volgt de Groene Bruiloft - Paul in de legerkleuren, Gala in het vert-foncé dat in die dagen op ongereptheid duidt. De Eerste Wereldoorlog staat de vinnige bruid geen witte stra lenkrans toe. De bruidegom, be tamelijk geboren als futur anci en-combattant, heeft ernstige problemen met zijn laffe be staan als hospik en wil de loop graven in, op weg naar hoge roem. Het is hem niet gegund. In 1918 volgen de wapenstilstand en een zure vrede. De Éluards krijgen een dochter Cécile wier verschijning geenszins past in het carrièrebeeld van maman. Zij zal zich nimmer voluit be zighouden met het meisje: tin geltangels en hulppakketten vervangen de liefde. Verzet De ster van Paul Éluard stijgt snel. Hij wordt opgenomen in de Parijse kring van Dadaisten en vervolgt zijn weg in het midden van de Surrealisten. Waar ge manifesteerd en gefeest wordt, in Keulen, Tirol, in Eaubonne, Berlijn, Cadaqués, in Praag, Madrid of Londen, zijn Les Elu ard aanwezig. De Parijzenaars worden passanten, thuis in Eu ropa. Paul schrijft - tussendoor - prachtige gedichten. Hij raakt verstrikt in het web van André Breton en zijn surrealistische inquisitie. Er wordt een richtin genstrijd gevoerd, er volgen kul-processen, banvloeken, uit sluitingen en pesterijen. Het kinderachtige gewriemel neemt de dwaze vorm aan van stalinis tisch gedoe. Dat wordt een pijn lijke werkelijkheid als het groepje rond Breton en Éluard de zegeningen van het commu nisme omarmt. Tot zijn be nauwde dood in 1952 zal de dichter-propagandist - door de PC binnengehaald, uitgestoten en andermaal in genade aan vaard - achter de Rode Vlag huppelen. Zijn passages zijn dan verlegd naar het Oostblok: de Unie van Sowjetrepublieken, Bulgarije, Yoegoslavië, Tsje- cho-Slowakije, Hongarije, Po len, de congressen van Moskou en - verder en iets warmer - Mexico. De spandoeken spre ken hun taal: vóór de vrede .en tégen de gezapige politiek, de fascisten en hun trawanten, de kolonialen, de doodstrafIn de tussentijd heeft Paul Éluard zich de faam van een mislukte wereldreiziger verworven en is hij - in de Tweede Wereldoorlog - uitgegroeid tot de dichter van het verzet. Trip In maart 1924 was hij plotseling verdwenen, zonder bericht en zonder adres. Hij bleek op we reldreis, vluchtend van huis en haard, op een 'idiote trip' naar de vrijheid. In crisisstemming landde hij op Tahiti, het para dijs onder de zon waar Paul Gauguin tussen de koralen hout sneed, schitterend schilderde en de edele rotting opdeed die hem een ellendige dood zou bezor gen. Éluard trad in zijn sporen, maar niet in alle. Na enkele maanden werd het Franse bleekborstje ontdekt. Gala en Max Ernst, de sluitsteen in de ménage a trois, onderschepten de ongelukkige in Indochina en voerden hem onder verscherpt toezicht terug naar Parijs. In 1930 ontmoette hij Maria Benz die later Nusch Éluard zou he ten. De rekenmachine Gala had inmiddels nieuw verbeterpo- tentieel ontdekt in de Spaanse schilder Salvador Dali. Ze zag in hem de vleesgeworden kassa en hield hem aan zijn woord dat 'geld het enige middel is om me delijden te voorkomen'. Zij voelde 'een diarrhee van dol lars' op zich toestromen, de vreugden van een liederlijk be staan die de makelaarszoon E.E.P. Grindel, tevens dichter en sjacheraar in koloniale kunst, haar niet had kunnen be reiden^ Ook bij dit alles schreef Paul Éluard schitterende ge dichten die - tot niet geringe woede van de surrealistische bent - de schoonheid van de poëzie dienden en aan de strikte theorie voorbij gingen. Liefde Paul Éluard was op zoek naar het grote wit, de stilte, de ver voering van het moment: de ge dichten van de liefde zullen eens de ongenoemde geliefden bij el kaar brengen... In Nederland is zijn werk wat afstandelijk ont vangen. Vijftig jaren na zijn dood is er hernieuwde belang stelling. Er verschenen mooie, verrassende vertalingen, die zijn roep als de dichter der liefde en de berichter over zijn schil dersvrienden met kracht beves tigen. De wereld van Paul Éluard is het domein van de vrouwen Gala, Nusch en Domi nique, van de beminde Max Ernst, van Picasso, Miró, Hans Arp, Braque, Dali, Chagall, De Chirico, Delvaux, van Juan Gris, Paul Klee, de fotograaf Man Ray, de schoonzoon Vullia- my, van sir Roland Penrose en Lee Miller, Francis Picabia del- la Torre, Magritte, André Lhote, van de schilder-van-de-werk- man Fernand Léger, van Giaco- metti, van schelpen en orkanen, ogen van sneeuw, verloren vlag gen, honing en wolken, de klok ken van het toeval, het strand waar niemand aanspoelt, de wanhoop zonder vleugels, de passage naar de Liefde. Hij stierf op 18 november 1952 in Charenton, zonder de verlos sende lucht van Graubünden, ver van Tahiti en ver van het Ro de Plein, onder de hemel van Pa rijs. Andreas Oosthoek Naar aanleiding van het verschijnen van En kus slechts haar kussen, ver taling van Guus Luijters, uitgege ven (2002) door Bert Bakker, Am sterdam, 70 pp., €7,50 en herlezing van Wereld met ogen van sneeuw, vertaling Theo Festen, uitgegeven (1998) door Athenaeum-Polak van Gennep, Amsterdam. Soms heeft de taalgebruiker een pro bleem. Wat te denken van het college van burgemeester en wethouders van een Noord-Hollands plaatsje. Daar mocht één prostituee zich vestigen met de volgende formulering: 'Om ontsporingen te voorko- men is het college bereid een vergunning af te geven voor een eenmanszaak'. De wouw als eenmanszaak. Van die dingen: 'De ideale mens is de topsporter die zich alles ontzegt om zijn lichaam te cultiveren. Hij rookt noch drinkt en hij eet verantwoord.' Deze voorbeelden staan in een boek over sekse en taalgebruik. De bedoeling van dat boek is duidelijk te maken dat dit niet cor recte uitingen zijn. Zoals bekend deugt de maatschappij niet omdat de mens niet helemaal goed snik is. Dat weerspiegelt zich natuurlijk in zijn taal. Die taal wordt door de sprekers onder normale omstandigheden onbewust en veelal ondoordacht gebruikt. Het gevolg daarvan is dat allerlei vooroordelen, ideolo gische boodschappen, sociale en culturele factoren zich in het taalgebruik hebben ge nesteld. Wie zich daarvan niet bewust is, sanctioneert die verderfelijke lading. De schrijvers van Bij wijze van schrijven, Ag nes Sneller Agnes Verbiest, ergeren zich daaraan, vooral maar niet uitsluitend, als het de verhouding tussen mannen en vrou wen betreft. Zij zijn bovendien taalkundi gen en hun ergernis over de bestaande situa tie en hun opvattingen over een betere samenleving heeft er toe geleid dat ze jaren lang onderzoek hebben gedaan naar sek severhoudingen in taalgebruik. Genderlin- guïstiek heet dat, het is een vorm van so ciolinguïstiek waarbij het beschrijvende wetenschappelijke deel gecombineerd wordt met adviezen en goede bedoelingen, afkeurend gemopper en strenge oordelen. Een voorbeeld van een tekst van Martin van Amerongen laat zien hoe slecht de mens als schrijver en de man in het bijzonder is. In dit geval zit die slechtheid niet in het roken maar in het gebruik van hij: 'Waarom begin je met roken in je jongelingsjaren en nooit op je dertigste? Ómdat het menselijk wezen in die periode gaat begrijpen dat hij zich voor de rest van zijn leven met het leven moet meten en omdat hij instinctief beseft dat die opgave groter is dan hij op zijn eentje kan voltooien.' Door de hij-verwijzing naar 'het menselijk wezen' - een uitglijder van je welste - blijkt dat voor de schrijver de man nelijk mens de norm is. Daar moet volgens de samenstellers van Bij wijze van schrijven een eind aan komen. Dat kan heel gemakke lijk als de taalgebruiker maar de correcte visie heeft en de wil om desnoods de taal zo als die zich ontwikkeld heeft als ding en als instrument kritisch toepast. Zo is de formu lering 'huidkleurige nylons' niet correct, omdat de maat hier licht gebruinde blanke benen zijn. Daarmee doen we natuurlijke getinte onderdanen tekort. Wie de blik scherpt aan de gendertaalkunde komt tot nieuwe inzichten. Zou 'vleeskleurige ny lons' eigenlijk een verbetering zijn? Volgens deze taalkundigen van de gender- richting is taalgebruik nooit neutraal. 'Ook wat in taal en taalgebruik normaal is, moet er altijd van verdacht worden eenzijdig het (autochtone, blanke, valide) mannenper- spectief te verwoorden', schrijven ze. Ze ge ven daar mooie voorbeelden van. Uit een nieuwsbericht in een krant citeren ze: 'In het zuiden van Tirool stierven vier skiërs, onder wie drie vrouwen'. Op het oog zou je hier in eerste instantie als lezer weinig be zwaar tegen hebben, maar dan ben je echter toch niet alert. De volgende passage uit hun werk maakt de lezer bewust van de valkui len van de taal. 'Doordat de journalist vrou wen noemt, terwijl die toch in de meerder heid zijn, blijft de lezer ervan uitgaan dat skiërs normaliter mannen zijn. Bij de keuze voor: 'vier skiërs, onder wie één man', ver schuift het normperspectief naar vrouwe lijke skiërs. In de versie 'vier skiërs, drie vrouwen en een man' zit een zekere redun dantie.' Desondanks is die laatste versie de beste volgens genderbewuste taalgebrui kers. Met deze tak van taalonderzoek valt niet te spottenWe worden zo met de neus op de fei ten gedrukt: de maatschappij is zich nog veel te weinig bewust van wat gebruikelijk is zonder werkelijk een feit te zijn, namelijk dat het mens veelal de man is. In de taal wordt die positie uitgedrukt met alle nare gevolgen van dien. Dit amusante boekje geeft uitnemende adviezen voor schrijvers en/of schrijfsters die tot een beter inzicht zijn gekomen en zich willen begeven op.de moeilijke weg van het sekse neutrale, al thans niet discriminatoire taalgebruik. En toch valt te vrezen dat de oude, hardleerse Adam, in ons zich er niets van zal aantrek ken. De taal? Die gaat maar en is. Lo van Driel A. Agnes Sneller Agnes Verbiest: Bij wijze van spreken. Over gender en trefzeker taalgebruik - SDU Uitgevers, 134 blz., €20,-.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 25