Door het oog van de paardenmeester
Knobbelzwaan
neemt jonge gans onder de hoede
19
21
21
Documentaire over
Zeeuws-Vlaanderen
22
22
weerwoord
Oesterputten
als jong
monument
In Stroodorp
lijkt de tijd
trager te gaan
Zeeuws
melkschaap
overleeft
Van ermoei
was ze rap
uutgekocht
bijzonder blauw
PZC
dinsdag 10 september 2002
Op een warme
september,
wacht een droge
oktober
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC,
postbus IS, 4380AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl.
Nee, die auto's op de achtergrond, dat geeft niet, ant
woordt Pol van de Vijver op de vraag of al dat verkeer
niet storend zal zijn op de filmbeelden van de paarden. ,,Het
gaat om trekpaarden in deze tijd en daar horen auto's bij."
Van de Vijver, de bekende veearts ('paardenmeester') uit IJ-
zendijke, staat samen met zijn zonen Mark en Frank (beiden
ook veearts) centraal in een televisiedocumentaire over de
veranderingen op het Zeeuws-Vlaamse platteland in de laat
ste halve eeuw. De afgelopen twee weken werden opnamen
gemaakt.
De cameraploeg filmt in een
wei net buiten IJzendijke.
Het is de laatste draaidag. Pol
van de Vijver (64) is er; zijn zo
nen Mark (36) en Frank (34) ko
men snel even langs voor de op
namen met de trekpaarden. En
ook Levien Nijssen is er. Hij ver
zorgt de paarden, die eigendom
zijn van de familie Calon. Voor
de film leidt Nijssen de trek
paarden door de wei en laat hij
langskomende kinderen een rit
je maken op de dieren. Pol van
de Vijver kijkt tevreden toe. Hij
vindt het geweldig, die film. En
niet vanwege zijn eigen aandeel
daarin. „Het gaat om het trek
paard hè, dat is zo'n prachtig
dier. Moet je die ogen zien; dat
zijn toch de mooiste ogen die er
zijn."
„Pol heeft een passie voor paar
den. Hij is bijna zelf een paard",
zegt filmmaker Karina Meeuw-
se (Middelburg, 1961). „Hij is
net zo energiek, is bijna altijd in
galop en slaat soms op hol."
Meeuwse heeft, naast een wo
ning in Amsterdam, een tweede
huisje net over de Belgische
grens. Vandaaruit leerde ze Pol
van de Vijver kennen. Meeuwse
- 'ik ben verliefd op Zeeuws-
Vlaanderen' - is gefascineerd
geraakt door de paardenmees
ter en ziet in hem de centrale fi
guur voor haar documentaire.
Ook de trekpaarden hebben een
sleutelrol. De veranderde posi
tie van de dieren is exempla
risch voor de veranderingen en
modernisering bij de Zeeuws-
Vlaamse boeren. Tot de jaren '50
van de vorige eeuw werden trek
paarden gebruikt op het land.
Door de mechanisatie waren ze
niet langer nodig. Nu draven ze
op bij folkloristische gelegenhe
den. Pol van de Vijver kent het
dier op beide manieren. Meeuw
se: „Pol is opgegroeid met wer
kende trekpaarden. Zijn groot
vader had paarden; die werd
toen al paardenmeester ge
noemd. En Pol organiseert nu
folkloristische dagen, waar hij
zelf ook speaker is. Dat kan-ie
heel goed. Het is een gedreven
man. Op zo'n folkloristische dag
zie je zijn bijzondere omgang
met de paarden. Hij begroet dan
alle boeren bij aankomst, maar
ook de paarden. Die krijgen elk
een klapje op de flank, als wel
kom."
Zoals in Pol van de Vijver en zijn
liefde voor het trekpaard het
verleden en heden van het
Zeeuws-Vlaamse platteland sa
menkomen, zo zijn heden en
toekomst weerspiegeld in de
werkzaamheden van zonen
Mark en Frank. Meeuwse:
„Mark van de Vijver is in de
voetsporen van zijn vader getre
den. Hij is de laatste paarden
meester. Frank is meer toe
komstgericht. Die houdt zich
vooral bezig met koeien op grote
melkveebedrijven." Deze be
drijven vertegenwoordigen het
moderne Zeeuws-Vlaamse
platteland. De grote melkvee
houderijen zijn van boeren, af
komstig uit de Betuwe, Brabant
en Limburg. Zij zijn uitgekocht
vanwege de komst van de Betu
welijn, hadden in Brabant te
weinig ruimte om te groeien of
kregen in Limburg te maken
met verzuring van de grond
door de mest. De boeren zijn in
Zeeuws-Vlaanderen opnieuw
begonnen. Met veel geld zetten
ze er grote, moderne bedrijven
neer. „Hier is ruimte; hier kun je
nog boer zijn", vindt Meeuwse.
„Er zijn hier veel boeren van
buiten. Pol van de Vijver is daar
heel positief over, omdat dat
goed is voor de economie. Hij
vindt het trouwens wel heel erg
dat de veerboot volgend jaar
verdwijnt. Dat komt misschien
ook nog even ter sprake in de
film. Iedereen hier vindt dat erg.
Want wie komt er nou straks nog
in plaatsen als Schoondijke en
Breskens?"
In de documentaire van Karina
Meeuwse worden enkele van de
'nieuwe boeren' geportretteerd.
„Frank begeleidt als veearts de
grote melkveebedrijven. Ook
dat gaat allemaal heel modern.
Hij hoeft een koe soms niet eens
te zien om tot een diagnose te
kunnen komen. Dat doet-ie dan
bijvoorbeeld aan de hand van
statistieken."
Meeuwse is onder de indruk ge
raakt van de moderne boerde
rijen. „Als je hier rondkijkt zie
je toch nog duidelijk verschil
tussen zelfs de moderne
Zeeuws-Vlaamse boeren en de
importboeren. De nieuwe be
drijven zijn schoon, opgeruimd
en hebben een grote hal met bij
voorbeeld een melkcarrousel;
de van oorsprong Zeeuws-
Vlaamse boerderijen zien er tra
ditioneler, rommeliger uit. Daar
zijn de erven nog ouderwets ge
zellig. Die nieuwe bedrij ven zij n
heel klinisch."
Het oude Zeeuws-Vlaanderen
en het nieuwe Zeeuws-Vlaan
deren, dat is volgens Meeuwse
de essentie van haar film. „En
dat uit zich in het vak van vee
arts en in de boeren die je ziet.
Maar het is eigenlijk ook een
film over geluk en harmonie,
over plezier in het leven en in je
werk. Je ziet dat bij de Van de
Vijvers. Het is een film zonder
rottigheid. Het is hier ook zo
vreselijk mooi."
Carla van de Merbel
De documentaire 'De paarden-
meesters van IJzendijke' van
Karina Meeuwse wordt in het
voorjaar uitgezonden door de
NCRV. In de film is ook het lied
'Kiek een diek' van de Kort-
geense Anja Kopmels te horen.
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC,
postbus 18,
4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl
De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het
gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben-
kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de
Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort
bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be
houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij
drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw'
wordt het ivel en wee van het reservaat belicht en bovendien
komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora
en fauna ter sprake.
Het kan geen toeval zijn. In
de afgelopen weken ver
toonden zich op drie ver uit el
kaar gelegen plaatsen paartjes
knobbelzwanen met merk
waardige jongen. Al of niet in
gezelschap van eigen jongen
hebben de zwanen halfwassen
ganzen in hun kielzog. Uit hun
gedrag blijkt overduidelijk dat
de ganzen en zwanen elkaar
over en weer geaccepteerd heb
ben als ouders en jongen. Als zo
iets een enkele keer voorkomt
dan kan dat verschillende rede
nen hebben. Een ongelukje van
moeder natuur valt nooit hele
maal uit te sluiten en iedereen
die regelmatig in de natuur ver
blijft, kent waarschijnlijk wel
voorbeelden van een fazantenei
in een eenden- of patrijzennest.
Zoiets zou wellicht ooit ook tus-
sen ganzen en zwanen voor kun
nen komen. Maar drie van der
gelijke waarnemingen binnen
een maand is een beetje teveel
van het goede. Hier kan alleen
maar sprake zijn van menselijke
opzet. Twee gevallen speelden
zich af in de Oosterschelde en
één in het Veerse meer. De jon
ge ganzen zijn van gemengde
oorsprong. Soms zijn ze bont
van kleur, wat overduidelijk
wijst op gedomesticeerde af
komst. Maar er zijn ook half
wassen dieren met de wildkleur
van grauwe ganzen en dan
wordt het bepalen van de her
komst in de toekomst onmoge
lijk.
De hamvraag is natuurlijk wie
er op het idee komt om gan
zeneieren in een nest van een
knobbelzwaan onder te brengen
en vooral, wat er mee beoogd
wordt. Het is niet onmogelijk
dat het gaat om een goedbedoel
de poging om de natuur te 'ver
rijken'. Mocht dat zo zijn dan is
de toeleg bij voorbaat jammer
lijk mislukt. De toevoeging van
allerlei hier niet thuis horende
exoten is zeker geen verrijking.
Soorten als de nijlgans, de man
darijneend en de halsbandpar
kiet betekenen alleen maar een
inbreuk op de oorspronkelijke
samenstelling van onze fauna
en hun vestiging gaat bijna per
definitie ten koste van inheemse
soorten. Zo zijn nijlganzen bui
tengewoon onverdraagzaam te-
genopver de aan hen verwante
bergeenden.
Maar afgezien van dergelijke
ongewenste neveneffecten is het
uitzetten van ganzen sowieso al
verwerpelijk. In het verleden op
diverse plaatsen uitgezette gan
zen richten een enorme schade
aan in het boerenland. Raven-
kelen en bij gebrek aan ver
plaatsing lokaal de boel enorm
vervuilen. Het opkweken en
daarna loslaten van jonge gan
zen lijkt allemaal leuk en aar
dig, maar het is ronduit funest
voor de natuurwaarden en voor
de aangrenzende landbouwers.
Hoe het verder gaat met de door
zwanen opgevoede ganzen is de
vraag. Uit beroemde waarne
mingen van Konrad Lorenz is
bekend dat ganzen het eerste le
vende wezen dat ze na hun ge
boorte zien, beschouwen als hun
moeder en soortgenoot en dat
dat ook blijvend ingeprent
wordt. Straks lopen er dus gan
zen rond die zich zullen probe
ren te vermengen met knobbel
zwanen. Tien tegen een dat zo'n
verbintenis mislukt, maar
mochten er toch jonkies van ko
men dan is er in ieder geval een
geschikte naam voorhanden,
namelijk zwanzen. Lapzwan-
zen wel te verstaan.
Chiel Jacobusse
dien zijn ze in sommige gevallen
niet of nauwelijks te onder
scheiden van echte wilde grau
we ganzen, die bezig zijn aan
hervestiging in Nederland. Er
wordt veel inspanning besteed
om te zorgen dat de van oor
sprong tamme ganzen worden
weggevangen uit de natuur.
Daarom is het bijzonder spijtig
dat anderen - al of niet onwe
tend - doorgaan met het uitzet
ten van boerderijganzen.
Ook jonge ganzen worden vaak
in de vrije natuur gedumpt. Een
paar ganzen op het erf als alter
natief voor een waakhond is
voor veel mensen prachtig,
maar als er enkele keren een
flinke toom jongen geboren
wordt, wordt het een ander ver
haal. Vaak worden ze zonder na
denken gedumpt en vervolgens
zijn er altijd wel goedwillende
lieden die de arme diertjes iede
re dag komen verwennen met
wat overschotjes uit de keuken.
Dat leidt er op zijn beurt weer
toe dat de ganzen zich tot een
soort loslopend huisvee ontwik
Knobbelzwanen met jongen. foto Chiel Jacobusse
Pol van de Vijver en zijn zonen Frank en Mark (vlnr) staan centraal in een televisiedocumentaire over het Zeeuws-Vlaamse platteland. Rechts Levien Nijssen.
foto Peter Nicolai