Van goud druipende bossen
wi
Vlinders fladderen vrolijk rond in Berkenhof
Indian Summer in Nova Scotia
A r\&
Dingwall.-.
Cape
Margaree Smokey
Baddeck.
CAPE
BRETON
ISLAND
CANADA
zaterdag 7 september 2002
Het Schotland van Cana
da wordt Nova Scotia
wel genoemd. Maar er staan
veel meer bomen, het weer is
er beter en bij de kreeft drin
ken de inwoners bij voorkeur
een bier. Bovendien kent No
va Scotia een Indian Sum
mer. En waar in Schotland
kun je vanaf de kust walvis
sen zien spelen?
We moesten nog diezelfde
avond in een plensbui door
naar Hubbards. Toen we bij het
hotel kwamen, bleek dat op slot.
In de verte het hoge gejank van
een steel-guitar. Zouden ze daar
iets weten over het hotel? ,,Dan
moet u Jeff hebben, vertelde één
van de meisjes die bij de entree
van Rhys Harnish Shore Club
achter een houten tafel met
geldkistje zaten. „En Jeff is bin
nen."
De plotseling uit de menigte op
duikende JefE klonk wat schor.
„Hey, there you are!Tien mi
nuten later ging hij ons voor
naar een kamer die de volgende
morgen zo'n adembenemend
uitzicht bood, dat de sores van
de nacht daarvoor binnen een
tel waren verdampt in de snel
warmer wordende ochtendzon.
Welcome in Canada, welcome in
Nova Scotia. Ontbijt op een
hoog boven het water hangend
terras, de stem van een niet
zichtbare man die ergens ver-
dei'op vroeg waar z'n laarzen
stonden en twee ongeïdentifi
ceerde vogels (groot en grijs) die
met lome wiekslag de doodstille
lagune overstaken om met een
fraaie bocht lichtjes fladderend
neer te strijken op de verlaten
steiger van Hubbard's Ship-
wharf. Het was al herfst, maar
nog net geen Indian Summer.
„Die is er met een dag of vijf,
zes", schatte Jeff de al stevig
verkleurende blaadjes aan de
bomen keurend en hij schepte
een lading vers gebakken spek
naast onze roereieren.
De voorspelling klopte. Waar
schijnlijk omdat we later in de
week vanuit Yarmouth naar het
noordoosten waren gereden.
Naar Cape Breton, waar de In
dian Summer eerder schijnt te
beginnen dan op het hoofdei
land. Niet dat we daar weg wil
den, van dat hoofdeiland. Maar
reizen wordt geregisseerd door
afspraken die tevoren moeten
worden gemaakt. Je zou nog wel
even langer willen blijven, maar
hondei'd kilometer verderop
wacht het gereserveex-de hotel,
of de vliegi'eis is al geboekt.
Marken
Dat we slechts één ochtend in
Peggy's Cove hadden kunnen
rondlopen, was van minder be
lang. Het Marken van Nova
Scotia. Waarin het krioelde van
per luchtgekoelde bus aange
voerde grote vrouwen met enor
me zonnekleppen, enorme bril
len en enorme gympen. Waarin
het krioelde van daar achter aan
di'ibbelende mannetjes met
kleine petjes, brilletjes en
schoentjes.
Blue Rocks, met op het einde het
mooiste haventje van Canada,
was duizend keer aardiger. En
duizend keer stiller. Eilandjes,
rimpelloos diepzwart water dat
in het wegglijdende avondlicht
steeds meer op teer begon te lij
ken en - uitgestrooid over de
rotsen - het palet van tientallen
pastelkleurige huisjes, waarvan
de vensters tevreden glommen
in de ondergaande zon.
Blue Rocks was geen toevallige
ontdekking. Daaiwoor ligt het te
afgezonderd. We waren er op ge
wezen door Eric Croft, met wie
we tegen theetijd door het door
de Unesco tot werelderfgoed
uitgeroepen Lunenburg wan
delden. Ook al zo'n plaats die
geen bezoeker van Nova Scotia
mag missen. En die daarvan
meedogenloos gebruik maakt.
In het Hillcroft Café waren alle
tafeltjes onbezet en de ober had
ons al een plek gewezen. Toen
verscheen de baas. Die duidelijk
geen zin had voor slechts twee
personen achter het fornuis te
gaan staan. „Alles is al gereser-
Cabot Trail, de fameuze kustweg die de pieken van Cape Breton Highlands als een bos asperges bij elkaar houdt.
veerd", loog hij. Des te lekker
der smaakte een uurtje later de
gegrilde kreeft met bier bij Blue
Rocks. Daar wax'en we nooit op
gekomen. Om bij kreeft niet een
fles witte wijn, maar een pils te
bestellen.
Nova Scotia ligt aan de oostkust
van Canada. Temidden van wat
het kapitalistische westen
wordt genoemd. Maar het houdt
zich verre van de daar geldende
manier van leven.
Halifax is een even mooie als
moderne stad. Met restaurant
'Salty's' aan Pier 21 als de subli
matie daarvan. Maar in de Nor-
maway Inn van Margaree Val
ley, midden op Cape Breton,
fiedelen nog elke avond de vio
len en klinkt het ritmische ge
klop van 'fancy footwork' op de
onder peuken en opdrogende
bierplassen schuilgaande vloer.
Niet slechts voor toevallige pas
santen, maar veel meer voor de
bewoners zelf. Vanuit Margaree
Valley ben je binnen anderhalf
uur op de Cabot Trail, de fameu
ze kustweg die de pieken van
Cape Breton Highlands als een
bos asperges bij elkaar houdt.
Een sprookje. De arabesk tussen
Chetticamp en Cape Smokey
golft, slingert en wringt zich op
zo'n spectaculaire wijze tussen
land en zee door dat je voor de
iets meer dan honderd kilome
ter eigenlijk een dag of vier zou
moeten uittrekken. Zodat je
ruimschoots tijd hebt om naar
de Hanging Valley's te wande
len. Of naar Lake Benjies. Of
naar White Point. Of - auto par
keren bij Black Brook - via Jack
Pine en velden vol weerbarstige
strandkeitjes naar de monding
van Jigging Cove Brook van
waar je - met een beetje geluk -
vlak onder de kust walvissen
kunt zien spelen.
Het schemerde al enigszins en
we waren er niet helemaal zeker
van of we de weg terug makke
lijk zouden vinden. Maar wie
kan afscheid nemen van een
school jolige bultnxggen? De
grootste was een meter of zeven
en rondom hem (of haar) plasten
nog twintig tot dertig kleinere
walvissen door de kalm deinen
de golven. Ritmische gymnas
tiek in slow motion. Een vooi"-
stelling voor ons alleen. En voor
die 'bald eagle' misschien, die
trots en onbeweeglijk vanaf een
hoge, zwartglinsterende i'ots
eveneens naar het schouwspel
keek. Toen de arend zich uitein
delijk met een kleine knik van
de poten afzette en bijna zonder
een wiekslag te maken in een
grote bocht ï'ichting Neil's Har
bour zeilde, kregen we tranen in
onze ogen. Niet van de zon, want
die dook schuin achter ons, in
een baaierd van wit licht onder
de top van de Mount MacKen-
zie.
In het begin, toen we nog over de
lege wegen bij Liverpool trok
ken, toen we vanaf Jakes Lan
ding per kano door de eindeloze
wouden van het Kejimkujik Na
tional Park peddelden en toen
we vanaf Annapolis Royal via
de Evangeline Trail weer noord-
waaxls koersten, hadden we wat
moeite met het trage tempo van
Nova Scotia. Maar dan lij je op
een kraakheldere ochtend van
Wolfville via de 538 naar Look-
off en zie je diep beneden je Mi-
nas Bassin en de Annapolis Val
ley. En vind je - omdat het een
paar mijl verderop gelegen
Grand Pré nog wel even kan
wachten - de rust om tegen
lunchtijd bij 'Lobsters on the
Lawn' in Blomidon de tweede
kreeft van de week te bestellen.
Met bier!
Waar willen jullie nog allemaal
naartoe?", vroeg Roger Rand
die de beesten niet alleen op de
gril had gelegd, maar ook op ons
bordje. We vertelden het hem en
hij zei hoofdschuddend dat we
dan zeker nog veex-tien dagen
nodig zouden hebben. Een week
later, toen de Indian Summer
Cape Breton in één enkele dag in
vuur en vlam zette en we met de
pont de zilveren baai van St.
Ann's overstaken, wisten we dat
hij gelijk had gehad. Net als bij
Liscombe Mills trouwens, waar
we met open mond door de van
goud druipende bossen fietsten.
En bij Cape Smokey voox-al ook,
waar de als een slang kronke
lende weg er in slaagde binnen
één kilometer zowel de zee als de
droogblauwe hemel te touche
ren.
Rob van den Dobbelsteen
C ANADA
PRINCE EDWARD
ISLAND
Wolfville
Hubbards
Yarmouth
Halifax
Lunenburg qC^-
Liverpool
v/
Nova Scotia is anderhalf keer groter dan Nederland en ligt aan
de Canadese Oostkust, ter hoogte van de grens met Amerika.
De hoofdstad is Halifax (220.000 inwoners), dat vanaf Schiphol
wordt aangevlogen door Air Canada (dinsdag en donderdag via
Londen en overige dagen via Toronto). Het is in Nova Scotia vijf uur
vroeger dan in Nederland.
De beste reistijd is van juni tot eind oktober. Nova Scotia is op z'n
mooist gedurende de Indian Summer, een doorgaans zonnige perio
de die meestal in de eerste helft van oktober valt.
Deze reis was gebaseerd op een door Jan Doets Heerhugowaard
aangeboden vijftiendaagse fly drive. Prijs per persoon vanaf 1515
euro, inclusief vliegreis, autohuur en dertien hotelovernachtingen.
Het prijsniveau in Nova Scotia ligt ongeveer op dat van Nederland,
accommodaties zijn erin alle soorten, waaronder Bed Breakfasts.
Afgelegde route: Halifax - Hubbards - Lunenburg - Wolfville - Mar
garee Valley (Cheticamp) - Dingwall - Baddeck - Liscombe Mills -
Darmouth (Halifax). De totale afstand bedroeg circa 1150 kilome
ter.
Meer informatie: Nova Scotia Tourism and Culture, Box 456, Ha
lifax, NS, b3J 2R5, internet: www.explore.NS.com
Canadian Tourism, Postbus 30820, 2500 GV Den Ilaag, e-mail
info@canadatourism.nl
Jan Doets Heerhugowaard, telefoon 072 - 575 33 33/internet
www.jandoets.com
Met vlinders in de buik stapt
menigeen de kassen van
Sier- en Vlindertuin Berkenhof
in. Niet minder dan zeshonderd
vlinders in vijftig soorten uit de
hele wereld fladderen rond. Een
likje honing aan een vinger is
voldoende om ze spoorslags ver
liefd te laten raken. Wie een
maal het hart heeft verpand,
kan de passieflora, de Idea
Leuconoe en de Papilio Demo
leus nauwelijks de rug toekeren.
Een lang leven zijn de meeste
vlinders niet beschoren: drie tot
zes weken hebben ze de tijd om
zich tegoed te doen aan nectar
en zich voort te planten. Een
groot aantal hibiscussen zorgt
samen met lagerstroemia, penta
en asclepia voor de 'drankvoor-
raad'. Slechts een enkeling
houdt het een half jaar uit. Voor
bezoekers een voordeel, want de
vlindertuin verandert om de ha
verklap.
Sier- en vlindertuin Berkenhof
dankt haar naam aan het bei--
kenbos dat de eigenaren begin
jaren tachtig plantten als be
schutting tegen de wind. In de
loop der jaren zijn bomen ge
rooid om plaats te maken voor
verschillende siert ui nen met elk
een eigen invulling of thema. Zo
zijn er een rozentuin, Japanse,
Azalea-, Fuchsia- en een bam-
boetuin. Maar dé publieksti-ek-
ker is toch wel de 400 vierkante
meter grote vlindertuin. Eind
dit jaar begint een grote verbou
wing, waardoor de kas drie keer
zo groot wordt.
Een voormalig slager (30 jaar in
het vak) met passie voor alles
wat groeit en bloeit, typeert Jan
Antes zichzelf. Welke vlinder of
plant bezoekers ook aanwijzen,
hij kent alle namen, achtergi-on-
den en sappige details uit het
blote hoofd.
„Ik probeer het de vlinders
vooral naar de zin te maken",
merkt hij op. Dat schijnt hem
aardig te lukken: binnen is het
één groot vreet- en dansfestijn.
Vlinders fladderen vrolijk rond,
soms elkaar hitsig achterna ja
gend. Als het tijd is voor een
borrel, strijken ze neer op één
van de honderden planten om
zich tegoed te doen aan de gele
huisdrank.
Er is ook voldoende voedsel
voor rupsen. „Mensen willen
vlindei's zien, geen rupsen.
Maar de levensloop is nog
steeds: eitje, nxps, pop of cocon
en uiteindelijk de prachtige
vlinder."
Vindt de vlinder geen geschikte
plant om eitjes op te leggen, dan
komt er geen nageslacht. De vijf
Nederlandse dagvlinders moe
ten bi'andnetels hebben om ei
tjes te kunnen leggen. „Laat die
dan ook in de tuin staan",
smeekt Antes zijn gasten. Uit de
hele wex-eld importeert Antes
poppen. „Voor elke vlindersoort
hebben we planten staan. Ik im
porteer geen poppen als we geen
plant hebben voor dat soort
vlinder."
Planten zijn voor rupsen spekje
voor het bekje. „Het is ordinaire
vraatzucht", vindt Antes. De
gaten in de bladeren zijn het be
wijs. „Wat de rups gegeten
heeft, is de vlinder. Hoe meer de
rups eet, hoe sterker de vlinder
is."
Ongedierte bestrijdt Antes bio
logisch. Kwartels eten pisse
bedden en ander vlinder- en
rupson vriendelijk gespuis. Bin
nenkort gaan ook lieveheers
beesten en sluipwespen on
vriendelijk tuig te lijf.
Jeffrey Kutterink
Sier- en Vlindertuin Berkenhof,
Langeweegje 10a, Kwaden-
damme. Telefoon: 0113 -
649643/649729. Open vanaf: 1
april tot 1 november, dinsdag
tot en met zondag van 10 tot 17
uur (maandag gesloten). Groe
pen ook andere tijden na telefo
nische afspraak. Entree: Vol
wassenen vier euro. Kinderen
van 4 tot 12 jaar drie euro. Meer
informatie: www.vlindertuin-
deberkenhof.nl.
Een likje honing kan de vlinder al verleiden. foto Wi llem Mieras