Nachtmerries in zones van verdriet Lopen, lopen, lopen Hand in hand de dood tegemoet De geur van de dood was nog tot ver in januari te ruiken. Vier maanden lang ademden New Yorkers in wijken als Chinatown, Soho of Tribeca dagelijks lucht in die was bezwangerd met de dood. Op mooie nazomerdagen, heldere herfstdagen en grijze winterse da gen. Met elke ademhaal konden lood, asbest en minieme verbran de deeltjes van duizenden mensen in hun luchtwegen terechtkomen. De geur is een belangrijke stress factor geweest, zegt Charles Stro zier, hoogleraar aan het John Jay College voor strafrecht in New York. Strozier is historicus en psychothe rapeut en heeft een praktijk in Greenwich Village. „Ik heb een pati ënte die in de buurt van Chinatown woont. Een 33-jarige moeder van een vierjarige dochter, kleuterjuf, net vier maanden zwanger. Op die dag rende ze het hele stuk van haar school naar de crèche van haar dochter. Ze zag beide torens vallen. Vlakbij haar huis was een verzamelplaats van de natio nale garde. De lichten brandden on ophoudelijk. Ze sliep niet. Had voort durend nachtmerries. En dan die lucht. Ze vertelde me dat op sommige dagen hele zwermen kleine vliegjes neerstreken. Alsof ze werden aange trokken door de geur van de dood." De kleuterleidster is één van de tot nu toe 7 5 getuigen en overlevenden van 11 september die meewerken aan een groot psychologisch onderzoek, dat Strozier is begonnen naar het trauma dat New Yorkers hebben overgehou den aan de gebeurtenissen. Strozier verwacht nog wel enkele jaren nodig te hebben voor de studie is afgerond, maar nu al is een aantal trends zicht baar. „Cruciaal is of je zelf getuige bent ge weest van de dood. Dat maakt alle verschil. Hoe dichterbij, hoe erger het trauma. De zones van verdriet noem ik dat", zegt Strozier. Het ergste trau ma hebben de mensen die het WTC ontvluchtten, de hulpverleners van het eerste uur en de directe getuigen opgelopen. In de tweede zone van ver driet bevinden zich al degenen die het van korte afstand zagen gebeuren, maar de dood en verderf niet op hun netvlies hebben. In de derde zone zit ten de mensen die het hele drama via grote afstand of de televisie hebben gezien. De kans op trauma hangt ver der af van persoonlijke omstandighe den. Het zijn geen gemakkelijke verhalen die Strozier en zijn collega's te horen krijgen; verhalen over geëxplodeerde lichamen, over een hoofd dat door de lucht geslingerd wordt, over een auto mobilist die vergeefs zijn ruitenwis sers aanzet om het bloed en weefsel van de voorruit te krijgen. Strozier vertelt het relaas van een overlevende, een 50-jarige alleen staande vice-presidente van een be- drijf op de 67e verdieping van de zuid toren. „Nadat het eerste vliegtuig in de noordtoren was geboord, liep ze onmiddellijk naar het trappenhuis. Dat is vrij smal, niet meer dan twee mensen kunnen ernaast elkaar lopen. Zestien minuten later, als ze ergens op de twintigste verdieping is, schudt het gebouw. Er breekt paniek uit. De trappen liggen bezaaid met dames schoenen, achtergelaten om sneller te kunnen lopen. Op een van de plat forms staat een man, een hele zware man die hyperventileert en niet verder kan. Ze probeert hem te helpen, maar krijgt hem niet vooruit. In het trap penhuis waren geen ramen. Ze was af gesloten van wat er buiten gebeurde. Als ze eindelijk een deur vindt die open kan, ziet ze het eerst het stralen de blauw van de lucht. Een tel later belandt ze in de hel. Overal liggen stukken vlees, alsof er een slagerij is geëxplodeerd. Stukjes lichaam, be dekt met bloed. Ze heeft zo goed en kwaad als het kon een weg gezocht en is gevlucht. Als de toren instort en ze de wolk stof en as gewaar wordt, springt ze in de struiken. Pas drie uur later komt ze weer bij." Het leven van de vrouw is geruïneerd, zegt Strozier. Om haar voor het onder zoek te interviewen moest hij naar haar toe. „Ze durft niet meer het huis uit, kan niet meer werken." Wat Strozier en zijn collega's probe ren te doen is in de huid van hun res pondenten te kruipen, zodat de im pact van 11 september op de psyche als het ware te voelen is. Het is de bedoeling méér dan een gesprek te voeren, zodat ook duidelijk wordt hoe het leven na zo'n traumatische erva ring verder gaat. „En we willen niet alleen de verhalen van directe getui gen, maar ook van anderen die indrin gend over hun emoties en belevenis van 11 september kunnen vertellen." Totale vernietiging In de jaren negentig schreef Strozier een boek over de Apocalyps en de psy chologie van het fundamentalisme in Amerika. Nu voelt het alsof hij geroe pen is om dit onderzoek te doen, zegt hij. Sinds de ontwikkeling van de atoombom en chemische en biologi sche wapens heeft de mens de midde len tot totale vernietiging. „We leven in de schaduw van die Apocalyps, en er is niets in de recente geschiedenis dat ons daar zo aan herinnert als de vernietiging van de WTC-torens. Het was het einde van de wereld zoals we die kenden, vooral ook vanwege de enorme wolk die op velen overkwam als een nucleaire paddestoel." Wat hier een rol speelt is dat Amerika nen niet psychologisch voorbereid waren op zo'n gebeurtenis, zegt Stro zier. De psychotherapeut merkt op, dat langdurige confrontatie een be langrijke rol speelt bij de verwerking of het gebrek eraan. Wie veel op Ground Zero (niet toevallig een term die staat voor het middelpunt van nu cleaire vernietiging) is geweest, zal er moeilijker afstand van kunnen ne men. Ook de geur die nog lang overal en nergens was, heeft volgens hem een belangrijke rol gespeeld. „Daar leg ik veel nadruk op. De reuk is een primi tief orgaan. Het brengt je in contact met de dood. En de geur bleef nog heel lang hangen." Ans Bouwmans Het beeld heeft indruk gemaakt. Mensen die hand in hand van een brandende toren springen, een zekere dood tegemoet. Er zijn misschien wel honderden mensen gesprongen, zegt psychotherapeut Strozier op basis van de verhalen van getuigen. Som migen doken met hun hoofd naar be neden, velen hadden geblakerde voe ten. „Het is een menselijk instinct om te vluchten voor vuur. De hitte moet verzengend zijn geweest. Het was een traumatische ervaring voor mensen die het zagen, zegt Stro zier. Een studente heeft hem verteld dat ze een uur heeft toegekeken, de straten waren rood van het bloed en er ging telkens een zucht door het pu bliek als weer iemand te pletter sloeg. De Amerikaanse media zij n uitermate terughoudend geweest met het tonen van beelden of foto's van springers. „We wilden geen onnodige pijn ver oorzaken", zegt een woordvoerster van CNN. In een documentaire van twee Franse filmers was alleen het - hartverscheurende - geluid te horen van vallende mensen. Het kantoor van de geneeskundige in spectie in New York, die over de iden tificatie van de slachtoffers gaat, doet geen uitlatingen over de manier waar op mensen zijn omgekomen. De mees te nabestaanden willen ook niet we ten hoe hun familielid precies aan zijn einde is gekomen, zeker niet als'ze zo iets verschrikkelijks te horen zouden krijgen. foto Richard Drew/AP zaterdag 7 september 2002 De Amerikaanse media zijn uitermate terughoudend met het tonen van beelden van springers Zijn vrouw werkt er normaal ook, maar lag nu thuis bij te komen van de bevalling van hun eerste kind. Dat kind, Jordana, dat heeft hem waarschijn lijk naar beneden geholpen. „Ik mag niet sterven. Nu niet, niet net nu"hoorde hij zichzelf roepen. Pas thuis hield hij op met rennen. Pas toen hij beneden stond - uitgerekend de laatste vijf etages duurden het langst - pas toen had hij in de gaten hoe erg het mis was. „Die prachtige, blinkende lobby? Niks van over. Marmer, glas, alles lag onder het puin. Ik snapte het niet. Als er boven, op de 90ste verdieping brand is, hoe kan de lobby beneden dan onder het puin liggen?" Toen hij buiten het antwoord zag - een leegte waar de tweede toren moest staan - kon hij het niet bevatten. Is hij gaan rennen. Anderen bleven staan. Die heeft hij nooit meer gezien. Jonathan Judd zou zo mee kunnen doen in de gemid delde Amerikaanse tv-serie. Advocaat, zoals er daar dertien in een dozij n gaan. Het kantoor zat in de noor delijke toren. Die met de antenne; 85ste verdieping. Prachtig. Hij kon kijken tot de volgende stad in de volgende staat. En het Vrijheidsbeeld aan zijn voeten De elfde september was ook voor hem een dag als elke andere. Iets te laat ging hij de deur uit naar zijn werk, want hij moest nog steeds wennen aan Jordana, het kindje dat van zijn huwelijk een gezin had gemaakt. „Het knuffelt allemaal zo lekker, dan is het moeilijk om weg te komen." Judd nam in een hoek met zes liften gewoon de eerste de beste die openging. „Er stond een man in die er op 83 uit moest. Ik heb zijn gezicht niet eens gezien, ik sliep nog half." Tot op 83 de man uitstapte en op dat moment de drie liften er tegenover explodeerden. „Heel vreemd. Vertraagd bijna. Deliftdeuren klapten open. Kan helemaal niet. Maar ze zwaaiden naar bui ten; er wolkten enorme blauwe ballen uit. Pas aan de hitte merkte ik dat het vuur was. Ik rende, gauw, gauw lift uit, gang op, de eerste de beste deur binnen. Ik dacht niet na, ik deed gewoon. Mensen vroegen la ter: waarom ben je niet naar het trappenhuis gerend? Weet ik veel. Mijn benen renden, ik niet. Je wilt maar een ding en dat is weg van de vlammen." In het kantoor waar Judd binnenvluchtte, waren acht mensen. „We konden door de glazen deur de gang zien, maar die stond binnen de minuut vol rook. We hoorden wat gerommel. Later bleek dat het plafond aan de achterkant van onze verdieping was ingestort 11 -inrWpn nn Hp 83 ste on slaffhad ppHooH Pa niek? Nee, verbazing, verbijstering. Buiten leek het te regenen, maar dat was glas. Minutenlang bleef het vallen. Het eerste wat ik zelf deed, was naar huis bel len. Toen Deborah eindelijk opnam, zette ze meteen de tv aan. Ik begon te gillen over vliegtuigen, maar ze zei: 'Doe geen moeite, ik zie het op tv. Kom maar gauw naar huis'. We bleven zitten waar we zaten. Dat was ons geleerd. Een brand hoeft geen ramp te zijn. Bran den kun je blussen, het hele gebouw was van staal, je mocht niet met de liften en dus bleven we op hulp wachten Een andere man, Fred, belde naar beneden om te zeggen waar we precies zaten. Ze zouden ons komen halen." Pikkedonker „Na tien minuten wilden we niet meer wachten. De gang hing nog steeds vol rook, maar twintig meter verderop waren de brandtrappen. Dat moesten we kunnen halen. Net toen we de deur opendeden, vloog alle noodverlichting uit! Meteen pikkedonker. Niks te zien. Dat was geen doen, we waren bang te verdwa len of in de liftkokers te vallen en we draaiden om. Al les beter dan in het donkerte stikken. Dan maar wachten.Ik weet precies op welke tijd ik opnieuw naar huis belde. Want toen vloog het tweede toestel binnen. Deborah zag het op tv gebeuren, ze gilde, ik keek om en de hele hemel stond in brand. Hoe konden we kenbaar maken dat we er nog zaten? Met lappen, of roepen? We zwaaiden wat, maar je kon buiten geen hand voor ogen zien. Onafgebroken papiersnippers, en een vreemde mist. Dat bleek later puinstof. Ik heb veel zitten bellen. Iedereen die i k kende. Mijn moeder, mijn tante, mijn vader zegt dat 'ie me ook heeft ge sproken, maar dat weet ik niet meer. Ik weet alleen maar dat ik ben gaan zitten omdat mijn benen te erg trilden om te staan. Tegen half tien zag iemand op eens iets buiten de deur. LichtstralenWe bonsden op het glas en twee brandweermannen doken op. Ze gin gen verder omhoog - zijn dus waarschijnlijk dood - maar riepen wel dat we als de wiedeweerga weg moesten. Iedereen rende weg. Fred en i k zochten eerst lapjes voor onze mond en gingen als laatsten. Op naar beneden, 83 verdiepingen te gaan, 166 trappen." Het was doodstil op de trappen. „Ik hoorde mijn hart, en mijn voeten en die van Fred. We liepen met zijn tweeën. Verder was er niemand, de grote massa was allang beneden." Jonathan en Fred bleven bij elkaar. Wp wisten wpor,TV10" Wainnt zo. Fred liep langzamer, maar ik heb de eerste tien verdiepingen alleen maar tegen hem lopen gillen dat ik niet dood mocht gaan, vanwege Jordana. Ja, hoor eens, heel mijn leven gehoopt op een kindje, dan is het er eindelijk en dan zal ik sterven." Op 21 lag een man in het trappenhuis. „Toen we bij hem knielden hoorden we een vreemd geluid. Alles bewoog, de luchtdruk of het gebouw, ik weet het nog steeds niet. Opeens stonden we ook te happen: ieder een had stof op z'n lippen." Dat was de zuidelijke toren, die opeens niet meer was. „Wisten wij niet. We dachten aan een derde vliegtuig. Het was wel duidelijk dat we meteen verder moesten en die man voelde opeens niets meer van zijn rug pijn." Lopen, lopen, lopen. Tot ze op 5 werden tegengehou den door de brandweer. Trap geblokkeerd, naar de andere kant. Maar ook daar konden ze niet verder. Vijf minuten wachten op orders, tien minuten, maar er kwamen geen orders en dus toch maar weer terug gelopen en voorzichtig over bouwvallige trappen naar beneden gegleden. Daar, de schok van de lobby. „We dachten dat we nu de normale wereld weer zouden binnenstappen, ko men we in Hiroshima terecht. Stomverbaasd. 'Eruit, eruit', schreeuwde een brandweerman. Door het val lende puin durfde ik aanvankelijk niet, maar hij duw de me. Ik heb nog een vrouw meegetrokken die vast zat door haar naaldhakken. Ben met haar door de allerlaatste hele ruit gesprongen." Voor het eerst lacht hij: „Dat was mijn 'Indiana Judd'-moment." Buiten zag hij niks dan betonbrokken„Ik wist dat er iets heel vreemds was en dacht dat het de aanwezig heid van puin was. Maar het was de afwezigheid van de andere toren. Ik ben van schrik gaan rennen. Nee, niet uit besef dat de andere toren ook kon vallen, maar ik moest gewoon weg van die onwerkelijkheid van 'geen tweede toren'. Helemaal toen ik een brand weerman in zo'n maanpak zag lopen. 'Shit', dacht ik, 'kom ik helemaal van boven, sterf ik hier door gif gas'." Na vierhonderd meter stopte hij om naar huis te bel len, te melden dat hij buiten stond. 'Wacht even', zei hij toen hij Deborah hoorde schrikken en mensen massaal omhoog zag kijken. „Weer zo'n vertraagde film. Stof, met daar bovenuit die antenne. Begint die antenne opeens langzaam te zakken. Dat kon niet! Velen bleven stokstijf staan, ik zakte door mijn knie- pn pn begon weer te rennen." Van de rest weet hij niet veel meer. Niet hoe het rook op straat, wat hij hoordewat hij zag. Wel dat h ij hele maal naar huis is gelopen, half Manhattan dooi'. Thuis heeft hij vijf minuten in de armen van Deborah gelegen, uitgeput. Is naar de dokter gegaan, die hem een handvol valium gaf. Vier dagen kon hij niet lopen. Spierpijn. „Gaf niks, ik had de hele dag telefoon." Tot zijn eigen verbazing was hij ervrij snel 'overheen'. „Belangrijk was na drie weken de opening van het nieuwe kantoor. Aan het werk. Dat geeft ritme." Volgens hem heeft hij er niks van overgehouden. „Ik maak me al weer boos om kleine dingen, slechte rij ders en zo, dat vind ik een erg goed teken." Bewuster is hij niet gaan leven. „Dat hoor je vaak, maar nee, ik merk er niks van." Deborah hoort het vanuit de keuken aan. „Weet je wat het is? Je beseft het nog steeds niet, je weet niet wat voor geluk je hebt gehad. Dat had ik aanvanke lijk ook, ik heb me die dag zelf helemaal geen zorgen i gemaakt." Echt niet? „Nee. Durfde ik niet. Ze zeggen wel eens dat je pas een i lekke band krijgt als je daar aan denkt. Aan ongeluk i denken, is er om verzoeken en ik wist onderbewust dat hij dat niet kon gebruiken dus heb ik zo positief mogelijk zitten denken." „Eigenlijkhebjij me naar beneden gedacht, en Jorda- j na misschien ook wel", lacht Judd. „Misschien wel", zegt zij en lacht niet. Max Steenbe*"*' f

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 24