Helaas kan
Bush niet
nadenken
Namelijk dat het mens veelal de man is
PZC
Het grote wit
Marilyn French
25
P A 8 S A G E S
f ze niet iets kon schrijven als Bridget Jones, had
een Amerikaanse uitgeverij haar gevraagd. De
nieuwe roman In naam van de vriendschap van
Marilyn French (72) verschijnt vooralsnog alleen in
Nederlandse vertaling. Geen interesse voor de feministe in
het 'gehersenspoelde' Amerika van 'no brain' Bush. „Ze
vinden me een rigide, reactionaire oude zeur."
vrijdag 13 september 2002
De Rode Hoed in Amsterdam
vult zich met vrouwen. Ro
mans als 'Het bloedend hart',
'Ruimte voor vrouwen', 'Haar
moeders dochter' maakten Ma
rilyn French tot feministisch
icoon. Een lichamelijk wrak is
ze, tien jaar kankervrij maar het
gestel ondermijnd door bestra
lingen. Spotzucht, schrijf- en
strijdlust zijn echter onaange
tast. Niks passé die strijd der
seksen, houdt ze haar publiek
voor, al willen de machthebbers
die doen vergeten. „Vrouwen
hebben alle verantwoordelijk
heden maar geen macht, man
nen hebben geen verantwoorde
lijkheden maar alle macht."
Vergeten is al te gemakkelijk,
zegt French de volgende dag.
Vrouwen consolideren nu hun
positie, de jongere generatie
heeft geen zin meer om feminis
te te zijn en dus 'de hele tijdboos
en op je hoede'. „Ik kan het ze
niet kwalijk nemen. Maar ze
móeten wel. Want voor je het
weet glijden we af naar de oude
onderdrukking. Het is veel fij
ner om niet bang te zijn, om je
geen zorgen te maken, niet boos
te hoeven zijn. Veel fijner. Het
zou fijn zijn als de wereld zo was
dat iedereen aan jouw kant
staat, dat iedereen jou wil steu
nen. Geweldig. Maar hallo zeg,
ben je tien jaar oud?"
Om haar lezers te doordringen
van het belang van het feminis
tisch verleden schreef ze In
naam van de Vriendschap, een
roman over vier vriendinnen
van verschillende generaties en
hun geestelijke en maatschap
pelijke groei. „Het eerste wat
verdwijnt, is de herinnering.
Aan hoe het was, aan wat we
hebben moeten doen om zover
te komen als we nu zijn. Deze
vrouwen vormen - met hun
doorsnee levens, de diepte van
hun belangstelling voor elkaar
en him liefde voor elkaar en veel
anderen - de ruggengraat van de
wereld. Hoezeer het feminisme
de wereld heeft veranderd, is
impliciet in hun verhaal. De
houding in de Verenigde Staten
ten opzichte van homoseksuali
teit, ten opzichte van ongehuwd
samenwonen. We mogen mens
zijn, we mogen een beetje adem
halen."
Maar de 'powers that be', waar
schuwt French, cle mannen aan
de top van politiek en bedrijfs
leven willen 'absoluut' dat de
vrouwenstrijd in vergetelheid
raakt. „We worden weer gecen
sureerd, geen tijdschrift schrijft
over feminisme, er is geen dis
cussie, niks. Ze willen niet inle
veren wat zij hebben, ze willen
niet dat vrouwen nog verder ko
men dan ze al gekomen zijn. In
mijn generatie wilden vrouwen
de wereld echt veranderen.
Daarin zijn we niet geslaagd en
ze willen ons laten vergeten dat
we het ooit hebben gewild. Ze
denken dat als ze ons goede ba
nen geven en tijdschriften vol
anti-rimpelmiddelen en sterren
de een nog mooier dan de ander,
dat als ze de televisie vol kwak
ken met meer van hetzelfde, al
les weer wordt teruggedraaid.
Dat je dan, als je 's ochtends
wakker wordt en je ongelukkig
voelt, denkt dat het jóuw fout is
omdat iedereen om je heen er
wél gelukkig uitziet. Zo waren
we in de jaren vijftig ook."
Het is macht, zegt de schrijfster,
die het grootste goed van dit
universum is geworden en alles
in het leven perverteert.
.Vriendschap en liefde zij n geen
doelen meer, maar middelen. De
wereld moet veranderen, de we
reld heeft het nodig en vrouwen
hebben het zeker nodig. Het le
ven is tragisch en zal altijd on
draaglijk zijn, daar valt niets
aan te doen. Je wordt ziek, je
gaat dood. En als het je zelf nog
niet overkomt, gebeurt het ie
mand anders en moet je toekij
ken. Het leven heeft genoeg in
herente pijn zonder dat we ook
nog eens regels en wetten op
stellen die mensen tot voorwer
pen reduceren. Als we als ras
willen overleven, zullen we een
andere wereld moeten schep
pen. En de enige manier waarop
ik dat zie gebeuren, is het femi
nisme."
Ooit zal een toekomstige gene
ratie weer in opstand komen,
hoopt French. Misschien niet al
leen vrouwen, maar ook man
nen, een verenigde revolutie te
gen ondergeschiktheid en de
economische schikking die één
procent van de bevolking het al
leenrecht over 95 procent van
alles geeft. Een samenleving ge
organiseerd door vrouwen zou
volgens French meer democra
tisch, zelfs antihiërarchisch
zijn, staan voor compassie en
vrede. „Ik zeg niet dat we alle
maal voorbeeldig zijn, dat we
superieur zijn in moreel opzicht.
Maar vrouwen zijn geneigd tot
meer vredelievendheid, tot
meer tolerantie."
Stupiditeit wekt haar ongeduld
en in het geval van de Verenigde
Staten haar angst. Altijd neemt
French in haar boeken wel
wraak op iemand, zegt ze. In een
eerdere versie van In naam van
de vriendschap was dat presi
dent Bush. De passage, zo
gepassioneerd geschreven in
verkiezingstijd, sneuvelde als
'oudbakken' nu Bush' presi
dentschap status quo is. Maar
het gif op French' pijlen is vers.
Fascisme ligt op de loer in de VS
waarschuwt ze. „Hij gaat ons in
een oorlog met Irak storten en ik
denk dat ieder protest gesmoord
zal worden. Ik denk dat hij er
niet eens een 'hoofd censuur'
voor hoeft in te huren maar dat
de media zichzelf zullen censu
reren. Dat gebeurde tijdens de
Golfoorlog ook."
Onder het mom van 11 septem
ber worden burgerrechten aan
banden gelegd, wordt gepraat
over identiteitskaarten, het op
zetten van een organisatie 'als
de Stasi'. „Het is beangstigend.
Er hoeft maar dat te gebeuren of
je bevindt je in Hitiers Duits
land en vraagt je af hoe je daar
bent beland. Maar dan is het te
laat. De VS als fascistische
staat, het is absoluut mogelijk.
En Bush is daarbij een belang
rijke factor, in die zin dat hij zo
stupide is. Zijn vader was ook
dom maar die had tenminste
Marilyn French:„Ze vinden me een rigide, reactionaire oude zeur."
nog een beetje hersens." Bush
heeft 'no brain', concludeert
French, en hij heeft zich om
ringd met 'baddies' zonder daar
zelfs maar over na te denken
omdat hij niet kan nadenken.
„Volslagen rigide oorlogssto
kers."
Dat tot nu toe geen enkele Ame
rikaanse uitgeverij geïnteres
seerd was in In naam van de
vriendschap, zodat het boek nu
eerst in Nederland verschijnt,
past volgens French in het hui
dige politieke klimaat van het
dan niet aantrekkelijk. Van
mijn ouders heb ik daar ook
nooit iets over gehoord. Ik dacht
aan mezelf als een stel hersens,
met toevallig een lichaam daar
aan gekoppeld."
Dat haar scherpe brein nu in al
les beperkende broosheid is ge
vat, is 'droevig'. „Ik hoop iedere
keer dat het volgend jaar beter
gaat. Maar het gaat ieder jaar
slechter." Het gevoel van 'waar
om ik' heeft ze nooit gehad toen
ze ernstig ziek werd. „Waarom
ik? Waarom niet jij? Wat maakt
jou zo speciaal? Dat ben je niet
'gehersenspoelde' Amerika. Of
ze niet iets a la 'Het dagboek van
Bridget Jones' van Helen Fiel
ding kon schrijven, kreeg ze
zelfs te horen. „Ze vinden me
een rigide, reactionaire oude
zeur."
„De wereld is fascinerend, zo
groot, zoveel meer dan ik ooit
kan weten, er is zoveel interes
sant in het leven. Als je alleen
maar naar je dijen kunt kijken,
dan verdien je het leven dat je
hebt. Dan verdien je een leven
met bubbeldijen en rimpelogen.
Je perkt jezelf zo in. Ik had
waarschijnlijk niet het meest
ideale lichaam, ik had nauwe
lijks borsten en was heel tenger.
Maar ik vond mezelf prima,
mijn identiteit hing niet af van
het feit dat ik meisje was en al
Die houding maakt, zegt ze, dat
ze ook anders dan de meeste
New Yorkers tegenover de aan
slagen van 11 september staat.
Van het World Trade Center zag
ze de torens voor haar ogen in
storten. „Ik volg de gebeurtenis
sen in de wereld te goed om niet
te weten dat overal verschrik
kelijke dingen gebeuren. Ty
foons, overstromingen. Afschu
welijke dingen zijn overal en
van één ervan ben ik toevallig
getuige geweest. Het was ver
schrikkelijk om mensen uit de
ramen te zien springen. Maar
het is deel van het leven. Het is
niet iets waarover ik niet schrij f
Het is iets waarover ik altijd heb
geschreven."
Ze genas tegen alle prognoses in
van slokdarmkanker, een fase
foto Phil Nijhuis/GPD
in haar leven die ze beschreef in
'Mijn seizoen in de hel'. „Ik had
nog hooguit één jaar te leven, de
dokter zei dat ik geen enkele
hoop mocht koesteren. Ik ver
wachtte niet dat ik het zou ha
len, en toch leef ik nog. Dus op
wie kan ik boos woorden? Als ik
in God had geloofd zou ik boos
op God zijn geweest, maar zelfs
die troost gunde ik mezelf niet.
Toen ik genezen was, zeiden ze
dat het vast terug zou komen en
dat ze me binnen een jaar, twee
jaar wel weer terug zouden zien.
Dus als ik afscheid nam van ie
mand, zei ik ook nooit 'tot vol
gend jaar'."
In zekere zin bleek die onzeker
heid een 'betere levenswijze',
zegt French. Ze was een contro
lefreak. Als ze tot vier in de mor
gen had zitten schrijven legde
ze, hyper van de adrenaline en
de geliefde drank en sigaretten
die ze heeft moeten afzweren,
lange lijsten aan met plannen en
ideeën voor toekomstige boe
ken. Soms wel vijf jaar vooruit,
'crazy vindt ze nu. Ze had een
'grotesk' huwelijk van zeven
tien jaar achter de rug, werd na
twintig jaar eenzaam schrijven
eindelijk gepubliceerd, kon de
gedroomde reizen maken. Een
'fantastisch leven', maar: „Ik
probeerde mezelf, mijn leven
onder controle te krijgen. Het
was een manier om mijn angsten
te bedwingen. Ik doe nu geen
moeite meer, ik weet dat het niet
mogelijk is."
Marjolijn de Cocq
Marilyn French: In naam van de
vriendschap - Uitgeverij Meulen-
hoff, 461 pag., 22,50
TTogel, waarheen is uw
V vlucht? In Saint-Denis zijn
heel wat duiven gelost en uitge
zwermd over velden en wegen,
over het rijke graanland, glooi
end in het Franse Noorden, over
asfalt, steenhopen en kerkho
ven, België tegemoet. De ko
ningsvliegers, ze cirkelen en
zwieren boven het kopergroene
dak van de basiliek, een baken
langs de snelweg aan de Noord
kant van Parijs. De binnenkant
van het godshuis is minder le
vendig. In deze bizarre pronk
kamer van de dood wordt fluis
terend gesproken. Flauw licht
omvaamt de beelden van de
dode koningen. Een pompeus
laatste gebaar rond de machte
loosheid der machtigen? Koud
marmer markeert de stappen in
de tijd. Glorie en verval: het rijk
van zandloper en zeis, de ver
stoorde lijn. Hier heersen teke
nen en symbolen - de doorboor
de zwaan, le grand dauphin, de
blazoenen, doornen en lissen, de
lelieën der zuiverheid, gebroken
kronen. In dit imposant vertoon
klinkt het vermaan door dat - in
de dood - eenieder gelijk is. Het
klinkt zacht en de lispeling
wordt met ongeloof doch zonder
teken van opstand ontvangen.
In kerk en crypte ruisen de ver
halen van hoofs verpozen, van
de listige moord en de sluipende
dood, van slagveld en lusthof.
De indruk bestaat, dat de basi
liek van Sint Denijs een knekel
huis is, een bergplaats van nobel
gebeente, een urnenveld, de
rustplaats van het Gulden Vlies.
De stoffelijke resten zijn even
wel spaarzaam vertegenwoor
digd. Er is mee gesold. Er is el
ders in het geniep begraven. De
grote Revolutie heeft tot evacu
atie geleid, tot verwijdering en
verstrooiing. Na het luwen van
de storm, tijdens de Restauratie,
was het tijd voor een nationale
inzameling en kwam een be
scheiden transport richting
Saint-Denis op gang: elk prin
selijk, hertogelijk of koninklijk
geacht bot werd overgebracht
naar de ossuaire bourbonien on
der het groene dak. Het konink
lijk voorgeborchte levert meer
gepolitoerd beeld dan knokige
werkelijkheid. De recollectie
bleek, in omvang, niet van grote
betekenis maar ze nam niette
min een voorschot op wat veel
later een veelbelovende DNA-
bank genoemd kon worden.
Saint-Denis is de verplaatsing
en zelfs een omweg waard. De
basiliek trekt bezoek. Er loopt
vanuit hartje Parijs een metro
lijn naar dit oord. De kerkporta
len zijn beroemd en de architect
Viollet-le-Duc legde alle eer in
met de restauratie van het ro-
maans-gothische groeicom-
plex. Wie bovengronds komt op
het plein waar Dionysos wordt
geëerd, hoeft niet lang te zoeken
naar het museum. De École de
Paris is er aangenaam vertegen
woordigd en de surrealisten
vinden een vooruitgeschoven
post in Paul Éluard, homme de
lettres, zoon van Saint-Denis.
Hij werd, eens, beschouwd als
één van de vele allergrootste
dichters van Frankrijk bene
vens de streken d'outre-mer.
Daar is verandering in geko
men; niet ieder die het hoge
wonder der Pléiade bereikt,
treedt binnen in de Onsterfe
lijkheid.
Lawine
Eugène-Emile-Paul Grindel
ziet eind 1895 het licht des le
vens in Saint-Denis. Het is een
flakkerend lampje. De longen
en luchtwegen baren zorgen. De
amechtige jongeling zal in zijn
korte bestaan enkele malen de
helende berglucht van Davos en
Arosa opzoeken. Hij heeft er een
schoon zicht op de ruiselende
Landwasser en de Pfarrkirche
van Sankt Johann. Hij knapt er
op en zelfs in die mate dat hij la-
Paul Eluard, 1948
ter over het kanton Grischun zal
zeggen, dat hij er zijn echte ge
boorte heeft beleefd. Hij telt ze
ventien jaren als hij in het sana
torium der Eidgenossen een
deeltje Baudelaire ter zijde legt
om een heuse lawine te onder
gaan: Helena Dimitrievna
Diakonova ontdekt potentieel
in de jonge dichter. De breed-
heupige en onverschrokken
Russische patiente (16) die zich
Gala noemt, is vast van plan een
prijzig kunststuk van haar ge
liefde te maken. Eerst maar eens
werken aan een naam. Grindel
herinnert zich zijn grootmoeder
en heet voortaan Éluard. In
1917 volgt de Groene Bruiloft -
Paul in de legerkleuren, Gala in
het vert-foncé dat in die dagen
op ongereptheid duidt. De
Eerste Wereldoorlog staat de
vinnige bruid geen witte stra
lenkrans toe. De bruidegom, be
tamelijk geboren als futur anci
en-combattant, heeft ernstige
problemen met zijn laffe be
staan als hospik en wil de loop
graven in, op weg naar hoge
roem. Het is hem niet gegund. In
1918 volgen de wapenstilstand
en een zure vrede. De Éluards
krijgen een dochter Cécile wier
verschijning geenszins past in
het carrièrebeeld van maman.
Zij zal zich nimmer voluit be
zighouden met het meisje: tin
geltangels en hulppakketten
vervangen de liefde.
Verzet
De ster van Paul Éluard stijgt
snel. Hij wordt opgenomen in de
Parijse kring van Dadaisten en
vervolgt zijn weg in het midden
van de Surrealisten. Waar ge
manifesteerd en gefeest wordt,
in Keulen, Tirol, in Eaubonne,
Berlijn, Cadaqués, in Praag,
Madrid of Londen, zijn Les Elu
ard aanwezig. De Parijzenaars
worden passanten, thuis in Eu
ropa. Paul schrijft - tussendoor
- prachtige gedichten. Hij raakt
verstrikt in het web van André
Breton en zijn surrealistische
inquisitie. Er wordt een richtin
genstrijd gevoerd, er volgen
kul-processen, banvloeken, uit
sluitingen en pesterijen. Het
kinderachtige gewriemel neemt
de dwaze vorm aan van stalinis
tisch gedoe. Dat wordt een pijn
lijke werkelijkheid als het
groepje rond Breton en Éluard
de zegeningen van het commu
nisme omarmt. Tot zijn be
nauwde dood in 1952 zal de
dichter-propagandist - door de
PC binnengehaald, uitgestoten
en andermaal in genade aan
vaard - achter de Rode Vlag
huppelen. Zijn passages zijn
dan verlegd naar het Oostblok:
de Unie van Sowjetrepublieken,
Bulgarije, Yoegoslavië, Tsje-
cho-Slowakije, Hongarije, Po
len, de congressen van Moskou
en - verder en iets warmer -
Mexico. De spandoeken spre
ken hun taal: vóór de vrede .en
tégen de gezapige politiek, de
fascisten en hun trawanten, de
kolonialen, de doodstrafIn de
tussentijd heeft Paul Éluard
zich de faam van een mislukte
wereldreiziger verworven en is
hij - in de Tweede Wereldoorlog
- uitgegroeid tot de dichter van
het verzet.
Trip
In maart 1924 was hij plotseling
verdwenen, zonder bericht en
zonder adres. Hij bleek op we
reldreis, vluchtend van huis en
haard, op een 'idiote trip' naar
de vrijheid. In crisisstemming
landde hij op Tahiti, het para
dijs onder de zon waar Paul
Gauguin tussen de koralen hout
sneed, schitterend schilderde en
de edele rotting opdeed die hem
een ellendige dood zou bezor
gen. Éluard trad in zijn sporen,
maar niet in alle. Na enkele
maanden werd het Franse
bleekborstje ontdekt. Gala en
Max Ernst, de sluitsteen in de
ménage a trois, onderschepten
de ongelukkige in Indochina en
voerden hem onder verscherpt
toezicht terug naar Parijs. In
1930 ontmoette hij Maria Benz
die later Nusch Éluard zou he
ten. De rekenmachine Gala had
inmiddels nieuw verbeterpo-
tentieel ontdekt in de Spaanse
schilder Salvador Dali. Ze zag
in hem de vleesgeworden kassa
en hield hem aan zijn woord dat
'geld het enige middel is om me
delijden te voorkomen'. Zij
voelde 'een diarrhee van dol
lars' op zich toestromen, de
vreugden van een liederlijk be
staan die de makelaarszoon
E.E.P. Grindel, tevens dichter
en sjacheraar in koloniale
kunst, haar niet had kunnen be
reiden^ Ook bij dit alles schreef
Paul Éluard schitterende ge
dichten die - tot niet geringe
woede van de surrealistische
bent - de schoonheid van de
poëzie dienden en aan de strikte
theorie voorbij gingen.
Liefde
Paul Éluard was op zoek naar
het grote wit, de stilte, de ver
voering van het moment: de ge
dichten van de liefde zullen eens
de ongenoemde geliefden bij el
kaar brengen... In Nederland is
zijn werk wat afstandelijk ont
vangen. Vijftig jaren na zijn
dood is er hernieuwde belang
stelling. Er verschenen mooie,
verrassende vertalingen, die
zijn roep als de dichter der liefde
en de berichter over zijn schil
dersvrienden met kracht beves
tigen. De wereld van Paul
Éluard is het domein van de
vrouwen Gala, Nusch en Domi
nique, van de beminde Max
Ernst, van Picasso, Miró, Hans
Arp, Braque, Dali, Chagall, De
Chirico, Delvaux, van Juan
Gris, Paul Klee, de fotograaf
Man Ray, de schoonzoon Vullia-
my, van sir Roland Penrose en
Lee Miller, Francis Picabia del-
la Torre, Magritte, André Lhote,
van de schilder-van-de-werk-
man Fernand Léger, van Giaco-
metti, van schelpen en orkanen,
ogen van sneeuw, verloren vlag
gen, honing en wolken, de klok
ken van het toeval, het strand
waar niemand aanspoelt, de
wanhoop zonder vleugels, de
passage naar de Liefde. Hij
stierf op 18 november 1952 in
Charenton, zonder de verlos
sende lucht van Graubünden,
ver van Tahiti en ver van het Ro
de Plein, onder de hemel van Pa
rijs.
Andreas Oosthoek
Naar aanleiding van het verschijnen
van En kus slechts haar kussen, ver
taling van Guus Luijters, uitgege
ven (2002) door Bert Bakker, Am
sterdam, 70 pp., €7,50 en herlezing
van Wereld met ogen van sneeuw,
vertaling Theo Festen, uitgegeven
(1998) door Athenaeum-Polak
van Gennep, Amsterdam.
Soms heeft de taalgebruiker een pro
bleem. Wat te denken van het college
van burgemeester en wethouders van een
Noord-Hollands plaatsje. Daar mocht één
prostituee zich vestigen met de volgende
formulering: 'Om ontsporingen te voorko-
men is het college bereid een vergunning
af te geven voor een eenmanszaak'. De
wouw als eenmanszaak. Van die dingen: 'De
ideale mens is de topsporter die zich alles
ontzegt om zijn lichaam te cultiveren. Hij
rookt noch drinkt en hij eet verantwoord.'
Deze voorbeelden staan in een boek over
sekse en taalgebruik. De bedoeling van dat
boek is duidelijk te maken dat dit niet cor
recte uitingen zijn.
Zoals bekend deugt de maatschappij niet
omdat de mens niet helemaal goed snik is.
Dat weerspiegelt zich natuurlijk in zijn
taal. Die taal wordt door de sprekers onder
normale omstandigheden onbewust en
veelal ondoordacht gebruikt. Het gevolg
daarvan is dat allerlei vooroordelen, ideolo
gische boodschappen, sociale en culturele
factoren zich in het taalgebruik hebben ge
nesteld. Wie zich daarvan niet bewust is,
sanctioneert die verderfelijke lading. De
schrijvers van Bij wijze van schrijven, Ag
nes Sneller Agnes Verbiest, ergeren zich
daaraan, vooral maar niet uitsluitend, als
het de verhouding tussen mannen en vrou
wen betreft. Zij zijn bovendien taalkundi
gen en hun ergernis over de bestaande situa
tie en hun opvattingen over een betere
samenleving heeft er toe geleid dat ze jaren
lang onderzoek hebben gedaan naar sek
severhoudingen in taalgebruik. Genderlin-
guïstiek heet dat, het is een vorm van so
ciolinguïstiek waarbij het beschrijvende
wetenschappelijke deel gecombineerd
wordt met adviezen en goede bedoelingen,
afkeurend gemopper en strenge oordelen.
Een voorbeeld van een tekst van Martin van
Amerongen laat zien hoe slecht de mens als
schrijver en de man in het bijzonder is. In dit
geval zit die slechtheid niet in het roken
maar in het gebruik van hij: 'Waarom begin
je met roken in je jongelingsjaren en nooit
op je dertigste? Ómdat het menselijk wezen
in die periode gaat begrijpen dat hij zich
voor de rest van zijn leven met het leven
moet meten en omdat hij instinctief beseft
dat die opgave groter is dan hij op zijn eentje
kan voltooien.' Door de hij-verwijzing naar
'het menselijk wezen' - een uitglijder van je
welste - blijkt dat voor de schrijver de man
nelijk mens de norm is. Daar moet volgens
de samenstellers van Bij wijze van schrijven
een eind aan komen. Dat kan heel gemakke
lijk als de taalgebruiker maar de correcte
visie heeft en de wil om desnoods de taal zo
als die zich ontwikkeld heeft als ding en als
instrument kritisch toepast. Zo is de formu
lering 'huidkleurige nylons' niet correct,
omdat de maat hier licht gebruinde blanke
benen zijn. Daarmee doen we natuurlijke
getinte onderdanen tekort. Wie de blik
scherpt aan de gendertaalkunde komt tot
nieuwe inzichten. Zou 'vleeskleurige ny
lons' eigenlijk een verbetering zijn?
Volgens deze taalkundigen van de gender-
richting is taalgebruik nooit neutraal. 'Ook
wat in taal en taalgebruik normaal is, moet
er altijd van verdacht worden eenzijdig het
(autochtone, blanke, valide) mannenper-
spectief te verwoorden', schrijven ze. Ze ge
ven daar mooie voorbeelden van. Uit een
nieuwsbericht in een krant citeren ze: 'In
het zuiden van Tirool stierven vier skiërs,
onder wie drie vrouwen'. Op het oog zou je
hier in eerste instantie als lezer weinig be
zwaar tegen hebben, maar dan ben je echter
toch niet alert. De volgende passage uit hun
werk maakt de lezer bewust van de valkui
len van de taal. 'Doordat de journalist vrou
wen noemt, terwijl die toch in de meerder
heid zijn, blijft de lezer ervan uitgaan dat
skiërs normaliter mannen zijn. Bij de keuze
voor: 'vier skiërs, onder wie één man', ver
schuift het normperspectief naar vrouwe
lijke skiërs. In de versie 'vier skiërs, drie
vrouwen en een man' zit een zekere redun
dantie.' Desondanks is die laatste versie de
beste volgens genderbewuste taalgebrui
kers.
Met deze tak van taalonderzoek valt niet te
spottenWe worden zo met de neus op de fei
ten gedrukt: de maatschappij is zich nog
veel te weinig bewust van wat gebruikelijk
is zonder werkelijk een feit te zijn, namelijk
dat het mens veelal de man is. In de taal
wordt die positie uitgedrukt met alle nare
gevolgen van dien. Dit amusante boekje
geeft uitnemende adviezen voor schrijvers
en/of schrijfsters die tot een beter inzicht
zijn gekomen en zich willen begeven op.de
moeilijke weg van het sekse neutrale, al
thans niet discriminatoire taalgebruik. En
toch valt te vrezen dat de oude, hardleerse
Adam, in ons zich er niets van zal aantrek
ken. De taal? Die gaat maar en is.
Lo van Driel
A. Agnes Sneller Agnes Verbiest: Bij wijze van
spreken. Over gender en trefzeker taalgebruik -
SDU Uitgevers, 134 blz., €20,-.